Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg inzake Terugkoppeling gesprek Zuyderland en moties debat Zuyderland (Kamerstuk 31765-881)
2025D06382 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond bij enkele fracties
behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport over haar brief over de terugkoppeling van het gesprek met het bestuur
van het Zuyderland ziekenhuis en de moties die in het debat over het Zuyderland ziekenhuis
d.d. 26 september 2024 door de Kamer zijn aangenomen1.
De voorzitter van de commissie,
Mohandis
Adjunct-griffier van de commissie,
Heller
Inhoudsopgave
I.
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
II.
Reactie van de Minister
I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de PVV-fractie
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de terugkoppeling van het gesprek
van de Minister met het Zuyderland ziekenhuis en de afdoening van de moties en toezeggingen
aangaande het debat over het Zuyderland ziekenhuis en hebben hierover geen vragen.
Wel merken genoemde leden op dat er recent nader onderzoek is gedaan door onderzoeksbureau
Grenspaal 12 naar vervoer en bereikbaarheid.
Op basis van vervoer en bereikbaarheid scoorde Heerlen al beter, maar uit het onderzoek
blijkt dat het verschil met Sittard-Geleen nog groter wordt. Ook wijst het onderzoek
uit dat ritjes met het openbaar vervoer kunnen oplopen tot negen en zelfs ruim dertien
euro voor een enkele reis.
Deze vervoersarmoede geeft een groot risico op zorgmijders, zeker gezien de lage SES-score
van Parkstad. Hoe reflecteert de Minister hierop?
Bureau Grenspaal 12 ziet de reistijd voor zowel auto, openbaar vervoer maar ook voor
de ambulance, door hoogcomplexe zorg op één locatie toenemen. De maximale reistijd
voor ambulances is naar Heerlen 38 minuten, voor Sittard-Geleen is dit 41 minuten.
Drie minuten kan een heel groot verschil maken in acute situaties. Is de Minister
het met de leden van de PVV-fractie eens dat dit de zwaarstwegende afweging had moeten
zijn in de keuze voor een locatie? Zo nee, wat heeft de Minister te zeggen tegen iedereen
die nadelige, of erger fatale gevolgen oploopt door drie minuten langere reistijd?
Het geboortecentrum in Zoetermeer bleef onder andere om de reden van bereikbaarheid
in acute situaties open. Wat betekenen bovengenoemde inzichten voor het geboortecentrum
in Heerlen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister.
Het standpunt van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie is duidelijk. Zij betreuren
het ten zeerste dat de Spoedeisende Hulp (SEH) in Heerlen in 2030 sluit en hun voorkeur
gaat uit naar een volwaardig ziekenhuis in zowel Heerlen als in Sittard-Geleen. Deze
leden hebben hierover nog een groot aantal zorgen en vragen.
In de brief van de Minister lezen genoemde leden dat de Minister terugkijkt op een
positieve uitkomst: dat er in de nieuwbouwplannen rekening wordt gehouden met het
kunnen bijbouwen van de benodigde gebouwen voor het realiseren van een SEH en Intensive
Care (IC) op beide locaties in Zuid-Limburg. De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
zien hier vooral wensdenken. Hoe realistisch acht de Minister het scenario dat er
extra gebouwen worden gerealiseerd en dat complexe spoedzorg op beide locaties blijft
bestaan? Welke concrete stappen gaat de Minister zetten om werken in het Zuyderland
ziekenhuis aantrekkelijker te maken? Hoe ver is de Minister gevorderd met het uit
de SEH’s, de acute verloskunde en de IC’s financieren via een vaste budgetbekostiging?
Denkt de Minister dat deze maatregel ook iets te doet aan het nijpende personeelstekort
in de zorg? Personeelstekort wordt als reden aangehaald voor de sluiting van de SEH.
