Brief regering : Geannoteerde agenda voor de inzet van het Koninkrijk der Nederlanden tijdens de voorjaarsvergadering van het IMF op 22 tot 26 april 2025
26 234 Vergaderingen Interim Committee en Development Committee
Nr. 304
BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 april 2025
Hierbij stuur ik u de Geannoteerde Agenda voor de inzet van het Koninkrijk der Nederlanden
tijdens de voorjaarsvergadering van het IMF van 22–26 april 2025 en de inzet van Nederland
bij de ministeriële vergadering van de Coalition of Finance Ministers for Climate
Action (CFMCA).
De Minister van Financiën,
E. Heinen
Geannoteerde agenda voor de inzet van het Koninkrijk der Nederlanden tijdens de voorjaarsvergadering
van het IMF op 22 tot 26 april 2025
Inleiding
Van 22 tot 26 april 2025 vindt de voorjaarsvergadering van het Internationaal Monetair
Fonds (IMF) en de Wereldbank (WB) plaats in Washington D.C. Tijdens de voorjaarsvergadering
vinden bijeenkomsten plaats van het International Monetary and Financial Committee (IMFC), het Development Committee van de Wereldbank, de G20 Finance Ministers and Central Bank Governors (FCMBG) en de Coalition of Finance Ministers for Climate Action (CFMCA). Het IMFC is het politieke adviesorgaan van het IMF, waaraan Ministers van
Financiën en centralebankpresidenten deelnemen. De Ministers van Nederland en België
vertegenwoordigen op roterende basis de Nederlands-Belgische kiesgroep. Dit jaar vertegenwoordigt
België de kiesgroep in het IMFC. Minister Heinen zal namens Nederland deelnemen aan
de tweede G20 FMCBG onder Zuid-Afrikaans voorzitterschap. Daarnaast zal Nederland
samen met Indonesië en Oeganda de ministeriële bijeenkomst van de CFMCA voorzitten.
Uw Kamer ontvangt een separate geannoteerde agenda voor de vergadering van het Development
Committee.
Geopolitieke ontwikkelingen zullen naar verwachting centraal staan tijdens de voorjaarsvergadering.
De dreiging van handelsbelemmeringen door de Verenigde Staten en mogelijke vergelding
door handelspartners leiden tot toegenomen onzekerheid, potentiële fragmentatie van
het internationale handelssysteem en het risico op schoksgewijze correcties op financiële
markten en een groeivertraging van de mondiale economie. De discussie tijdens de voorjaarsvergadering
zal zich eveneens richten op het belang van voortdurende steun aan Oekraïne en de
macro-economische gevolgen van hogere defensie-uitgaven tegen een achtergrond van
hoge schuldniveaus. De opstelling van de VS tijdens de voorjaarsvergadering is onzeker.
De regering-Trump heeft een decreet uitgevaardigd om de deelname aan internationale
organisaties, waaronder het IMF en de Wereldbank, te evalueren. Tegen deze achtergrond
blijft sterke multilaterale samenwerking, alsmede het versterken van het groeivermogen
van de economie van lidstaten, van groot belang in het streven naar economische stabiliteit
en duurzame groei.
In deze geannoteerde agenda wordt de mondiale economische situatie en de inzet van
het Koninkrijk tijdens de voorjaarsvergadering uiteengezet. Tot slot wordt ook de
inzet voor de ministeriële vergadering van de CFMCA toegelicht.
Internationaal Monetair Fonds
Mondiale economische ontwikkelingen: geopolitieke spanningen en toegenomen beleidsonzekerheid
De huidige wereldeconomie kenmerkt zich door gematigde groei en toenemende geopolitieke
en economische fragmentatie. In de meest recente raming van januari, waarin het IMF
nog geen rekening houdt met de invoering van tarieven, voorspelt het IMF een wereldwijde
bbp-groei van 3,3% voor 2025 en 2026, onder het langjarige gemiddelde (2000–2019)
van 3,7%. Voorafgaand aan de voorjaarsvergadering zal het IMF nieuwe ramingen publiceren.
