Brief regering : Voortgangsrapportage High Impact Crimes 2022-2023
28 684 Naar een veiliger samenleving
Nr. 733
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID EN VOOR RECHTSBESCHERMING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 december 2023
Inleiding
Hierbij sturen wij u de jaarlijkse rapportage over de aanpak van high impact crimes
(HIC). Dit zijn gewelddadige delicten met een grote impact op slachtoffers en hun
directe omgeving. Ook het veiligheidsgevoel in de maatschappij kan door high impact
crimes sterk worden aangetast. Dat maakt dat deze delicten onze bijzondere aandacht
blijven vragen. Voorbeelden van high impact crimes zijn (gedigitaliseerde) vermogens-
en geweldsdelicten, overvallen, ram- en plofkraken, en straatroof. Ook het bestrijden
van heling als facilitator voor het plegen van vermogenscriminaliteit vormt een onderdeel
van de HIC-aanpak.
Het afgelopen jaar is met name ingezet op het verder internationaal vormgeven van
de aanpak om ram- en plofkraken verder terug te dringen. De samenwerking met Duitsland
stond meer dan eerdere jaren in het teken van het delen van de kennis en ervaring
van Nederland, ook bijvoorbeeld over de dadergerichte aanpak. Voorts heeft de Taskforce
Overvallen onder leiding van de nieuwe voorzitter een conferentie voor burgemeesters
georganiseerd, met nauwe betrokkenheid van publieke en private partners om high impact
crimes terug te blijven dringen.
Met deze voortgangsrapportage informeren wij uw Kamer op hoofdlijnen over de belangrijkste
ontwikkelingen in de bestrijding van deze delicten. In deze brief wordt eerst de overkoepelende
strategie vermeld gevolgd door overzichten van de geregistreerde high impact crimes
en een duiding hiervan. Daarna worden de ingezette maatregelen op het voorkomen van
daderschap, recidivevermindering en slachtofferschap beschreven.
1. Overkoepelende HIC-strategie
De afgelopen periode heeft uw Kamer extra aandacht gevraagd voor de inzet op wetenschappelijk
onderbouwde maatregelen, zowel preventief als repressief. Onder andere tijdens de
begrotingsbehandeling van 2023, maar ook eerder tijdens commissiedebatten over justitiële
jeugd is door uw Kamer gevraagd om een balans tussen preventie en repressie.1 De HIC-aanpak start met een beleidsanalyse van de aard en omvang van de criminaliteitsfenomenen
en een analyse van de risico- en beschermende factoren zodat zicht ontstaat op de
aangrijpingspunten voor in te zetten maatregelen. De gekozen maatregelen worden in
samenwerking met betrokken stakeholders (door)ontwikkeld op basis van wetenschappelijke
inzichten en beleidsevaluaties. De implementatie van deze maatregelen vindt plaats
binnen het lokaal domein. Publiek-private samenwerking vormt daarbij vaak de sleutel
voor een succesvolle uitvoering. Preventie – via het positief en effectief beïnvloeden
van het gedrag van potentiële slachtoffers en daders – is een belangrijk onderdeel
van de aanpak. Naast het terugdringen van slachtofferschap en daderschap wordt ingezet
op het terugdringen van de gelegenheid om delicten te plegen. En, als het toch zo
ver komt: slachtoffers goede nazorg verlenen, daders opsporen, vervolgen en inzetten
op een passende straf en goede resocialisatie van daders in de maatschappij. De HIC-aanpak
omvat aldus in essentie de strategische inzet van dadergerichte, slachtoffergerichte
en situationele preventieve maatregelen, in combinatie met de passende repressieve
maatregelen.