Hoe denkt de Minister dan dat het financieren via een vast budgetbekostiging bijdraagt
aan het openhouden van SEH’s? Hoe zou de situatie qua personeelsbezetting eruit hebben
gezien als een goed personeelsbeleid en een goed strak financieel beleid bij de bouw
van Orbis had plaatsgevonden? Had men dan wel twee SEH’s kunnen ophouden etc.? Daarnaast
moet beseft worden dat elke verplaatsing van werkzaamheden gepaard kan gaan met personeelsverlies.
Hoe kijkt de Minister hier tegenaan?
De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie vinden het extra pijnlijk dat er juist in
de mijnregio een volwaardig ziekenhuis verdwijnt. Deelt de Minister de mening van
de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie dat wij een ereschuld aan de regio hebben?
In plaats van een echte investeringsagenda zien genoemde leden juist verdere verschaling.
Niet alleen het ziekenhuis, maar ook de politiecapaciteit, werkgelegenheid met het
sluiten van VDL Nedcar, en de sociale voorzieningen staan onder druk. Hoe ziet de
Minister het sluiten van de SEH in de bredere verschraling van voorzieningen in de
regio? En hoe verhoudt zich dit tot de ambitie uit het regeerakkoord om de regio centraal
te stellen? Deelt de Minister de mening van de GroenLinks-PvdA-fractie dat het rechtvaardig
zou zijn als de regio Heerlen gecompenseerd wordt voor het verliezen van een volwaardig
ziekenhuis? Hoe kijkt de Minister tegen het «ravijnjaar» voor gemeentes aan en wat
dit specifiek kan betekenen voor het verdwijnen van voorzieningen in de gemeente Heerlen?
Recent hebben de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie met interesse kennisgenomen
van de onderzoeken van Grenspaal 12 en AT Osborne. Heeft de Minister kennisgenomen
van deze rapporten? Wat is de reactie van Minister op het rapport van Grenspaal 12?
Genoemde leden lezen in dit rapport dat gemiddelde reistijd met het openbaar vervoer
naar de SEH-afdeling Sittard-Geleen op ruim driekwartier ligt. Dit is een flinke toename
voor veel inwoners. Vindt de Minister dit acceptabel? Wat gaat de Minister doen om
deze reistijd te verminderen? Ook lezen de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie dat
in sommige wijken reiskosten van 3 euro toenemen naar 9,50 euro. De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie
maken zich dan ook grote zorgen over de toegankelijkheid van ziekenhuiszorg voor de
meest kwetsbaren en ouderen. Is de Minister het met de GroenLinks-PvdA-fractie eens
dat juist de meest kwetsbare inwoners het hardst geraakt worden door deze centralisatie?
Deelt de Minister deze zorgen? Welke concrete stappen gaat Minister zetten om de ziekenhuiszorg
wel toegankelijk te houden in de regio? Hoe gaat de Minister voorkomen dat de gemeente
niet opdraait voor de kosten van bijvoorbeeld een omnibus? Ziet de Minister hier ook
een rol voor de regering, bijvoorbeeld door extra financiering vanuit het Rijk? Is
de Minister bereid dit te verkennen?
In het AT Osborne staat dat het verschil van investering tussen Heerlen en Sittard-Geleen
ongeveer 130 miljoen euro is. Hoe kijkt de Minister tegen deze conclusie aan? Ziet
de Minister aanknopingspunten voor het openhouden van twee SEH’s, gezien het bedrag
in dit onderzoek bijna 100 miljoen euro lager uitvalt dan bij die van de regietafel?
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister met
daarin de terugkoppeling van het gesprek met het bestuur van het Zuyderland ziekenhuis
en de aangenomen moties. Zij hebben hierover enkele vragen.
De leden van de VVD-fractie vragen de Minister wat de basis is voor het idee om in
de nieuwbouwplannen en bouwgrond rekening te houden met het bijbouwen van extra gebouwen
voor het realiseren van een SEH en IC op beide locaties in Zuid-Limburg. Hoe realistisch
is het dat het personeelstekort de komende jaren zodanig wordt opgelost dat er voldoende
medewerkers beschikbaar zijn op de IC’s en SEH’s op beide locaties? Genoemde leden
lezen dat het Zuyderland en zorgverzekeraar CZ bezien hoe in Heerlen meer acute patiënten
kunnen worden opgevangen indien het personeelstekort in de acute zorg in voldoende
mate verbetert. Wat wordt bedoeld met in «voldoende» mate? Welke cijfers horen daarbij?
