Brief regering : Verslag van de informele Raad Buitenlandse Zaken van 7, 8 en 9 mei 2025
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 3152
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 mei 2025
Hierbij bied ik u het verslag aan van de informele Raad Buitenlandse Zaken van 7,
8 en 9 mei 2025.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp
Verslag van de informele Raad Buitenlandse Zaken van 7, 8 en 9 mei 2025
Op woensdag 7 en donderdag 8 mei nam de Minister van Buitenlandse Zaken deel aan de
informele Raad Buitenlandse Zaken (Gymnich) in Warschau. De Gymnich discussies zijn
niet conclusief en er vloeien geen Raadsbesluiten of mededelingen uit voort. Het doel
van de Gymnich is om ruimte te bieden voor een strategische discussie. Er vonden tijdens
de Gymnich drie werksessies plaats. Bij een van de werksessies sloot de Minister van
Buitenlandse Zaken van het Verenigd Koninkrijk (VK), David Lammy, aan en werd gesproken
over o.a. de Russische agressie tegen Oekraïne, de situatie in het Midden-Oosten en
Soedan. Tijdens de andere twee werksessies werd gesproken over de Russische agressie
tegen Oekraïne en de EU–VS relatie. Tevens vond een informele lunch plaats met de
EU kandidaat-lidstaten (behalve Georgië), waar gesproken werd over globale uitdagingen
en hybride dreigingen.
Op vrijdag 9 mei vond een informele bijeenkomst van EU Ministers van Buitenlandse
Zaken plaats in Lviv. Tevens vond op dezelfde dag een ministeriele bijeenkomst plaats
van de kerngroep voor het speciaal tribunaal voor het misdrijf agressie tegen Oekraïne
(«agressietribunaal»). Hierover wordt uw Kamer middels dit verslag ook geïnformeerd.
Tot slot wordt uw Kamer middels dit verslag geïnformeerd over een aantal moties (motie
Dobbe en motie Piri) en een vraag over Chinese soldaten in Oekraïne (gesteld tijdens
het tweeminutendebat China op woensdag 9 april jl.).
Werksessie met de Minister van Buitenlandse Zaken van het Verenigd Koninkrijk, David
Lammy
De Minister van Buitenlandse Zaken van het VK David Lammy nam deel aan de informele
Raad Buitenlandse Zaken tijdens één van de werksessies, waarbij voornamelijk buitenlandpolitieke
veiligheidsonderwerpen aan bod kwamen. De Minister van Buitenlandse Zaken sprak Lammy
ook de dag voor aanvang van de Gymnich tijdens zijn bilaterale bezoek aan Londen op
6 mei jl.
Russische agressie tegen Oekraïne
Verschillende lidstaten spraken hun dank uit voor de leidende rol van het VK in de
Coalition of the Willing en de aanzienlijke militaire steun die het land aan Oekraïne geeft. Het belang van
gezamenlijk Europees optrekken in de ondersteuning van Oekraïne en het opvoeren van
de druk op Rusland werden hierbij door veel landen onderstreept.
Midden-Oosten
Er was brede eensgezindheid onder EU-lidstaten en het Verenigd Koninkrijk over de
catastrofale humanitaire situatie in de Gazastrook, de noodzaak om deze op korte termijn
te verlichten en om tot een nieuw staakt-het-vuren te komen. Ook werd het belang onderstreept
om samen met het Verenigd Koninkrijk te blijven optrekken om boodschappen kracht bij
te zetten. De Raad besprak het Israëlische voorstel voor hulpdistributie in de Gazastrook,
waar verschillende lidstaten grote zorgen over hebben. De Hoge Vertegenwoordiger (HV)
heeft onder meer in haar persconferentie aangegeven dat dit voorstel voor de EU onacceptabel
is, omdat het indruist tegen humanitaire principes.
Nederland lichtte de brief1 toe die het kabinet voorafgaand aan de bijeenkomst van de Raad aan de HV stuurde
met het verzoek tot een evaluatie van de naleving door Israël van artikel 2 van het
EU–Israël Associatieakkoord. Nederland onderstreepte in dit verband nogmaals dat het
blokkeren van humanitaire hulp en elektriciteitsleverantie indruist tegen het internationaal
humanitair recht en veroordeelde verklaringen en acties die raken aan annexatie –
deze zijn onacceptabel. Ook noemde Nederland het besluit tot intensivering van de
oorlog, zoals genomen door het Israëlische veiligheidskabinet op 4 mei jl. Tevens
woog de sterk geslonken kans op een staakt-het-vuren mee. Het verzoek van Nederland
werd door meerdere lidstaten gesteund. Naar verwachting bespreekt de Raad het Nederlandse
verzoek tijdens de RBZ van 20 mei.