Door de recent ingevoerde invoerheffingen en de toegenomen beleidsonzekerheid zal
de mondiale bbp-groei naar verwachting lager uitvallen. Toenemende geopolitieke fragmentatie
verstoort immers de efficiënte allocatie van kapitaal alsook schaalvoordelen in productie
van goederen en diensten. De internationale onzekerheid omtrent handelsbeleid en veiligheid
is sinds de verkiezingen in de Verenigde Staten sterk toegenomen1 en is nu hoger dan tijdens de eerste termijn van Trump, wat investeringen remt. Het
Koninkrijk onderstreept in deze tijden het belang van vrijhandel en benadrukt de noodzaak
van multilaterale samenwerking om een economische orde te behouden die vrijhandel
en de efficiënte allocatie van kapitaal bevordert. Juist in het huidige tijdsgewricht
ziet het Koninkrijk een belangrijke rol weggelegd voor het IMF, dat internationale
samenwerking, vrijhandel en verstandig economisch beleid bevordert.
Een sterke en goed functionerende Europese interne markt is cruciaal voor economische
groei en weerbaarheid, zeker nu de eurozone volgens IMF-ramingen slechts een bescheiden
groei van 1,0% in 2025 en 1,4% in 2026 kent. Met name Frankrijk, Italië en Duitsland
blijven achter, met een verwachte groei van minder dan 1% in 2025. Nederland presteert
beter, met een geraamde groei van 1,6% in 2025 en 1,8% in 2026. Het wegnemen van resterende
belemmeringen binnen de interne markt kan de welvaart vergroten. Onderzoek van het
IMF wijst uit dat handelsbarrières binnen de EU qua kosten gelijkstaan aan invoerheffingen
van 44% op goederen en 110% op diensten, drie keer zo hoog als de handelsbarrières
tussen de Amerikaanse staten.2 Daarnaast kan voortgang op de ontwikkeling van een kapitaalmarktunie onder meer de
beschikbaarheid van durfkapitaal voor jonge innovatieve bedrijven vergroten. Handelsbelemmeringen
nemen wereldwijd juist toe, met een verdrievoudiging tussen 2019 en 2024 en verdere
toename in het vooruitzicht.3 Internationale organisaties vormen een belangrijke basis van het op regels gebaseerde
multilaterale systeem, dat een van de belangrijkste bouwstenen is onder de Europese
welvaart. Het Koninkrijk ziet het instellen van handelsbarrières zoals invoerheffingen
als onverstandig beleid. Invoerheffingen verlagen handel, investeringen en nationale
productie permanent, zo bevestigde recent IMF-onderzoek opnieuw.4
Daarnaast wijst het IMF op het verhogen van de langetermijngroei als een belangrijke
mondiale doelstelling. Aan de lage groeiverwachtingen op lange termijn liggen volgens
het IMF drie oorzaken ten grondslag. Ten eerste neemt het mondiale arbeidsaanbod minder
snel toe dan voorheen. Tot 2030 groeit het arbeidsaanbod met slechts 0,3%; minder
dan een derde van het pre-pandemische gemiddelde. Ten tweede drukken dalende investeringen,
veroorzaakt door lage groeiverwachtingen en beleidsonzekerheid, de economische groei.
Ten derde vertraagt de onderliggende productiviteitsgroei. Groeibevorderend beleid
en hervormingen zijn nodig om de allocatie van arbeid en kapitaal te verbeteren en
zo de productiviteit te verhogen.5 Het Koninkrijk onderschrijft het belang van een goed investeringsklimaat en voldoende
economische dynamiek. Beleid dat hierin voorziet draagt bij aan een efficiëntere allocatie
van arbeid en kapitaal en vergroot zo onze welvaart. Het IMF wijst daarnaast ook op
andere risico’s voor verdere groeivertraging in de toekomst. Zo kunnen aanhoudend
hoge rentes als gevolg van persistente inflatie de investeringen en daarmee ook de
economische groei verder vertragen.
De mondiale inflatie daalt naar verwachting tot gemiddeld 4,2% in 2025 en 3,5% in
2026. Hoewel er verschillen tussen landen bestaan, constateert het IMF dat inflatie
sneller afneemt in ontwikkelde economieën dan in opkomende markten. De VS is hierop
een uitzondering. De afnemende arbeidsmarktkrapte en de verwachte daling van energieprijzen
brengen de inflatie dichter bij de doelstellingen van centrale banken. Desondanks
waarschuwt het IMF voor het risico van aanhoudend hoge inflatie, bijvoorbeeld door
verankerde verwachtingen van hogere inflatie, invoerheffingen of geopolitieke onzekerheid,
die de volatiliteit van energieprijzen vergroot en opwaartse risico’s met zich meebrengt.
Door de verhoogde risico’s van met name externe schokken, is het verwachte rentepad
van centrale banken in ontwikkelde economieën ook volatieler. Desondanks halen centrale
banken nog steeds de voet van de rem en wordt het monetaire beleid minder restrictief.