Wie bepaalt dat en wie neemt verantwoordelijkheid voor de invloed van deze keuze op
de kwaliteit en veiligheid van de zorg? En hoe wordt geborgd dat een eventueel kortdurende
verandering uitloopt op een structurele (investerings)beslissing met alle risico’s
van dien? Hebben we het hier niet over een mogelijkheid waar nog geen procent kans
op is dat die zich voordoet? En gaat de Minister hiermee dan niet een schijnbelofte
aan?
De leden van de VVD-fractie vinden dat het proces rondom het openen en sluiten van
afdelingen in ziekenhuizen en de communicatie daarover in de landelijke politiek veel
realistischer en eerlijker gevoerd moet worden. Genoemde leden vragen hoe de Minister
aankijkt tegen haar verantwoordelijkheid in dit proces. Welke lessen trekt zij uit
het Zuyderland-dossier en hoe hier in de landelijke politiek mee is omgegaan? En wat
is zij van plan te doen met de toekomstige vraagstukken rondom ziekenhuiszorg in Zuid-Limburg,
maar ook in andere delen van het land? Wat neemt ze mee uit de eerdere en huidige
vergelijkbare processen, in bijvoorbeeld Zutphen?
De leden van de VVD-fractie hebben eerder aangedrongen op een duidelijker rol voor
de betrokkenheid van inwoners, gemeenten, huisartsen en het lokale zorgnetwerk. Kan
de Minister aangeven hoe dat idealiter vorm krijgt in toekomstige vraagstukken als
deze? Wat is nodig om die ideale werkwijze mogelijk te maken en wat gaat de Minister
daarvoor doen?
Dat de Minister «als eerste Minister marktwerking uit delen van de zorg gaat halen»
is een vaak herhaalde oneliner. Wat betekent dit concreet? Vindt de Minister dat de
ziekenhuizen in de regio nu onvoldoende bestaansrecht hebben? In welke mate draagt
het «weghalen van marktwerking uit delen van de zorg» bij aan bestaansrecht en het
verbeteren van het imago van werken in de regio? In hoeverre dragen beleidsdoelen
van concentratie en spreiding bij aan bestaansrecht en het genoemde imago en hoe kan
de Minister dit verder versterken? Met welke kwantitatieve onderbouwingen is de Minister
nu aan het rekenen om «marktwerking uit delen van de zorg te halen»? Welke impact
heeft dit op andere «delen van de zorg» en welke delen zijn dat? En hoe gaat de Minister
hiermee om? Op welke termijn kan de Kamer inhoudelijke voorstellen tegemoet zien,
inclusief budgettaire consequenties?
Vragen en opmerkingen van de leden van de NSC-fractie
De leden van de NSC-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister. Deze
leden hebben hierover nog een vraag.
De leden van de NSC-fractie constateren dat het personeelstekort een grote uitdaging
vormt en een belangrijke oorzaak is van de problemen die het Zuyderland ziekenhuis
ondervindt. Zij lezen dat de directie van het Zuyderland en zorgverzekeraar CZ hebben
toegezegd het arbeidsmarkttekort continu te blijven monitoren en alles te doen om
zoveel mogelijk zorgpersoneel op te leiden en te behouden. Het blijft echter onduidelijk
welke concrete maatregelen en aanpakken er precies worden ingezet om dit te realiseren.
Kan de Minister verduidelijken hoe deze toezeggingen in de praktijk worden omgezet?
Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie
De leden van de BBB-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister. Zij
hebben de volgende vragen aan de Minister.