De afgelopen jaren is gebleken dat maatregelen uit de HIC-aanpak ook positief bijdragen
aan het terugdringen van andere fenomenen. De HIC-aanpak is daarmee complementair
aan andere aanpakken. Een goed voorbeeld is de preventieve aanpak van (georganiseerde
en ondermijnende) jeugdcriminaliteit, zoals wordt vormgegeven ter uitvoering van het
coalitieakkoord van 15 december 2021 (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77). Deze aanpak Preventie met Gezag werkt als katalysator voor de inzet van kansrijke
en bewezen effectieve interventies en draagt bij aan een steeds betere landelijke
beschikbaarheid daarvan.2 Een vergelijkbare wisselwerking doet zich voor tussen de HIC-aanpak en de beleidsvoornemens
in reactie op de initiatiefnota Verkuijlen, zoals de inzet van de re-integratieofficier,
ook voor jongeren onder 18 jaar.3
Het lokaal bestuur is primair verantwoordelijk voor de lokale veiligheid. Vanuit de
rijksoverheid steunen en stimuleren we gemeenten bij de aanpak van criminaliteit.
Wij waarderen de betrokkenheid en inspanningen van het lokale bestuur en private partners
en bedanken hen hierbij voor hun actieve bijdragen aan het (door-)ontwikkelen en inzetten
van de HIC-aanpak.
Aanvullend zien we in toenemende mate de problematiek waar veel Nederlandse steden
mee te maken krijgen ook terug in andere delen van het Koninkrijk. We werken daarom,
in gezamenlijkheid met onze partners in het Koninkrijk, aan de bestrijding van high
impact crimes. Het doel is om te komen tot een reductie van dit type delicten (overvallen,
straatroven woninginbraken en instrumenteel geweld) ook in de overzeese gebieden.
Bij de HIC-aanpak op de eilanden geldt dat methoden die in Nederland succesvol zijn,
worden geïmplementeerd op de eilanden op een wijze die aansluit op de lokale situatie.
2. Ontwikkeling high impact crimes
In onderstaande tabel is het aantal delicten weergegeven in de periode 2012 tot en
met 2022.4 Daarna volgt een duiding van de belangrijkste ontwikkelingen op de HIC-delicten.
Jaar
Overvallen
Straatroven
Woninginbraken
Geweld
2012
1.982
8.050
91.930
95.735
2013
1.633
7.050
87.720
89.265
2014
1.267
5.460
71.230
84.920
2015
1.239
4.731
64.560
83.106
2016
1.138
4.167
55.470
80.332
2017
1.103
3.576
49.124
75.557
2018
1.143
3.517
42.662
72.533
2019
1.174
3.777
39.365
73.638
2020
907
3.184
30.531
70.023
2021
676
2.321
23.452
65.849
2022
670
2.481
24.275
69.995
Procentuele ontwikkeling 2012–2022
– 66%
– 69%
– 74%
– 27%
Over de jaren 2012–2019 zijn de HIC-cijfers gedaald. Tijdens de Covid-pandemie daalden
de cijfers nog sneller; de corona-maatregelen droegen hier vermoedelijk aan bij. Sinds
2022 laten de HIC-cijfers weer een stijging zien, al zijn de cijfers nog niet op het
niveau van voor de pandemie. Deze stijging lag in de lijn der verwachting nu er in
het grootste gedeelte van 2022 geen corona-maatregelen meer van kracht waren. Zoals
uw Kamer aangaf tijdens de begrotingsbehandeling van 2023 is het van belang om de
aandacht voor de aanpak van HIC-delicten vast te houden. Dit type delicten kan snel
stijgen op het moment dat de aandacht voor preventie, opsporing en vervolging verzwakt.
Taskforce Overvallen
In november 2022 is de Taskforce Overvallen onder voorzitterschap van burgemeester
Hamming, formeel verlengd tot 2026 en het actieprogramma 2022–2026 vastgesteld. Binnen
de Taskforce Overvallen (TFO) wordt intensief samenwerkt tussen publieke en private
partijen. Er is regulier overleg met deelnemers van supermarkten, retail, banken,
horeca, casino’s en telecom.
Op 17 april 2023 werd vanuit de TFO in publiek-privaat samenwerkingsverband de conferentie
«Aanpak high impact crimes» georganiseerd. Burgemeesters uit het hele land kwamen
in Zaanstad samen om hun ervaringen met (de aanpak van) High Impact Crimes en het
belang van de samenwerking met de branches en lokale ondernemers te bespreken.