Tot slot sprak de Raad met David Lammy over het belang van sancties tegen gewelddadige
kolonisten en Hamas/Palestinian Islamic Jihad en het aanstaande bezoek van president Trump aan de regio.
Met betrekking tot Syrië werd er met David Lammy gesproken over het belang van een
inclusieve transitie, ook met oog op verdere sanctieverlichting en over de situatie
rondom de kampen in Noordoost-Syrië.
Soedan
De HV en enkele lidstaten prezen de recente conferentie in Londen over Soedan van
15 april jl., georganiseerd door het VK, Frankrijk, Duitsland, de EU en de Afrikaanse
Unie. Lammy ging kort in op de tijdens de conferentie aangenomen verklaring2 van de voorzitters, waarin de noodzaak van het bereiken van een staakt-het-vuren,
bescherming van burgers en humanitaire toegang werd benadrukt. In het gesprek verwelkomden
lidstaten nauwe EU–VK samenwerking op Soedan.
Werksessie Russische agressie tegen Oekraïne
Tijdens de werksessie over Russische agressie tegen Oekraïne onderstreepten de HV
en de lidstaten de urgentie van voortdurende steun aan Oekraïne en werd gesproken
over de parameters voor een staakt-het-vuren en het belang van het komen tot een Europees
plan hiervoor. Diverse landen spaken hun dank uit voor de leidende rol van Frankrijk
en het VK in de Coalition of the Willing.
Ook werd gesproken over de instrumenten die de EU heeft om ook zelf bij te dragen
aan de veiligheid en stabiliteit in Oekraïne: de militaire trainingsmissie EUMAM,
de civiele missie EUAM en het intensiveren van financiële en militaire steun en de
samenwerking in het kader van de defensie-industrie.
Verschillende lidstaten benadrukten de noodzaak van sancties en de toepassing van
het handelsinstrumentarium van de EU om de druk op Rusland verder op te voeren. Daarnaast
riepen verschillende lidstaten op tot het verkennen van mogelijke aanvullende maatregelen
voor het gebruik van de bevroren Russische Centrale Banktegoeden. Andere lidstaten
wezen op de juridische en financiële risico’s hiervan.
Werksessie EU–VS relatie
Tijdens de werksessie over de EU–VS relatie hebben lidstaten uitgebreid gesproken
over de trans-Atlantische relatie. Hier kwam onder meer het belang van positieve samenwerking
met de Verenigde Staten ter sprake. Lidstaten benadrukten belang van eensgezindheid
ten aanzien van samenwerking met de Verenigde Staten. Verder kwam ook de samenwerking
op het gebied van handel, defensie, samenwerking met derde landen en als ook de relatie
met China aan bod.
Nederland benadrukte het belang van het voortzetten van een constructieve samenwerking
met de Verenigde Staten. Als ook de noodzaak om tegelijkertijd de eigen (EU) belangen
op het gebied van onder meer economie en veiligheid te blijven behartigen bijvoorbeeld
op het gebied van importheffingen. Verder bespraken lidstaten het belang samenwerking
met derde landen, bijvoorbeeld via handelsrelaties en partnerschappen, te versterken.
Lunch met EU kandidaat-lidstaten
Tijdens de lunch met kandidaat-lidstaten is gesproken over hybride dreigingen en buitenlandse
inmenging. Er was breed consensus over het belang van maatregelen om de weerbaarheid
hiertegen te vergroten. Lidstaten en kandidaat-lidstaten gingen in op mogelijkheden
voor samenwerking met de EU op dit gebied. Ook werd genoemd dat implementatie van
hervormingen in het kader van het EU-uitbreidingsproces bijdraagt aan het versterken
van de weerbaarheid van samenlevingen. Nederland riep mede namens Duitsland op tot
urgentie bij de aanpak van hybride dreigingen, en drong aan op verdere samenwerking
tussen de EU en de kandidaat-lidstaten. Bereidwilligheid vanuit kandidaat-lidstaten
tot hervorming, en besef van de ondermijnende, strategische intenties van Rusland,
zijn belangrijke factoren voor de samenwerking. Nederland benadrukte mede namens Duitsland
het belang van het voldoen aan de Kopenhagencriteria, en respect voor democratische
principes, de rechtsstaat en vrije, pluriforme media bij het versterken van weerbaarheid
van de samenleving. Tijdens de lunch vond tevens discussie plaats over de ontwikkelingen
in Bosnië–Herzegovina en Kosovo.