Begrotingsdiscipline is van belang om te voorkomen dat begrotingsbeleid inflatie verder
opdrijft. Na jaren van ruim begrotingsbeleid als reactie op verschillende economische
schokken benadrukt het IMF het belang van begrotingsdiscipline, waarbij schuldniveaus
worden gestabiliseerd en begrotingsbuffers hersteld. Prudent begrotingsbeleid in combinatie
met groeibevorderende hervormingen dragen bij aan het beheersen van inflatie en het
verlagen van publieke schulden.6 Het Koninkrijk onderschrijft het belang van prudent begrotingsbeleid en structurele
hervormingen om langetermijnuitdagingen, zoals klimaatverandering en vergrijzing,
op verantwoorde wijze het hoofd te bieden. Bovendien vergt de urgente noodzaak om
in nationale veiligheid te investeren prioritering binnen de begroting.
Positie VS en quotaherziening
De hoge mate van beleidsonzekerheid in het huidige geopolitieke speelveld heeft mogelijk
ook gevolgen voor het IMF. Op 4 februari 2025 heeft President Trump een decreet uitgevaardigd
om binnen 180 dagen te evalueren of deelname aan internationale organisaties, conventies
en verdragen in het belang van de VS is en in hoeverre hervormingen of uittreding
nodig zijn. De VS onthoudt zich momenteel in beginsel van stemming bij het IMF. Aangezien
reguliere besluitvorming, zoals over IMF-programma’s, slechts een eenvoudige meerderheid
vereist, heeft deze positie van de VS op dit moment geen gevolgen voor de continuïteit
van de activiteiten van het IMF. Voor een aantal fundamentele beleidsherzieningen,
zoals ten aanzien van quota (het permanente kapitaal van het IMF), is een 85% meerderheid
vereist. Dit betekent dat de VS met een stemgewicht van 16,5% kan blokkeren. In 2023
is een akkoord bereikt over de 16e quotaherziening van het IMF, waarbij quota worden verhoogd en tijdelijke leeninstrumenten
worden verlaagd. Elke lidstaat moet nu voor de deadline van 15 mei individueel instemmen
met het akkoord, zodat de herziening geïmplementeerd kan worden. De VS heeft dat nog
niet gedaan. Als de VS niet instemt dan treedt het akkoord niet in werking en wordt
implementatie verder uitgesteld.
Het relatieve quota-aandeel en stemgewicht per land is gelijk gebleven bij de 16e quotaherziening. Het IMFC heeft in oktober het belang van een verschuiving van quota-aandelen
benadrukt Hierbij heeft het IMFC verwezen naar werk in de raad van bewindvoerders
om vóór medio 2025 opties te ontwikkelen voor een verschuiving van quota-aandeel naar
ondervertegenwoordigde, opkomende economieën met oog op de 17e quotaherziening. Vooral China en een aantal andere opkomende economieën zijn momenteel
ondervertegenwoordigd in het bestuur van het IMF. De positie van de VS zal bepalend
zijn voor het perspectief op voortgang van deze discussie.
Het Koninkrijk onderstreept in deze tijden van geopolitieke onzekerheid het belang
van multilaterale samenwerking en specifiek van een sterk IMF in het centrum van het
mondiale financiële systeem. Nederland heeft reeds ingestemd met de 16e quotaherziening
en steunt spoedige implementatie. Met betrekking tot de 17e quotaherziening blijft Nederland openstaan voor een beperkte verschuiving van quota
zolang dit plaatsvindt op basis van een eerlijke verdeling onder oververtegenwoordigde
landen. Nederland blijft daarbij optrekken met andere Europese landen en middelgrote,
open economieën om posities af te stemmen.
Opkomende economieën en lage-inkomenslanden
Hoewel opkomende economieën hogere groei laten zien dan geavanceerde economieën, is
ook hier een vertraging zichtbaar. In China viel de groei in 2024 met 4,7% wat lager
uit dan de door het IMF verwachte 4,8% en de regeringsdoelstelling van 5%. De groei
in India blijft naar verwachting robuust – 6,5% in 2025 en 2026 – en die in Brazilië
stabiel maar niet hoog: 2,2% in 2025 en 2026. Daarnaast zijn ook in opkomende economieën
de schuldniveaus het laatste decennium gestegen, met name in China, wat vraagt om
prudent begrotingsbeleid. De groei in lage-inkomenslanden (LICs) is neerwaarts bijgesteld
naar 4,2% in 2025 en 2026 voor Sub-Sahara Afrika als gevolg van maatschappelijke onrust,
extreme weersomstandigheden en verstoringen in de productie en het transport van olie.