In gesprekken met de telecomsector, OM en politie worden de actuele ontwikkelingen
ten aanzien van overvallen op telefoonvervoer en telefoonwinkels gevolgd. Die zijn
vanaf 2022 sterk gedaald, mede doordat de winkels nauwelijks of geen high end smartphones
meer op voorraad hebben.
De evaluatie van de aangepaste noodknopprocedure is afgerond. De noodknop werd vaak
per ongeluk ingedrukt, waardoor de politie in voorkomende gevallen onnodig uitreed.
Er is waar mogelijk een controle ingebouwd, waardoor de politie veel minder vaak nodeloos
uit hoeft te rijden. De politie en het bedrijfsleven blijven in gesprek om overvallen
zo effectief mogelijk te kunnen melden, waarbij waar mogelijk ook wordt gekeken naar
het gebruik van nieuwe technologieën.
Verder is er door het Centraal Bureau Levensmiddelen (CBL) in samenwerking met de
politie een eerste verkennend onderzoek uitgevoerd naar (de-)escalerend gedragingen
in supermarkten, waardoor personeel potentieel risicovolle situaties kan de-escaleren.
Hieruit is gebleken dat op basis van de analyse van videomateriaal uitspraken gedaan
kunnen worden over het ontstaan van agressief gedrag. Dit onderzoek wordt in 2024–2025
vanuit de TFO breder uitgevoerd in verschillende winkels met het oog op het verkrijgen
van handelingsperspectief voor (het trainen van) medewerkers die te maken krijgen
met agressie en geweld.
Ram- en plofkraken
Het aantal aanvallen op geldautomaten is in Nederland gedaald van 20 in 2021 naar
15 in 2022. Het ging in 2022 om 13 aanvallen met zware explosieven en 2 aanvallen
door braak.5 In 2023 lijkt de dalende trend in het aantal plofkraken door te zetten. Eerder is
uw Kamer geïnformeerd over de verkenning met het Ministerie van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijkrelaties en de gemeenten Amsterdam en Utrecht naar de mogelijkheden om
op lokaal niveau invloed uit te oefenen op de plaatsing van (niet-bancaire) geldautomaten.6 De uitkomst van de verkenning is met de G4 gedeeld om de lokale toepasbaarheid te
toetsen. Om geldautomaten aan de hand van regelgeving te kunnen weren op gevel locaties
waar risico’s ontstaan bij een plofkraak, is het wenselijk om op een objectieve manier
de veiligheidsrisico’s te kunnen inschatten. Deze systematiek bestaat nog niet. We
hebben de burgemeesters van de G4 toegezegd een verkenning uit te voeren om te komen
tot objectieve veiligheidscriteria. Inmiddels is TNO bereid gevonden om het onderzoek
te verrichten en naar verwachting zal de uitkomst in het voorjaar van 2025 worden
opgeleverd.
De Nederlandse aanpak van plofkraken heeft ertoe geleid dat Nederlandse criminelen
hun doelgebied hebben uitgebreid naar andere landen, met name Duitsland. Er is steun
toegezegd aan de Duitse autoriteiten. Op het gebied van preventie is de Nederlandse
opgedane kennis en expertise rondom de aanpak van plofkraken met de relevante Duitse
autoriteiten gedeeld. Daarbij is de doorslaggevende rol van de publiek-private samenwerking
expliciet benadrukt. De regionale recherche Midden-Nederland, die de algehele coördinatie
heeft, werkt nauw samen met de Duitse politie bij de opsporing en vervolging van daders.
Zeer frequent worden Nederlandse verdachten aangehouden en overgeleverd aan Duitsland.
Het aantal overgeleverde verdachten tot 1 september 2023 is 85 verdachten. Over heel
2022 waren het 69 verdachten.