Genoemde leden zijn blij met de toezegging om het arbeidsmarkttekort in de zorg te
blijven monitoren en wanneer kan bij te sturen. Hoe garandeert de Minister dat bijsturing
van het ziekenhuis daadwerkelijk leidt tot het behouden of uitbreiden van zorgcapaciteit
in Heerlen? Wat zijn concrete cijfers of doelen voor het aantrekken van zorgpersoneel
voor de regio Heerlen?
Daarnaast zijn de leden van de BBB-fractie ook blij met de dertig jaar garantie op
ziekenhuiszorg in Heerlen. De toezegging is geruststellend, maar wanneer en hoe wordt
deze garantie juridisch afgedekt? Wat zijn de juridische voorwaarden die waarborgen
dat de locatie Heerlen voor dertig jaar operationeel blijft? Kan de Minister garanderen
dat het ziekenhuis geen stille afschaling doorvoert op de locatie Heerlen, als bijvoorbeeld
de zorgbehoefte in de regio verschuift?
Ook lezen genoemde leden dat verder wordt onderzocht in hoeverre de reeds bestaande
thuismonitoring (bijvoorbeeld CTG-monitoring) verder uitgebreid kan worden voor zorg
die minder acuut is en nodig is buiten kantoortijden in de thuissetting of wijk. Hoe
wordt de thuismonitoring voor zwangere vrouwen verder uitgebreid en in hoeverre kan
deze uitbreiding bijdragen aan het behoud van zorg op locatie Heerlen, in plaats van
een grotere concentratie van zorg op Sittard-Geleen?
Daarnaast lezen de leden dat het Zuyderland ziekenhuis in overleg met de Minister
een pilot Artificial Intelligence (AI) start om de administratieve lasten van zorgverleners
te verlichten. Hoe worden de voordelen van AI voor administratieve lasten gecommuniceerd
naar het zorgpersoneel en in hoeverre zal dit bijdragen aan het op termijn bijbouwen
van de benodigde gebouwen voor het realiseren van een SEH en IC op beide locaties?
Tot slot de ambulancezorg. Gezien de afschaling van de IC, SEH en acute verloskunde
van Heerlen naar Sittard-Geleen: hoe wordt gewaarborgd dat de ambulancezorg in de
regio Parkstad, inclusief Heerlen, snel en adequaat kan blijven reageren? Zijn er
concrete afspraken gemaakt met de ambulancezorg?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister.
De leden van de CDA-fractie lezen dat het Zuyderland ziekenhuis en zorgverzekeraar
CZ zullen garanderen dat het ziekenhuis op locatie Heerlen voor dertig jaar blijft
bestaan en dat deze toezegging nader uitgewerkt wordt. Deze leden vragen hoe deze
toezegging (juridisch) uitgewerkt wordt, of de Minister de Kamer hiervan op de hoogte
wil houden en wanneer de Kamer hier meer over hoort.
De leden van de CDA-fractie vragen de Minister naar de afdoening van de aangenomen
motie-Krul c.s. om uiterlijk in de eerste helft van 2025 tot een plan te komen voor
goede en veilige geboortezorg in Heerlen2. Deze leden vragen de Minister naar de uitvoering van deze motie, aangezien zij in
haar brief een plan hiervoor missen. De brief en de bijlage over de afdoening van
moties spreken over: «de mogelijkheden worden onderzocht om, samen met de verloskundigen,
in Heerlen zoveel als mogelijk laag complexe geboortezorg aan te bieden op beide locaties,
waarbij ook een kraamhotel tot de opties behoort.» Deze leden constateren echter dat
dit niets nieuws is, maar al eerder aangekondigd. Welke nieuwe stappen zijn er genomen
en hoe neemt de Minister hierin het initiatief, zoals in de motie is gevraagd? En
wanneer hoort de Kamer hier meer over?