Argentinië
Argentinië, de grootste debiteur van het IMF, vertoont tekenen van economische stabilisatie.
Onder president Javier Milei zijn binnen het IMF-programma aanzienlijke stappen gezet
om de macro-economische balans te herstellen. Terwijl de economie in 2024 met 3,5%
kromp, wordt voor 2025 een economische groei van 5% verwacht. Het IMF-programma werd
in januari 2025 afgerond, en de Argentijnse autoriteiten onderhandelen momenteel over
een opvolgprogramma. Het Koninkrijk erkent de recente vooruitgang op het gebied van
begrotingsbeleid, monetair beleid en structurele hervormingen, maar ziet ook uitdagingen.
In de lopende onderhandelingen benadrukt het Koninkrijk daarom het belang om lessen
te trekken uit het vorige programma, zoals onder meer het behoud van voldoende politieke
commitment gedurende een programma, en van voldoende aandacht voor de sociale impact
van de hervormingen.
Oekraïne
De voortdurende Russische aanvallen op Oekraïne hebben ingrijpende gevolgen, niet
alleen humanitair, maar ook op economisch vlak. Ondanks deze lastige omstandigheden
heeft de Oekraïense economie in 2024 beter gepresteerd dan verwacht, met een bbp-groei
van 4%. Dit is mede te danken aan de inzet van de Oekraïense autoriteiten en de steun
van de internationale gemeenschap. Voor 2025 is de verwachte groei lager: 2,5–3,5%
van het bbp. De terugvallende groei komt door de aanhoudende verwoestingen van de
Oekraïense energie-infrastructuur, arbeidsmarktkrapte omdat een significant deel van
de beroepsbevolking aan het front actief is en de bredere macro-economische onzekerheid
als gevolg van de oorlog. Zeker tijdens de huidige veranderende geopolitieke verhoudingen
blijven onverminderde politieke, militaire, financiële, morele en humanitaire steun
daarom noodzakelijk.
Sinds april 2023 heeft Oekraïne een regulier programma met een looptijd van vier jaar
en een omvang van USD 15,6 mld. ter ondersteuning van het liquiditeitstekort. Dat
programma gaat gepaard met afspraken over macro-economisch beleid en hervormingen,
en is daarmee een anker voor de stabilisering van Oekraïne. Tot nu toe heeft Oekraïne
ondanks complexe omstandigheden indrukwekkende resultaten geboekt, onder andere op
het gebied van belastinginning en de aanpak van corruptie en fraude. Nederland heeft,
samen met een aantal G7- en EU-landen, financing assurances afgegeven aan het IMF. Hiermee hebben de belangrijkste bondgenoten toegezegd Oekraïne
de komende jaren financieel te blijven steunen, zodat de houdbaarheid van de Oekraïense
schuld en financiering van het financieringstekort worden gewaarborgd. Om het financieringstekort
te dichten is Oekraïne afhankelijk van internationale steun, maar het land levert
ook zelf veel inspanningen om de belastinginkomsten te verhogen. Als onderdeel van
het IMF-programma heeft Oekraïne bijvoorbeeld de National Revenue Strategy geïmplementeerd.
Daarnaast biedt het IMF technische assistentie bij de uitvoering van economische hervormingen
via een speciaal opgericht fonds (het Ukraine Capacity Development Fund), waar Nederland
in 2023 een bijdrage aan heeft geleverd. Nederland levert ook bilateraal technische
assistentie aan Oekraïne middels het Kiesgroepprogramma, omdat Oekraïne onderdeel
is van de Nederlandse kiesgroep bij het IMF en de Wereldbank.
Het Koninkrijk zal zich, als onderdeel van de Kiesgroep waar Oekraïne ook deel van
uitmaakt, inzetten voor een adequate verwijzing naar de Russische aanvalsoorlog tegen
Oekraïne en de mondiale economische impact daarvan in de gezamenlijke slotverklaring
van het IMFC en DC. Er is een gerede kans dat er wederom geen unanimiteit wordt bereikt
voor een gezamenlijke slotverklaring, zoals gebruikelijk sinds het begin van de Russische
aanvalsoorlog tegen Oekraïne. De veranderende positie ten aanzien van multilateralisme
van de nieuwe regering in de VS maakt het komen tot een gezamenlijke verklaring naar
verwachting nog ingewikkelder.