Online criminaliteit
Uw Kamer blijft terecht aandacht vragen voor het thema online criminaliteit, zo roept
de aangenomen motie van het lid van uw Kamer Mutluer op, om de bij de aanpak van high
impact crimes opgedane ervaring te betrekken bij de aanpak van online criminaliteit.7 De integrale aanpak cybercrime draagt de elementen van de HIC-aanpak in zich, waaronder
een integrale aanpak via preventie, opsporing en vervolging en publiek-private samenwerking.
In de brief over de integrale aanpak cybercrime wordt nader ingegaan op het beleid
van het tegengaan van cybercrime.8 In het digitale domein wordt bijvoorbeeld ingezet op een combinatie van maatregelen
om online slachtofferschap en daderschap te voorkomen. Zo worden bestaande succesvolle
maatregelen zoals «Mijn Cyberrijbewijs» en «RE_B00TCMP» aangeboden via de City Deal
en in enkele gemeenten waar het programma Preventie met Gezag wordt uitgevoerd. Deze
projecten richten zich zowel op algemene preventie als op risicojongeren en betrekken
scholen, politie en jongerenwerk in de preventieve aanpak.
3. Preventie (herhaald) daderschap
Uit meerdere onderzoeken blijkt dat HIC-daders over het algemeen een langere en intensievere
criminele carrière hebben dan daders van andere delicten.9 Deze onderzoeken onderschrijven de noodzaak om aandacht te blijven houden voor (jong)volwassenen
die een verkeerde afslag (dreigen te) nemen. Daarbij is het inzetten op kansrijke
en bewezen effectieve interventies van belang.
3a. Interventies
Tijdens de behandeling van de initiatiefnota Verkuijlen hebben wij u toegezegd terug
te komen op het opstellen van een kwaliteitskader voor effectieve interventies tegen
criminaliteit. Op dit moment zijn wetenschappers gestart met de opdracht om te komen
tot een landelijk kwaliteitskader. Dit kader wordt gebaseerd op de best beschikbare
onderbouwing vanuit de praktijk en bestaande wetenschappelijke inzichten zoals toegepast
bij de certificering van interventies door het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) en
de identificatie van de werkzame bestanddelen van andere bewezen effectieve interventies.
Deze inzichten worden gebundeld in een kwaliteitskader voor gemeenten. Op basis daarvan
wordt het een landelijk te benutten tool bij het opzetten en aanscherpen van een preventieve
aanpak jeugdcriminaliteit. In het derde kwartaal van 2024 wordt de tool opgeleverd
voor alle gemeenten
Op tijd signaleren en effectief ingrijpen kan daderschap helpen voorkomen. Inmiddels
zetten we, mede op verzoek van uw Kamer in op het stimuleren van de inzet van kansrijke
en bewezen effectieve interventies, ook buiten de Randstad.
Kapot Sterk
In samenwerking met het RIEC Midden-Nederland is het modulaire lespakket Kapot Sterk
(door)ontwikkeld. Kapot Sterk is een preventief onderwijsprogramma voor leerlingen
van groep 7 en 8, waarmee gemeenten, politie en OM de doelgroep weerbaarder maken
tegen de verleidingen van criminaliteit. Onder andere een officier van justitie en
jongerenwerker treden op als gastdocent om jongeren mee te nemen in de mogelijkheden
naar succes, de keuzes die ze kunnen maken en de consequenties van crimineel handelen.
Sinds dit jaar hebben 24 scholen deelgenomen aan de interventie en er zijn nog ruim
36 andere scholen in de opstartfase van de pilot in verschillende regio’s. Kapot Sterk
wordt ook uitgevoerd in wijken van Preventie met Gezag gemeenten. Op dit moment wordt
Kapot Sterk doorontwikkeld voor de NJI-erkenning.