Informele bijeenkomst van de EU Ministers van Buitenlandse Zaken in Lviv
Op 9 mei vond in Lviv een speciale informele bijeenkomst van EU-ministers plaats,
op uitnodiging van Oekraïne. Ook het VK en Noorwegen waren hierbij aanwezig. EU-lidstaten
onderstreepten hier opnieuw de noodzaak van voortdurende financiële, militaire en
andere steun voor Oekraïne, om het land sterk te positioneren met het oog op mogelijke
vredesonderhandelingen. Ook het belang van aanvullende sancties tegen Rusland werd
benadrukt. Verschillende lidstaten spraken ook steun uit voor het EU-toetredingsproces
van Oekraïne.
Ministeriële bijeenkomst van de kerngroep van het agressietribunaal
In de middag vond een ministeriële bijeenkomst plaats van de kerngroep voor het speciaal
tribunaal voor het misdrijf agressie tegen Oekraïne («agressietribunaal»). Hoge vertegenwoordigers
van Oekraïne, de Raad van Europa (RvE), de EU en bijna 40 landen namen de Lviv-verklaring3 aan en gaven daarmee het politieke startsein voor het oprichtingsproces van dit agressietribunaal.
De volgende stap is het verzoek van Oekraïne om het goedkeuringsproces van de oprichtingsverdragen
te starten tijdens de jaarlijkse ministeriele bijeenkomst op 14 mei in Luxemburg.
Door alle aanwezigen, waaronder Nederland, werd de noodzaak van het tribunaal, bedoeld
om straffeloosheid voor de Russische illegale oorlog in Oekraïne te voorkomen door
de hoogste politieke en militaire verantwoordelijken te vervolgen, in expliciete bewoordingen
onderstreept.
Overige zaken
Motie Dobbe c.s. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 3109)
In lijn met motie Dobbe4, heeft Nederland zich binnen de Europese Unie meermaals uitgesproken tegen de uittredingen
uit de «Anti-Personnel Mine Ban Convention» (APMBC, ook wel Anti-personeellandmijnenverdrag of Ottawa-verdrag). Hierbij werd benadrukt dat Nederland oog heeft voor de
veranderende veiligheidssituatie en dreigingsperceptie in Europa. In bilaterale gesprekken
en in multilaterale fora roept Nederland verdragspartijen op hun verplichtingen na
te komen en partij te blijven bij het verdrag.
Motie Piri c.s. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 3117)
Het kabinet heeft conform de motie van het lid Piri c.s.5 in Benelux-verband in de Raad Buitenlandse Zaken op 14 april gepleit voor EU-sancties
en zal zich hiervoor blijven inzetten, net als het verkennen van andere opties, zoals
het verder opschorten van de EU-financiering van projecten ten behoeve van Republika
Srpska. Nederland stelt geen eigenstandige sancties in maar voert internationale sancties
uit wanneer dit voortvloeit uit verplichtingen die hun oorsprong vinden in de VN of
de EU. In beperkte gevallen, waarin er een dreiging voor de openbare orde bestaat,
is het mogelijk om ook nationale inreismaatregelen in te stellen. Dit valt in dit
geval niet voldoende te onderbouwen. Het kabinet blijft dan ook mede omwille van de
effectiviteit inzetten op EU-maatregelen.
Vraag tweeminutendebat China d.d. woensdag 9 april over Chinese soldaten in Oekraïne
Het kabinet heeft in een Kamerbrief van 9 april jl. gereageerd op een bericht over
Chinese soldaten in Oekraïne dat het op dat moment te vroeg was om conclusies te trekken
en het kabinet in overleg gaat met partners voor een passende reactie. Het kabinet
heeft in EU en in NAVO-verband gesproken met partners. Het beeld van onze partners
is conform ons nationale beeld: er lijkt geen structurele basis of staat-inmenging
te zijn voor Chinese soldaten in Oekraïne.
Indieners
-
Indiener
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken