Verslag van een commissiedebat : Verslag van een commissiedebat, gehouden op 6 februari 2025, over Wadden
29 684 Waddenzeebeleid
Nr. 292
VERSLAG VAN EEN COMMISSIEDEBAT
Vastgesteld 18 maart 2025
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat en de vaste commissie voor Landbouw,
Visserij, Voedselzekerheid en Natuur hebben op 6 februari 2025 overleg gevoerd met
de heer Jansen, Staatssecretaris Openbaar Vervoer en Milieu, de heer Madlener, Minister
van Infrastructuur en Waterstaat, en de heer Rummenie, Staatssecretaris van Landbouw,
Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, over:
− de brief van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat d.d. 2 oktober 2024 inzake
rapport ABDTOPConsult over bekostiging opgaven Wadden (Kamerstuk 29 684, nr. 275);
− de brief van de Staatssecretaris Openbaar Vervoer en Milieu d.d. 8 oktober 2024 inzake
vervoerplannen Waddenveren 2025 (Kamerstuk 23 645, nr. 829);
− de brief van de Staatssecretaris Openbaar Vervoer en Milieu d.d. 8 oktober 2024 inzake
nota van uitgangspunten concessies Friese Waddenveren vanaf 2029 (Kamerstuk 23 645, nr. 830);
− de brief van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat d.d. 12 november 2024 inzake
voortgangsrapportage Uitvoeringsprogramma Waddengebied en voortgangsrapportage Staat
van de natuur in de Waddenzee (Kamerstuk 29 684, nr. 277);
− de brief van de Staatssecretaris Openbaar Vervoer en Milieu d.d. 20 december 2024
inzake definitief MARIN-rapport Dimensionering vaargeul Lauwersoog-Schiermonnikoog
(Kamerstuk 31 409, nr. 470);
− de brief van de Staatssecretaris Openbaar Vervoer en Milieu d.d. 27 januari 2025 inzake
reactie op motie gemeenteraad Terschelling met betrekking tot nota van uitgangspunten
nieuwe concessies Friese Waddenveren (Kamerstuk 23 645, nr. 833);
− de brief van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat d.d. 3 februari 2025 inzake
terugkoppeling Bestuurlijk Overleg Wadden 19 december 2024 (Kamerstuk 29 684, nr. 279).
Van dit overleg brengen de commissies bijgaand geredigeerd woordelijk verslag uit.
De voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat, P. de Groot
De voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en
Natuur, Aardema
De griffier van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat, Schukkink
Voorzitter: Peter de Groot
Griffier: Meedendorp
Aanwezig zijn acht leden der Kamer, te weten: Chakor, Grinwis, Peter de Groot, Heutink,
Krul, Pierik, Soepboer en Aukje de Vries,
en de heer Jansen, Staatssecretaris Openbaar Vervoer en Milieu, de heer Madlener,
Minister van Infrastructuur en Waterstaat, en de heer Rummenie, Staatssecretaris van
Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur.
Aanvang 10.00 uur.
De voorzitter:
Een hele goede morgen, dames en heren op de publieke tribune en de mensen die dit
op afstand volgen, vanuit huis of elders. Een warm welkom bij dit commissiedebat Wadden.
Uiteraard ook een warm welkom aan de Minister en de Staatssecretarissen en aan de
leden. We gaan zo starten met dit debat. We hebben tot 13.00 uur de tijd met elkaar.
In de eerste termijn is er ruimte voor de leden om vier minuten te spreken. Ik zou
ook vier interrupties willen toestaan. Ik kijk even naar de leden. De heer Krul is
niet officieel lid van deze commissie. Kunt u ermee instemmen dat de heer Krul namens
het CDA ook een inbreng zal leveren vandaag? «Voor deze ene keer» hoor ik al. Nou,
dat hoor ik altijd bij een debat, dus dat is hartstikke goed.
Ik begrijp dat mevrouw Chakor nog een punt van orde heeft voordat we beginnen. Gaat
uw gang.
Mevrouw Chakor (GroenLinks-PvdA):
Voorzitter. Ik begin inderdaad gelijk met een punt van orde. Er speelt op dit moment
ontzettend veel op de Wadden. Dat vraagt ook om onze aandacht en om een zorgvuldige
afweging. Eergisteren nog mochten we in de krant lezen dat Minister Hermans haar kabels
dwars door de Schier wil trekken. Ik had haar graag ook hierover willen bevragen,
maar daar was geen meerderheid voor. Maar mijn punt gaat over de resterende onderwerpen.
We hebben maar vier minuten spreektijd. We spreken elkaar eigenlijk maar één keer
per jaar. Dat is veel te weinig om recht te doen aan wat er speelt op de Waddeneilanden,
waar de inwoners mee te maken hebben. Ik zou daarom graag een minuut extra spreektijd
willen, zodat we ook recht doen aan deze regio.
De voorzitter:
Ik kijk even naar de andere leden. Ik maak vooraf de opmerking dat we bij de tijdsduur
van het debat rekening houden met de spreektijd. Heel vaak worden hier debatten gevoerd
waarbij we niet meer toekomen aan de tweede termijn. Ik wijs u er ook op – dat doe
ik gewoon als voorzitter van deze commissie – dat wij elke twee weken een procedurevergadering
hebben. Volgende week hebben we ook een strategische procedurevergadering, waarin
wij bespreken hoe wij vergaderen. Laten we het daar vooral met elkaar over de frequentie
en de spreektijden hebben. Ik geef nu graag het woord aan de heer Heutink.
De heer Heutink (PVV):
Voorzitter. We hebben drie bewindspersonen vandaag. 13.00 uur wordt al ongelofelijk
moeilijk als ik ook kijk naar het aantal sprekers dat hier vandaag zit. Dus geen steun
voor het verlengen van de spreektijd, maar ik wil mevrouw Chakor wel uitnodigen om
bij de strategische procedurevergadering het verzoek te doen om het aantal debatten
over de Wadden te verhogen naar twee. Ik sluit niet uit dat dit dan op onze steun
kan rekenen.
De voorzitter:
Ik kijk nog even naar de andere leden als het gaat over het verlengen van de spreektijd.
Mevrouw De Vries.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Laten we het gewoon proberen in vier minuten en kijken hoever we komen. Volgens mij
moeten we daar allemaal ons best voor doen. Het zal misschien zo zijn dat we hier
niet wat langer spreken, maar ik steun wel het voorstel van de heer Heutink om twee
keer per jaar over de Wadden te spreken, want het is belangrijk genoeg.
De heer Soepboer (NSC):
Het ding is dat we met de eindtijd blijven zitten. Ik wil het ook een ordentelijk
debat laten zijn, en ook de tweede termijn en de beantwoording door de regering goed
laten verlopen. Helaas nu geen steun voor het verzoek om de spreektijd te verlengen
met een minuut, maar wel steun, denk ik, om in de procedurevergadering te besluiten
om twee keer per jaar over de Wadden te spreken. Dat lijkt mij hartstikke goed. Dat
doet ook wat meer recht aan het belang.
De voorzitter:
Ik zie daarop geknik. Dat is hartstikke mooi. Zo werken wij ook, om dat soort dingen
vooraf te bespreken en achteraf weer vooruit te kijken. Dan gaan we dat doen, mevrouw
Chakor, en houden we het bij vier minuten spreektijd en, zoals gemeld, bij vier interrupties.
We gaan eens kijken hoe dat gaat in de tijd. Als u heel kort kunt interrumperen, dan
wil uw voorzitter er zeker naar kijken als er meer vragen aan elkaar zijn. Laten we
snel van start gaan, zou ik willen zeggen, want we hebben maar drie uur. Ik zou de
heer Soepboer van Nieuw Sociaal Contract het woord willen geven. Gaat uw gang.
De heer Soepboer (NSC):
Dank, voorzitter.
Gauris rin ik op har sâlte kwelders
oer diken en op strannen
ûnder in grouwe loft
rin ik oant myn ankels yn har wegen
snúf ik har swietrook op
en slút myn eagen
sekondenlang
en as ik se wer iepenje
dan is se noch moaier as dat ik tocht.
Voorzitter. Vandaag gaat het over een van de mooiste gebieden ter wereld: de Wadden,
met prachtige natuur, Dark Sky- en UNESCO-status en nog veel meer. Een gebied om prachtig
te wandelen, te fietsen en te fotograferen. Jaarlijks trekt het honderdduizenden toeristen.
Een gebied waarin energie wordt gewonnen voor grote delen van Nederland. Maar het
is ook het gebied waarin mijn favoriete café staat, het gebied waarin mijn zoontje
naar school gaat en waarin mijn huis staat. En dat vergeten we weleens: dat er mensen
wonen en werken in dit gebied. Ik wil hier vandaag spreken vanuit de bewoners van
het Waddengebied, van de vaste wal, maar zeker ook van de eilanden.
Voorzitter. Het lijkt soms dat de Wadden gevierendeeld worden door belangenorganisaties,
die allemaal aan een kant trekken. Het UNESCO-Werelderfgoed en de natuurorganisaties
behartigen vanzelfsprekend het natuurbelang, waardoor activiteiten zoals baggeren
en werkzaamheden aan dijken lastig worden. Ten gunste van de energietransitie moeten
er kabels en andere zaken in de grond worden gelegd. Vissers willen in het gebied
vissen, maar ook voor hen wordt het steeds lastiger om hun beroep te kunnen uitoefenen.
Het toerisme is aan de ene kant een goede bron van inkomsten, maar zet tegelijkertijd
lokale gemeenschappen onder druk. Dat zijn zomaar een aantal belangen, maar de belangen
die vaak worden vergeten of achteraankomen zijn die van de mensen die er wonen en
die vandaag ook op de tribune zitten. Juist dat belang wil NSC behartigen. Het gaat
hier over de bestaanszekerheid van de bewoners van het gebied.
Laten we positief beginnen. We zijn erg blij dat de Minister op onze schriftelijke
vragen heeft geantwoord dat de MIRT-verkenning Bereikbaarheid Ameland door kan gaan.
Toch hebben we een aantal vragen hierover. De huidige wijze van baggeren blijft een
groot probleem dat impact heeft op de vaargeul en daarmee de bereikbaarheid. Kan de
Minister toezeggen dat er harde afspraken komen over de dimensies van de vaargeul,
bijvoorbeeld in de concessies? Hoe kijkt de Minister aan tegen het verlengen van de
huidige concessie met vijf jaar om daarna, als bijvoorbeeld de MIRT-verkenning is
gedaan, de nieuwe concessie zorgvuldig te kunnen verlenen? Is de Minister het eens
met de fractie van Nieuw Sociaal Contract dat de bereikbaarheid van de eilanden een
taak van zorg is van de overheid en dat we daarom op termijn af zouden moeten van
het hele idee van concessies? Welke mogelijkheden ziet de Minister om de Waddenveren
onder het ov te brengen?
We lezen dat de tarieven van de veerdiensten gaan stijgen en dat er andere zaken in
de pijpleiding zitten die ook prijsopdrijvend zijn. Dit raakt de mensen van de eilanden
onevenredig hard in hun portemonnee. Wat gaat de Minister hieraan doen? Is de Minister
bijvoorbeeld bereid om op termijn de budgetneutraliteit los te laten, zeker ook gezien
het debat dat we gisteren hebben gevoerd over «Elke regio telt!»?
De voorzitter:
Meneer Soepboer, er is een interruptie van de heer Heutink.
De heer Heutink (PVV):
NSC maakt zich terecht druk om de betaalbaarheid van de veerdiensten. Dat doen wij
ook. Tegelijkertijd overweegt het kabinet allerlei plannen uit te voeren voor de elektrificatie
van de schepen. Beseft de heer Soepboer wat die hele exercitie kost, niet alleen voor
de veerdiensten maar ook voor de mensen die dit uiteindelijk moeten opbrengen?
De heer Soepboer (NSC):
Dat is precies waarom ik dit punt naar voren breng. Ik zei net dat er nog een aantal
zaken in de pijpleiding zitten die ook prijsopdrijvend kunnen zijn. Dit zijn typisch
van die zaken die in de pijpleiding zitten en prijsopdrijvend kunnen werken. Als je
dat wilt, is dat prima, want we willen met elkaar verduurzamen en vergroenen enzovoorts
en we willen voldoende elektrisch gebruik op de eilanden. Dat is prima, maar dan zul
je ook aan de kostenkant moeten kijken wie het gaat opvangen. Gisteren hebben we een
mooi debat gehad over de investeringslogica van het Rijk en dat we daar misschien
op een andere manier over moeten nadenken. De oproep van de Minister was toen om bij
elk commissiedebat de regiokaart te trekken. Dat gaan we zeker doen, dus bij dezen.
Als we dit met z'n allen willen, laat dan in ieder geval de budgetneutraliteit los,
kijk wat je vanuit het Rijk nog kunt doen en zorg ervoor dat het geld dat wordt geïnvesteerd
ten goede komt aan de mensen die er wonen. Dat zou mijn antwoord zijn.
De voorzitter:
Dank u wel. U vervolgt uw betoog.
De heer Soepboer (NSC):
Dank. Hetzelfde geldt eigenlijk voor de verbinding tussen Terschelling en Vlieland.
Dat is een heel belangrijke verbinding voor het onderwijs en de zorg. Is de Minister
bereid om te kijken wat hij kan doen om deze verbinding te garanderen?
Voorzitter. Dan wind op zee. Er komen kabels onder Schiermonnikoog door. Laat me maar
zeggen dat onze fractie zich daar ernstige zorgen over maakt. De regio wordt weer
als wingewest gebruikt. Tegen welke prijs gebeurt dat? Ik vraag de Minister of dit
nou echt niet anders kan. Als het echt niet anders kan, en alleen dan, roep ik de
regering op om niet alleen ruime compensatie te garanderen, maar ook participatie
mogelijk te maken. Ik vraag de Minister welke mogelijkheden hij ziet om participatie
te organiseren. Misschien kunnen zelfs dorpen participeren door middel van coöperaties
of iets dergelijks. Hoe kijkt de Minister daarnaar?
Voorzitter. Tot slot vraag ik de Minister om een aantal lopende zaken langs te gaan.
Hoe gaat hij onze motie over het adviesrecht voor de eilanden concreet verwerken in
de uitvoering? Hoe staat het met de motie over de watertaxi's die ik samen met de
heer Pierik heb ingediend? Ik begrijp dat er gesprekken zijn geweest. Kan de Minister
tot slot vertellen hoe de gesprekken verlopen tussen de regering en de NAM over Ternaard,
in lijn met de breed aangenomen motie van collega Postma?
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel voor uw inbreng, meneer Soepboer. Ik wacht nog 25 seconden totdat de vergaderbel
van de plenaire voorbij is. Daarna geef ik het woord aan de heer Krul namens het CDA.
Ga uw gang.
De heer Krul (CDA):
Dank u wel, voorzitter. Dank aan de collega's dat ik vandaag mijn collega Eline Vedder
mag vervangen. Zij moest gisterenavond laat naar haar jongste zoontje in Drenthe.
Ze kon heen en weer. Dat had niet gekund als ze op de Wadden had gewoond, zeg ik maar.
Ik hoefde er niet lang over na te denken, want net zoals de heer Soepboer voel ik
mij erg verbonden met dit gebied omdat ik in het gebied woon. Ik ben op 300 meter
van de Waddenzee opgegroeid in het prachtige dorp Huisduinen, daar waar de Noordzee
de Waddenzee raakt.
Er is veel te doen in dit gebied. Het gaat dan vaak over de toegankelijkheid van het
gebied, want veerdiensten zijn nou eenmaal geen openbaar vervoer. Maar als er qua
belang iets een publieke dienst is, dan zijn het de veerdiensten. Het gaat om de levensader
van de eilanden. Ik ben benieuwd of de Staatssecretaris een brief kan toezeggen waarin
mogelijke oplossingsrichtingen in kaart worden gebracht om de veerdiensten ook financieel
als publiek belang aan te merken. Een vergelijkbare vraag heb ik over het scholierenbootje,
waarop in de praktijk niet alleen scholieren zitten maar mensen uit alle delen van
de samenleving. Ik ben benieuwd of dit als publiek belang aangemerkt kan worden.
Voorzitter. Ik heb een paar vragen over de voortgangsrapportage Uitvoeringsprogramma
Waddengebied en de Staat van de natuur. De impact van toerisme op natuur is daar slecht
in beeld. Denk aan activiteiten die nu een forse belasting meebrengen en op een andere
plek op hetzelfde eiland misschien minder belastend zouden zijn. We merken dat bijvoorbeeld
Schiermonnikoog gemeentelijk aan de slag is om dit in beeld te krijgen, maar zij kunnen
hulp gebruiken bij concrete acties. Dat hoeft niet per se geld te kosten. Ziet de
Staatssecretaris daar mogelijkheden?
De andere zijde van deze medaille is dat er zorgen zijn of bepaalde activiteiten überhaupt
nog wel door kunnen gaan als gevolg van de ontwikkeling van het natuurkader. Denk
bijvoorbeeld aan de Ronde om Texel, die steeds moeilijker te organiseren is. Hetzelfde
geldt voor de Haven Oudeschild, waar de ziel echt uit zal verdwijnen als de laatste
vissers niet meer op het wad mogen. Wil zowel de Minister van IenW als de Staatssecretaris
van LVVN hierop reflecteren?
Op Texel lijkt er spanning op de lijn te zijn met Staatsbosbeheer. Parkeerterreinen
in de duinen opknappen ligt moeilijk en hun terreinen openhouden voor de toerist willen
ze niet. Boeren die grond pachten, krijgen onmogelijke eisen en schapenhouders kunnen
niet in de natuurgebieden van SBB terecht, waar overigens generatieslang schapen hebben
gelopen. Welke mogelijkheden hebben wij om Staatsbosbeheer in de meewerkstand te krijgen?
Schrijnend is vooral de Hoge Berg, een cultuurhistorisch landschap met kleinschalige
schapenhouderij, duunwallen en skéépeboeten. Graag hoor ik van de Staatssecretaris
of hij vindt dat SBB in zijn ogen genoegd doet om dit bijzondere cultuurhistorische
landschap te beschermen.
De renovatie van de veerbrug op Texel en Den Helder is uitgesteld door Rijkswaterstaat.
Er zijn inmiddels netten aangebracht om de vallende stukken beton tegen te houden.
Het is geen brug die een paar maanden afsluitbaar is. We kunnen het verkeer daar niet
omleiden. Alle transport moet met de boot. Bij een grote brand heeft de brandweer
steun nodig van korpsen uit de Noordkop. Minister, welke mogelijkheden hebben we tot
versnelling?
Voorzitter. Wil de Minister in kaart brengen wat de voortgang is van het meningsverschil
met Rijkswaterstaat over de afkoopsom voor het onderhoud van de haven in Oudeschild?
Voorzitter, tot slot. Dit zal misschien alleen Minister Madlener herkennen, want in
een vorig leven zaten wij allebei in de commissie IenW. Dan hamerde ik in elk debat
op de parel van het Noorden. Dan heb ik het natuurlijk over de vuurtoren Lange Jaap,
de hoogste en de oudste gietijzeren vuurtoren van Europa. Die staat al jarenlang weg
te rotten. Deze maand is de maand van de waarheid, want als het goed is – zo vraag
ik aan de Minister – komt er deze maand eindelijk duidelijkheid over de vraag wanneer
we dit prachtig stukje erfgoed gaan restaureren. Niet alleen heeft zo'n vuurtoren
een functie voor het Waddengebied, de Noordzee en het scheepsverkeer, maar hij draagt
ook bij aan de identiteit van de inwoners van de Wadden. Ik ben heel benieuwd of de
Minister hier in zijn eerste termijn duidelijkheid over kan geven.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Krul. Ik geef graag het woord aan de heer Grinwis van de ChristenUnie.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Voorzitter. Wat mooi om vandaag als volksvertegenwoordigers en leden van het kabinet
met elkaar van gedachten te mogen wisselen over de Wadden, met allemaal liefhebbers
van deze unieke regio. Het zijn eilanden waarop gewoond, gewerkt, genoten en gerecreëerd
wordt – waar erfgoed, maar geen museum.
Voorzitter. Allereerst iets over de toekomstige bereikbaarheid van de Wadden, mijn
hoofdpunt van vandaag. Dit is een groot zorgpunt voor bewoners, raadsleden en bestuurders
van de Waddengemeenten. De veerverbinding is voor de eilanders namelijk hun levensader;
het werd al gezegd. Zeker als het gaat over de concessie Oost, met daarin de verbinding
naar Ameland en Schiermonnikoog, zijn er zorgen. Het talmen van IenW met het starten
van de verkenning van de Amelandverbinding heeft de zorgen nog eens vergroot. De concessies
volgen het stramien van «iedere vijftien jaar een nieuwe». Dat is op zich logisch.
Investeringen in veerboten moeten gefinancierd en terugverdiend kunnen worden, en
kaartjes moeten niet te duur worden, wat sowieso al een hele grote zorg is voor de
eilanders. De nota van uitgangspunten geeft echter aan dat de uitkomsten van de MIRT-verkenning
bepalend zullen zijn voor het profiel van de toekomstige concessie Wadden Oost. Dat
alleen al betekent dat er geen eenduidig programma van eisen te schrijven is op basis
waarvan een heldere inschrijving kan worden gedaan. Dan heb ik het nog niet eens over
de bottleneck netcongestie, die elektrisch varen nog jaren in de weg zit, plus het
wat meer autoluw maken van Ameland en wat dat gaat betekenen voor de dimensionering
van de schepen.
Zijn de bewindspersonen van IenW bereid om het vijftienjaarstramien voor de concessie
Oost in de tijd op te schuiven, bijvoorbeeld met vijf jaar, zodat we niet in een onverantwoorde
tijdsklem terechtkomen? Hoe zou zo'n uitstel met een jaar of vijf eruit kunnen zien?
Is verlenging van de huidige concessie mogelijk of moet er een nieuwe concessie voor
vijf jaar komen met het huidige materieel, een soort tussenconcessie die de facto
een verlenging betekent? Deze vraag geldt eigenlijk ook voor de concessie West, gelet
op de grootschalige havenrenovatie op Terschelling. Als onze IenW'ers daar niet toe
bereid zijn, hoe garanderen ze dan een programma van eisen waarin geen open eindjes
meer zitten voor de eilanders en geen kostenrisico's voor de aanbieder, zodat er zonder
disclaimers op ingeschreven kan worden? Hoe verhoudt de opgave van elektrificatie
zich volgens de Minister met de nog jaren voortslepende netcongestie in de keuzes
die de komende tijd al moeten worden gemaakt met het oog op de beide nieuwe concessies?
Ten tweede de vaargeul naar Ameland. Dat is een waar zorgenkind, een zeer grillig
gebeuren waaraan gigabaggerinspanningen en dus ook -kosten zijn verbonden. Welke garanties
geeft de Minister Ameland, de concessiehouder en de Kamer dat de vaargeul altijd afdoende
zal worden gebaggerd en dat de bereikbaarheid van Ameland niet in het geding komt?
Als het Rijk zijn baggerplicht verzaakt, waar mag dan de rekening van bijvoorbeeld
de concessiehouder naartoe worden gestuurd?
Ten derde, voorzitter. Of we nu blijven varen vanuit Holwerd of gaan varen vanuit
Ferwerd, aan beide opties zijn serieuze kostenrisico's verbonden, niet alleen voor
het Rijk, maar ook voor de bewoners en reizigers en voor de reder. Is de Minister
bereid om budgetneutraliteit als eis los te laten? Is dat sowieso niet raar? Dat doen
we bij ov-concessies toch ook niet? Ook al is het formeel geen ov, de facto is het
dat toch wel. Ziet de Minister echt geen alternatief voor die concessietrammelant?
Waarom zijn de Bikkergelden eigenlijk niet gebruikt om de prijsstijging van de kaartjes
te dempen? 8,9% versus 0% voor de bus is toch wel erg fors.
Dat brengt me op mijn vierde punt, de zeggenschap van de eilandbewoners en eilandbestuurders
in dit alles. Dit is ondanks aangenomen moties nog steeds niet goed geregeld. Kabinet,
elke regio telt, toch? Regel die zeggenschap dus.
Ten vijfde heb ik een vraag voor de Staatssecretaris van LVVN. Zorgt hij ervoor dat
er niet te krappe baggerafspraken worden gemaakt in de toekomstige beheerplannen voor
de Waddenzee en mitsdien in toekomstige baggercontracten? Hoe wil IenW dat garanderen
richting de eilanden en concessiehouders terwijl daar nu nog geen duidelijkheid over
is? En wat is de komende jaren eigenlijk het perspectief voor de garnalenvissers in
de Waddenzee?
Tegelijkertijd moeten we beter zorgen voor de unieke Waddenzee. Kan de Staatssecretaris
ons een actueel inzicht geven in de cumulatieve effecten van alle activiteiten die
nu al op, in, rond of onder de Waddenzee plaatsvinden? En wanneer komt er een herstelplan
Werelderfgoed Waddenzee? Het kabinet wil de UNESCO-Werelderfgoedstatus toch ook behouden?
Graag een reactie.
Ten slotte. Minister Hermans zit er niet. Toch krijg ik graag de reactie van de noordelijke
bestuurders op het trekken van kabels onder Schiermonnikoog door. Dat is niet hoe
we eigenlijk voor het Waddengebied zouden moeten zorgen.
De voorzitter:
Dank u wel. U heeft een interruptie van de heer Soepboer.
De heer Soepboer (NSC):
Om te kijken of we het eens zijn wil ik toch even een soort gedachteoefening doen
met de heer Grinwis over dat herstelplan Wadden waar hij het over heeft. Waaruit zou
dat herstelplan kunnen bestaan? En hoe weegt de heer Grinwis dan de verschillende
belangen waar ik in mijn spreektekst over sprak? We zien dat het Waddengebied door
heel veel belangen uit elkaar wordt getrokken. Ik hoop natuurlijk dat we die in zo'n
herstelplan bij elkaar kunnen brengen, maar hoe ga je die dan wegen? En hoe zwaar
weeg je dan het belang van de mensen die er wonen?
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik denk dat we daar gezamenlijk naar op zoek moeten, samen met de bewoners van het
Waddengebied en de ondernemers op de Waddeneilanden, maar ook de organisaties die
zorgen voor de natuur. Volgens mij hadden collega Soepboer en ik dezelfde insteek
als het gaat om het Waddengebied, namelijk dat we moeten vertrekken vanuit het perspectief
van de bewoners en van de generaties die waren en de generaties die komen. Dat is
namelijk onlosmakelijk het eerste perspectief bij dit gebied. Tegelijkertijd zijn
er inderdaad belangen die het gebied overstijgen. Het is uniek Werelderfgoed en daar
moeten we goed voor zorgen. We hebben een Europese verplichting om met natuurherstel
aan de slag te gaan. Er is veel te doen geweest over die richtlijn, maar die is met
veel vijven en zessen toch aangenomen in Europa. Dat betekent dat wij met natuurherstel
aan de slag moeten gaan en dat LVVN, ik meen in de persoon van de Staatssecretaris,
heel snel met een visie moet komen op hoe hij die richtlijn gaat invullen. Mijn suggestie
is dat hij daarbij specifiek ingaat op hoe een herstelplan voor het Waddengebied eruit
zou kunnen zien. Natuurlijk, volgens mij zitten wij er qua insteek hetzelfde in. Dat
is even voor nu; concreet ga ik dat nu niet helemaal uitwerken, want dan gaan we de
vier minuten ver voorbij.
De voorzitter:
U heeft nog een interruptie van mevrouw Chakor van GroenLinks-Partij van de Arbeid.
Mevrouw Chakor (GroenLinks-PvdA):
Ik hoorde het verhaal aan van de heer Grinwis waarin hij de unieke waarde van het
UNESCO-Werelderfgoed en het belang daarvan aanhaalde. Daarnaast hield hij een duidelijk
pleidooi voor meer en extra baggeren, als ik het goed heb begrepen. Dus ik vraag me
af hoe die twee zaken rijmen. Dat klopt niet, want baggeren heeft een gigantische
invloed en is totaal geen duurzame oplossing.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Het korte antwoord: die rijmen niet. Het zijn belangenafwegingen. Er geldt niet één
belang. Mijn eerste perspectief is dat er mensen wonen, en daar willen we goed voor
zorgen. Het is hun levensader. Ik denk niet dat mevrouw Chakor daar anders in zit.
De grootste zorg betreft Ameland, waar die vaargeul continu dichtslibt. Dat gaat gewoon
voor. Ik zal niet accepteren als een toekomstig baggerplan en toekomstig beheerplan
– daarom ook mijn vraag aan LVVN – de facto betekent dat de bewoners van Ameland nog
meer dan nu niet van het eiland af kunnen en niet hun verplichtingen kunnen nakomen.
Daarom sta ik positief tegenover ...
De voorzitter:
Meneer Grinwis, dank u wel.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
... een MIRT-verkenning met betrekking tot Ferwerd.
De voorzitter:
Meneer Grinwis, ik wil niet dat als ik u probeer aan te manen om uw antwoord kort
te houden, u dan gewoon doorpraat. De tweede interruptie van mevrouw Chakor.
Mevrouw Chakor (GroenLinks-PvdA):
Volgens mij kunnen die twee ontzettend goed samen. Aan de ene kant is het een levensader
voor de inwoners, vanwege de bereikbaarheid, en aan de andere kant moeten we kijken
naar een duurzame oplossing. Dat hangt natuurlijk samen met wat we straks gaan doen.
Blijft de locatie vanwaar de boten vertrekken dezelfde of verhuist men richting Ferwerd?
Want je kunt ook naar de volgende oplossing kijken. Ik vraag de heer Grinwis of hij,
ook qua plan voor natuurherstel, openstaat voor een oplossing waarbij je bijvoorbeeld
toe kunt gaan naar lichtere boten. Dan hoef je minder te baggeren en dan kun je bij
hoogwater eventueel grotere boten laten varen. Dan is er een win-winsituatie, met
een duurzame oplossing: mensen kunnen dan nog steeds van A naar B én je schaadt de
natuur niet.
De heer Grinwis (ChristenUnie):
Ik bekijk het vooral praktisch. De huidige veerboten van Wagenborg hebben al een heel
geringe diepgang. Dus het valt te bezien of de diepgang nog veel minder kan worden.
Daarom sta ik positief tegenover een MIRT-verkenning naar de toekomstige verbinding
met Ameland en sta ik niet op voorhand negatief tegenover verplaatsing naar Ferwerd,
omdat het vanuit vaargeulperspectief en de belasting van de Waddenzee waarschijnlijk
beter is – ook al weet ik dat natuurorganisaties daartegen gekant zijn. Ik sta open-minded
in deze discussie en wil die MIRT-verkenning alle kans geven. Elektrificatie en het autoluw maken van Ameland hebben
natuurlijk impact op de dimensionering van een nieuw schip. Daarom pleit ik nu, alles
overziende en gezien alle onzekerheden, voor de facto een verlenging c.q. een tussenconcessie
van vijf jaar in plaats van dat we ons nu weer vastleggen op vijftien jaar, terwijl
er superveel onzekerheden zijn over Ferwerd/Holwerd, over netcongestie en elektrificatie
en over wat het autoluw maken betekent voor de dimensionering van een nieuw schip.
De voorzitter:
Dank u wel. We gaan naar de volgende spreker. De heer Grinwis deelt nog mee dat hij
zo de vergadering gaat verlaten en dat dat niet uit desinteresse is maar omdat hij
verplichtingen heeft bij een ander debat, in de plenaire zaal. Meneer Heutink, gaat
uw gang, voor uw inbreng namens de PVV.
De heer Heutink (PVV):
Voorzitter. Als we het over de Waddeneilanden hebben, hebben we het misschien wel
over het mooiste stuk van Nederland. Daar moeten we met z'n allen trots op zijn. Niet
voor niets werd Schiermonnikoog vorig jaar opgenomen in een lijstje van CNN met de
tien mooiste eilanden ter wereld. De Wadden zijn een echte trekpleister en dat brengt
de nodige druk met zich mee. De bereikbaarheid van de eilanden moet goed blijven.
Eilanders en vakantiegangers moeten te allen tijde kunnen rekenen op een betrouwbare
veerpont. De PVV juicht de komst van een concessie dus toe, maar we hebben wel een
aantal verbetersuggesties voor de Minister.
Voorzitter. Voor de PVV is het van groot belang dat de toekomstige vervoerder deel
gaat uitmaken van het leven op het eiland. De vervoerder moet bijdragen aan de welvaart
en het geluk van het eiland en zijn bewoners, want veel werknemers van de vervoerder
zullen ook eilandbewoner zijn. Ze moeten zich verbonden kunnen voelen met een bedrijf
dat zo'n cruciale rol in hun samenleving inneemt – en de nota van uitgangspunten rept
daar niet over. Ik vraag de Minister dus om een reactie daarop te geven en te kijken
hoe we dat in het programma van eisen kunnen opnemen.
Voorzitter. Tegelijkertijd maakt de PVV zich zorgen om de betaalbaarheid van de veerpont.
Deze regering zet in op een budgetneutrale veerpontdienst. Dat betekent dus dat het
bedrijf geen winst mag maken. En hoewel dat een goed idee lijkt, zitten er tal van
haken en ogen aan. Want tegelijkertijd worden deze veerponten verplicht om naar elektrisch
varen over te schakelen. Iedereen weet dat dat een peperdure exercitie is. Wie gaat
dat dan betalen? Wij weten het wel: die rekening kan natuurlijk worden opgehoest door
de eilanders en door de vakantiegangers. Dat moeten we echt voorkomen. We willen dat
de Minister hiervoor gaat waken, bijvoorbeeld door minder van dit soort strenge eisen
op te leggen aan de veerpontbedrijven. Graag een reactie van de Minister hierop.
Voorzitter. Dan nog dat verschrikkelijke verhogingsplafond van de tarieven. Als we
iets hebben kunnen leren van de situatie op het spoor, dan is het wel dat een verhogingsplafond
niks meer betekent dan een vrijbrief om de tarieven maar te blijven verhogen. En daar
hoeft niet eens een goede reden voor te zijn, want ze mogen het gewoon doen. Wij zeggen
dus: weg met dat verhogingsplafond. Wat ons betreft moet elke tariefstijging vooraf
goedkeuring krijgen van het kabinet, elk jaar opnieuw. Graag een reactie.
Dan wil ik het nog hebben over de Wadkabels die aangelegd moeten worden om het elektrisch
varen mogelijk te maken. Uit de nota van uitgangspunten blijkt dat voor vrijwel ieder
eiland een of meer Wadkabels moeten worden aangelegd. En we voorzien daarmee echt
problemen. We willen graag van de Minister horen hoe bijvoorbeeld het baggeren van
de vaargeul en het aanleggen van al die kabels zich tot elkaar verhouden. Gaat dat
wel goed? Graag willen we een uitgebreide uitleg over hoe de Minister denkt dit te
kunnen gaan bewerkstelligen.
Tot slot, voorzitter, wil ik het hebben over TSM, de boot van en naar Terschelling
en Vlieland. TSM heeft besloten om komend jaar minimaal 355 afvaarten te schrappen.
Dit doen ze, zeggen ze, vanwege een personeelstekort en de wil om schadelijke emissies
te beperken; we moeten niet onnodig schadelijke emissies uitstoten, zeggen ze. Dat
eerste argument, dat van het personeelstekort, kunnen we nog begrijpen. Maar dat tweede
gaat er bij ons echt niet in. De inwoners van Terschelling en Vlieland hebben recht
op een onverstoorde toegang tot hun eiland. Die moeten zich niet druk hoeven te maken
of er wel of niet voldoende afvaarten zijn. We verwachten dat TSM de personeelstekorten
op orde gaat brengen en daarna de geschrapte afvaarten weer in de dienstregeling opneemt.
Ik verwacht ook dat de Minister daarop gaat toezien en gaat zorgen dat dat goed komt.
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. U heeft een interruptie van mevrouw Chakor.
Mevrouw Chakor (GroenLinks-PvdA):
Ik hoor het verhaal over de betaalbaarheid. Ik ben het er heel erg mee eens dat we
daarnaar moeten kijken. Met betrekking tot de budgetneutraliteit sta ik er iets anders
in, want je kunt als rijksoverheid natuurlijk ook de verantwoordelijkheid nemen. Er
is bijvoorbeeld een doelstelling om in 2030 55% minder emissies uit te stoten. Dat
is een feit. Maar het verhaal van de heer Heutink gaat er heel erg over hoe we ervoor
kunnen zorgen dat we minder aan elektrificatie doen, terwijl we onze doelstellingen
moeten halen. Hoe werkt dat?
De voorzitter:
Hoe werkt dat, meneer Heutink?
De heer Heutink (PVV):
Dat werkt ongelofelijk simpel. Wij willen dat de overtocht betaalbaar blijft voor
iedereen die deze willen maken. Als we maar klakkeloos doorgaan zoals we al die jaren
hebben gedaan, dan weet ik niet waar we gaan belanden. We gaan elektrificeren. Als
het aan mevrouw Chakor ligt moeten er zelfs nog andere boten komen omdat de vaargeul
niet gebaggerd mag worden. De kaartjes van de overtocht zullen onbetaalbaar worden.
Wij willen dat de Minister en het kabinet daar scherp toezicht op houden. Wat ons
betreft staat de overtocht van en naar de eilanden altijd op één. Dat dit mevrouw
Chakor waarschijnlijk niet zint, laat ik helemaal bij haar, maar wij willen dat de
kaartjes voor de overtocht betaalbaar zijn, betaalbaar blijven en, als het aan ons
ligt, zelfs nog een beetje goedkoper worden.
De voorzitter:
Mevrouw Chakor, uw laatste interruptie.
Mevrouw Chakor (GroenLinks-PvdA):
Eventjes wat feiten op orde, denk ik. Ik ben het namelijk helemaal eens met het punt
van betaalbaarheid. Dat kan ook ontstaan. Overal financiert de rijksoverheid of de
provincie gewoon mee aan het openbaar vervoer en hier gebeurt dat niet. Het Rijk is
nu gewoon aan zet om ervoor te zorgen dat we die betaalbaarheid inderdaad omhooghouden,
maar dat we ook voorzien in de doelstelling om emissievrij te worden. Dat is een langetermijnvisie.
We redden het niet met kortetermijndenken dat niks oplost. Ik schrik inderdaad heel
erg van het kortetermijndenken van de heer Heutink: dat hij alles gooit op de schouders
van inwoners, in plaats van dat hij komt met een langetermijnvisie en inderdaad vanuit
het Rijk met geld over de brug komt.
De heer Heutink (PVV):
Laten we hopen dat de langetermijnvisie van GroenLinks-Partij van de Arbeid in ieder
geval nooit de waarheid gaat worden. Als we doorgaan op de weg die mevrouw Chakor
wil, betekent dat dat de rederijen alle boten moeten ombouwen of vervangen. Al die
boten zijn aangeschaft voor een periode van 20 tot 25 jaar. In die tijd worden met
de huidige budgetneutraliteit de daarvoor gedane investeringen terugverdiend. Als
zo'n rederij extra maatregelen moet geen nemen om die boten of om te bouwen naar een
elektrisch schip of om ze te vervangen, dan zullen die kosten moeten worden terugverdiend.
Dan hoor ik mevrouw Chakor zeggen: nee, heel Nederland mag daaraan gaan meebetalen.
Dat wil ik nog wel even gaan zien en het enige wat ik van de Minister wil horen is
of hij ervoor wil zorgen dat de kaartjes voor de overtocht betaalbaar zullen blijven,
nu en in de toekomst.
De voorzitter:
Dank u wel. Meneer Pierik, uw inbreng namens de BBB.
De heer Pierik (BBB):
Dank, voorzitter. De bereikbaarheid van de Waddeneilanden is geen luxe maar noodzaak.
Voor eilandbewoners vormen de veerverbindingen de levensader. Het is al drie of vier
keer genoemd. Die levensader is van cruciaal belang en zorgt voor toegang tot zorg,
onderwijs, werk en voor de aanvoer van levensmiddelen. Continuïteit, betrouwbaarheid
en betaalbaarheid van deze verbindingen moet topprioriteit zijn.
Voorzitter. De afname van het aantal afvaarten in de dienstregeling van 2025 ten opzichte
van 2024 baart de BBB zorgen. Minder afvaarten betekent minder flexibiliteit en een
grote druk op de overgebleven verbindingen, zeker wanneer er onderhoudswerkzaamheden
aan kades en bruggen gelijktijdig plaatsvinden. Kan de Minister garanderen dat de
dienstregeling op alle dagen van het jaar vervoer aanbiedt dat recht doet aan de levensaderfunctie?
Kan de Minister ook aangeven hoe er in de nieuwe dienstregeling rekening gehouden
wordt met de benodigde capaciteit voor het goederenvervoer?
Voorzitter. Dan toch ook nog even kort over de watertaxi. De heer Soepboer noemde
die net ook al even. Ruim drie weken geleden is de motie-Pierik c.s., medeondertekend
door de leden Soepboer, Veltman en Heutink, vrijwel Kamerbreed aangenomen. Kan de
Minister al aangeven of hij, zoals in de motie is gevraagd, inderdaad op 25 februari
hierover een concrete oplossing voor Amelanders kan presenteren?
Voorzitter. De bereikbaarheid van de eilanden gaat ook over vaargeulen. De natuurlijke
dynamiek zorgt ervoor dat geulen constant veranderen. Het baggeren van vaargeulen
is belangrijk om de bereikbaarheid van de eilanden te garanderen. Welke garanties
kan de Minister geven dat de vaargeul naar Ameland altijd de afgesproken breedte en
diepte heeft, ook gezien de afhankelijkheid van getijden en weersomstandigheden?
Voorzitter. Dan de betaalbaarheid van de veerboten. Budgetneutraliteit is een belangrijk
uitgangspunt bij de concessieverlening, maar dit mag nooit ten koste gaan van de betaalbaarheid
voor de eilandbewoners die zo afhankelijk zijn van deze verbindingen. Jaarlijkse tariefverhogingen
van 4% drukken zwaar, zeker voor eilandbewoners en forensen. De huidige kortingen
voor eilandbewoners zijn een stap in de goede richting, maar kan de Minister garanderen
dat de veerverbindingen betaalbaar blijven voor eilandbewoners, gezien de jaarlijkse
tariefsverhoging en de onduidelijkheid over de daadwerkelijke kortingen?
Voorzitter. De voorbereiding van ...
De voorzitter:
Meneer Pierik, als ik u heel kort mag onderbreken: de heer Heutink heeft over dit
punt een interruptie.
De heer Heutink (PVV):
Ik hoorde meneer Pierik aanslaan op die tariefstijging van 4%. Wij hebben daar net
in onze bijdrage ook even op gereflecteerd. Wij vinden dat die vrijblijvende tariefsverhoging
zoals opgenomen in de concessie, de vorige concessie en de huidige ... Dat dat zomaar
kan! Wat vindt meneer Pierik daar eigenlijk van? Vindt hij met ons dat we daarvan
af moeten stappen om te voorkomen dat ze klakkeloos telkens die tarieven verhogen?