Schuldenproblematiek
Voor komende jaren geldt dat opgelopen schuldenlasten in LICs een risico blijven vormen.
Momenteel heeft 14% van alle LICs een onhoudbare publieke schuld, en loopt een verdere
39% een hoog risico op onhoudbare publieke schulden. Deze schuldenproblematiek is
het gevolg van een toename van schuldfinanciering in het afgelopen decennium, in grote
mate gedreven door leningen van private crediteuren en opkomende officiële crediteuren
zoals China. In combinatie met de recente stijging van mondiale rentes zijn de jaarlijkse
terugbetalingen van LICs aan buitenlandse financiers verdrievoudigd ten opzichte van
het vorige decennium.
Het IMF stelt niettemin dat de schuldniveaus in LICs historisch gezien niet uitzonderlijk
hoog zijn. Het mediane LIC heeft een schuldenlast van 55% van het bbp, vergeleken
met 70% in 1994, voor eerdere schuldenverlichtingsrondes. Om kwetsbare landen te ondersteunen
hanteert het IMF in samenwerking met de Wereldbank een driepijlerstrategie gericht
op structurele hervormingen, aanvullende financiering en verlaging van financieringskosten.
Het Koninkrijk steunt de driepijlerstrategie en onderschrijft dat ook in LICs structurele
hervormingen nodig zijn voor robuuste economische groei. Het Koninkrijk benadrukt
het belang van verbetering van binnenlandse belastinginning, de opbouw van lokale
kapitaalmarkten, solide schuldbeheer en transparantie rondom uitstaande schulden.
Daarnaast verschaffen beide instellingen concessionele financiering. De combinatie
van hervormingen en toegang tot IMF- en Wereldbankfinanciering leidt tot lagere financieringskosten
en sterkere economische fundamenten, waardoor de houdbaarheid van schulden wordt versterkt.
In situaties waarin schulden toch onhoudbaar worden is tijdige en efficiënte schuldherstructurering
essentieel. Om dit te faciliteren is het Common Framework for Debt Treatment Beyond
the Debt Service Suspension Initiative (Common Framework) opgericht. Hierin werkt
de Club van Parijs samen met nieuwe crediteuren, waaronder China en India. Hoewel
de doorlooptijden voor landen die zich bij het Common Framework hadden aangemeld initieel
erg lang waren, is er recentelijk wel vooruitgang geboekt in het versnellen van het
proces. Desalniettemin blijven lage-inkomenslanden terughoudend met het aanvragen
van een schuldherstructurering onder het Common Framework. Snellere processen en betere
coördinatie tussen crediteuren blijven daarom voor het Koninkrijk een prioriteit.
Caribische landen van het Koninkrijk
Het Koninkrijk heeft bijzondere aandacht voor de noden van Aruba, Curaçao en Sint
Maarten. Deze kampen met specifieke sociaaleconomische uitdagingen. Zo zijn zij bijzonder
kwetsbaar voor de gevolgen van klimaatverandering. Als open economieën zijn zij bovendien
bijzonder blootgesteld aan ontwikkelingen in de mondiale economie. Om deze uitdagingen
het hoofd te bieden is het belangrijk dat zij voldoende ruimte hebben voor investeringen,
ook in de huidige context van krappe financieringscondities. Het beleidsadvies en
de technische advisering vanuit het IMF en de Wereldbank leveren een belangrijke bijdrage
aan het versterken van de veerkracht en economische ontwikkeling in deze landen.
Coalition of Finance Ministers for Climate Action
En marge van de voorjaarsvergadering vindt de 13e ministeriële bijeenkomst van de
Coalition of Finance Ministers for Climate Action (CFMCA) plaats. Als co-voorzitter
van de CFMCA zal Minister Heinen samen met uitgaand covoorzitter Sri Mulyani Indrawati,
Minister van Financiën van Indonesië, de bijeenkomst voorzitten. De bijeenkomst zal
zich richten op de wijze waarop Ministers van Financiën klimaatdoelen en duurzame
economische groei en ontwikkeling kunnen bevorderen in tijden van beperkte fiscale
ruimte, waaronder door mobilisatie van meer private klimaatfinanciering. Aan het eind
van de bijeenkomst zal Indonesië na vier jaar afzwaaien als covoorzitter en het stokje
overdragen aan de Minister van Financiën van Oeganda.
Indieners
-
Indiener
E. Heinen, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.