De leden van de CDA-fractie constateren dat de Minister reeds geruime tijd werkt aan
regelgeving die gevolgd moet worden als een ziekenhuis overweegt het aanbod van acute
zorg op een bepaalde locatie te beperken. Deze leden missen urgentie en voortgang
op dit dossier. Wanneer komt de Minister met haar concrete plannen? Wat is er veranderd
sinds de brief van de Minister van 10 oktober jl.? En wanneer komt de handreiking
die in de tussentijd uitkomst moet bieden?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben de brief van de Minister gelezen. Zij vinden de
manier waarop de Minister omgaat met de inwoners van de regio Parkstad en met door
de Kamer aangenomen moties onverantwoord en onacceptabel, maar bovenal een klap in
het gezicht van iedereen die zich hard maakt voor het volledige behoud van ziekenhuis.
De leden van de SP-fractie vragen de Minister wat de «ultieme poging» die zij heeft
gedaan door te overleggen met de zorgverzekeraar en het ziekenhuisbestuur concreet
heeft opgeleverd, behalve de genoemde punten in haar brief? Hoe kan de Minister zeggen
dat het gesprek een «positieve uitkomst» heeft gehad terwijl cruciale onderdelen van
het Heerlense ziekenhuis alsnog gesloten gaan worden?
De leden van de SP-fractie vragen de Minister hoe de afspraken in de nieuwbouwplannen
en in de bouwgrond waarin rekening wordt gehouden met het kunnen bijbouwen van de
genodigde gebouwen voor het realiseren van een SEH en IC op beiden locaties er precies
uitzien. Welke waarborgen zitten hierin? Hoe ziet de afspraak er precies uit die is
gemaakt met verzekeraar CZ om de rekening op te pakken om de extra te gebouwen te
realiseren? Waar kan deze afspraak teruggevonden worden en hoe groot bedraagt deze?
Genoemde leden vragen de Minister wanneer het punt voor het ziekenhuis en zorgverzekeraar
is bereikt om te besluiten dat de bouw van het complex aangepast kan worden omdat
er voldoende personeel is.
De leden van de SP-fractie vragen de Minister waarom er is besloten voor de garantie
van het bestaan van het ziekenhuis op de locatie Heerlen voor een periode van dertig
jaar. Waarin is deze «belofte» vastgelegd? Hoe gaat de Minister voorkomen dat deze
belofte door opvolgers van haar naast zich neer worden gelegd? Hoe staat het met de
juridische uitwerking hiervan, waar in de brief over wordt geschreven?
De leden van de SP-fractie vragen hoe het staat met het onderzoek om samen met verloskundigen
zoveel als mogelijk laag complexe geboortezorg aan te bieden op beide locaties? Hoe
komt dit er precies uit te zien? Is het straks mogelijk om – zonder aanvullende kosten
– te kunnen bevallen in het Zuyderland ziekenhuis op de locatie in Heerlen door deze
afspraken of is dit alleen mogelijk in een kraamhotel? Wanneer kan de Kamer de brief
over de voortgang ten aanzien van de geboortezorg precies ontvangen? Kan de Minister
alvast aangeven wat de hoofdlijn van deze voortgang wordt, gezien het een grote maatschappelijke
discussie betreft?
De leden van de SP-fractie vragen de Minister of zij een overzicht kan sturen hoeveel
IC-artsen, SEH-artsen, gynaecologen en klinisch verloskundigen er op dit moment precies
werken in het Zuyderland ziekenhuis? De leden van de SP-fractie haar tevens of zij
een overzicht kan sturen hoeveel – van deze zelfde artsen, gynaecologen en verloskundigen
– er in andere ziekenhuizen werken, bijvoorbeeld in Weert en Winterswijk. Kan de Minister
per soort arts precies aangeven hoe groot de tekorten zijn? En hoeveel personeel er
van deze beroepsgroepen afgelopen maanden is aangetrokken?
De leden van de SP-fractie vragen de Minister welke rol zij voor zichzelf weggelegd
ziet om het personeelstekort op te lossen. Kan zij een lijstje opsommen van maatregelen
die zij specifiek in déze regio neemt? Hoeveel fte heeft dit vooralsnog opgeleverd?