De heer Pierik (BBB):
Budgetneutraliteit is voor ons niet heilig. Dat kan niet ten koste gaan van de betaalbaarheid
van die kaartjes. De betaalbaarheid van die kaartjes blijven wij heel cruciaal vinden,
want het gaat om de levensader voor die eilanden, voor de bewoners. Die moeten we
intact houden. De tariefsverhogingen in de afgelopen jaren zijn echt wel het maximum.
We moeten daar behoorlijk de hand aan houden.
De heer Heutink (PVV):
Ik heb nog geen antwoord op mijn vraag. Ik kom met een concreet voorstel, namelijk
dat op het moment dat een rederij een tarief wil verhogen – ik kan me voorstellen
dat dat in sommige gevallen nodig is, want we hebben te maken met inflatie en noem
maar op – wij dat ter toetsing voorleggen aan het kabinet, zodat wij niet verrast
worden. Ik wil weten of ik meneer Pierik aan onze zijde vind.
De heer Pierik (BBB):
Nogmaals, de betaalbaarheid van die veerdiensten is heel cruciaal voor de eilandbewoners.
We zullen alles op alles zetten om die betaalbaarheid in de lucht te houden. Mocht
daarvoor hulp van het kabinet nodig zijn, dan gaan we daarin mee.
De voorzitter:
Vervolgt u uw betoog.
De heer Pierik (BBB):
Ik was gebleven bij de nieuwe concessies. De nieuwe concessies bieden kansen om de
veerdiensten naar de Friese Waddeneilanden toekomstbestendig te maken. Het document
schetst de kaders en de uitgangspunten voor nieuwe aanbestedingen. Daarin staat het
waarborgen van de bereidbaarheid centraal. Maar ik mis een cruciale groep die niet
of nauwelijks betrokken lijkt in de nota van uitgangspunten maar wel afhankelijk is
van de veerdiensten: de ondernemers en de bedrijven. Is er bij de openbare consultatie
specifiek aandacht besteed aan de inbreng van ondernemers en bedrijven op de Waddeneilanden?
Zijn er aparte sessies of overleggen georganiseerd om hun specifieke belangen te inventariseren?
Ten slotte, voorzitter. Op veel plaatsen in Nederland zien we dat natuur en landbouw,
maar ook natuur en visserij elkaar prima kunnen versterken. Dit zien we ook in veel
Natura 2000-gebieden. De Waddenzee is zo'n voorbeeld. Duurzame visserij draagt ook
bij aan het in stand houden van natuurlijke ecosystemen, bijvoorbeeld door gericht
te vissen op prooidieren. De toekomst van de visserij in de Waddenzee is belangrijk.
De sector heeft historisch gezien een belangrijke economische rol gespeeld, maar staat
nu onder druk door de veranderende wet- en regelgeving. Kan de Staatssecretaris van
LVVN aangeven hoe hij het gebruik van de Waddenzee door de vissers in de toekomst
kan waarborgen?
Tot zover, voorzitter.
De voorzitter:
Dank u wel. Het woord is aan u, mevrouw Chakor, namens GroenLinks-Partij van de Arbeid.
Mevrouw Chakor (GroenLinks-PvdA):
Dank, voorzitter. Allereerst wil ik mijn waardering uitspreken voor alle eilanders,
bestuurders en raadsleden, ook voor degenen die de Waddendagen mogelijk maken. Ook
mijn waardering voor de gastvrijheid op de eilanden.
Voorzitter. Mijn eerste punt gaat over de balans tussen natuur en medegebruik. De
Waddenzee is een uniek natuurgebied en Werelderfgoed. Tegelijkertijd vinden er ook economische activiteiten plaats, zoals visserij,
gas- en zoutwinning, scheepvaart, windenergie en landbouw. Maar ook menselijk medegebruik
hoort erbij. De gezamenlijke druk van deze activiteiten is wat ons betreft te hoog.
We moeten kiezen. UNESCO heeft LVVN om een milieueffectrapportage gevraagd. Ik begrijp
dat er ook wordt gewerkt aan een planMER, maar de Kamer heeft nog geen onderzoeksrapport
of tijdpad ontvangen. Wanneer komt dit, vraag ik dan ook. Het Waddenfonds loopt in
2026 af. Wat betekent dit voor de Waddenacademie en ook voor het behoud van kennis
en expertise en onafhankelijk onderzoek? Wat gaat de Minister doen met de aanbevelingen
uit het ABDTOPConsult-advies, bijvoorbeeld over het gebiedsgerichte fonds of de kwartiermaker?
Dan de UNESCO-status van de Waddenzee. De Waddenzee is Werelderfgoed. Dat hoor ik ook. Daar zijn we z'n allen hartstikke trots op, denk ik. Maar
UNESCO heeft Nederland al twee keer gewaarschuwd om extra maatregelen te nemen, en
om geen gaswinning te doen. Ik heb een paar vragen daarover. De UNESCO-status speelt
op dit moment geen rol bij de vergunningverlening. Hoe zouden we dit kunnen verbeteren?
Hoe kunnen we bescherming geven aan de outstanding values? Hoe zouden we dit nog beter
kunnen verankeren, bijvoorbeeld in wetten of procedures? Zonder daadwerkelijke bescherming
blijft het een UNESCO-predicaat of misschien zelfs een soort VVV-folder, en dat willen
we niet met elkaar.
Dan mijn andere punt, bereikbaarheid. Binnenkort wordt het nieuwe programma van eisen
voor de nieuwe trajecten en verbindingen vastgesteld. Tegelijkertijd lopen er ook
andere trajecten. Het is al eerder genoemd: de concessie voor de veerverbindingen,
het MIRT-proces rond Holwerd en Ferwerd, maar ook de baggerproblematiek, en de verkeersvraag
van de eilanden. De Minister heeft toegezegd de bereikbaarheid integraal te bekijken.
Hoe worden deze processen op elkaar afgestemd in de juiste volgordelijkheid? Beginnen
we bij de wensen en de behoeften van de eilanden? Kijken we daarna wat er mogelijk
is binnen de ecologie en het budget? En bepalen we vervolgens hoe we het organiseren?
Wordt het ov? Hoe zit het met het autoverkeer? Hoe zit het met toerisme? Hoe zit het
met baggeren? Het lijkt me dat we daarna beslissen over zaken als sneldiensten en
elektrificatie. Als laatste is er dan de aanbesteding. En toch zijn we nu bezig met
de aanbesteding. Dat lijkt mij niet zo'n slimme volgorde.
Dan kom ik op het punt van het eeuwige baggeren. Dat lijkt mij niet de toekomstvisie
die wij met elkaar moeten hebben. Het is geen duurzame oplossing. Zouden we niet moeten
kijken naar elektrificatie en misschien ook wel naar fossielvrije aanbesteding? Want
nu loopt het traject. Nu kun je afspraken met elkaar maken en die borgen. Hoe gaan
we om met de zeggenschap van inwoners en de betaalbaarheid, waar eerder over gerept
is, maar ook met de bereikbaarheid? Ik vind dat het hele proces niet erg logisch in
elkaar zit. Dus de volgordelijkheid kan beter. De eilanders moeten wat mij betreft
niet alleen gehoord worden, maar ook zeggenschap krijgen. Graag een reactie hierop:
hoe kunnen we dat in de toekomst maar ook nu beter borgen?
Voorzitter. Ten slotte Ternaard.
De voorzitter:
Voordat u daarmee doorgaat, heeft u een interruptie van zowel de heer Heutink als
de heer Soepboer. Allereerst de heer Heutink, voor zijn laatste interruptie.
De heer Heutink (PVV):
Mevrouw Chakor gaf net aan dat ze schrok van onze kortetermijnvisie. Nou, ik schrik
ervan dat GroenLinks-Partij van de Arbeid helemaal geen visie heeft voor de eilanders.
Ik hoorde haar net een opsomming geven van prioriteiten. Ze begon bij de natuur en
eindigde bij de aanbesteding, als allerlaatste. Hoe legt mevrouw Chakor uit, bijvoorbeeld
aan alle mensen die hier op de tribune zitten en die thuis meekijken, dat hun levensader,
de verbinding tussen de vaste wal en de eilanden, voor GroenLinks-Partij van de Arbeid
op de allerlaatste plaats staat? Dat is namelijk precies wat ze net aangaf.
Mevrouw Chakor (GroenLinks-PvdA):
Ik denk dat de heer Heutink heel goed weet waar mijn partij voor staat. Wij staan
voor de balans tussen mens en natuur. Dat is het gedeelte waar u helemaal niet voor
staat en ontzettend blind en doof voor bent. En wat de betaalbaarheid betreft: wij
willen een visie. Wij willen inderdaad een duurzame oplossing. Wij willen niet dat
wij nu afspraken gaan maken en over vijftien jaar of vijf jaar denken: o ja, we moeten
straks het contract misschien wel afbreken, want van tevoren hebben we niet goed nagedacht.
Met betrekking tot de betaalbaarheid: die tarieven horen op dit moment inderdaad bij
de concessie. Ik vind de betaalbaarheid ontzettend belangrijk, maar ik vraag me bijvoorbeeld
ook af hoe het met de winst zit die de rederijen maken. Ik heb daar geen inzage in.
Ik weet niet of zij daar flink op verdienen. Misschien weet de heer Heutink dat. Dat
is iets wat de inwoners keer op keer vragen: we willen inzage in de tarieven.
De voorzitter:
Meneer Soepboer, gaat uw gang.
De heer Soepboer (NSC):
Ik hoor mevrouw Chakor zeggen: we moeten meer wet- en regelgeving in het gebied hebben.
Mijn simpele vraag aan mevrouw Chakor is: is zij van mening dat er op dit moment te
weinig wet- en regelgeving in het Waddengebied is?
Mevrouw Chakor (GroenLinks-PvdA):
Niet alleen maak ik mij daar echt wel zorgen over, maar ook enorm veel wetenschappers
die daar onderzoek naar doen, de Waddenvereniging en noem maar op. We zijn inderdaad
ook samen op werkbezoek geweest. Dan wordt er ook aangegeven dat we zo niet langer
door kunnen gaan. De balans, als je die op een weegschaal zet, is niet helemaal goed.
Je moet ergens keuzes gaan maken en jezelf afvragen: wat gaan we nou met elkaar doen
en wat doen we allemaal met elkaar? Mijn voorstel is om dan gewoon een soort planMER
te maken, waarin we ook integraal bekijken wat nou het effect en de impact is van
alle activiteiten die we doen. Dan kunnen we ook afwegingen met elkaar maken, niet
alleen als Kamer, maar ook als inwoners en bestuurders, zo van: wat zetten we vooraan
en wat parkeren we? Op dit moment hebben we dat niet. Die integraliteit mist wat mij
betreft volledig. Daar zouden we aan moeten werken.
De heer Soepboer (NSC):
Ik ben het met mevrouw Chakor eens dat we het evenwicht in balans moeten houden en
dat we daar goed naar moeten kijken. Tegelijkertijd weet ik niet of nog meer wet-
en regelgeving de oplossing is. Er is namelijk best veel wet- en regelgeving. Ik zal
een voorbeeld noemen. We baggeren bijvoorbeeld permanent. Mevrouw Chakor zegt: dat
eeuwig baggeren is niet toekomstbestendig. Mijn vraag aan haar is: hoe ziet zij dat
dan in de praktijk voor zich? Zouden de boten volgens mevrouw Chakor bijvoorbeeld
weer op tij moeten varen? Hoe ziet zij dat? Dat is in ieder geval niet waar NSC naartoe
wil. Dat is niet de mensen in het gebied op één zetten.
Mevrouw Chakor (GroenLinks-PvdA):
Ik hoor twee vragen. Eén vraag gaat erover of ik meer wet- en regelgeving wil. Volgens
mij heeft UNESCO ons twee keer gewaarschuwd, die zegt heel duidelijk: borg nou ook
die outstanding universal values beter; ga die nou beter verankeren. Ik wil daar graag
een brief over. Ik wil weten wat we nu al doen, waar we beter op kunnen gaan inzetten
en hoe we zorgen dat we niet die derde waarschuwing gaan krijgen. We hebben nu die
UNESCO-Werelderfgoedtitel. Als er ergens in de wereld bijvoorbeeld beelden, of wat
dan ook, met die status kapot worden gemaakt, dan rept iedereen en schreeuwt iedereen
keihard, en terecht! Maar wat doen we nou met de Waddeneilanden? Op het moment dat
we twee keer die waarschuwing krijgen, dan liggen we gewoon te slapen. Dat is dood-
en doodzonde.
Dan over de visie die we misschien hebben met betrekking tot de concessie. Er zijn
verschillende voorbeelden te noemen die de baggerproblematiek oplossen. Ik ben niet
een van die wetenschappers. Er zijn heel veel rapporten geschreven en onderzoeken
gedaan. Mijn vraag is dan ook: kunnen we niet kijken naar een manier waarop we aan
de ene kant kijken hoe we het nu met elkaar doen en ... Ik denk dat u het met mij
eens bent dat het constant baggeren geen duurzame oplossing is en dat het anders zou
moeten kunnen, bijvoorbeeld middels lichtere boten voor personenvervoer en de regel
dat zwaar vervoer vaart met hoogwater. Zou dat een oplossing kunnen zijn? Ik zou heel
graag het debat willen voeren over de verschillende mogelijkheden, voordat we bijvoorbeeld
nu al een langjarige verbintenis aangaan.
De heer Soepboer (NSC):
Dit is mijn laatste interruptie, voorzitter. Daar ben ik mij terdege van bewust, maar
ik ga ’m nu toch maar gebruiken, want ik hoor mevrouw Chakor zeggen: we gaan varen
op hoogwater. Dat baart me ernstige zorgen. Een van de grote verschillen van het Waddengebied
met natuurgebieden elders en de beelden die u aanhaalt, is dat hier mensen wonen.
Het is geen openluchtmuseum, mevrouw Chakor. Daarom zou ik zeggen: neem die mensen
nou mee; zet ze juist op één. Dat hoor ik de Partij van de Arbeid-GroenLinks hier
niet doen. Dat vind ik jammer. Dus ik hoop dat we elkaar kunnen vinden in de visie
dat die mensen echt op één moeten staan.
Dan over die baggerproblematiek. Natuurlijk zijn wij ook niet voor dat eeuwig baggeren,
maar je zou er op een andere manier naar kunnen kijken. Ik noem bijvoorbeeld een kortere
vaargeul of dieper baggeren. Er zijn allemaal mogelijkheden. Alleen, varen op tij
is dat zeker niet.
Mevrouw Chakor (GroenLinks-PvdA):
Ik wil echt eventjes iets rechtzetten. Volgens mij heb ik steeds in mijn verhaal ...
Ik ben nu heel erg in de minderheid, want ik merk dat het natuurperspectief hier gewoon
niet aan tafel zit. Ik probeer dat wel hier te belichten. Ik heb steeds gezegd: voor
mij staat de mens ook centraal, want die leeft daar. De afgelopen periode ben ik veel
op pad gegaan. Dan hoor ik ook de inwoners van alle eilanden zeggen: «We zijn ontzettend
trots op ons Werelderfgoed. Dat willen we graag behouden. We willen de balans.» Die
balans is gewoon scheef. Ik wil – ik denk dat u dat ook graag zou willen – dat we
die scenario's naast elkaar gaan zetten, zodat we de tijd hebben om met inwoners,
met iedereen die daar verstand van heeft, het gesprek aan te gaan en onszelf kunnen
afvragen: wat zijn we nou met elkaar aan het doen? Zo kunnen we een oplossing vinden
voor de lange termijn. Hiermee voorkomen we dat we nu met elkaar een verbintenis aangaan
of een stap zetten en achteraf denken: dat was niet heel erg slim. Ik denk dat we
dat met elkaar willen. Dus voor mij is het een en-enverhaal, en zeker geen of-ofverhaal.
De mens, het milieu en de natuur moeten gezamenlijk op één staan.
De voorzitter:
Dank u wel. U heeft ook nog een interruptie van mevrouw De Vries van de VVD. Daarna
kom ik bij u, meneer Pierik.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik wil echt wel even vragen aan mevrouw Chakor of zij weet wat op tij varen betekent
voor de mensen op de eilanden. Ik hoop dat ze wil uitspreken dat ze daar geen voorstander
van is, net zoals de VVD daar geen voorstander van is. Is GroenLinks-PvdA wat baggeren
betreft bereid om de regel in te voeren dat de bagger die bij baggeren vrijkomt niet
meer in hetzelfde gebied gestort mag worden? Want twee of drie dagen later ligt het
gewoon weer in dezelfde vaargeul. Daar is veel weerstand tegen vanuit een heleboel
natuurorganisaties, maar ik ben benieuwd of mevrouw Chakor bereid is om daaraan te
tornen en die regel misschien wat soepeler te maken.
Mevrouw Chakor (GroenLinks-PvdA):
Ik begon mijn debat met een ordevoorstel. Dat ging om vaker met elkaar debatteren
over dit belangrijke onderwerp, waarbij heel veel gebeurt. Een keer per jaar vier
minuten spreektijd doet daar totaal geen recht aan. Dat zie je ook aan alle vragen
die hier leven, de antwoorden die we willen hebben en de oplossingen voor de toekomst
die we willen vinden, samen met eilandbewoners, organisaties en iedereen die hier
aan tafel zit. Dat vooropgesteld.
Wat ik net noemde met betrekking tot kleinere boten en misschien grotere boten met
hoogwater, bedoelde ik als een mogelijke variant. Ik zou dat wel uitgezocht willen
hebben. Volgens mij heb ik van de vorige Minister Harbers ook een kleine toezegging
gekregen dat het misschien meegenomen zou kunnen worden. Dan hebben we alle opties
op tafel en kunnen we met elkaar, met inwoners en iedereen die erbij betrokken is,
bekijken wat nu past, ook wat betreft het vraagstuk hoe om te gaan met het baggeren.
Ik hoor ook in het verhaal van de VVD – daar ben ik heel blij mee – dat u zegt: hoe
we dat baggeren nu met elkaar doen, kan zo niet langer; daar moeten we een andere
oplossing voor vinden. Ik daag u dus uit om met ons de handschoen op te pakken en
samen te kijken hoe we een oplossing kunnen vinden voor de niet-duurzame manier waarop
we dat nu aanpakken.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik denk dat wij niet helemaal op één lijn zitten als het om baggeren gaat, maar laten
we die discussie hier niet gaan voeren. Wij willen gewoon dat de eilanden bereikbaar
zijn. Daarvoor moeten we oplossingen zoeken. Dat betekent soms ook keuzes maken. Keuzes
zoals de bagger niet vlak naast de vaargeul weer neergooien. Je moet bereid zijn daarin
keuzes te maken. Maar mijn centrale vraag was of u bereid bent om hier uit te spreken
dat u niet bereid bent om op tij te gaan varen, zoals volgens mij een aantal andere
partijen net als de VVD hebben gedaan. Dat heeft namelijk grote gevolgen voor de mensen
op de eilanden. Dan beperk je de tijd voor de overvaarten enorm. Bent u bereid dat
te doen?
De voorzitter:
Over het op tij varen, mevrouw Chakor.
Mevrouw Chakor (GroenLinks-PvdA):
Ik heb net volgens mij heel duidelijk aangegeven dat ik soms het integrale overzicht
van wat we nu met elkaar aan het doen zijn ontzettend mis. Ik ga me nu echt niet laten
verleiden tot het doen van een toezegging. Ik wil gewoon met inwoners, met alle betrokkenen
en met professionals kijken wat nou het beste werkt. Dat wil ik hier voor hebben liggen.
Dat kunnen we de komende periode met elkaar gaan organiseren. Ik vind dat een hele
goede vraag. We zouden zelfs een rondetafelgesprek kunnen houden over hoe we dat nou
het beste met elkaar aan kunnen pakken. Dan zetten we ook de baggerproblematiek centraal,
om met elkaar een duurzame oplossing te vinden. Ik vind niet dat het aan mij is om
te zeggen of we rechtsom of linksom gaan. Ik heb daar natuurlijk wel ideeën over,
maar ik wil daar wel nog wat breder in meegenomen worden of in ieder geval extra input
op krijgen.
De heer Pierik (BBB):
Ik wil toch nog even voortborduren op het verhaal van de heer Soepboer over wet- en
regelgeving en het pleidooi van mevrouw Chakor om de UNESCO-status eventueel mee te
nemen in de vergunningsverstrekking. De vergunningverlening is op dit moment al buitengewoon
complex en het kan best zijn dat het compliceren van die vergunningverlening een verdere
verduurzaming in de weg staat als het gaat om innovaties en zo. Hoe kijkt mevrouw
Chakor daartegen aan?
Mevrouw Chakor (GroenLinks-PvdA):
De heer Pierik heeft ook gehoord dat ik die vraag als vraag heb gesteld. UNESCO maakt
zich zorgen. Ze hebben twee keer gewaarschuwd en ze geven aan: Nederland moet echt
die outstanding values beter gaan verankeren in wetten en procedures. Ik vraag ook
aan de Minister hoe we dat nou met elkaar gaan doen. Kan het, ja of nee? Wat kan wel?
Wat kan niet? Ik kijk net als u ook heel erg uit naar de beantwoording van de Minister.
De heer Krul (CDA):
Ik ga dan weer door op de vraag van mevrouw De Vries. Mevrouw Chakor geeft aan dat
ze veel eilanders gesproken heeft en dat die trots op hun natuur zijn. Vervolgens
geeft ze hier aan: we moeten alle opties integraal benaderen en rondetafelgesprekken
organiseren met die inwoners. Ik ben gewoon benieuwd of zij één eilander heeft gesproken
die zegt: nou, dat tijvaren lijkt mij wel wat.
