Brief regering : Voornemen tot aanpassing Kostenkader DNB 2025-2028
32 545 Wet- en regelgeving financiële markten
Nr. 206 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 27 mei 2024
De afgelopen maanden hebben de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen
(APP) en ik samen met het de directie en raad van commissarissen van De Nederlandsche
Bank (DNB) afspraken gemaakt over het nieuwe kostenkader voor de periode 2025–2028.
Graag informeer ik uw Kamer over mijn voornemen om het nieuwe kostenkader vast te
stellen.
Totstandkoming kostenkaders
De bekostiging van DNB als zelfstandig bestuursorgaan (zbo) is geregeld in de Wet
bekostiging financieel toezicht 2019 (Wbft 2019). Op grond van deze wet keuren de
Minister voor APP en ik jaarlijks de zbo-begroting van DNB goed. De toezichthouder
is bij het opstellen van de begroting gebonden aan de hoogte van het plafond dat volgt
uit het kostenkader. Het kostenkader is van toepassing op de taken van DNB in haar
hoedanigheid als zelfstandig bestuursorgaan.
Uitgangspunten
Vanuit het oogpunt van bestuurlijke rust wordt het kostenkader voor vier jaar vastgesteld.
Zo wordt duidelijkheid geboden over de kosten van het toezicht en over de manier waarop
deze zich gedurende de looptijd van het kader ontwikkelen. Het huidige kostenkader
2021–2024 loopt eind dit jaar af. Na intensief overleg met de toezichthouder is een
kostenkader voor 2025–2028 tot stand gekomen.
Het kostenkader 2025–2028 biedt inzicht in de meerjarige ontwikkeling van de kosten
van het toezicht en borgt de uitgangspunten van doelmatigheid en bestuurlijke rust.
Met het kostenkader wordt DNB in staat gesteld om haar zbo-taken adequaat uit te voeren.
DNB zet zich hiermee blijvend in voor financiële stabiliteit en solide en integere
financiële instellingen.
Met het oog op het waarborgen van de effectiviteit en kwaliteit van het toezicht tegen
zo laag mogelijke kosten, worden nieuwe taken en wet- en regelgeving in het nieuwe
kostenkader grotendeels en zoveel als mogelijk binnen het geïndexeerde kostenkader
opgevangen door een combinatie van een efficiencytaakstelling, structurele besparingen
en jaarlijkse herprioritering van werkzaamheden. Daarbij is het van belang dat DNB
de afgelopen jaren veel nieuwe taken, voortvloeiend uit wet- en regelgeving, en werkzaamheden
gericht op het versterken van de bedrijfsvoering binnen het huidige kostenkader 2021–2024
heeft geabsorbeerd.
Kostenkader DNB 2025–2028 (in miljoenen euro)
2024
2025
2026
2027
2028
Basisbedrag Toezicht1
228,6
231,1
231,1
231,1
231,1
Basisbedrag Resolutie
16,2
16,2
16,2
16,2
16,2
Basisbedrag DGS
6,6
6,6
6,6
6,6
6,6
Basisbedrag
251,4
253,9
253,9
253,9
253,9
Uitbreidingen en intensiveringen
26,9
24,9
20,3
14
– waarvan Wtp
5,9
8,5
6,3
3,1
0,0
– waarvan DORA, AI-Act en IRRD
5,6
6,0
6,3
6,3
– waarvan overig
12,8
12,6
10,9
7,7
Besparingen en herprioriteringen
– 11,7
– 10,4
– 7,7
– 3,5
Nieuw basisbedrag
257,3
269,1
268,4
266,6
264,5
Efficiencytaakstelling
– 1,1
– 2,2
– 3,2
– 4,2
Loon- en prijsbijstelling
PM
PM
PM
PM
Begrotingskader
257,3
268,0
266,3
263,4
260,2
Post onvoorzien
5,5
4,0
5,3
6,6
7,8
Meerjarenkader
262,8
272,0
271,6
269,92
268,0
X Noot
1
Basisbedrag Toezicht vanaf 2025 gecorrigeerd voor de ingroei datadiensten (+ € 2,5 miljoen
euro), conform afspraak uit het zbo-kostenkader 2021–2024.
X Noot
2
Verschil in optelling van het totaal door afronding.
Om de uitlegbaarheid van het kostenkader te vergroten, heeft DNB de financiële sector
via de panelbijeenkomst van 9 april 2024 de mogelijkheid gegeven om te reflecteren
op de belangrijkste elementen van het kostenkader.
Toelichting kostenkader DNB
In lijn met de systematiek gehanteerd bij het kostenkader 2021–2024, wordt de hoogte
van het laatste jaar van het lopende kostenkader (2024) gebruikt als ijkpunt voor
de hoogte van het kostenkader 2025–2028. Het basisbedrag 2024 van € 251,4 mln.1 is daarmee het startpunt voor het basisbedrag 2025. Daarnaast is het basisbedrag
Toezicht vanaf 2025, conform de afspraken uit het zbo-kostenkader 2021–2024, gecorrigeerd
voor de ingroei datadiensten (+ € 2,5 miljoen). Het basisbedrag 2025–2028 bedraagt
daarmee € 253,9 miljoen.