Alleen jij bepaalt wie je bent
Sinds de vorige voortgangsrapportage is stevig ingezet op verbreding en intensivering
van de landelijke beschikbaarheid van de effectieve gedragsinterventie Alleen jij
bepaalt wie je bent (AJB).10 Momenteel nemen ruim 3100 jongeren deel aan AJB in ruim 30 gemeenten. Het doel is
om, in gebieden waar de cijfers hiertoe aanleiding geven, AJB te intensiveren. Via
AJB wordt eveneens bijgedragen aan het terugdringen van andere fenomenen. In 2022
en 2023 zijn bijvoorbeeld de workshops «Respect voor hulpverleners» voor AJB-deelnemers
georganiseerd. Door drie workshops, die in samenwerking met hulpverleners (politie,
boa’s en brandweer) aan de deelnemers worden gegeven, brengen we hen op een positieve
manier in contact met hulpverleners en verhogen we het wederzijds begrip en respect
voor elkaar.
Integrale Persoonsgerichte Toeleiding naar Arbeid
Jeugdigen en (jong)volwassenen met multiproblematiek hebben baat bij interventies
die tot doel hebben om een zelfstandig bestaan op te bouwen. De Integrale Persoonsgerichte
Toeleiding naar Arbeid (IPTA) is een interventie die ten behoeve van deze groep verder
wordt ontwikkeld. IPTA bevindt zich in het NJi erkenningstraject.11 De pilot is in 2019 gestart met zes coaches in vijf gemeenten en is inmiddels uitgebreid
naar 22 coaches in 15 gemeenten. In het totaal zijn er de afgelopen jaren 143 deelnemers
begeleid.
Veiligheid in en om de school
In 2021 is in Arnhem gestart met het vergroten van de veiligheid in en om de school
(VIOS). Het Ministerie van Justitie en Veiligheid stimuleert deze aanpak, die inmiddels
in een aantal gemeenten wordt gevolgd. Gemeente, politie en schoolbesturen van middelbare
scholen maken afspraken over de manier waarop zij samen omgaan met gebruik van (of
handel in) drugs en alcohol, vandalisme en ander strafbaar gedrag. Dit draagt bij
aan een optimaal leef- en leerklimaat.
3b. Onderzoeken
Meisjescriminaliteit
In vervolg op het verkennend onderzoek naar de kenmerken en risicofactoren van delinquente
meisjes en jongvolwassen vrouwen (12–27 jaar) kan ik uw Kamer meedelen, dat het WODC
in 2024 een verdiepend vervolgonderzoek zal doen naar onder andere de pleeg- en woonlocaties
van jonge vrouwen die delicten plegen en de relatie tussen slachtofferschap van seksueel
misbruik en crimineel gedrag bij jonge vrouwen.
Gesloten gemeenschappen
Bij de vorige voortgangsrapportage bent u geïnformeerd over het onderzoek en de pilot
met betrekking tot gesloten gemeenschappen.12 Het doel is om te komen tot een onderbouwde overkoepelende aanpak die de toegang
voor professionals tot deze gemeenschappen verbetert. Uit eerste bevindingen blijkt
dat met name het creëren en behouden van de relatie of het contact met cliënten uit
gesloten gemeenschappen, de jeugdbeschermers en (jeugd)reclasseringswerkers voor uitdagingen
stelt. In de wij/zij-dynamiek, die kenmerkend is voor gesloten gemeenschappen in relatie
tot hun omgeving, spelen mechanismen van in- en uitsluiting bijvoorbeeld een rol.
Hoe met deze – en andere – elementen om te gaan, wordt in de pilotfase door het Leger
des Heils getoetst.
Oververtegenwoordiging niet-westerse migranten in de criminaliteit
Bij brief van 3 mei 2021 is in reactie op de motie Van der Staaij ingegaan op de oververtegenwoordiging
van personen met een niet-westerse migratieachtergrond in de criminaliteit. Daarbij
is toegezegd nader onderzoek uit te voeren naar de toename van deze oververtegenwoordiging
in de opeenvolgende fasen van de strafrechtsketen.13 De voorbereiding tot het uitvoeren van dit onderzoek is in 2022 door het Wetenschappelijk
Onderzoek en Documentatie Centrum ter hand genomen. Naar verwachting wordt het rapport
in 2024 opgeleverd.