Mevrouw Chakor (GroenLinks-PvdA):
Ik heb verschillende mensen gesproken. Dit suggereert een beetje alsof ik hier dingen
zit te roepen en niet weet waar ik het over heb. Daar pas ik gewoon heel erg voor.
Zeker heb ik verschillende mensen gesproken. Net zoals u mensen spreekt die misschien
voor baggeren zijn, spreek ik mensen die ook de andere kant belichten. Dat heb ik
inderdaad zeker gedaan. Verschillende voorbeelden van wat kan en wat niet kan, staan
ook gewoon in rapporten, maar die staan niet in de stukken die we hebben en daar baal
ik echt ontzettend van. Ik zou gewoon graag willen dat we een goede oplossing vinden
voor de eilanden, maar ook voor onze prachtige natuur. Dan kan ik misschien nu klinken
alsof ik emotioneel word, maar ik bén ook emotioneel! Want ik vind dat we er gewoon
te weinig aan doen. Ik hoor het hier ook. Want u ziet hoeveel vragen ík krijg. Dat
is ook terecht, maar ik doe dit niet omdat het vijf voor twaalf is, maar omdat het
écht vijf over twaalf is. De natuur zit niet aan tafel, dus iemand moet ervoor opkomen;
dat doe ik en dat blijf ik doen! Maar dan wel hand in hand met de mensen.
De voorzitter:
Dat is uw goed recht. Meneer Krul, heeft u nog een vervolgvraag?
De heer Krul (CDA):
Zoals wij niet de suggestie moeten wekken dat mevrouw Chakor geen oog heeft voor de
mensen, moet het andersom ook niet zo zijn. Ik heb in mijn bijdrage nadrukkelijk aandacht
gevraagd voor die balans en vervolgens hoor ik in de bijdrage van mevrouw Chakor dat
zij de enige hier aan tafel is die dat doet. Dus we moeten elkaar dan ook geen verwijten
gaan maken. Die balans is ontzettend belangrijk. Die gesprekken voeren wij ook. Daarin
komt bij ons naar boven dat er niet één eilander is die heil ziet in tijvaren. Dat
kan een probleem opleveren – dat zegt mevrouw Chakor ook goed – omdat er op die manier
beslag wordt gelegd op de natuur. Maar ik vind het te makkelijk om te zeggen dat er
hier maar één partij is die opkomt voor de belangen van de Waddennatuur, want dat
is volgens mij ons aller belang; dat wil ik wel even gezegd hebben. Verder is het
natuurlijk het goed recht van de fractie van GroenLinks-PvdA om daarin een afweging
te maken en daar een voorstel voor te doen, maar dan wel even ieder in z'n waarde
laten.
De voorzitter:
Zeker.
Mevrouw Chakor (GroenLinks-PvdA):
Ik ben ook blij met uw woorden. Het was ook zeker niet de bedoeling om aan te geven
dat u daar geen oog voor heeft. Maar het raakt mij wel iets meer, denk ik. Dat heb
ik nu misschien ook laten zien door emotioneel te zijn. Ik gaf inderdaad aan dat het
een van de mogelijkheden is. Dat is die integrale kijk. We hebben hier twee Staatssecretarissen
en een Minister, en één Minister mist. Iedereen is bezig vanuit zijn eigen portefeuille,
maar het hele integraal bekijken van de vraag wanneer de balans nou de andere kant
op slaat, wil ik graag voor het voetlicht brengen. Ik wil ook bekijken wat de mogelijkheden
zijn, juist om die niet-duurzame oplossingen met betrekking tot baggerproblematiek ...
Die zijn er. Ik noemde een optie. Maar misschien zijn er ook andere oplossingen. Ik
ben geen wetenschapper. Ik heb daar niet voor gestudeerd. Vele mensen hebben daarvoor
gestudeerd. Daar zouden we gewoon naar moeten kijken. Misschien kunnen we de Minister
vragen daarop in te gaan en met een plan te komen, waarbij het gaat om de vraag: doen
we nou wel het juiste met elkaar, ja of nee?
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw De Vries, u bent aan de beurt voor uw inbreng namens de VVD. Gaat
u gang.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Dank u wel, voorzitter. Ik heb al heel veel lofzangen op het gebied gehoord. Ik zal
die niet herhalen, maar ik sluit me daar gewoon bij aan. Ik denk dat het gebied vooral
ook mooi wordt door, naast de natuur, de mensen die daar wonen en de ondernemers die
daar actief zijn. Ik moet zeggen dat ik de focus vaak wel heel erg op natuur vind
liggen. Wat mij en mijn partij betreft moet er geen hek om de Wadden komen, zodat
we er alleen maar naar kunnen kijken, maar moet er ook gewoon geleefd en gewerkt kunnen
worden. Dat vooraf.
Ik denk dat er vandaag heel veel aandacht is voor de bereikbaarheid. Ik denk dat dit
ook terecht is. Het is de levensader voor de eilanden. Ik denk dat we ervoor moeten
zorgen dat die gewoon goed blijft voor de eilanders en de ondernemers op de eilanden.
Voorzitter. Dan komen we wel direct weer in een heleboel techniek terecht als het
gaat om de concessie. De nota van uitgangspunten gaat natuurlijk vertaald worden naar
het programma van eisen. Ik hoop wel dat de Kamer daar goed bij betrokken blijft.
Ik heb nog wel een aantal zaken die ik echt goed geregeld zou willen hebben in de
concessie en dus ook in het programma van eisen. Ik denk dat het belangrijk is dat
de diepte en breedte van de vaargeul in ieder geval opgenomen worden in het programma
van eisen en de concessie. Velen hebben ook al gesproken over de betaalbaarheid. Ik
denk dat dit ook goed vastgepind moet worden, want uiteindelijk is dit waarop je terugvalt
op het moment dat heftig wordt in de komende vijftien jaar. Dan gaat het enerzijds
over de kosten voor de eilanders en anderzijds over de kosten voor de badgasten, maar
ook over de tussentijdse verhogingen. Dat moet klip-en-klaar en duidelijk in die concessie
worden geregeld. Voor mij hoort daar ook financiële transparantie van de reders bij.
Ik ben nu al heel lang met dit dossier bezig. Ik vind het mateloos frustrerend dat
we daar geen grip op krijgen. Ik vind dat we dat gewoon moeten vastleggen in de concessie.
Het adviesrecht van de eilanders maar ook van de ondernemers is al besproken. Wat
mij betreft zal dat een belangrijke rol moeten hebben, net als de frequentie natuurlijk.
Een paar van mijn collega's hebben het ook al gehad over de elektrificatie. Ik zou
wel graag willen dat we op heel korte termijn van de Minister of de Staatssecretaris
een brief krijgen over wat dat nu eigenlijk betekent voor het prijskaartje voor de
eilanders en de toeristen. Ik heb daar geen zicht op. Het is hartstikke mooi als het
kan, maar ik denk dat het bijna godgans onmogelijk is om dan nog een betaalbaar kaartje
te hebben. Voor mij weegt wel het zwaarst dat het betaalbaar blijft. Ik hoop dat we
die brief op korte termijn kunnen krijgen.
Dan de combinatie van de keuze voor de bereikbaarheid van Ameland en de MIRT-beslissing.
Een onafhankelijke commissie van deskundigen gaat dat begeleiden. Ook daarvan zeg
ik: betrek de ondernemers, de bewoners en ook de gemeenten en overheden daarbij.
Het verschil in de beslissingen is ook al aan de orde gekomen. Ik ben wel benieuwd
of het mogelijk is om de huidige concessie door te trekken naar de oostelijke concessie,
wat mij betreft, of om voor een korte termijn een kortere concessie te hanteren voor
al die zaken als de vaargeul, het baggeren en de plek, dus Ferwerd of Holwerd.
Ik hoop echt dat het op tij varen geen optie gaat worden. Ik merk heel veel weerstand
van de natuurorganisaties voor alle varianten, maar ik vind dat we ook moeten kijken
naar bestaand gebruik en de bereikbaarheid van de eilanden. Dat is wat mij betreft
bestaand gebruik. Ik zou willen oproepen om tempo te maken met die MIRT-beslissing,
zodat het zo snel mogelijk helder is.
Ik heb nog een aantal andere punten, voorzitter. Wat is de stand van zaken van het
beleidskader natuur? Wij willen geen verdere juridificering en er mogen wat ons betreft
ook geen nieuwe juridisch afdwingbare verplichtingen in staan.
Wij zijn benieuwd waarom de Waddenacademie wel financiële ruimte vindt om een onderzoek
te doen naar de rechtspersoonlijkheid van de Wadden maar niet naar de sociaal-economische
gevolgen. Dat eerste wilde de Kamer niet, dat tweede wilde de Kamer juist wel.
Wat betreft garnalenvissers en de visserij sluit ik mij aan bij wat de heer Pierik
daarover heeft gezegd. Er moet snel duidelijkheid komen. Je kunt niet altijd met gedoogvergunningen
werken. Dat werkt voor de ondernemers gewoon niet.
Dan de haven van Terschelling. Die is in een extreem slechte staat. Het is overgedragen
aan de eilanden vanuit Rijkswaterstaat, maar dat viel wel een beetje in de categorie
«slikken of stikken». Mijn collega Krul sprak ook al over Oudeschild. Ik zou graag
zien dat in een gesprek tussen gemeente, provincie en Rijk gekeken wordt hoe we dit
probleem oplossen en of het Waddenfonds daar een oplossing voor is.
Tot slot nog het rapport over de bekostiging van de opgaven van het waddengebied.
Dat is met een eenregelig briefje door de Minister naar de Kamer gestuurd. Dat vind
ik wel wat summier. Wat gaan we daar nu in de toekomst mee doen?
De voorzitter:
Dank u wel. Als er geen interrupties meer zijn, wat niet het geval is, zijn we aan
het einde gekomen van de eerste termijn aan de kant van de Kamer. Dat betekent dat
we kort gaan schorsen, zodat de beantwoording kan worden voorbereid. Ik kijk even
naar de klok. Het is 11.04 uur. Ik schors tot 11.25 uur. Dan gaan we verder met dit
debat.
De vergadering wordt van 11.04 uur tot 11.29 uur geschorst.
De voorzitter:
Dames en heren, welkom terug bij het commissiedebat Wadden. We hebben de eerste termijn
aan de kant van de Kamer gehad en we gaan toe naar de beantwoording door het kabinet
in eerste termijn. Ik wil daarvoor als eerst het woord geven aan Minister Madlener.
Gaat uw gang.
Minister Madlener:
Dank u wel, voorzitter. Ja, we zitten hier met drie bewindslieden aan tafel. Ik zal,
ook namens mevrouw Hermans, die er vandaag helaas niet bij kan zijn, als eerste ingaan
op het programma aanlanding wind op zee. Daarna zal ik in mijn rol als Minister de
vragen over bereikbaarheid bespreken en heb ik nog een mapje overig. De Staatssecretarissen
zullen ieder de antwoorden op hun terrein geven.
De voorzitter:
Dank u wel. Laten we het even zo doen dat de Staatssecretarissen ook even hun blokjes
kenbaar maken. Ik denk dat het voor de effectiviteit van het debat goed is dat u weet
wanneer welke vraag komt. Laten we daarbij ook afspreken dat we na elk blokje interrupties
doen. Staatssecretaris Jansen, gaat uw gang.
Staatssecretaris Jansen:
Dank, voorzitter. Ik heb één map en die heet «concessie». Die gaat over de nieuwe.
Er zijn ook nog twee vragen over de oude, de huidige.
De voorzitter:
Dat is zeer overzichtelijk.
Staatssecretaris Rummenie:
Ik heb eerst een mapje visserij, dan een mapje UNESCO, dan beleidskader natuur, dan
Ternaard, en dan overig.
De voorzitter:
Dank u wel. Is dat helder voor de leden? Volgens mij is dat zo. Dan nogmaals het woord
aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat.
Minister Madlener:
Dank u wel, voorzitter. Nou, de Wadden, onze geliefde Wadden. Het is natuurlijk een
prachtig natuurgebied. Ik ben natuurlijk ook blij om te horen en te zien dat de Wadden
zo diep in ons hart zitten, zelfs bij mensen die er niet wonen. Een aantal van de
leden wonen zelfs in het Waddengebied, dus we hebben hier veel deskundigheid in huis.
Zelf ben ik ook kustbewoner en echt liefhebber van de duinen en het strand. Dat is
wat Nederland natuurlijk zo prachtig maakt. Mijn Belgische vrienden zijn ook altijd
jaloers op de prachtige kustlijn die Nederland heeft. Die biedt natuurlijk ook allerlei
mogelijkheden voor vissers en het toerisme. De liefde voor de Wadden zit bij ons allen
dus diep. Dat was ook goed te horen in de termijn van de Kamer.
Maar goed, we hebben ook duurzaamheidsdoelstellingen. Dat betekent dat wind op zee
naar wal gebracht moet worden. Dat doen we met kabels. De eerste vraag, van het lid
Soepboer, was dan ook: kan die aanlanding via Schiermonnikoog nou niet anders? Het
antwoord is eigenlijk: nee, het kan niet anders. Er is in het programma Aansluiting
Wind Op Zee uitvoerig onderzoek gedaan naar de effecten op verschillende thema's,
zoals natuur en landbouw. Daaruit blijkt dat er drie mogelijke routes zijn. Naast
de Schiermonnikoogroute zijn dat de tunnelroute en een route door het Eems-Dollardverdraggebied,
waar een vergunning vanuit Duitsland voor nodig is.
De tunnelroute is zeer complex en daardoor niet tijdig realiseerbaar. Die zou op z'n
vroegst in 2036 gereed kunnen zijn, dus dat halen we niet. Voor de route door het
Eems-Dollardverdraggebied heeft Duitsland al aangegeven geen vergunning te willen
verlenen. Dan blijft de Schiermonnikoogroute dus over. Die past. Die kan gerealiseerd
worden. Er zijn natuurlijk wel zorgen over de gevolgen, maar die kunnen we echt oplossen.
Er zijn oplossingen om dit op een goede manier te doen. Dat gaat door middel van gestuurde
boringen, waarbij je onder het eiland door boort. Daardoor zijn de effecten minimaal.
Ik hoop dat dat geruststelling biedt.
De heer Soepboer vraagt of er mogelijkheden zijn om te participeren in dat wind-op-zeeproject.
Vorig jaar is door de Minister van KGG met regionale bestuurders afgesproken om te
kijken naar een pakket om de investering in de leefbaarheid van het Waddengebied te
versterken. Daarbij is ook afgesproken dat het ministerie kijkt naar mogelijkheden
voor de regio om te participeren in de baten van wind op zee. Minister Hermans heeft
maandag in het bestuurlijk overleg met de regio toegezegd hierover de komende tijd
nader met de regionale bestuurders in gesprek te gaan om de mogelijkheden te bespreken
om een regiopakket samen te stellen.
Dat ten aanzien van aanlanding wind op zee.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik kijk even of daar interrupties over zijn. Laten we afspreken dat we
vier interrupties hebben in deze ronde.
De heer Soepboer (NSC):
Laat duidelijk zijn dat de insteek van NSC ten eerste is: liever niet hier. En twee:
als het dan echt niet anders kan, moet er sprake zijn van ruime compensatie en participatie.
Daarover zegt u dat Minister Hermans daarop terugkomt. Dan wachten we dat af, maar
we gaan daar zeker bovenop zitten, want ik vind dat het minste wat je kunt doen. Wij
hebben ook nog de voorkeur voor één traject in plaats van twee trajecten, want ik
hoor ook een beetje dat een tunnel langer duurt, maar dat die er misschien op den
duur wel gaat komen. Misschien kunt u daar nog iets over zeggen, maar mijn eigenlijke
vraag is: hoe hard is het nee van Duitsland? Hebben we dat zwart op wit?
Minister Madlener:
Daar heb ik op dit moment geen antwoord op. Het is een duidelijk nee. We kunnen Duitsland
natuurlijk vragen om dat nog zwart op wit te stellen als dat er niet is, maar ik denk:
nee is nee. Volgens mij is dat heel heldere taal, dus ik ga ervan uit dat nee nee
is.
De voorzitter:
Dan graag uw volgende blokje.
Minister Madlener:
Dan kom ik op het belangrijke kopje bereikbaarheid. Het Waddengebied en de Waddeneilanden
zijn namelijk geen museum. Dat hoorde ik u allen zeggen. Er wonen mensen, die er vaak
al generaties wonen. Er wonen vissers en er zijn bedrijven. Er is ook heel veel toerisme.
We willen natuurlijk dat dat niet in gevaar komt. Ik ben natuurlijk blij om te horen
dat dat zo breed gedeeld wordt en dat we beseffen dat we dit doen voor de mensen.
Natuurlijk is er ook veel natuur. Dat maakt het Waddengebied uniek. Maar er zijn daar
natuurlijk mensen, die afhankelijk zijn van de bereikbaarheid. Ik begrijp als Minister
heel goed dat dit echt van levensbelang is, dat dit een levensader is en dat we daar
op geen enkele manier aan mogen tornen. Ik wil mij inzetten met één uitgangspunt:
we willen dat de natuur niet verslechtert, maar ik wil ook dat de bereikbaarheid niet
verslechtert. Laat dat gezegd zijn. Dat is voor mij een toets. Verslechtering van
de bereikbaarheid van het Waddengebied wil ik niet toestaan.
Ik begin met een vraag van het lid Chakor over de integrale afweging wat betreft die
bereikbaarheid. Hoe worden de lopende processen op elkaar afgestemd en in welke volgorde?
Ik werk samen met de regio aan de routekaart voor toekomstbestendige bereikbaarheid
van en naar de Waddeneilanden. Hierin worden de lopende processen op elkaar afgestemd,
zoals de Regio Deal Waddeneilanden, de nieuwe concessie en de MIRT-verkenning. De
routekaart wordt op het Bestuurlijk Overleg Wadden van december dit jaar besproken.
De heer Krul vraagt naar de mogelijkheden voor versnelling van de renovatie van de
veerinrichting Texel-Den Helder. Rijkswaterstaat voert momenteel de planfase uit voor
de vernieuwing van de veerinrichting Texel-Den Helder. Rijkswaterstaat kijkt naar
mogelijkheden om parallel aan de planfase al de voorbereidingen voor uitvoering te
starten. Om de bereikbaarheid van Texel tot aan de vernieuwing te borgen heeft Rijkswaterstaat
een extra onderhoudsteam op de veerinrichting gezet, dus daar wordt echt veel aandacht
aan besteed.
Mevrouw De Vries, van de VVD, vraagt of een bijdrage uit het Waddenfonds een optie
zou zijn voor de haven van Terschelling. Als Minister van IenW ga ik niet over de
bestedingen van het Waddenfonds. Het Waddenfonds is sinds 2012 ondergebracht bij de
drie Waddenprovincies. Het bestuur, dat vanuit de provincies is gevormd, kan beoordelen
of een bijdrage een optie is.
De leden Grinwis en Pierik, van de ChristenUnie en BBB, vroegen: welke concrete garanties
kan de Minister geven dat de vaargeul naar Ameland altijd de afgesproken breedte en
diepte heeft, gezien de afhankelijkheid van weersomstandigheden en de mogelijkheid
van overmacht? Het baggeren is belangrijk voor die vaargeul. Ik heb ook gesproken
met de baggeraar en het moet natuurlijk op orde zijn. De vaargeul is eigenlijk de
weg die er is. Zo beschouwen wij dat ook. Die weg moet voldoen aan de eisen, zodat
die schepen op tijd kunnen varen.
Er wordt ook zes dagen per week twaalf uur per dag baggerinzet gepleegd, vaak door
meerdere baggerschepen. Zodra ondieptes geconstateerd worden, komt er een baggeraannemer
om de geul weer op de afgesproken breedte en diepte te brengen. Als de veerboot door
een te krappe vaargeul bij te lage waterstanden niet veilig zou kunnen varen, dan
zou de concessiehouder een beroep kunnen doen op overmacht. De geul is natuurlijk
gevoelig voor verzanding, ook tijdens stormen. Dan zal er dus gelijk daarna gebaggerd
moeten worden. In de gesprekken die ik heb gehad met de baggeraar, was mijn indruk
dat daar ontzettend voortvarend aan gewerkt wordt.
Ik moet wel zeggen dat de baggeraar heeft gezegd dat hij 20 centimeter dieper mag
baggeren en dat hij de bagger die hij opzuigt ook maar op een bepaalde, korte afstand
mag deponeren. Dat helpt natuurlijk niet. Het verzandt dan weer sneller. Die baggeraar
heeft dus wel gezegd: als ik iets dieper mag baggeren en de bagger iets verder mag
deponeren, hoef ik veel minder vaak te baggeren en wordt het ook betrouwbaarder. Ik
moet zeggen dat ik dat een heel overtuigend en logisch verhaal vind, dus ik wil kijken
wat we kunnen doen om het baggeren op die manier te optimaliseren.
Nu zou je enerzijds kunnen zeggen dat het verder weg gooien van de bagger minder goed
is voor de natuur. Daar staat natuurlijk tegenover dat het veiliger en betrouwbaarder
wordt en dat je minder vaak hoeft te baggeren, en minder vaak baggeren betekent weer
minder uitstoot. Ik hoop dus dat we op die manier tot een betere balans kunnen komen
tussen die twee. Ik ben gestart met de MIRT-verkenning voor de bereikbaarheid van
Ameland. Die gaat uiteindelijk bepalen hoe we optimaal kunnen baggeren voor die vaargeul
en of het verleggen van de vaargeul naar Ferwerd een optie is. Beide gaan verkend
worden. In maart 2025 zal ik een brief naar de Kamer sturen waarin verder uiteen wordt
gezet welke inspanningen we hiervoor allemaal gaan leveren.
