Brief regering : Ontwikkeling energie-infrastructuur ten behoeve van de verduurzaming Glastuinbouw
32 627 (Glas)tuinbouw
32 813
Kabinetsaanpak Klimaatbeleid
Nr. 68
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN LANDBOUW, VISSERIJ, VOEDSELZEKERHEID EN NATUUR
EN DE MINISTER VAN KLIMAAT EN GROENE GROEI
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 april 2025
Met deze brief bied ik uw Kamer het onderzoeksrapport van CE-Delft aan waarin is beschreven
in hoeverre de ontwikkeling van energie-infrastructuur voldoende zal zijn om verduurzaming
van de glastuinbouw tijdig te realiseren. Dit onderzoek heeft geleid tot een aantal
conclusies en aanbevelingen die wij graag met uw Kamer delen.
1. Achtergrond
In het convenant energietransitie glastuinbouw 2022–20301 is de ambitie opgenomen om in 2040 een klimaatneutrale en economisch rendabele glastuinbouwsector
te realiseren. Aansluitend op de afspraken in het convenant is in 2023 in de voorjaarsbesluitvorming
klimaat het restemissiedoel voor de glastuinbouw vastgesteld op 4,3 Mton CO2-equivalenten in 2030 (Kamerstuk 32 813, nr. 1230). Een samenhangend pakket van maatregelen moet de sector stimuleren om dit doel te
bereiken. Voor tuinders die willen verduurzamen is daarnaast de beschikbaarheid van
energie-infrastructuur voor de glastuinbouw van groot belang om de omschakeling naar
duurzame energie mogelijk te maken.
De toenmalige Ministers van LNV en EZK hebben medio 2023 tijdens een bestuurlijk overleg
met de sector toegezegd een analyse uit te voeren naar in hoeverre de ontwikkeling
van energie-infrastructuur (voor de aanvoer van warmte en elektriciteit tot aan het
bedrijf) voldoende zal zijn om verduurzaming mogelijk te maken. Hiertoe is onderzocht
hoe de trend van de ontwikkelingen van energie-infrastructuur zich verhoudt tot de
mogelijkheden om middels verduurzaming te reageren op de lastenverzwaring ten gevolge
van de fiscale maatregelen.
2. Onderzoeksvragen
CE-Delft heeft in een gezamelijke opdracht van de minsteries van LVVN en KGG onderzocht
in hoeverre verduurzaming van de glastuinbouwsector rendabel mogelijk is in 2030 en
2040, wanneer we rekening houden met de ontwikkeltijden van energie-infrastructuur.
Er is berekend hoeveel CO2-reductie rendabel gerealiseerd kan worden, gegeven de ontwikkeltijd van de infrastructuur,
en of dit voldoende is om het doel van 4,3 Mton CO2-eq. restemissies in 2030 en de ambitie klimaatneutraal in 2040 te halen. Daarmee
is inzichtelijk gemaakt hoe de ontwikkelsnelheid van energie-infrastructuur ten behoeve
van de glastuinbouw zich tot de ingroeipaden van de fiscale maatregelen voor de glastuinbouw
verhoudt.
3. Conclusies en aanbevelingen
Rekening houdend met de ontwikkeltijden van de energie-infrastructuur en warmtebronnen
en de lokale beschikbaarheid, kan tot 2030 36% tot 80% van het glastuinbouwareaal
worden verduurzaamd, hiermee kan 0,5–2,3 Mton CO2 gereduceerd worden. Daarmee is volgens dit onderzoek het klimaatdoel voor 2030 binnen
bereik, maar alleen onder gunstige omstandigheden. Om het doel te kunnen halen moet
in de komende vijf jaar nog veel nieuwe collectieve warmteprojecten en beschikbare
netcapaciteit gerealiseerd worden. Zit dit tegen, dan komen de doelen en ambities
in het gedrang en krijgt de sector te maken met oplopende energiekosten. Voor de volledige
conclusies verwijs ik u naar het rapport.
In het rapport worden een aantal aanbevelingen gedaan:
• Zorg er in bredere zin voor dat aan de randvoorwaarden voor verduurzaming in de glastuinbouw
wordt voldaan, zodat de financiële prikkels het gewenste effect hebben.
• Versnel de ontwikkeling van elektriciteitsinfrastructuur en warmtebronnen. Dit kan
onder andere door:Het vereenvoudigen van vergunningstrajecten. Duidelijkheid over
en vereenvoudiging van vergunningsprocedures kan dit proces verkorten, wat de totale
ontwikkeltijd aanzienlijk kan verkorten.
• Zorg dat de tuinders zich organiseren, zodat de vraagkant van de warmtenetten geregeld
is.
• Versoepel het traject waarin afspraken tussen stakeholders gemaakt worden. Het delen
van ervaringen, betere organisatie van de glastuinders en standaardcontracten kunnen
dit proces vergemakkelijken en daarmee versnellen.
• De verdere uitrol van concrete acties in het «Landelijk actieplan netcongestie», en
dan specifiek het onderdeel over het sneller uitbouwen van het elektriciteitsnet.
Dit omvat vergunningen, processen bij netbeheerders en gemeente en personeel.
De Ministeries van LVVN en KGG zullen met de andere convenantspartners bespreken hoe
de aanbevelingen kunnen worden overgenomen als onderdeel van integrale afwegingen.
Hierbij moet worden opgemerkt dat er op elke aanbeveling al diverse acties lopen en
dat richting de voorjaarsbesluitvorming gezocht wordt naar (sectoroverstijgende) maatregelen
om de randvoorwaarden voor de energietransitie te verbeteren.
De Staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur, J.F. Rummenie
De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.Th.M. Hermans
Indieners
-
Indiener
J.F. Rummenie, staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur -
Medeindiener
S.T.M. Hermans, minister van Klimaat en Groene Groei