4. Opsporing en vervolging
Ophelderingspercentages
Om meer slachtoffers van high impact crimes te voorkomen is het van belang om daders
van deze delicten snel op te sporen en te vervolgen. De Taskforce Overvallen kijkt
daarom naar de ophelderingspercentages van deze delicten.14 Door de stevige inzet op opsporing en vervolging zijn de ophelderingspercentages15 in 2022 nog altijd erg hoog.16
Ophelderingspercentages
Realisatie 2019
Realisatie 2020
Realisatie 2021
Realisatie 2022
Overvallen
52%
53%
63%
59%
Straatroven
29%
33%
39%
34%
Middelengebruik
Voor een effectieve aanpak van geweld is het van belang dat in het strafproces meer
rekening wordt gehouden met de risicofactor middelengebruik. In 2017 is dat met de
Wet middelenonderzoek bij geweldplegers (WMG) mogelijk geworden.17 De WMG is nader uitgewerkt in een Besluit en ministeriële regeling. De algehele evaluatie
van de WMG is conform de motie van de leden Van Oosten en Marcouch in 2020 van start
gegaan.18 De plan- en procesevaluatie zijn afgerond en op 4 april 2022 aan uw Kamer aangeboden.19 De effectevaluatie is in uitvoering en volgt naar verwachting in 2024. Bij het aanbieden
van de evaluatie van twee pilots met de inzet van de Alcoholmeter, is de landelijke
implementatie van de Alcoholmeter aangekondigd.20 De voorbereiding voor deze implementatie is in 2020 gestart. Zo is de ontwikkeling
van een meer comfortabele enkelband gerealiseerd. Ook is het wetgevingstraject van
start gegaan voor de inzet van de Alcoholmeter als controlemiddel om toezicht te houden
op de naleving van een alcoholverbod. De reactie van de afdeling Advisering van de
Raad van State op het wetsvoorstel is eind september ontvangen.
Collectieve Horeca Ontzegging
De Collectieve horecaontzegging (CHO)21 is een van de meest effectieve maatregelen om overlast in uitgaansgebieden aan te
pakken. In 2020 stelde Koninklijke Horeca Nederland (KHN) een (vernieuwd) modelprotocol
op. De goedkeuring door de Autoriteit Persoonsgegevens van dit nieuwe protocol heeft
langer op zich laten wachten dan voorzien. Vanaf augustus 2020 dienen gemeenten of
uitgaansgebieden een eigen vergunning aan te vragen. Omdat horecaondernemers op dat
moment net de grillige corona-periode achter de rug hadden, werden er minder aanvragen
gedaan. Bovendien werden aanvragen afgewezen door de Autoriteit Persoonsgegevens omdat
niet altijd aan het protocol werd voldaan. Pas vanaf 2023 zijn er weer vergunningen
verleend. Momenteel wordt aan een nieuwe website en app gewerkt waarin de opgelegde
CHO’s worden geregistreerd. De eerste gebieden gaan hiermee in januari 2024 van start.
Heling
Bij (gewelddadige) vermogensdelicten is de kans groot dat er goederen gestolen worden
die vervolgens aan burgers of handelaren te koop aangeboden worden. De afgelopen jaren
zorgde de ontwikkeling van vier digitale instrumenten voor een belangrijke impuls
bij de helingaanpak.22 In de politiedatabase Stop Heling kunnen burgers en bedrijven een diefstalcheck doen
op aangeboden tweedehands goederen. Het Digitaal Opkopers Register (DOR) is de digitale
variant van het verplichte inkoopregister voor opkopers en handelaren in gebruikte
en ongeregelde goederen (art. 437 Sr.) en is gekoppeld aan de database van Stop Heling.
Als een opkoper of handelaar een gestolen product registreert in het DOR, dan krijgt
politie automatisch een notificatiemelding. Het Digitaal Opkopers Loket (DOL) voorziet
in een loket voor de meldplicht van de opkopers en handelaren (437terSr). In het Digitaal
Opkopers Controlesysteem (DOC) ten slotte kunnen handhavers (buitengewoon opsporingsambtenaren
en de politie) van de meldplicht en registratieplicht hun controleresultaten op hoofdlijnen
vastleggen. Inmiddels zijn er per 1 mei 2023 7430 Nederlandse opkopers en handelaren
in 313 gemeenten en zeven buitenlandse opkopers en handelaren aangesloten op het DOR.