In het geval er sprake is van deeloverschrijdingen binnen de begroting, hetzij voorziene
of onvoorziene, geldt dat deze in eerste instantie worden opgevangen binnen het algehele
begrotingskader en afgezet tegen mogelijke deelonderschrijdingen. Mocht dit niet mogelijk
zijn, dan kan met instemming van de raad van commissarissen de post onvoorzien worden
aangewend. Mocht ook dat niet mogelijk of wenselijk zijn, dan wordt door FIN en DNB
verder gesproken over een passende oplossing. Met het oog op nieuwe ontwikkelingen,
zoals (nog niet voorziene) wettelijke taakuitbreidingen en of eventueel uitloop van
wetstrajecten, blijven FIN en DNB gedurende de looptijd van het kostenkader 2025–2028
met elkaar in gesprek.
Uitbreidingen en intensiveringen
Ten behoeve van het kostenkader 2025–2028 is in gezamenlijkheid een brede inventarisatie
van nieuwe taken en wet- en regelgeving opgesteld. Op basis hiervan is voor verschillende
taken een capaciteitsinschatting gemaakt die uitgebreid besproken is. Van de totale
uitbreiding aan taken en intensiveringen in 2025 absorbeert DNB € 12,8 miljoen en
intensiveert DNB tijdelijk € 8,5 miljoen voor de inzet op de Wet toekomst pensioenen
(Wtp). DNB krijgt in de periode van het nieuwe kostenkader ook veel nieuwe taken vanuit
Europese wet- en regelgeving. Voor een aantal specifieke nieuwe taken en intensiveringen
wordt het kader uitgebreid. De verordening digitale operationele weerbaarheid (DORA)
zorgt ervoor dat DNB toezichthouder wordt op de (cyber)weerbaarheid van een groot
aantal financiële instellingen. De komst van de AI-verordening brengt een nieuw domein
van toezicht voor kunstmatige intelligentie naar DNB. Nieuwe EU-regelgeving inzake
de herstel en afwikkeling van verzekeraars vergt van DNB ook structureel meer inspanning.
De transitie vanuit de Wtp is een tijdelijk programma. DNB zet erop in om na deze
transitie terug te bewegen naar de oorspronkelijke toezichtcapaciteit. De inzet gedurende
dit kostenkader is uitgebreid besproken tussen de departementen en DNB en is tot stand
gekomen op basis van huidige gegevens en inzichten. De opgenomen kosten voor de transitie
worden vooralsnog toereikend geacht. Omdat DNB tot op heden nog geen ervaring heeft
kunnen opdoen met de beoordeling van een volledige invaarmelding, is er echter een
mate van onzekerheid in de daarvoor benodigde capaciteit. De eerste ervaringen in
het komende jaar moeten uitwijzen in hoeverre de nu opgenomen capaciteit daadwerkelijk
voldoende is. Een deel van de extra benodigde capaciteit absorbeert DNB gedurende
de transitieperiode.
Er is overeengekomen dat DNB een groot aantal nieuwe wettelijke taken en intensiveringen
absorbeert. Het gaat bijvoorbeeld om de inzet op MiCAR, IFR/IFD2, PSD3/PSR, CRD6/CRR2, de overige wet- en regelgeving op het gebied van pensioenen, de herziening van de
Sanctiewet en Solvency II. Daarnaast is specifieke capaciteit opgenomen voor het op
orde brengen en houden van datagovernance en operationaliseren van databeleid. DNB
zal deze uitbreidingen en intensiveringen opvangen met besparingen, herprioriteringen
en de efficiencytaakstelling.
Ten aanzien van een aantal taakuitbreidingen bestaat nog onzekerheid voor wat betreft
de exacte omvang en/of timing van de werkzaamheden. Het is van belang dat de uitvoeringskosten
voor nieuwe taken en intensiveringen goed in kaart worden gebracht. De nog onzekere
ontwikkelingen zullen voorts tijdens de kaderperiode in beginsel binnen het kostenkader
worden opgevangen, waar nodig met een beroep op de post onvoorzien.
Besparingen en herprioriteringen
Een groot deel van de uitbreidingen en intensiveringen wordt opgevangen binnen het
kader. Hiervoor heeft DNB een tweetal instrumenten, te weten besparingen en herprioriteringen
van taken.
Voor de besparingen zijn maatregelen geïnventariseerd die het kostenniveau structureel
verlagen. Zo is voor € 3,5 mln. aan structurele kostenbesparingen opgenomen in aanvulling
op de efficiencytaakstelling (zie hieronder). Daarnaast vangt DNB uitbreidingen en
intensiveringen op door middel van herprioriteringen die als onderdeel van het jaarlijkse
begrotingsproces verder worden vormgegeven. Hierbij zullen de consequenties voor de
risicobereidheid expliciet worden gemaakt als onderdeel van het jaarlijkse begrotingsproces,
inclusief afstemming met het Ministerie van Financiën en het Ministerie van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid. Dit betekent dat de herprioriteringen in een aantal gevallen
ertoe leiden dat werkzaamheden (tijdelijk) in beperktere mate worden uitgevoerd, omdat
andere (prioritaire) werkzaamheden in de brede risicobereidheidsafweging voorrang
krijgen.