De voorzitter:
We doen de interrupties aan het eind van het blokje.
Minister Madlener:
O, ja. Dan een vraag van mevrouw De Vries, van de VVD. Zij zei: op tij varen moet
geen optie worden; maak tempo met de MIRT-beslissing. In de MIRT-verkenning wordt
dus gekeken naar diverse opties. Wat betreft op tij varen heb ik al gezegd dat voor
mij eigenlijk het doel is dat de huidige bereikbaarheid niet verslechtert. Als je
daar gaat wonen of woont, moet je er namelijk op kunnen rekenen dat je naar de wal
kan. Op tij varen zou een enorme verslechtering betekenen. Ik denk dat dat geen optie
is.
Ik hoor ook wel plannen van sommigen die zeggen: moet het niet autoluw worden, aangezien
we dan niet meer met die grote schepen hoeven te varen? Ik moet zeggen dat ik dan
denk: daar moeten toch de Amelanders zelf over gaan? Het kan toch niet zo zijn dat
je woont in een gebied en iemand over je hoofd beslist dat je geen mensen met een
auto meer mag ontvangen? Ik zou daar dus toch heel voorzichtig mee zijn. Als Ameland
die wens zelf heeft, dan hoor ik dat natuurlijk graag. Daar spreken we ook over. Maar
die wens heeft mij nog niet bereikt, dus in die zin ben ik daar absoluut niet voor
in. In de MIRT-verkenning gaan we natuurlijk kijken naar alle oplossingen, ook naar
het eventueel verleggen van de vaargeul. Daar zitten wat voordelen aan, maar ook heel
veel nadelen. Het kost heel veel geld. Ook de natuurbeweging is daar niet altijd voorstander
van. Maar goed, we verkennen alle opties. Daar gaan we in het najaar over spreken
met elkaar.
Dan een vraag van het lid Grinwis: waar mag de rekening voor het baggeren naartoe
worden gestuurd als het Rijk verzaakt? Ik heb al gezegd dat we, inclusief de baggeraar,
ons uiterste best doen om die geul op orde te houden. We doen er alles aan. Als de
weg versperd wordt, en dat geldt ook voor een vaargeul, zal daar niet direct een vergoeding
tegenover staan als dat echt door overmacht is, bijvoorbeeld bij een storm.
De heer Heutink, van de PVV, vraagt: zit het baggeren van de vaargeul en de aanleg
van kabels elkaar niet in de weg? Dat is natuurlijk een goede vraag, maar in de vergunningsprocedure
zorgen we ervoor dat we geen kabels gaan aanleggen in een vaargeul. Dat zou inderdaad
heel onverstandig zijn. Die mogen elkaar niet doorkruisen. We gaan dus zorgen dat
dat niet kan gebeuren.
Dan heb ik nog een vraag van mevrouw De Vries, van de VVD: kunnen de provincie, gemeenten,
ondernemers en bewoners betrokken worden bij de keuzes voor de bereikbaarheid? Ja,
participatie is in die MIRT-verkenning uiterst belangrijk, dus we hebben een proces
afgesproken waarin partijen worden geraadpleegd en meegenomen.
Dan heb ik als laatste in dit blokje nog twee vragen. Mevrouw De Vries vroeg: kunnen
de provincies, gemeenten en ondernemers betrokken worden bij de keuzes voor de bereikbaarheid
en de MIRT-beslissing? In de MIRT-verkenning is participatie dus belangrijk; dat heb
ik net ook gezegd. We zullen de input van de bewoners en de ondernemers natuurlijk
gebruiken om het onderzoek te verbeteren. Dus ja, de bewoners en de ondernemers –
ondernemers zijn vaak ook bewoners – worden uitdrukkelijk verzocht mee te denken in
de MIRT-verkenning. Dat hebben we ook zo vastgelegd.
Dan heb ik als laatste in dit blokje een vraag van de heer Krul. Zou de Minister in
kaart willen brengen wat de voortgang van het meningsverschil met Rijkswaterstaat
is over de afkoopsom van het onderhoud van de haven in Oudeschild? We zijn hierover
in gesprek. Die overdracht heeft ongeveer twintig jaar geleden plaatsgevonden. Maar
goed, we zijn in gesprek. Ik heb hier de laatste stand van zaken. Rijkswaterstaat
heeft een bod gedaan, maar Texel legt zich hier niet bij neer. Wij zijn hierover in
gesprek om juridische procedures te voorkomen, want de overheid moet niet met de overheid
gaan procederen. Ik kan nog een schriftelijke laatste stand van zaken sturen aan de
Kamer. Dat lijkt me misschien wel goed. Dat zeg ik toe. We gaan er natuurlijk alles
aan doen niet in proceskosten te verzanden. We moeten hier onderling uitkomen.
De voorzitter:
Dank u wel. Als eerste ga ik naar mevrouw De Vries van de VVD.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Dank aan de Minister. Mooi dat hij ook aandacht heeft voor de motie-Peter de Groot
over het baggeren. Ik zal die maar even noemen.
Mijn vraag gaat over de haven van Terschelling. Ik weet dat het Waddenfonds natuurlijk
een aangelegenheid van de partijen is. Mijn vraag ging vooral over het vinden van
een gezamenlijke oplossing voor gemeente, provincie en Rijk voor de haven van Terschelling.
Ik hoop dat de Minister eens daar ter plekke gaat kijken. Je ziet nu dat de aanlanding
van de veerboot op het stuk van Rijkswaterstaat ongeveer een meter hoger ligt en dat
het daarna veel lager wordt. Als het een beetje tegenzit, zal het in de toekomst zo
zijn dat je nog wel bij de aanlanding van de veerboot kunt komen, maar niet verder
het eiland op. Ik vind dat we daar oplossingen voor moeten vinden. Ik weet dat er
in het verleden afgekocht is, maar de vraag is of dat wel realistisch is geweest,
want het was wel een beetje slikken of stikken, althans, zo heb ik het genoemd. Ik
denk dat dat ook een beetje geldt voor Oudeschild, want deze klus wordt bij erg kleine
gemeenten met de begroting die ze hebben, neergelegd. Ik zou graag willen kijken hoe
we dit met elkaar kunnen oplossen, zodat we ook niet op Terschelling in juridische
procedures tegenover elkaar zullen staan. Misschien kan de Minister dit meenemen in
de brief over Oudeschild, die hij toegezegd heeft. Kan hij daarin de haven van Terschelling
meenemen?
Minister Madlener:
Dat lijkt me een prima suggestie. Ik ben graag bereid om hier aandacht aan te besteden
en u per brief hierover te informeren.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan ga ik naar mevrouw Chakor.
Mevrouw Chakor (GroenLinks-PvdA):
Ik hoop dat in het verhaal in ieder geval het evenwicht tussen alle activiteiten goed
is overgekomen, dus hand en hand, samen met de inwoners, de eilanders, en daarnaast
de natuur. Ik heb inderdaad gevraagd naar de volgordelijkheid met betrekking tot de
nieuwe concessie, ook om te voorkomen dat we onomkeerbare stappen zetten. Als we nu
bijvoorbeeld gaan aanbesteden, dan zou het kunnen zijn dat we weer hetzelfde krijgen,
maar misschien wel voor meer geld, waardoor inwoners meer moeten gaan betalen. Bovendien
hebben we dan geen oplossing voor het baggeren. Dat lijkt me ook een vorm van stilstand.
Daarnaast zie ik in het plan van Ameland dat het eiland heel graag wil verduurzamen.
Ameland komt met een mobiliteitsplan met bijvoorbeeld 30% minder autoverkeer. Dat
biedt ook kansen. Ik vraag de Minister dus ook of hij misschien kan toezeggen dat
we echt een overzicht krijgen, misschien in een brief, van wat er nu te komen staat
en wat we nu aan het doen zijn. Hij had het over gesprekken over de mogelijkheden
met betrekking tot misschien wel geen of juist wel lichtere boten. Zo krijgen we in
ieder geval een overzicht van wat er is, wat we gaan doen en wat de toekomstplannen
zijn.
Minister Madlener:
Als je gaat aanbesteden, moet voor de ondernemers die daarop inschrijven natuurlijk
helemaal helder zijn wat er gevraagd wordt. Hoe onzekerder dat is, hoe meer risico's
zo'n aanbesteding gaat bieden. Het gaat ook niet om de vraag óf er verduurzaamd gaat
worden, maar wanneer. Dat moet je op een goed moment doen. Voor mij staat het niet
achteruitgaan van de bereikbaarheid voorop. We moeten bij de aanbesteding zorgen voor
helderheid voor de ondernemers, want het moet niet zo zijn dat zo'n aanbesteding mislukt,
omdat er te weinig inschrijvingen komen. Ook die kans bestaat natuurlijk als je het
te lastig maakt.
Met het opnemen van allerlei voorwaarden tijdens de concessieperiode moeten we ook
voorzichtig zijn. Ik begrijp de wens van het elektrificeren van de veerdiensten. Dat
zal zeker een keer gaan gebeuren, maar de vraag is of we dat nu al moeten doen. Je
moet het doen op het moment dat het voordelen biedt, ook voor de kosten en de betaalbaarheid.
De boten die er nu zijn, zijn nog niet allemaal afgeschreven. We moeten echt goed
opletten dat we niet allerlei eisen opnemen die leiden tot meer kosten. Maar goed,
daar gaat de Staatssecretaris straks op in.
De voorzitter:
Mevrouw Chakor, heeft u nog andere interrupties? Nee, dan ga ik naar de heer Heutink.
De heer Heutink (PVV):
Dank aan de Minister voor de beantwoording. Hij gaf net aan het begin aan dat hij
een verslechtering van de bereikbaarheid niet gaat toestaan. Dat klinkt ons natuurlijk
als muziek in de oren, want dat vinden wij ook. Tegelijkertijd zien we wel dat er
al een verslechtering van de bereikbaarheid is toegestaan. Het zal niemand verbazen
dat ik dan begin over de watertaxi bij Ameland. Die kan niet meer varen in de nacht
vanwege natuurregels. Als de Minister zegt dat hij het verslechteren van de bereikbaarheid
niet toestaat, is mijn vraag of hij met die instelling in ieder geval met een oplossing
komt voor die watertaxi.
Minister Madlener:
Ja, daar ben ik druk mee bezig. Ik heb een gesprek gevoerd met de watertaxiondernemer,
die hier zijn diensten heeft gestaakt. Er is een verschrikkelijk ongeluk gebeurd.
Ik heb gesproken met de nabestaanden. Ik heb de nabestaanden ook beloofd dat we hier
qua veiligheid echt lessen uit gaan trekken. De OVV heeft natuurlijk een advies gegeven
en ik ben nu aan het kijken wat we wel kunnen doen, zonder de veiligheid in het geding
te brengen. Ik heb de motie dus gezien en ben aan het bekijken hoe we die gaan uitvoeren.
Ik snap de wens van de Kamer. Dat is ook een wens van de bewoners, want je wilt gewoon
naar de overkant kunnen varen. Als er maar 20 kilometer per uur kan worden gevaren
over het hele traject, dan is het gewoon niet aantrekkelijk voor ondernemers om die
dienst aan te bieden. Dat wordt te duur. De schepen zijn ook niet erg geschikt om
20 kilometer per uur te varen, maar we moeten wel ongelukken voorkomen. Ik ben dit
nu dus aan het bestuderen. Ik bekijk hoe we met alle veiligheidsuitdagingen die dit
heeft, toch tot een werkbare regelgeving kunnen komen. We gaan dus over deze wens
van de Kamer nadenken en erover spreken.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan ga ik naar de heer Soepboer.
De heer Soepboer (NSC):
Het gevaar is dat de Staatssecretaris hier wellicht nog wat over gaat zeggen bij de
concessies, maar dan doen we het maar dubbelop, want dit lijkt me een belangrijk onderwerp.
Mijn vraag aan de coördinerende Minister, in dit geval, gaat over de vaargeul, over
de bereikbaarheid. Het zou heel gek zijn als we bijvoorbeeld over de A4 zouden zeggen:
ja, het hangt even van de omstandigheden af hoeveel banen we openzetten en of we überhaupt
banen openzetten. Er zijn gewoon duidelijke afspraken over hoeveel banen op welk traject
enzovoort. Ik vraag de Minister dus of we niet gewoon afspraken zouden moeten maken
over de dimensies van de vaargeul.
Minister Madlener:
Nou, die afspraken zijn er. De breedte van de vaargeul is volgens mij vastgesteld,
en ook de diepte, maar er zijn ook omstandigheden. Dat geldt ook voor de A4. Als daar
een ongeluk gebeurt, dan kan de afspraak wel zijn dat die weg altijd open moet zijn,
maar kan het dus door omstandigheden gebeuren dat dit niet zo is. Dat is met een vaargeul
ook zo. Als er een zware storm is en de vaargeul dicht zit, dan hebben we op dat moment
een overmachtsituatie. Ik denk dat de eilanders daar wel aan gewend zijn. Iedereen
die uit dat gebied komt, weet wat een storm doet met de zeebodem en de duinen. Dat
kan best heftig zijn. Maar ik ben het er wel mee eens dat we zo veel mogelijk inspanning
moeten verrichten om die vaargeul zo optimaal mogelijk te houden. Een iets diepere
vaargeul die op breedte wordt gehouden, helpt natuurlijk, want die slibt minder dicht
en daardoor wordt die minder kwetsbaar. Dat is een optie die ik heel graag zou zien
en ik weet dat de heer Soepboer dat ook graag ziet.
De heer Pierik (BBB):
Ik borduur toch nog even voort op de vraag van de heer Heutink van zojuist over de
watertaxi. Ik ben blij dat de Minister dit aan het bestuderen is, maar in de motie
stond dat de Minister binnen zes weken een concrete oplossing zou moeten presenteren.
Die zes weken zullen op 25 februari afgelopen zijn. Gaat de Minister dat halen?
De voorzitter:
Minister, gaat u 25 februari halen? Dat is de makkelijkste vraag.
Minister Madlener:
Uh, ja. Ik houd natuurlijk ook van snelheid, maar we moeten hierbij ook zorgvuldig
zijn. Er ligt een belangrijk OVV-rapport. Dat kan ik niet negeren. Dat OVV-rapport
is helder, namelijk 's nachts sneller varen dan 20 kilometer per uur is niet verantwoord. Ik vind het dus moeilijk om te zeggen dat ik het
ga halen. Ik wil echt even goed bekijken wat we hier wel kunnen doen. Mijn ambitie
is om hier met een oplossing te komen, zodat de dienst van een taxi 's nachts wel
weer aantrekkelijk wordt. Ik ben dus in overleg, maar ik durf op dit moment niet te
zeggen dat ik 25 februari ga halen. Ik doe wel mijn best.
De voorzitter:
Zijn hiermee alle vragen voor deze ronde gesteld? Ik denk het. Mevrouw Chakor nog.
Mevrouw Chakor (GroenLinks-PvdA):
Volgens mij is er iets gezegd over de watertaxi, maar daarbij gaat het om veiligheid
en niet om natuur. Ik wilde even terugkomen op 30% minder autoverkeer uit het plan
van Ameland. Dat moet wat ons betreft gewoon de basis worden voor de aanbesteding.
Volgens mij gaf de Minister net aan dat hij daar niet eerder van heeft gehoord. Hoe
kan dat? In het vervolg daarop – dat is dus één vraag – wil ik weten of het BO MIRT
dit najaar niet te laat is voor een gezamenlijk bereikbaarheidsplan.
Minister Madlener:
Kijk, er speelt een aantal zaken. Mevrouw Chakor wil die graag in een soort totaaloverzicht
zien. Ik kan de Kamer wel een overzicht sturen, want dan weet zij precies wat er speelt
en wanneer. Daar kan ik wel een poging toe wagen. Over minder autoverkeer op Ameland
kan ik zeggen dat het natuurlijk niet niks is als je daar afhankelijk van bent. Dat
geldt ook voor toeristen. Het heeft allerlei gevolgen voor mensen, dus ik wil daar
toch heel voorzichtig mee zijn. We nemen alle wensen van Ameland mee, maar ik ga daar
nu helemaal geen toezegging over doen. Voordat ik hier iets over ga zeggen, wil ik
eerst weten of dit echt breed gedragen wordt.
De voorzitter:
Heeft u nog een interruptie, want anders gaan we door naar het volgende blokje? Mevrouw
Chakor, gaat uw gang.
Mevrouw Chakor (GroenLinks-PvdA):
Natuurlijk heb ik heel veel interrupties, maar ik zit ook te tellen, omdat ik op deze
manier minder overhoud voor de andere bewindspersonen. Dat komt neer op mijn een eerste
ordevoorstel, want dit is lastig en complex.
Er wordt nu gezegd dat er een overzicht komt met betrekking tot wat er gebeurt. Ik
kom echter toch weer terug op het integrale plan. Het plan van Ameland is volgens
mij heel erg helder. Dat eiland geeft gewoon aan: wij willen die slag, wij willen
30% minder autoverkeer. Het is heel vreemd dat de Minister niet weet dat dit er is
en dat hij nu aangeeft dat hij er misschien niets mee gaat doen. Kan de Minister toezeggen
dat hij dit echt meeneemt? Kan hij dan misschien ook een overzicht sturen van de afspraken,
van de personen met wie hij heeft gesproken, van wat de eilanders willen, voordat
we een plan van eisen gaan maken? Anders zetten we ons vast in een langjarig huwelijk
en we willen natuurlijk niet dat we straks ook nog een scheiding moeten meemaken met
grote gevolgen qua kosten die we moeten betalen.
Minister Madlener:
Ik heb net al gezegd dat de wens van de eilanders zelf zwaar weegt in wat we hier
gaan doen. Er zijn ook allerlei participatietrajecten die we gaan doorlopen. Ik luister
heel goed naar de wens van Ameland. U roept hier: 30% minder autoverkeer. Als heel
Ameland mij verzoekt om dat te doen, dan wil ik daar natuurlijk rekening mee houden.
Dat zou ook gevolgen hebben voor de aanbesteding. Op dit moment kan ik dat nog niet
toezeggen. Ik ben er zelf nog niet van overtuigd dat dit de wens is van de Amelanders.
De voorzitter:
Dank u wel. Vervolgt u uw betoog met het blokje overig, alstublieft.
Minister Madlener:
Dan heb ik hier nog een vraag van mevrouw Chakor: wat gaan we doen met de aanbevelingen
van ABDTOPConsult over een gebiedsgericht fonds en kwartiermakers? Een onafhankelijk
gezaghebbend persoon gaat met de aanbevelingen uit rapport aan de slag. Samen met
de provincie heb ik vorig jaar een opdrachtomschrijving opgesteld. Die opdracht moet
vooral antwoord geven op de vraag wat redelijk en noodzakelijk is qua bekostiging.
Dan vraagt mevrouw De Vries van de VVD waarom de Waddenacademie wel onderzoek doet
naar de rechtspersoonlijkheid van de Wadden, maar niet naar de sociaal-economische
gevolgen. In het jaarlijkse werkplan van de Waddenacademie komen de onderwerpen uit
de agenda voor het Waddengebied 2050 zo gebalanceerd mogelijk terug. Het werkplan
wordt vastgesteld in het Bestuurlijk Overleg Wadden. In het Bestuurlijk Overleg Wadden
van afgelopen december is door de regio inderdaad aandacht gevraagd voor de sociaal-economische
impact. Gevraagd werd om die beter te verankeren in het werkplan 2025. U vraagt dat
en het is ook een wens uit het bestuurlijk overleg, dus daarom zijn begonnen met het
voeren van aanvullende gesprekken op dit punt.
Het Waddenfonds loopt af in 2026. Wat betekent dit voor de Waddenacademie, vraagt
mevrouw Chakor van GroenLinks-PvdA. De afweging over kennis en onderzoek wordt meegenomen
in het vervolg van ABDTOPConsult. Het streven is dat het Bestuurlijk Overleg Wadden
in juni 2025 een voorstel doet voor de structurele financiering. De financiering voor
de Waddenacademie voor 2027 heb ik afgelopen december toegezegd, dus die kan nog een
jaar vooruit.
Dan was er een vraag van Soepboer en Pierik van NSC en BBB – voor de goede orde: dat
zijn twee verschillende partijen die nog niet gefuseerd zijn – over de uitvoering
van de motie-Pierik over de watertaxi. Hoe staat het daarmee? De motie verzocht, zoals
ik net eigenlijk ook al heb gezegd, om met Amelandse watertaxiondernemer te kijken
naar praktische oplossingen. Een goede bereikbaarheid is belangrijk en de veiligheid
is natuurlijk even belangrijk. Ik heb dat net eigenlijk ook al gezegd. Ik kom binnenkort
met resultaten, maar ik weet niet of ik 25 februari haal. Ik ga mijn best doen.
Als laatste in dit blokje ga ik in op de Lange Jaap. De heer Krul heeft daarnaar gevraagd.
Eind 2023 is aangegeven dat renoveren en stabiliseren het voorkeurscenario is, maar
er zijn nog onzekerheden die ons beletten om tot een definitief besluit te komen.
Wel is besloten om verder te werken aan een definitief ontwerp voor de uitvoering
van het voorkeurscenario. Daaruit zou moeten blijken of het ook echt uitvoerbaar is.
Er moet dus nog besluitvorming plaatsvinden, maar ik hoop u zo snel mogelijk ervan
op de hoogte te stellen of renoveren of stabiliseren inderdaad uitgevoerd kan worden.