Welke stappen heeft zij genomen sinds het toesturen van dit verslag, ongeveer vier
maanden geleden? Hoeveel zicht heeft de Minister op en welke plannen zijn er om in
de regio nog meer personeel aan te trekken, op te leiden en om te scholen? In hoeverre
heeft u zicht op mensen met een opleiding tot arts in Limburg die zich zouden kunnen
laten omscholen tot SEH-arts? Bent u bereid deze mogelijkheid tot omscholing onder
de aandacht te brengen en hierbij te helpen?
De leden van de SP-fractie vragen de Minister welke maatregelen het Zuyderland ziekenhuis
en de zorgverzekeraar hebben genomen om personeel over te halen zich in de omgeving
van hun ziekenhuis te vestigen, zoals in de brief vermeld staat. Kan de Minister bij
het ziekenhuis navragen hoeveel fte dit heeft opgeleverd? Indien deze maatregelen
voldoende werken: is de Minister bereid hierover in gesprek te gaan om deze maatregelen
te intensiveren met eventueel extra geld vanuit het Rijk?
De leden van de SP-fractie vragen of de Minister op de hoogte wordt gehouden door
het ziekenhuis van hun monitoring van het personeelstekort. Zo ja, op welke manier
kan de Kamer hier ook structureel over geïnformeerd blijven worden? Zo nee, waarom
niet?
De leden van de SP-fractie vragen wat de Minister vindt van de oproep van de alliantie
in Heerlen Noord – die onder andere bestaat uit verschillende woningcorporaties, onderwijs-
en gezondheidsorganisaties – die heeft aangeboden te helpen met het personeelstekort.
Heeft de Minister hen uitgenodigd bij haar op het ministerie om te kijken hoe zij
kunnen helpen? Zo ja, wat kwam eruit dat gesprek? Zo nee, waarom niet?
De leden van de SP-fractie de Minister af hoeveel artsen en verpleegkundigen het Zuyderland
ziekenhuis tekortkomt voor het openhouden van beide SEH’s, zoals beoogd in het kwaliteitskader
Spoedzorgketen. Hoeveel vacatures zijn er het afgelopen jaar opengezet voor het werven
van personeel op de SEH? Tot hoeveel extra aangenomen fte’s heeft dit geleid?
Hoe kan het dat in een groot ziekenhuis zoals Zuyderland één van de SEH-locaties moet
sluiten terwijl een veel kleiner ziekenhuis, zoals Winterswijk of Weert, wel een SEH
kan openhouden? Waarom worden er wel vormen van personeelsintensieve hoogspecialistische
tweede- en derdelijnszorg geleverd in Zuyderland, terwijl er ook voor sluiting van
de SEH wordt gekozen?
Kan de Minister aangeven hoe het mogelijk is dat het HagaZiekenhuis onlangs ook heeft
besloten om de geboortezorg te behouden op hun locatie in Zoetermeer? Hoeveel artsen
werken er op deze Zoetermeerse locatie ten opzichte van het Zuyderland ziekenhuis?
Erkent de Minister dat het ziekenhuis hiervoor veiligheid, bereikbaarheid en betaalbaarheid
(tegen lage kosten op de juiste plek voor zowel patiënten als verloskundigen) als
argumenten heeft meegewogen in hun beslissing?
De leden van de SP-fractie vragen de Minister welke gevolgen de afschaling heeft van
een SEH bij Zuyderland voor het naleven van het kwaliteitskader spoedzorgketen? Welke
gegevens biedt de NEED database over de kwaliteit op de SEH’s van Zuyderland?
De leden van de SP-fractie de Minister af hoeveel artsen en verpleegkundigen het Zuyderland
ziekenhuis tekortkomt voor het openhouden van beide IC’s, zoals beoogd in de kwaliteitsstandaard
Organisatie van Intensive Care? Hoeveel vacatures zijn er het afgelopen jaar opengezet
voor het werven van personeel op de IC? Tot hoeveel extra aangenomen fte’s heeft dit
geleid?