Efficiencytaakstelling
Naast besparingen is in het nieuwe kostenkader ook weer een efficiencytaakstelling
opgenomen, ter grootte van 0,4% per jaar. De taakstelling heeft als doel om efficiencywinsten
te behalen en draagt daarmee bij aan de doelmatigheid van DNB.3De taakstelling spoort de toezichthouders aan om de bedrijfsvoering efficiënt in te
richten, zonder dat aan de kwaliteit en effectiviteit van het toezicht afbreuk wordt
gedaan.
Loon- en prijsbijstelling
Er is overeengekomen dat de systematiek van de loon- en prijsbijstelling gehandhaafd
blijft. Voor de loonbijstelling wordt de CEP-raming van het CPB van het voorjaar T-1
gehanteerd. De hoogte van de prijsbijstelling wordt daarbij gekoppeld aan de «Jaarmutatie
CPI» zoals deze door het CBS wordt gepubliceerd over de maand mei (van het jaar dat
voorafgaat aan het jaar waarop de zbo-begroting betrekking heeft), in plaats van de
maand juni, om zo beter aan te sluiten aan de interne begrotingsplanning van DNB.
Post onvoorzien
De post onvoorzien is bedoeld om nieuwe (niet voorziene) ontwikkelingen op te kunnen
vangen en wordt in de functionaliteit uitgebreid. Zo wordt het vanaf komende kaderperiode
mogelijk om voor op zichzelf voorzienbare, maar qua timing en/of omvang nog onzekere
taken de post onvoorzien aan te wenden. DNB kan een beroep doen op de post onvoorzien
als zij de impact van de onvoorziene en incidentele gebeurtenis niet kan opvangen
binnen de begroting. Hiervoor dient de directie van DNB een onderbouwd verzoek op
te stellen dat moet worden goedgekeurd door de raad van commissarissen van DNB. Dit
verzoek van de directie aan de raad van commissarissen wordt ook ter informatie met
mij gedeeld. Indien dit leidt tot aanpassing van de begroting van DNB wordt deze conform
de gebruikelijke systematiek, opnieuw voorgelegd aan de Ministers van Financiën en
APP. De omvang van de post onvoorzien neemt in latere jaren toe vanwege de toenemende
onzekerheid en de uitdaging om gebeurtenissen over een periode van vier jaar te voorzien.
De post onvoorzien biedt DNB ruimte om tijdig te kunnen opschalen wanneer dat noodzakelijk
is.
Overige toelichting
In aanloop naar de totstandkoming van het nieuwe kostenkader heb ik DNB gevraagd om
twee verdiepende onderzoeken uit te voeren, te weten een deep dive Digitale Strategie
en een verdiepende analyse naar de kostprijs per fte.
De Digitale Strategie wordt in het kostenkader budgetneutraal voortgezet. De uitkomsten
van de deepdive Digitale Strategie dienen als versterking van de interne sturing op
IT-projecten. Het hoofddoel van de digitale strategie is dat de digitale ondersteuning
van het toezichtproces voortdurend «fit for purpose» blijft en daarmee bijdraagt om
de voortdurende groei en toenemende complexiteit van de toezichttaak binnen het vastgestelde
kostenkader te absorberen.
Overeengekomen is dat DNB een wijziging toepast in de methodiek voor het bepalen van
een «kostprijs per fte» bij uitbreiding van de formatie in verband met nieuwe taken
en/of intensivering daarvan. Hierbij wordt onderscheid gemaakt naar min of meer «vaste
overhead» en overheadkosten die stijgen als het aantal fte toe- of afneemt. Daarbij
wordt afgesproken dat, om de kostprijs gedurende het kostenkader actueel te houden,
deze jaarlijks wordt geïndexeerd conform de indexatiemethodiek in het zbo-kostenkader.
Tot slot
Met het kostenkader 2025–2028 wordt DNB in staat gesteld om haar zbo-taken adequaat
uit te voeren. Hierdoor kan DNB zich blijvend inzetten voor stabiele financiële markten
en solide en integere financiële instellingen.
Resumerend biedt het kostenkader inzicht in de hoogte van de toezichtkosten, de ontwikkeling
daarvan en borgt het kostenkader de uitgangspunten van doelmatigheid en bestuurlijke
rust. Ik ben ervan overtuigd dat dit kostenkader een goede balans biedt tussen een
beheerste groei van de toezichtkosten en goed toezicht. Daardoor kan DNB nu, maar
ook in de toekomst, op adequate wijze invulling geven aan haar zbo-taken, zonder de
kosten van het toezicht onnodig hard te laten stijgen.
De Minister van Financiën, S.P.R.A. van Weyenberg
Indieners
-
Indiener
S.P.R.A. van Weyenberg, minister van Financiën