De heer Krul (CDA):
Ja, voorzitter ...
De voorzitter:
Meneer Krul, gaat uw gang.
De heer Krul (CDA):
O, excuses, excuses.
De voorzitter:
Jazeker, maar gaat uw gang. Ik weet dat dit u aan het hart gaat. Gaat u dus in goede
vaart door.
De heer Krul (CDA):
Ik ben uiteraard niet tevreden met dit antwoord en ik denk de Minister stiekem zelf
ook niet. Want hij geeft zelf al aan dat we in 2023 een voorkeursscenario hebben uitgesproken.
Het is nu jaren later en we hebben eigenlijk helemaal niks nieuws te melden. Dat kan
niet waar zijn. Stelt u zich eens voor dat we op die manier met de Domtoren of de
Martinitoren om zouden gaan. De Lange Jaap is eigenlijk gewoon het icoon voor de inwoners
daar. Die gaat iedereen aan het hart. Dit schiet gewoon niet op. Ik heb vernomen dat
de beslissing over renoveren of stabiliseren uiteindelijk in februari zou gaan vallen.
Ik wil echt aan de Minister vragen of hij in februari met een brief kan komen over
wat we nou gaan doen.
Minister Madlener:
Ja, en de heer Krul wil natuurlijk ook dat er een positief besluit staat in die brief.
Ik zal de Kamer hier zo snel mogelijk over informeren. Ik hoop dat nog in deze maand
te kunnen doen, maar dat hangt natuurlijk ook af van de status van dat besluit. Ik
kan dat op dit moment niet zeggen. Ik zal de Kamer informeren, maar ik zal dan niet
een briefje sturen waarin staat dat we nog geen besluit hebben genomen. We moeten
echt naar een keuze toe. Dat begrijp ik.
De heer Krul (CDA):
Laat ik het dan scherp formuleren: ook als het antwoord nee is. Ook als het antwoord
nee is! Op dit moment is de vuurtoren niet begaanbaar. Hij is afgezet. Als het stormt,
is de hele weg rondom de vuurtoren afgezet, want hij kan omvallen. Dat is al jaren
aan de gang. Als het antwoord is dat we het niet gaan doen, dan zijn we daar vervolgens
ontzettend kwaad over – dat kan ik u alvast meegeven – maar dan is er wel duidelijkheid.
Ik wil de Minister echt hiertoe aansporen en ik ben ook dankbaar dat hij de toezegging
doet om in ieder geval duidelijkheid te gaan verschaffen. Ik ben natuurlijk wel benieuwd
wanneer we die brief kunnen verwachten.
De voorzitter:
Minister, wanneer kunnen we die verwachten?
Minister Madlener:
Ik wil die brief sturen op het moment dat we het besluit kunnen nemen. Ik wil geen
procesbriefje sturen waarin staat dat we het besluit nog gaan nemen. Ik snap de wens.
De heer Krul wil zo snel mogelijk duidelijkheid: gaan we dat nou doen of niet? Ik
ga mijn best doen om dat deze maand nog te doen, maar als het iets later wordt, dan
zal ik dat even laten weten.
De voorzitter:
Wij noteren het op die manier. Zijn er nog andere leden die nog interrupties hebben
over het blokje overig? Nee, ze worden bewaard; hartstikke goed. Ik dank de Minister
voor de beantwoording voor nu. Dan geef ik graag het woord aan de Staatssecretaris
van Infrastructuur en Waterstaat. Gaat uw gang.
Staatssecretaris Jansen:
Dank u wel, voorzitter. Laat ik beginnen met te zeggen dat ik de Waddeneilanden goed
ken. Ik woon zelf niet op een eiland, in tegenstelling tot de Minister. Ik woon wel
onder zeeniveau, in een polder, dus ik heb wel enige affiniteit met water en de problematiek
die dat met zich mee zou kunnen brengen. Voor de fijnproever: 29 jaar geleden werkte
ik in het bedrijfsleven en toen heb ik een zaalvoetbaltoernooi gehad in het pittoreske
Blija. Dat was hartstikke leuk. Als goede gastheer hebben ze ons natuurlijk laten
winnen, dus wat dat betreft was dat een erg leuke bezigheid. Maar het was ook een
heel mooie omgeving. We hebben daar toen een weekend rond mogen kijken. Ik heb daarvan
genoten, zeg ik heel eerlijk. De Minister vraagt waar Blija ligt. Blija ligt vlak
bij het Waddengebied. Je kan het opzoeken op de kaart. Sorry voor de side step, voorzitter.
Ik zal teruggaan naar de inhoud.
De voorzitter:
Er groeit hier een bewindsliedenuitje naar Blija, hoor ik, dus dat komt helemaal goed.
Staatssecretaris Jansen:
Het ligt vlakbij Ferwerd en Holwerd volgens mij, als ik mij niet vergis.
De voorzitter:
Ik nodig u uit voor de beantwoording van uw blokje, Staatssecretaris.
Staatssecretaris Jansen:
Ja, voorzitter, ik ga door. Laat ik beginnen met de vragen. Ik heb van meneer Grinwis
van de ChristenUnie de vraag gehad of er nou echt geen alternatief is voor de concessietrammelant.
Ik snap die vraag. Alleen hebben wij ook gekeken wat dan een alternatief is. Dat zou
zijn om het over te laten aan de vrije markt. We hebben ook een marktanalyse uit laten
voeren. Daaruit kwam dat we het beste vervoersproduct kunnen realiseren met een concessie.
Ook vervoerders hebben daar een voorkeur voor. Die analyse vond in 2023 plaats. Op
grond daarvan is toen het besluit genomen om toch weer voor de concessie te gaan.
Dat wil overigens niet zeggen dat die concessie een star product is. Het is ook mogelijk
om een concessie op te stellen waarin enige flexibiliteit zit. Daar zal ik zo meteen
nog wat meer over zeggen.
Dan heb ik een vraag van de heer Soepboer van NSC en van de heer Krul van het CDA.
Ben ik het met NSC en het CDA eens dat de bereikbaarheid van de Waddeneilanden een
taak is van de overheid en dat we dus op termijn af zouden moeten zien van een concessie?
Welke mogelijkheden zie ik om de Waddenveren onder het ov onder te brengen? Op het
afzien van een concessie ben ik net al ingegaan. Dat is niet verstandig, gezien de
marktanalyse.
Dan de vraag of het mogelijk is om de Waddenveren onder het ov onder te brengen. Zoals
toegezegd ben ik onderzoek aan het doen naar de voor- en nadelen van het aanmerken
van de Waddenveren als openbaar vervoer. Dit gaan we ook zo spoedig mogelijk uiteindelijk
naar de Kamer sturen, als we daaruit zijn. Wel wil ik de uitkomsten van het onderzoek
eerst bespreken met de bestuurders. Het eerstvolgende bestuurlijk overleg met bestuurders
van de Wadden vindt in juni van dit jaar plaats. Daarna zal ik natuurlijk de Kamer
op de hoogte brengen van de uitkomsten daarvan.
Dan heb ik een vraag van de heer Heutink van de PVV. Kunnen we het als eis stellen
om een maatschappelijke bijdrage te leveren aan de eilanden? Er is rijksbreed beleid
voor social return. Daarmee wordt gestimuleerd dat een rederij een maatschappelijke
bijdrage levert, voornamelijk door keuzes in inkoop en inhuur, maar ook in het personeelsbeleid.
Andere belangrijke elementen zijn natuurlijk regionale binding en inspraakmogelijkheid
voor eilandgemeenten en hun bewoners. Dit alles wordt uiteindelijk uitgewerkt in het
programma van eisen. Op die manier proberen we dit dus vorm te geven.
Dan heb ik een vraag van de heer Pierik van BBB en van de heer Heutink van de PVV.
Ben ik bereid te garanderen dat de dienstregeling ondanks de reductie op alle dagen
van het jaar een minimale regeling aanbiedt die recht doet aan deze levensaderfunctie?
Met het minimumdienstregelingsniveau dat opgenomen is in de Waddenverenconcessie garandeer
ik dat er een minimale dienstregeling wordt aangeboden die recht doet aan deze levensaderfunctie.
Daarnaast mag per kwartaal maximaal 5% van de afvaarten meer dan tien minuten te laat
zijn en mag er maximaal 1% uitvallen, met uitzondering van overmacht. Dat zei de Minister
net natuurlijk ook. Hierover ga ik ieder kwartaal met de concessiehouders in gesprek.
Bij een overschrijding kan ik om een verbeterplan vragen. Op deze manier proberen
we dit te waarborgen.
Dan een vraag van meerdere Kamerleden, namelijk van de heer Heutink, van mevrouw Chakor
van GroenLinks-Partij van de Arbeid en van mevrouw De Vries van de VVD. Wordt er in
het programma van eisen een harde eis opgenomen om de Waddenveren tijdens de komende
concessieperiode te elektrificeren? Het korte antwoord is nee, want voor mij is de
focus in de komende concessie voor de Waddenveren op de betaalbaarheid en de dienstregeling
essentieel. Betrouwbaarheid, betaalbaarheid en bereikbaarheid: elektrisch varen mag
wat mij betreft niet ten koste gaan van deze elementen. In het programma van eisen
zullen geen belemmeringen worden opgenomen voor elektrisch varen, maar tegelijkertijd
ga ik tijdens deze concessieperiode niet verplichten om overal elektrisch te gaan
varen. Om dit mogelijk te maken – dat is ook de verklaring – moet er infrastructuur
aangelegd worden in drie havens en op drie eilanden. Voor deze infrastructuur is op
dit moment geen dekking. Ik kan ook niet eisen dat reders deze infrastructuur zelf
gaan realiseren, want dit zal uiteindelijk ten koste gaan van de betaalbaarheid. Daarom
doen we het niet op deze manier.
Een vraag van de heer Grinwis, ChristenUnie: hoe verhoudt de opgave voor elektrificatie
zich tot de nog jaren voortslepende netcongestie, voor de keuzes die de komende tijd
moeten worden gemaakt met het oog op de nieuwe concessie? De duur van de concessie
staat nog niet vast. Voor de elektrificatie is er aanleg van infrastructuur nodig
in drie havens en op drie eilanden, zoals ik net zei. Die kan pas worden aangelegd
wanneer de netcongestie hier is opgelost. Provincies en netbeheerders zijn ervan op
de hoogte dat zij de opgave van elektrificatie mee kunnen nemen in de toekomstige
plannen voor de versterking van het elektriciteitsnet, maar dat is natuurlijk wel
bepalend voordat hiertoe een besluit kan worden genomen.
Kan ik doorgaan met de vragen? Ik zag namelijk een hand tussendoor. Ik ga door. Dank,
voorzitter. Een vraag van mevrouw De Vries van de VVD: hoe wordt de vaargeul qua diepte
en breedte meegenomen in de veerconcessies? De dimensies van de huidige vaargeul zijn
vastgelegd in het Nationaal Water Programma 2022–2027 en in het Natura 2000-beheerplan
Waddenzee. Het uitgangspunt is dat in de nieuwe concessie een verwijzing naar deze
documenten wordt opgenomen. Dit werk ik momenteel uit in het ontwerpprogramma van
eisen.
Dan heb ik een vraag van de heer Soepboer, de heer Grinwis en mevrouw De Vries, dus
NSC, ChristenUnie en VVD. Hoe zou uitstel met een jaar of vijf eruit kunnen zien?
Is verlenging van de huidige concessie een mogelijkheid? Of moet er een nieuwe concessie
voor vijf jaar komen, als een soort tussenconcessie met het huidige materiaal? Er
is eigenlijk gevraagd naar een veelheid aan opties. Zoals wij in de nota van uitgangspunten
hebben aangegeven, houd ik inderdaad de optie open van een kortdurende concessie voor
de Waddenveren-Oost. Dat overweeg ik overigens niet voor de Waddenveren-West. Daar
wil ik heel duidelijk in zijn. De huidige concessie voor de Waddenveren-Oost heeft
een duur van vijftien jaar. Dat is de maximale duur van deze concessie. De concessie
kan vanwege juridische redenen niet verlengd worden, maar het is wel mogelijk om een
kortdurende nieuwe concessie te verlenen voor bijvoorbeeld vijf jaar. De huidige concessie
kunnen we dus niet verlengen, maar we kunnen wel een nieuwe concessie verlenen voor
een kortere periode. Een andere optie is om in de nieuwe concessie een flexibiliteitsbepaling
op te nemen. Daar zei ik net al iets over in een eerdere beantwoording van een vraag.
Dan heb ik een vraag van de leden Soepboer, Grinwis en Heutink: ben ik bereid om budgetneutraliteit
als eis los te laten? Is die eis sowieso niet raar, want dat doen we bij ov-concessies
toch ook niet? De huidige concessie voor de Friese Waddenveren wordt geëxploiteerd
zonder rijksbijdrage. Er is op dit moment wat ons betreft geen aanleiding om aan te
nemen dat dit bij de nieuwe concessie niet mogelijk zou zijn. Binnen de huidige begroting
is er, zeg ik heel eerlijk, geen geld beschikbaar om eventueel een subsidie te verlenen
voor de nieuwe concessie. Voor eilandbewoners zijn deze veerverbindingen natuurlijk
een essentiële publieke voorziening. Dat snappen we. Dat hebben we ook meerdere keren
aangegeven. Daarom zullen we ook in de nieuwe concessie vastleggen dat er voor hen
een significante korting komt.
Een vraag van de heer Soepboer van NSC. De tarieven van de veerdiensten gaan stijgen.
Wat ga ik hieraan doen? De rederijen hebben natuurlijk te maken met hogere kosten,
onder andere door stijgende personeelskosten maar ook door inflatie. Mijn ministerie
stelt jaarlijks het percentage vast waarmee de tarieven maximaal mogen stijgen. Dit
gebeurt op basis van een index die is vastgelegd in de concessie. Beide rederijen
blijven met de voorgestelde tariefstijging, hoewel die inderdaad hoog is, wel binnen
de in de concessie vastgestelde kaders.
Dan heb ik een vraag van de heer Heutink, PVV: «Het verhogingsplafond tarieven is
een vrijbrief om tarieven te blijven verhogen. Elke tariefstijging moet vooraf goedkeuring
hebben van het kabinet. Graag een reactie.» Een potentiële concessiehouder moet voorafgaand
aan de start van de nieuwe concessie weten hoe de jaarlijkse maximale tariefstijging
wordt bepaald, want hij moet natuurlijk weten waar hij aan toe is. Anders komt de
succesvolle aanbesteding in gevaar. Het is nu al wel zo dat het kabinet het tarief
jaarlijks vaststelt. Dat moet passen binnen de kaders die zijn vastgelegd in de concessie,
zoals ik net heb aangegeven.
Een vraag van de heer Grinwis, van de ChristenUnie: waarom zijn de Bikkergelden niet
gebruikt om de prijsstijging van deze kaartjes te dempen? 8,9% voor het veer versus
0% voor de bus is toch wel een erg fors verschil. De Bikkergelden zijn middelen die
de Kamer ter beschikking had gesteld waarmee prijsstijgingen in het ov voorkomen konden
worden, waardoor een kaartje voor de trein of bus niet duurder werd door inflatie
of stijgende brandstofprijzen. Echter, er waren geen middelen voor de Waddenveren,
omdat de motie enkel ging over openbaar vervoer en de Waddenveren niet zijn aangemerkt
als openbaar vervoer. We zijn momenteel wel aan het onderzoeken, zeg ik erbij, wat
de voor- en nadelen zijn van het geven van een ov-status aan de Waddenveren. Dit zal
ik op korte termijn met de Kamer delen. Dat zal ik voor de zomer doen, voeg ik eraan
toe. Dat scheelt weer een vraag.
De voorzitter:
Sorry, Staatssecretaris, ik onderbreek u even, want ik heb mevrouw Chakor nu een paar
keer verbaasd zien kijken waarom zij geen interruptie mag plegen, maar aan het begin
van de eerste termijn van het kabinet hebben we afgesproken dat we de interrupties
aan het einde van de blokjes doen. Dat heeft ermee te maken dat interrupties, terwijl
ze zo kostbaar zijn, vaak opgebrand worden aan vragen die nog beantwoord gaan worden
in het blokje. Het heeft dus een beetje met efficiëntie te maken. Bovendien hebben
we nog maar drie kwartier. Ik heb u opgeschreven als eerste lid dat straks mag interrumperen,
want ik heb gezien dat u uw hand heeft opgestoken, maar we maken het blokje even af.
Staatssecretaris Jansen:
Ik ben ook bijna aan het einde van het blokje, voorzitter. Ik heb nog vier vragen
liggen en dan kunnen we met elkaar het gesprek aangaan.
De leden Soepboer, Pierik en Chakor vroegen hoe ik invulling heb gegeven aan de motie
van onder anderen Pierik, Soepboer en Heutink ook, volgens mij over inspraak voor
de gemeenten. Over die motie ging het. In de motie wordt de regering verzocht om bij
het opstellen van het programma van eisen te voorzien in een zwaarwegend adviesrecht
voor de eilandgemeenten, voorafgaand aan en tijdens de concessieperiode, waar alleen
gemotiveerd van mag worden afgeweken. Dat is het dictum van de motie. Aan het adviesrecht
voorafgaand aan een concessieperiode wordt invulling gegeven door adviessessies en
een openbare consultatie over het conceptprogramma van eisen. Aan het adviesrecht
tijdens de concessieperiode wordt invulling gegeven door dit adviesrecht op te nemen
in het programma van eisen en daarbij aan te geven dat hier alleen gemotiveerd van
afgeweken mag worden. Op die manier proberen we dat te borgen.
Dan een vraag van de heer Pierik, van BBB. In hoeverre is er bij de openbare consultatie
specifiek aandacht besteed aan de inbreng van ondernemers en bedrijven van de Waddeneilanden?
Zijn er aparte sessies voor overleg georganiseerd of is men enkel via algemeenoverlegstructuren
meegenomen? De ondernemers en andere belanghebbenden konden inbreng leveren voor de
nota van uitgangspunten voor de nieuwe concessie via de openbare consultatie. Alle
inbreng hebben we gewogen, zowel die van de ondernemers als die van andere belanghebbenden,
zoals decentrale overheden, consumentenorganisaties, bewoners en frequente bezoekers
van de eilanden. IenW heeft ook informatiebijeenkomsten over de consultatie gehouden
op de eilanden en het vasteland. Die stonden open voor alle geïnteresseerden, dus
ook voor de ondernemers. In een eerder stadium heeft IenW ook ambtelijk een werksessie
gehouden met verschillende organisaties over de nota van uitgangspunten. Daar was
ook een vertegenwoordiging van de ondernemersorganisatie aanwezig. Op die manier hebben
we dat dus vormgegeven.
Dan een vraag van de heer Krul, CDA, en de heer Soepboer, NSC. Kunnen de verbindingen
en scholierenbootjes tussen Vlieland en Terschelling worden aangemerkt als publiek
belang? Natuurlijk zie ik het belang daarvan, maar ik wil dit niet in de nieuwe concessie
opnemen, omdat er zwaarwegende juridische risico's aan kleven. Op dit moment verzorgt
de huidige rederij in samenspraak met de eilanden een scholierenboot. Als deze taak
wordt toegevoegd aan de nieuwe concessie, zou dat de zittende rederij in de aanbesteding
bevoordelen, omdat deze die kleine schepen al heeft. Daarmee is er geen gelijk speelveld
en dat brengt een eerlijke aanbesteding in gevaar. Ik zal de nieuwe vervoerder er
uiteraard toe oproepen om, net als nu, samen met de eilanden een scholierenboot te
verzorgen. Het heeft dus te maken met juridische perikelen en onbedoeld voordeel voor
de huidige concessiehouder.
Voorzitter. Ik heb nog twee vragen liggen. De eerste is van de heren Heutink en Pierik,
van PVV en BBB. We verwachten dat TSM de personeelstekorten op orde gaat brengen en
de geschrapte afvaarten terugbrengt in de dienstregeling en we verwachten dat de Staatssecretaris
hierop toe gaat zien en ervoor zorgt dat het goedkomt met die minimumdienstregeling,
zeiden zij. In de concessie staat, zoals ik net al zei, de minimale dienstregeling
waaraan rederijen moeten voldoen. De vervoerplannen worden onder andere daarop jaarlijks
getoetst. Ik begrijp natuurlijk wel de zorgen van de leden. Ik begrijp echter ook
dat Doeksen een bepaalde minimale vervoersvraag nodig heeft om diensten te varen om
financieel gezond te blijven. Daarmee is de minimale dienstregeling wel gegarandeerd.
Maar het heeft dus wel twee kanten, waarbij inderdaad een minimale frequentie nodig
is om überhaupt financieel uit te kunnen.
Dan de laatste vraag: kan de Staatssecretaris aangeven hoe er in de nieuwe dienstregeling
rekening wordt gehouden met de benodigde capaciteit voor goederenvervoer? Hoewel de
concessie voor de Waddenveren het exclusieve recht voor personenvervoer en niet voor
goederenvervoer betreft, is vervoer van goederen op de schepen van reguliere dienst
wel toegestaan. We vragen jaarlijks de vervoersplannen op voor een beschrijving van
de wijze waarop de concessiehouders het vervoer van goederen, naast het personenvervoer,
gaan afwikkelen. Volgens de vervoersplannen verzorgt Doeksen het goederenvervoer via
haar zusteronderneming met een vrachtcatamaran. Wagenborg vervoert daarnaast vracht
op reguliere dienst en werkt nauw samen met transportbedrijven, aannemers en dergelijke
partijen om het vervoer van goederen zo goed mogelijk te laten verlopen. Zij zetten
een extra afvaart in als het schip vol dreigt te raken. Op die manier proberen ze
daar invulling aan te geven.