Hoe kan het dat in een groot ziekenhuis zoals Zuyderland één van de IC-locaties moet
sluiten terwijl een veel kleiner ziekenhuis, zoals in Winterswijk of Weert, wel een
IC kan openhouden?
De leden van de SP-fractie vragen de Minister hoeveel gynaecologen en klinisch verloskundigen
het Zuyderland ziekenhuis tekortkomt voor het openhouden van een geboortecentrum op
beiden locaties? Hoeveel vacatures zijn er het afgelopen jaar opengezet voor het werven
van personeel voor het geboortecentrum? Tot hoeveel extra aangenomen fte’s heeft dit
geleid? Hoeveel geboortes hebben er sinds 2010 plaatsgevonden in het Zuyderland ziekenhuis
in Heerlen?
De leden van de fractie van de SP vragen hoe de Minister de keuze voor het ziekenhuis
in Sittard ziet in het licht van een «klassenvraagstuk». Vindt zij de sociaal-economische
gezondheidsachterstand van de inwoners van Parkstad relevant in deze discussie of
legt ze deze volledig naast zich neer? Kan de Minister een lijst geven van andere
gebieden in Nederland met 300.000 inwoners met sociaaleconomische gezondheidsachterstanden
waar ook géén IC, SEH en geboortecentrum te vinden is?
De leden van de SP-fractie lezen dat de Minister stelt dat «de kwaliteit van de zorg
leidend is» en «dat het geheel binnen passende financiële kader moet kunnen plaatsvinden».
Wat bedoelt de Minister hiermee? Maakt ze hierin een draai door niet meer het personeelstekort
maar de kosten voorop te zetten? Kan zij deze zin toelichten?
De leden van de SP-fractie vragen de Minister hoe zij reflecteert op de financiële
situatie die is ontstaan bij het ziekenhuis door een vastgoedfout bij de bouw van
een nieuw ziekenhuis in Geleen. Erkent de Minister dat niet het personeelstekort,
maar deze financiële situatie van het ziekenhuis het échte probleem is? Is zij bereid
te onderzoeken hoe deze rekening door de overheid betaald kan worden?
De leden van de SP-fractie vragen de Minister of zij vindt dat de landelijke politiek
wél zou moeten gaan over de zorg die een ziekenhuis aanbiedt. Vindt zij dat dit systeem
zou moeten worden aangepast? Wat vindt de Minister van het feit dat het Zuyderland
ziekenhuis net als de meeste anderen ziekenhuizen (behalve de academische ziekenhuizen)
nog steeds privaat bezit zijn?
De leden van de SP-fractie vragen de Minister wat zij bedoelt met dat zorg «dichtbij»
beschikbaar moet zijn? Hoeveel kilometer van een huis is «dichtbij»? En hoeveel reistijd
– zowel met de auto of als je afhankelijk bent van het openbaar vervoer – vindt de
Minister «dichtbij»? Voor welke complexe operaties vindt de Minister het nodig om
deze in een hooggespecialiseerd ziekenhuis te laten uitvoeren?
De leden van de SP-fractie vragen de Minister hoe het veranderde «klimaat» en «randvoorwaarden»
voor het zorglandschap er precies uit gaat zien? Hoelang duurt het nog voordat de
Minister met de uitgebreide brief komt waarin staat hoe zij onderdelen uit de marktwerking
gaat halen?
De leden van de SP-fractie lezen in de beslisnota dat de uitkomsten van het gesprek
zijn afgestemd met het Zuyderland ziekenhuis en zorgverzekeraar CZ. Kan de Minister
aangeven of zij nog wijzigingen hadden ten opzichte van de uitkomsten die het ministerie
had opgeschreven na het gesprek en zo ja, welke? Wat wordt er bedoeld met interne
afstemming met «Z» aldus de beslisnota?
II. Reactie van de Minister
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Mohandis, voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede ondertekenaar
M. Heller, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.