Dat is het einde van mijn beantwoording.
De voorzitter:
Ik dank u voor de beantwoording en ik ga direct door naar mevrouw Chakor, voor haar
laatste interruptie.
Mevrouw Chakor (GroenLinks-PvdA):
O, voorzitter, u ziet dat ik ervan schrik dat het mijn laatste is. Ik dacht dat ik
twee vragen aan Minister Madlener had gesteld. Dan doe ik er eentje nu en dan hou
ik er nog eentje over voor het laatst. Maar het is wat het is; dan zal ik het op een
andere manier doen.
Ik ga naar mijn vraag. De Staatssecretaris begon zijn voorlezen met: we gaan niet
elektrificeren; daar doen we niet aan mee. Ik vind dat wel heel erg top-down. We hebben
volgens mij allemaal zo'n overzicht gekregen met betrekking tot het transitiepad elektrificatie.
De provincies Groningen, Friesland en Noord-Holland zeggen er allemaal ja tegen om
dat op te nemen in het programma voor het plan van eisen, zowel de Statenleden als
de raadsleden, terwijl de Staatssecretaris en de Minister gewoon nee zeggen. Hoe gaat
u dat uitleggen aan iedereen die hier nu naar luistert of kijkt? Ik hoop echt dat
de Minister of de Staatssecretaris hier goed naar gaat kijken en dit punt meeneemt,
in ieder geval het transitiepad elektrificatie.
Staatssecretaris Jansen:
Volgens mij heb ik net in mijn beantwoording gezegd dat voor mij bereikbaarheid en
betaalbaarheid op één staan. Dat is mijn uitgangspunt. Het is niet zo dat ik daarbij
geen oog heb voor andere belangen. Elektrificatie heb ik niet uitgesloten. Ik heb
alleen gezegd: daar zitten een aantal haken en ogen aan. Ik heb het gehad over netcongestie
en over de drie havens waar we naar moeten kijken. Dat zijn een aantal aspecten die
belemmeren dat we het nu opnemen als eis. Voor mij blijven bereikbaarheid en betaalbaarheid
de primaire eis die ik stel, maar ik heb ook oog voor andere belangen. In de toekomst
kan het wel degelijk op die manier worden vormgegeven. Maar we zitten ook – dat zei
de Minister volgens mij ook al – met de huidige boten, die nog niet helemaal zijn
afgeschreven. Dan kom je voor een commercieel dilemma te staan, want wanneer moet
die vervanging dan plaatsvinden?
De voorzitter:
Dank u wel. Dan ga ik naar de heer Heutink, van de PVV.
De heer Heutink (PVV):
Wij zijn harstikke blij dat de Staatssecretaris niet meegaat in al die gekkigheid
ten aanzien van de verplichting om te elektrificeren en dat hij de betaalbaarheid
en de bereikbaarheid van alle eilanden wel hoog in het vaandel heeft staan. Hartstikke
goed!
De vraag die ik heb, gaat over het verhogingsplafond. Ik begreep niet gek veel van
het antwoord dat de Staatssecretaris net voorlas. Ik wil eigenlijk het volgende weten.
We hebben die tariefstijging van 4% en ja, dat mag volgens de concessie, maar op basis
van welke voorwaarden of eisen stelt de Staatssecretaris dat dan vast? Is er ook een
kans om te zeggen: nee, dat gaan we nu niet doen, want de inflatie is maar 1,2%? Laten
we hopen dat dat volgend jaar zo is. Kan dat ook een argument zijn voor de Staatssecretaris
om volgend jaar te zeggen: we gaan dit nu niet doen?
Staatssecretaris Jansen:
Er moet natuurlijk wel een gerede grond zijn voor de prijsverhoging. Op het moment
dat die er niet zou zijn – dat kan bijvoorbeeld zo zijn als de inflatie over twee
jaar niet zoals nu drie komma zoveel procent is maar misschien 1,2% – zou het wel
heel raar zijn als er een maximale tariefverhoging gaat plaatsvinden. Daar hebben
we dus wel een gesprek over. Ze moeten onderbouwen waarom zij tot dit soort tarieven
komen.
De heer Heutink (PVV):
Dat is duidelijk. Dan wil ik het nog even hebben over TSM en Rederij Doeksen. Volgend
jaar gaan ze 355 afvaarten afschalen. Ik hoorde de Staatssecretaris zeggen dat dit
een financiële reden heeft. Maar in de vervoersplannen die TSM heeft ingediend, staat
letterlijk dat er een personeelstekort is. Omdat de boten die ze gaan schrappen grotendeels
leeg zijn, willen ze ook niet meer dan nodig schadelijke emissies uitstoten. Dat waren
volgens TSM de redenen om die afvaarten te gaan schrappen. Die hebben dus niets te
maken met financiën. Volgens mij kunnen we het oplossen door samen met Doeksen te
bekijken hoe we die personeelstekorten kunnen oplossen. Dan bestaat er wat ons betreft
geen enkel argument meer om die afvaarten niet gewoon weer op te nemen in de dienstregeling.
Kan de Staatssecretaris toezeggen dat hij daar met TSM naar gaat kijken?
Staatssecretaris Jansen:
Ik ga daar zeker met TSM naar kijken, want voor ons was met name het personeelstekortargument
het belangrijkst. Op het moment dat daar een andere invulling aan kan worden gegeven
waardoor dat argument niet meer valide is, gaan we natuurlijk bekijken wat dat uiteindelijk
betekent voor de toename van het aantal vaarten.
De voorzitter:
Dan ga ik naar mevrouw De Vries voor een interruptie.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik heb een vraag over de concessie. Er moet een vertaling plaatsvinden in het programma
van eisen. Ik had in de eerste termijn naar de betrokkenheid van de Kamer daarbij
gevraagd, want ik vind dat wij daar tijdig bij betrokken moeten worden. Ik had ook
heel concreet gevraagd om een aantal dingen vast te leggen richting de concessie.
Dat zou betekenen dat ze in het programma van eisen opgenomen moeten worden. Ik doel
dan op de vaargeuldiepte, betaalbaarheid, een frequentieadviesrecht voor de eilanders
en ook de financiële transparantie van de reders, want ik vind dat echt wel een punt,
net als de plafonds in de stijgingen. Ik heb daar nog geen heel duidelijk antwoord
op gekregen, maar ik zou dat toch wel graag willen. Anders ben ik genoodzaakt om dat
straks in een motie vast te leggen. Ik voorkom dat liever. Ik ben blij als de Staatssecretaris
het gewoon kan toezeggen.
De voorzitter:
Ja, helder.
Staatssecretaris Jansen:
Klopt. Die vraag is specifiek zo gesteld. Ik had ’m ook genoteerd met alle verschillende
aspecten die mevrouw De Vries noemde. Wij zullen in het najaar hiermee terugkomen
richting de Kamer. Want ik ben het met u eens dat er duidelijkheid moet zijn over
al die aspecten. Transparantie is daarin zeker ook heel belangrijk.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Dan ga ik ervan uit dat er, voordat dit vastgesteld wordt, een concept aan ons voorgelegd
wordt.
Een tweede punt, voorzitter. Ik moet heel eerlijk zeggen dat ik geen bal begrepen
heb van het punt over de scholierenboot en de verbinding tussen Vlieland en Terschelling.
Ik kan me misschien voorstellen dat u zegt: ik wil het niet per se. Maar ik denk niet
dat het een nadeel of voordeel zou zijn voor degene die het momenteel uitvoert. Ik
snap best dat het kostenverhogend kan zijn als je dat opneemt in de concessie, maar
je zou het erin kunnen meenemen. Bij de concessieverlening kunnen er bijvoorbeeld
extra punten voor gescoord worden. Je zou kunnen zeggen: dan krijg je een paar bonuspunten
en kom je beter uit de aanbesteding. Ik snap het antwoord dus eigenlijk helemaal niet.
Staatssecretaris Jansen:
Kijk, voor ons staat bovenaan dat het speelveld eerlijk moet zijn. De huidige concessiehouder,
maar ook andere eventuele concessiehouders, moeten in een gelijk speelveld kunnen
meedingen naar de aanbesteding. De huidige reder heeft al een boot. Op het moment
dat wij deze eis voor de scholierenboot opnemen, heeft die dus een onevenredig voordeel.
Anderen hebben die boot immers niet. Dat is de beweegreden erachter.
De heer Soepboer (NSC):
Ik heb heel veel vragen, maar ik ga eerst maar even door op dit punt. Je zou natuurlijk
ook anders kunnen redeneren, namelijk: we zetten het in de concessie en iedereen kan
daarop inschrijven, dus ze zouden dat vervoer ook moeten regelen. Dan maakt het niet
uit of ze wel of geen boot hebben. Dan moeten ze er gewoon een boot bij kopen. Je
stelt van tevoren een programma van eisen op, waarin je vaststelt wat je wilt. Dan
is het aan iedereen om daarop in te schrijven. Je kunt dan dus niet redeneren vanuit
de huidige situatie, zo van: ze hebben al een boot, dus mogen we niks veranderen aan
de concessie want dan zou het speelveld oneerlijk worden. Dat slaat wat ons betreft
nergens op. Mevrouw De Vries heeft het over bonuspunten. Ik wil verder gaan: ik wil
niet over bonuspunten praten maar wil gewoon dat het in de concessie komt.
Staatssecretaris Jansen:
Ik zal er in de tweede termijn op terugkomen, want ik wil de Kamer hiervan proberen
te overtuigen. Als u mij kunt overtuigen, sta ik daar natuurlijk ook voor open, zeg
ik heel eerlijk.
De voorzitter:
Meneer Soepboer, uw laatste interruptie.
De heer Soepboer (NSC):
Nou, daar gaan we zeker gebruik van maken. Ik had de Staatssecretaris eigenlijk willen
vragen, zeker gezien zijn mantra «bereikbaarheid en betaalbaarheid», of hij wist wat
een retourtje kost vanaf een van de eilanden, bijvoorbeeld met een auto. Maar daar
zie ik nu maar even van af, want ik begrijp ook dat het een flauwe vraag is. Ik wil
er wel aandacht voor vragen dat de kosten al heel hoog zijn. U zegt: ik wil de budgetneutraliteit
niet loslaten. U zegt ook: er is geen geld. Daar heb ik begrip voor. Maar gisteren
zaten we in een debat over de regio's. Daarin was «elke regio telt» het mantra. Minister
Uitermark zei in dat debat ook: trek bij elk commissiedebat waar dat kan de NPVR-kaart,
het Nationaal Programma Vitale Regio's. Ik wil u toch nog eens uitdagen om in het
licht van de «elke regio telt»-gedachte te bekijken wat u kunt doen aan de budgetneutraliteit
en het wellicht verlagen van kosten voor de mensen die elke dag gebruik moeten maken
van deze veerdienst. Ik heb het dus niet zozeer over de toerist maar over de mensen
die woonachtig zijn in dit gebied.
Staatssecretaris Jansen:
Volgens mij komt juist de inzet op korting voor eilandbewoners hieraan tegemoet. Maar
natuurlijk is het niet te verkopen, zeg ik kijkend naar het hoofdlijnenakkoord en
elke regio telt, dat de situatie hier onevenredig zou zijn. We kijken er dus scherp
naar, maar ik zeg ook wel heel eerlijk: ik heb het budget niet. Dat is de reden waarom
we in deze situatie zitten. Als de Kamer daarover wil meedenken, dan nodig ik de Kamer
daar bij dezen ook voor uit.
De voorzitter:
Ik hoor een open uitnodiging. Dank aan de Staatssecretaris. Dan geef ik nu graag het
woord aan de Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur;
een hele mondvol.
Staatssecretaris Rummenie:
Ja, het is een mondvol, voorzitter. Vandaag spreken we over een van de meest bijzondere
natuurgebieden van Europa. We spreken over een plek die niet alleen velen raakt met
haar schoonheid, maar die ook van onschatbare waarde is voor onze biodiversiteit,
onze economie en onze toekomst. Het Natura 2000-gebied de Waddenzee is met een UNESCO-status
ook Werelderfgoed. De Waddenzee is een belangrijke rustplaats voor trekvogels uit
alle windstreken en een kinderkamer voor vissen. De getijdenbeweging, uitgestrekte
kwelders en rijke biodiversiteit maken het tot een bijzonder kustlandschap.
Maar de Waddenzee is meer dan natuur alleen. Met het multifunctionele karakter is
ze een bron voor velen: voor vissers, voor de toeristische sector, voor bewoners en
voor de energiesector. De Waddenzee biedt de mens voedsel, zoals garnalen en mosselen,
recreatie, en ruimte voor ontwikkelingen, zoals kustbescherming, en aanlanding van
elektriciteit. Het kabinet streeft een nieuwe balans na tussen economie en ecologie.
Dit multifunctionele gebruik is daarbij een kracht maar ook een uitdaging.
Ik ga naar de vragen over visserij, voorzitter. De heer Pierik vroeg: kan de Staatssecretaris
aangeven hoe hij het gebruik door vissers van de Waddenzee kan borgen? Zoals u weet,
is visserij voor mij een topprioriteit. Mijn uitgangspunt is dat vissen op garnalen
en mosselkweek in de Waddenzee mogelijk moeten blijven. Ik werk hierbij samen met
de sector en natuurorganisaties. Voor garnalenvissers is het toekomstperspectief garnalenvisserij
hierbij van groot belang. Ik streef ernaar dit voor de zomer gereed te hebben. Daarnaast
ben ik voornemens om uiterlijk 1 juli 2025 een Wnb-vergunning af te geven voor het
vissen op garnalen. Voor de mosselzaadvisserij is er in 2009 een convenant gesloten.
Daar wil ik het bij laten.
De heer Grinwis, de heer Pierik en mevrouw De Vries hadden nog een vraag over het
toekomstperspectief van de garnalenvisserij. Zoals ik net al zei, werk ik samen met
alle betrokken partijen aan die toekomstvisie. Op het moment werkt een adviescommissie,
van de sector en natuurorganisaties, aan een advies dat ik zal gebruiken als input
voor de toekomstvisie. Voor de vissers die willen stoppen werk ik aan een vrijwillige
saneringsregeling. Deze regeling is op 24 januari voor prenotificatie ingediend bij
de Europese Commissie. Ik streef ernaar de toekomstvisie voor de zomer naar de Kamer
te sturen. Ik wil, mevrouw De Vries, uiterlijk 1 juli de vergunningverlening afgerond
hebben. De gesprekken met de Nederlandse Vissersbond verlopen op dit moment constructief.
Ik heb er alle vertrouwen in dat het dan voor elkaar zal zijn.
De voorzitter:
Dank u wel. Dat was uw eerste blokje, toch?
Staatssecretaris Rummenie:
Ja, dat was mijn eerste blokje.
De voorzitter:
Ik kijk even of er interrupties zijn. Dat is niet het geval.
Staatssecretaris Rummenie:
Het tweede blokje is UNESCO. Ik heb een vraag van de heer Grinwis: wanneer komt er
een herstelplan Werelderfgoed Waddenzee? Op 18 augustus 2024 is de Europese Natuurherstelverordening
in werking getreden. De natuurhersteldoelen in de Natuurherstelverordening hebben
betrekking op een breed scala aan ecosystemen, waaronder kust- en zoutwaterecosystemen.
Hier valt de Waddenzee dus ook onder. Uiterlijk 1 september 2027 moet Nederland een
natuurherstelplan indienen bij de Europese Commissie, met concrete maatregelen voor
de periode tot 2030, en met een strategische doorkijk naar de periode tot met 2050.
Er wordt al volop geïnvesteerd in het versterken van de natuur van de Waddenzee via
het integraal beheer van de Waddenzee, het nieuwe N2000-beheerplan, de Programmatische
Aanpak Grote Wateren en het beleidskader natuur Waddenzee.
Dan heb ik een vraag van mevrouw Chakor over UNESCO. Zij noemde de balans tussen natuur
en medegebruik en zei dat de cumulatieve druk te hoog is. Ze vroeg: ik begrijp dat
LVVN een planMER opstelt; wanneer kan de Kamer een tijdpad voor dit onderzoek verwachten?
De vraag is net al een beetje beantwoord. UNESCO heeft ons inderdaad verzocht om samen
met Duitsland en Denemarken een plan-milieueffectrapportage over de cumulatieve druk
op te stellen. Ik ben nog in gesprek met Duitsland en Denemarken over de opzet en
de planning van deze plan-milieueffectrapportage. Ik zal u hier rond de zomer over informeren.
Dan heb ik nog een vraag van mevrouw Chakor over de UNESCO-status van de Waddenzee.
Die speelt momenteel geen rol bij vergunningverlening. Hoe kunnen we dit verbeteren?
Hoe kunnen we bescherming geven aan outstanding values en hoe zouden we die beter
kunnen verankeren in bijvoorbeeld wetten en procedures? De Werelderfgoedstatus is
in 2009 verstrekt. Dat is trouwens inclusief alle activiteiten die op dat moment al
plaatsvonden. Dat belangrijk om te noemen. Medegebruik moet mogelijk blijven. Specifiek
voor het betrekken van OUV's is met Nederlandse steun een methodologie ontwikkeld:
het heritage impact assessment. Ik stimuleer initiatiefnemers om dit actief te gebruiken.
Dit is nu nog een toets naast de bestaande natuurvergunningverlening.
De Omgevingswet verplicht initiatiefnemers sinds begin dit jaar om ook aandacht te
hebben voor de OUV's van de Waddenzee. Momenteel lopen er heritage impact assessments
voor de dijkverzwaring op Schiermonnikoog en voor het programma aanlanding wind op
zee. De ervaringen met het heritage impact assessment zijn nog pril. We volgen het
actief en zullen er lering uit trekken voor de verbetering in de komende jaren. Met
de planMER kijken we uiteraard ook naar de cumulatieve impact. Zoals ik al zei, is
het mijn ambitie om voor de zomer partijen een formele duiding te geven over hoe er
beter aandacht gegeven kan worden aan outstanding universal values in de procedures.
Dan heb ik nog een vraag waar niet bij staat van wie die is. Wat is het tijdpad van
onze appreciatie van het advies van de Waddenacademie? De appreciatie van dit rapport
kost tijd, omdat het een omvangrijk rapport betreft en het over complexe materie gaat.
Over de appreciatie zal het kabinet in overleg treden met alle betrokken partijen.
In juni verwacht ik dit te kunnen doen. Ik verwacht deze appreciatie van het advies
rond de zomer met uw Kamer te delen.
Dan heb ik het beleidskader natuur Waddenzee.
De voorzitter:
Vervolgt u uw beantwoording.
Staatssecretaris Rummenie:
Er was een vraag van de heer Krul over de impact van toerisme op de natuur en over
de hulp voor Schiermonnikoog bij concrete acties. Welke mogelijkheden ziet de Staatssecretaris?
Het multifunctionele gebruik van de Waddenzee is een kracht, maar ook een uitdaging,
zoals ik al eerder zei. Alleen een robuust en veerkrachtig ecosysteem blijft mogelijkheden
bieden aan de economie en de leefbaarheid. Met het beleidskader natuur Waddenzee geven
we ondernemers en gebruikers van de Waddenzee duidelijkheid over welke activiteiten
onder welke voorwaarden op lange termijn mogelijk zijn. Op basis van de best beschikbare
kennis wordt momenteel bepaald of en hoe de impact van gebruiksfuncties moet worden
verminderd. Sociaal-economische afwegingen worden in het proces gelijktijdig en integraal
meegewogen. Toerisme krijgt hierbij ook aandacht. Specifiek voor initiatieven op Schiermonnikoog
is het van belang dat deze initiatieven een plek krijgen in het uitvoeringsprogramma
van de agenda van het waddengebied.
Dan had u, meneer Krul, nog een vraag en een zorg: «Kunnen bepaalde activiteiten met
het oog op het beleidskader natuur Waddenzee doorgaan als dit ten koste gaat van de
cultuur, zoals bij visserij? Zouden de Minister van IenW en de Staatssecretaris hierop
willen reageren?» Leefbaarheid en medegebruik blijven, zoals ik zei, belangrijk. Met
het beleidskader natuur Waddenzee geven we ondernemers en gebruikers van de Waddenzee
duidelijkheid over welke activiteiten onder welke voorwaarden op de lange termijn
mogelijk zijn. Op basis van onze beste kennis wordt momenteel bepaald of en hoe de
impact van gebruiksfuncties moet worden verminderd. Daarvoor worden de komende maanden
scenario's ontwikkeld. Sociaal-economische afwegingen, waaronder, zoals u noemt, cultuurhistorisch
medegebruik, worden uiteraard in het proces gelijktijdig en integraal meegewogen.
Dan had ik nog een vraag voor mevrouw De Vries, over het beleidskader natuur: kan
de Staatssecretaris een stand van zaak geven van het beleidskader natuur? Mevrouw
De Vries, met het beleidskader natuur Waddenzee geven we ondernemers en gebruikers
van de Waddenzee duidelijkheid over wat wel en niet kan. Op basis van onze kennis
wordt de impact van de gebruiksfuncties verminderd. Zoals ik net al zei, komen we
de komende maanden met scenario's. Het conceptbeleidskader – dit is volgens mij het
belangrijkste – wordt opgeleverd op 1 oktober 2025.
Dat waren mijn vragen voor dit blokje, voorzitter.
De voorzitter:
Ik stel voor dat u uw blokjes allemaal afmaakt en dat we dan kijken of er nog interrupties
zijn. We hebben een beetje haast.
Staatssecretaris Rummenie:
Ik lees, dacht ik, vrij snel.
De voorzitter:
Nee, dat was zeker geen opmerking over uw leessnelheid.
Staatssecretaris Rummenie:
De heer Soepboer vroeg: kan de Minister aangeven hoe het staat met de gesprekken met
de NAM over Ternaard, in lijn met de motie-Postma c.s.? Gesprekken over Ternaard zijn
onderdeel van bredere gesprekken met Shell en Exxon. Dat geldt ook voor de Groningendossiers.
Op dit moment bereidt het kabinet dus gesprekken voor met de aandeelhouders. Ik kan
daar nu niet op vooruitlopen. Deze handelingen zijn erop gericht dat de NAM zal afzien
van de winning bij Ternaard. De inzet van het kabinet is daarmee in feite in lijn
met de moties van de leden Postma en Kostić, waarin het kabinet wordt opgeroepen om
nieuwe gaswinning onder de Waddenzee te voorkomen.
Dan heb ik nog een blokje overig. Er waren vragen van de heer Krul over de Hoge Berg
op Texel: graag hoor ik of Staatsbosbeheer in de ogen van de Staatssecretaris genoeg
doet om deze bijzondere natuur te beschermen. Natuur verdient het uiteraard om beschermd
te worden. Ik ben, meneer Krul, niet bekend met deze specifieke situatie, dus ik zal
daarover contact opnemen met Staatsbosbeheer.
Dan had u nog een vraag: welke mogelijkheid zijn er volgens de Staatssecretaris om
Staatsbosbeheer in de meewerkstand te krijgen? Nogmaals, ik ben niet bekend met de
problematiek. Ik zal daarover contact met ze opnemen. Ik zal me ook inspannen om een
gesprek te faciliteren met de partijen waar u het over had.
Dan had ik nog een vraag van de ChristenUnie, over baggeren in de Waddenzee: hoe zorgt
de Staatssecretaris van LVVN ervoor dat in toekomstige baggercontacten geen te krappe
baggerafspraken worden gemaakt in toekomstige beheerplannen voor de Waddenzee? Vanuit
het huidige beheersplan Waddenzee is de gebruiksruimte voor baggeren niet altijd voldoende.
Samen met onder andere Rijkswaterstaat heeft dit onze aandacht. Het is mijn ambitie
om de gewenste ruimte zo goed mogelijk in de nieuwe beheerplannen vast te leggen,
uiteraard ook met de juiste ecologische borging.
Dat waren mijn vragen, voorzitter.
De voorzitter:
Ik dank u wel. Ik ga eerst even naar mevrouw De Vries.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Ik ga ervan uit dat we het beleidskader natuur nog krijgen. Maar ik heb heel nadrukkelijk
aangegeven dat ik vind dat er geen nieuwe juridisch afdwingbare verplichtingen in
zouden moeten komen. Er is eerder een motie aangenomen waarin ook wordt gezegd dat
er heel nadrukkelijk gekeken moet worden naar de sociaal-economische gevolgen van
punten.
In het verlengde daarvan het UNESCO-Werelderfgoed. Ik moet eerlijk zeggen dat ik af
en toe ook wel heel erg moe word van hoe het label wordt gebruikt. Er is heel lang
gesproken door de regio over of we wel of niet de UNESCO-Werelderfgoedstatus moesten
aanvragen. Daar is heel lang over getwijfeld. Uiteindelijk is gezegd «laten we het
gaan doen», maar daarbij is de afspraak gemaakt dat dat niet tot extra verplichtingen
zou leiden. Ik moet eerlijk zeggen dat ik nog geen debat over de Wadden heb meegemaakt
waarin niet elke keer weer daarnaar verwezen wordt en gezegd wordt: we moeten nieuwe
maatregelen nemen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik het een beetje spuugzat word, want
het lijkt net of er nu vanwege dat label weer allerlei extra maatregelen moeten komen.
Het is al het zwaarst gereguleerde gebied, met allemaal maatregelen ten behoeve van
natuur et cetera. Ik vind dus echt dat we daarvoor moeten uitkijken. Ik hoop ook dat
dit kabinet daar alert op is.
De voorzitter:
Noopt dat nog tot een reactie?
Staatssecretaris Rummenie:
Ik denk eerlijk gezegd, mevrouw De Vries, dat we daar niet zo verschillend in zitten.
We hebben, zoals ik zei, verschillende acties aangekondigd en zijn verplicht om dat
te doen. Dat is die plan-milieueffectrapportage op de cumulatieve druk, samen met
Duitsland en Denemarken. Ja, dat moet zeker; er ligt een verzoek voor. Maar ik ben
het helemaal met u eens en ik dacht dat ik dat in de inleiding van mijn spreektekst
ook duidelijk heb gemaakt. Het gebied heeft van oudsher al verschillende functies.
In die vorm is het ook goedgekeurd als Werelderfgoed. Ik begrijp uw vraag dus heel
erg goed. Ik neem het mee.
Uw andere vraag over het schema is helder. We hebben morgen een bwo met verschillende
Ministers, waarbij ik in kaart heb gebracht wat wij nu al verplicht zijn in allerlei
andere natuurregelingen, om te kijken in hoeverre die overlappen met de nieuwe Natuurherstelverordening.
De heer Krul (CDA):
Een korte vraag. Ik heb een vraag gesteld over de Hoge Berg op Texel; niet «Teksel»
maar «Tessel», maar dat terzijde. Ik ga de Staatssecretaris denk ik een cadeau doen.
Hij geeft namelijk aan in gesprek te gaan met de partij, Staatsbosbeheer. Zou hij
willen toezeggen – daar hoeft geen datum bij, hoor – dat hij daar een keer op bezoek
kan gaan? Het is zo'n prachtig cultuurhistorisch gebied, waar kleinschalige schapenhouderij
plaatsvindt. Dat gaat al decennialang goed samen met de natuur, maar er staat heel
veel druk op de ruimte daar. Als de Staatssecretaris kan toezeggen dat hij daar een
keer op werkbezoek wil, dan denk ik dat hij mij daar ook dankbaar voor is.
De voorzitter:
Wie wil daar nou niet heen, zou ik bijna willen zeggen.
Staatssecretaris Rummenie:
Ik ben u daar sowieso dankbaar voor. Sorry dat ik «Teksel» zeg. Ik heb hele goede
herinneringen aan Texel. Het ging net al uitgebreid over persoonlijke ervaringen,
maar bij mij begon het al heel jong – misschien herkennen mensen in de zaal dat –
op schoolvakantie. Dan heb ik het nog over de lagere school. We gingen naar Texel.
Dan leer je al heel snel: als een schaap op zijn rug ligt, dan moet je hem snel gaan
helpen. Maar ik ken het eiland ook vanwege het feit dat er geëxperimenteerd wordt
met zoute cultures op landbouwgebied, dus ik ga daar graag een keer samen met u op
bezoek.
De voorzitter:
Dank u wel. We zijn aan het einde gekomen van de eerste termijn van de kant van het
kabinet. Wij hebben nog dertien minuten in dit debat. Ik wil dus voorstellen om een
hele korte tweede termijn te doen, 45 seconden per spreker. Eén minuut? Ja, kijk,
als ik 45 seconden zeg, dan wordt het altijd één minuut. Maar laten we gewoon snel
beginnen. De heer Soepboer.
De heer Soepboer (NSC):
Dank u wel. Dan gaan we dat snel doen. We hebben een heel mooi gesprek gehad, waar
wat mij betreft met name het evenwicht in dit mooie gebied centraal staat. Ik denk
dat het aan ons allen is om dat evenwicht ook in stand te houden en geen dingen te
doen die het evenwicht dusdanig doen kantelen dat de bewoners van het gebied daar
de negatieve effecten van ondervinden. Het is een prachtig gebied. We hebben allemaal
gezegd dat het geen openluchtmuseum is, dus er moet ook het een en ander mogelijk
zijn.
Het enige nieuwe wat ik in de tweede termijn nog wil vragen, betreft de garantie die
de Staatssecretaris – denk ik, maar het kan ook de Minister zijn – ons kan geven ten
aanzien van de bewoners bij die veerdiensten. Dan gaat het over verschillende tarieven
in vergelijking met de mensen die daar op vakantie gaan, maar ook over de beschikbaarheid
van plaatsen op een boot als het bijvoorbeeld om spoed gaat en ze met hun auto van
het eiland af moeten. Kan daar iets geregeld worden?
Nou, dan zou ik in mijn tweede termijn natuurlijk een tweeminutendebat willen aanvragen,
want er zijn toch een aantal zaken die voor mij gevoelsmatig nog niet genoeg uitgediept
zijn. Dat zou ik graag plenair met u allen doen. Dan dienen wij zeker een aantal moties
in.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Krul.
De heer Krul (CDA):
Voorzitter, ik zal het kort houden. Ik dank de bewindspersonen voor de uitvoerige
en goede beantwoording. Ik ben ook heel blij met een paar mooie toezeggingen die ik
heb binnengekregen.
Staatssecretaris Jansen gaf aan dat hij graag overtuigd wil worden. Het gaat even
om het scholierenbootje. Ik ga volgend jaar een groot feest geven, want dan wordt
mijn zoontje 3. Ik wil daar graag ook een clown op bezoek, dus ik ga dat aanbesteden.
Het interesseert me eigenlijk geen zak of de mensen die op die aanbesteding inschrijven,
al een clownsneus of schoenen hebben. Ik zet die aanbesteding gewoon open en dan kijk
ik wel wie zich daarop inschrijft. Zo zou het wat mij betreft ook moeten zijn met
de vraag of er wel of niet een partij is die al een bootje heeft voor scholieren in
die concessie, zou ik zeggen.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Heutink.
De heer Heutink (PVV):
Voorzitter. Ik hoop dat meneer Krul een clown gaat vinden.
De heer Krul (CDA):
Ik heb er hier genoeg!
(Hilariteit)
De heer Heutink (PVV):
Goed. Ik had een hele mooie tweede termijn voorbereid, maar die is dankzij deze clownsgrap
ook weer volledig verdwenen.
Voorzitter. Ik denk dat we een ontzettend goed debat hebben gehad. Ik wil alle bewindspersonen
ook bedanken. Ik moet eerlijk zeggen: ik mag al een aantal jaar in dit huis rondlopen
en ik heb in het debat nog nooit zo veel gezond verstand gezien als vandaag. Ik hoop
dat we die wind kunnen doorzetten en dat die ook richting de eilanden gaat waaien.
Ik hoop ook dat we het gezonde verstand waarmee we hier vandaag met elkaar zaken bespreken
– de bereikbaarheid op één zetten en rekening houden met die levensader op één zetten
– kunnen blijven volhouden in deze commissie. Dat doet mij deugd. Daar wil ik u voor
bedanken.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Pierik.
De heer Pierik (BBB):
Dank, voorzitter. Ik wil ook de bewindspersonen hartelijk danken voor hun mooie, duidelijke
antwoorden en vooral ook de Staatssecretaris van LVVN voor zijn inzet voor de vergunningverstrekking
en de toekomstvisie voor de garnalensector. Ik zie die dingen graag tegemoet deze
zomer. Mooi dat dat voortvarend aangepakt wordt.
Ik ben ook blij met de antwoorden van de Minister over de watertaxi. Ik heb echt de
indruk dat het een heel serieus onderwerp is en dat daar ook wel schot in komt.
Ik heb ten slotte nog wel een vraag aan de Staatssecretaris van IenW over het scholierenbootje.
Er is nogal wat gesteggel over geweest. Ik denk: als het om zo'n klein stukje gaat,
zou het dan niet gewoon in een aparte concessie gestopt kunnen worden? Dat zou ook
goed kunnen zijn voor de lokale ondernemers daar. Misschien kan hij daar straks nog
even op reflecteren.
Dank.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Chakor.
Mevrouw Chakor (GroenLinks-PvdA):
Dank aan iedereen die een bijdrage heeft geleverd aan dit debat. Ik wil even terugkomen
op de opmerking over het op tij varen. Laat ik even vooropstellen dat wij de bereikbaarheid
ook gewaarborgd willen hebben voor de hele dag, maar wij vinden het ook belangrijk
dat er een vervoersconcept voor de Waddensystemen komt dat ook bij die Waddensystemen
past, en niet dat we het Waddensysteem aanpassen aan het vervoersconcept. Ik had over
die aanbesteding ook al gezegd dat we juist willen dat er afspraken worden gemaakt
met de rederijen over betaalbaarheid, bereikbaarheid en veiligheid, en dat deze afspraken
ook met bewoners worden gemaakt, want die moeten wat ons betreft eerst komen, en niet
de rederijen. De natuur is natuurlijk een belangrijke voorwaarde.
Ik heb één vraag voor Staatssecretaris Rummenie. Als die outstanding values in de
Omgevingswet zitten, zoals ik hoorde, waarom schrijft bijvoorbeeld Minister Hermans
dan dat ze geen vergunning kan weigeren op basis van de UNESCO-status, omdat die geen
juridische status zou hebben? Volgens mij hebben we echt een knop waar we aan kunnen
draaien, waar we nu geen gebruik van maken.
De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw De Vries.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Dank u wel. Dank ook aan de bewindspersonen voor de antwoorden en de toezeggingen,
want we gaan er nog een boel onze richting op krijgen. Ik hoop dat de bewindspersonen
ook de tijd nemen om eens een keer een uitgebreid werkbezoek aan het gebied te brengen
en allerlei verschillende aspecten die daar spelen te gaan bekijken. Het is ook gewoon
leuk.
Ik ben blij met de toezegging over geen verslechtering van de bereikbaarheid. Dat
zullen we niet toestaan, zoals de Minister aangaf. Ik moet wel eerlijk zeggen dat
ik dan nog wel een reactie wil over dat scholierenbootje, want ik kan dat niet heel
goed met elkaar rijmen.
De financiële transparantie van de reders in de concessie vind ik echt wel cruciaal,
dus misschien dat ik daar in het tweeminutendebat nog op terugkom.
Een laatste vraag wat mij betreft – daar kwam ik in mijn eerste termijn niet aan toe
– gaat over vaargeul de Boontjes vlakbij Harlingen. Er loopt op dit moment een pilot.
Ik zou het wel fijn vinden als we op de hoogte gehouden worden van de resultaten van
die pilot. Ik zie de Minister nu heel moeilijk kijken, maar het is zijn onderwerp
volgens mij.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik kijk even naar de bewindspersonen of zij ... Mevrouw De Vries?
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Nog even een laatste nabrander, want de Staatssecretaris van IenW hintte op een concessie
voor vijf jaar. Ik ben benieuwd wanneer de beslissing daarover valt en hoe wij daarover
geïnformeerd worden.
De voorzitter:
Helder. Ik kijk even naar mijn rechterzijde. Kunnen we direct doorgaan met de beantwoording?
Ik zou dat gezien de tijd wel graag zien. Zaken die niet beantwoord kunnen worden,
kunnen middels een verzamelbrief beantwoord worden. Dat is een suggestie van mijn
zijde om te kijken of we de snelheid erin kunnen brengen.
Staatssecretaris Rummenie:
Nog even over de vraag van mevrouw Chakor, voorzitter. De universal outstanding values
zijn nog niet vertaald in de Omgevingswet. Daarom heeft mijn collega u dat bericht.
De voorzitter:
Helder. De Minister.
Minister Madlener:
De laatste vraag heb ik niet scherp. Die ga ik in de verzamelbrief maritiem beantwoorden.
Het is wel opgeschreven als vraag.
Heel kort, voorzitter. Ik heb niet veel extra vragen gekregen. Het was een goed debat.
Het sterkt ons ook in het gevoel dat wij op de goede weg bezig zijn. Wat betreft de
bereikbaarheid voor de bewoners: het moet geen museum worden. Ik denk dat dit een
heel goed geluid is, dat geruststellend is voor heel veel mensen.
De enige vraag die ik nog heb gehoord die aan mij gericht was, betreft het tijvaren.
Ik begrijp de wens van PvdA-GroenLinks, maar we doen het op dit moment niet. Als we
het nu wel gaan doen, betekent dit gewoon een verslechtering van de bereikbaarheid.
Ik denk dat dat niet de bedoeling is. In die zin vind ik dat geen optie.
De voorzitter:
Dank u wel. De Staatssecretaris.
Staatssecretaris Jansen:
Voorzitter. Eerst de garantie van zitplaatsen en tarieven voor eilandbewoners. Dit
was een vraag van NSC. Beide onderwerpen staan in de nota van uitgangspunten en komen
in het programma van eisen terecht. Die gaan we natuurlijk nog bespreken met de bewoners.
Uiteindelijk moet daar een goed product voor uit de bus komen richting de nieuwe concessie.
Het tweede is het scholierenbootje. Mijn zoon is trouwens gisteren 18 geworden. Hij
wilde geen clown, maar andere dingen. Los daarvan: ik snap uw vraag echt. Ik heb even
laten nakijken wat er aan de hand is. In de huidige concessie zit het scholierenbootje
niet. Bij de overgang naar een nieuwe concessiehouder is er ook een overnameregeling
voor de schepen die er op dit moment zijn. Dat gaat om alle schepen binnen de huidige
concessie. Het scholierenbootje valt daarbuiten. Op het moment dat dat wordt meegenomen
is dat een onevenredig voordeel voor de huidige concessiehouder.
Maar misschien ter tegemoetkoming aan u, vertel ik u wat een optie is. We gaan in
de komende periode verder met het uitwerken van het programma van eisen. Dat komt
in concept voor de zomer naar de Kamer. Daar kunt u zelf ook nog zaken toevoegen die
u hierin essentieel vindt. Dat is volgens mij een prima tussenstap die we kunnen nemen.
Later dit jaar wordt het programma van eisen definitief vastgesteld.
De voorzitter:
Er lag nog een vraag van mevrouw De Vries over de concessie voor vijf jaar.
Mevrouw Aukje de Vries (VVD):
Wanneer valt het besluit om de concessie Oost met vijf jaar te verlengen? Of wordt
voor de langere variant gekozen?
Staatssecretaris Jansen:
Ook dat wordt in het programma van eisen meegenomen.
De voorzitter:
Dank. Dank voor de beantwoording in de tweede termijn aan de kant van het kabinet.
Dan hebben we alleen nog wat administratie te doen. Ik zie dat er een zestal toezeggingen
is gedaan, maar allereerst wil ik noemen dat de heer Soepboer van NSC een tweeminutendebat
heeft aangevraagd. Dat staat genoteerd.
Dan de toezeggingen.
− De eerste toezegging is dat de Minister een brief stuurt met de stand van zaken met
betrekking tot de overdracht van de haven Oudeschild van Rijkswaterstaat aan de gemeente
Texel en geeft daarbij ook een update over de overdracht van de haven van Terschelling.
Dat is een toezegging aan de heer Krul en mevrouw De Vries.
De vraag is nog even wanneer we die brief kunnen verwachten.
Minister Madlener:
Voor de zomer.
De voorzitter:
Ik hoor nu dat er wordt onderhandeld. Het kan iets eerder. We noteren «mei»? Ja, we
noteren «mei».
− De tweede toezegging is dat de Minister de Kamer een overzicht stuurt van wat er allemaal
speelt rondom de bereikbaarheidsopgave van de Waddeneilanden, voordat het programma
van eisen voor een nieuwe concessie van de Friese Waddenveren naar de Kamer komt.
Dat is een toezegging aan mevrouw Chakor.
Ook hierbij is de vraag wanneer dat kan. Voor de zomer, hoor ik. Dat is in combinatie
met het programma van eisen.
− Toezegging nummer drie. De Minister informeert de Kamer in februari indien mogelijk
over de plannen voor het herstel van de vuurtoren Lange Jaap in Den Helder. Dat is
een toezegging aan de heer Krul van het CDA.
− Nummer vier. De Staatssecretaris van IenW stuurt de Kamer voor de zomer een brief
over de mogelijkheden om de Waddenveren aan te merken als openbaar vervoer. Dat is
een toezegging aan de heer Soepboer.
− Nummer vijf. De Staatssecretaris van LVVN zal de appreciatie van het advies van de
Waddenacademie rond de zomer met de Kamer delen. Dat is een toezegging aan mevrouw
Chakor.
Mevrouw De Vries zei buiten de microfoon dat toezegging vier al een bestaande toezegging
is. Dat herken ik, maar we hebben ’m nog maar eens even genoteerd.
− Nummer zes. De Minister informeert de Kamer in een verzamelbrief over de stand van
zaken van de pilot over de vaargeul Boontjes. Deze toezegging is gedaan aan Kamerlid
De Vries.
Dat is in de verzamelbrief maritiem, heeft u net gezegd, toch?
Minister Madlener:
Ja.
De voorzitter:
Helemaal goed. Dan hebben we die administratie gehad. Dan rest mij niets anders dan
uiteraard de bewindspersonen te bedanken voor hun aanwezigheid en de beantwoording
in dit debat. Ook dank aan de leden, ook voor de flexibiliteit in de tweede termijn
om het toch om 13.00 uur af te ronden met elkaar. Maar zeker ook een heel erg hartelijk
dank aan alle mensen die hier op de publieke tribune dit debat hebben gevolgd. Sommigen
waren hier al langer aanwezig ter voorbereiding van dit debat. Heel hartelijk dank
voor uw komst hierheen. Ik wil dat ook graag zeggen tegen alle mensen die dit op afstand
hebben gevolgd, vanaf de Wadden of daaromheen. Ik dank ook de griffie voor de ondersteuning
en uiteraard het Kamerpersoneel. Ik sluit hiermee dit commissiedebat Wadden. Dank
u wel.
Sluiting 13.00 uur.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.C. (Peter) de Groot, voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
M. Aardema, voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur -
Mede ondertekenaar
M. Schukkink, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.