Verder maken per 1 mei 2023 4.046 opkopers en handelaren in 222 gemeenten gebruik
van het DOL.
Met de voorgenomen wijziging van 437Sr en 437terSr wordt het gebruik van het DOR en
DOL landelijk bij wet verplicht gesteld. Het wetsvoorstel daartoe is op 15 februari
2022 bij uw Kamer aanhangig gemaakt.23 Ter voorbereiding op de plenaire behandeling zijn de nota naar aanleiding van het
verslag24, een uitvoeringstoets25 en reactie op de wetenschapstoets26 naar uw Kamer verzonden en is geparticipeerd in het rondetafelgesprek van 9 februari
2023. Tevens is het ontwerpBesluit Digitaal opkopersregister en Digitaal opkopersloket
op 21 maart 2022 in consultatie gegeven. Na de ontvangst van het laatste advies, van
de Autoriteit Persoonsgegevens, op 29 juni 2023 is gestart met de verwerking van de
reacties in het ontwerpBesluit. In het afgelopen jaar zijn ten slotte de overleggen
met de betrokken brancheorganisaties gecontinueerd. In het bijzonder is aandacht besteed
aan de vormgeving van een beperkte registratieplicht voor de non-profit kringloopbranche.27 Alle kringloopwinkels28 hebben een factsheet ontvangen en een uitnodiging voor de digitale bijeenkomsten
op 10 mei 2023. Die bijeenkomsten hebben geleid tot een nadere inperking van de gratis
verworven unieke goederen die onder de beperkte registratie vallen (fietsen en ICT)
en het voornemen een speciale registratie app voor de non-profit kringloop te ontwikkelen.
Camera in Beeld en Camera Kwaliteitsregeling
De inzet van camerabeelden blijft belangrijk bij de opsporing en vervolging van verdachten.
Het project «Camera in Beeld»29 van de politie laat burgers, bedrijven en gemeenten camera’s registreren. Sinds de
start van «Camera in beeld» zijn er bijna 327500 camera’s op 70.000 locaties geregistreerd.30
5. Aanpak recidive
Re-integratie officier
Goede re-integratie in de maatschappij helpt bij het voorkomen van herhaald daderschap.
Dat is de reden dat wordt ingezet op interventies die ingrijpen op meerdere leefgebieden
en perspectief bieden op een niet-crimineel bestaan.31 Daar waar gedragsbeïnvloeding niet (meer) werkt, wordt ingezet op repressie en controle
door middel van daadkrachtig reageren op overtredingen. Bij deze doelgroep is het
doel het terugdringen van de veiligheidsrisico’s voor de samenleving. De nadruk ligt
dan op straffen, zoals bijvoorbeeld bij daders van ram- en plofkraken, en het afpakken
van crimineel vermogen.
Uit cijfers blijkt dat HIC-plegers een groot aandeel hebben in het opnieuw in de fout
gaan. 55% van de woninginbrekers, 44% van de straatrovers en 38% van de overvallers
recidiveert binnen twee jaar.
Voor de doelgroep (ex-)gedetineerde HIC-plegers (18–27 jaar) is de werkwijze van de
Re-integratie-officier (Rio) ontwikkeld en wordt deze komend jaar verder doorontwikkeld.
Het doel van de Rio-werkwijze is het verminderen van recidive door intensieve begeleiding
bij het op orde brengen van huisvesting, werk en inkomen, onderwijs, schulden en eventueel
organiseren van zorg.32 De Rio is ten opzichte van de vorige voortgangsrapportage uitgebreid van 4 fte naar
28 fte. Sinds 2021 zijn inmiddels zijn door de rio’s 163 kandidaten begeleid. In mei
2023 is de monitoringsapp in gebruik genomen waar de Rio’s maandelijks de voortgang
van de deelnemers registeren.
Een eerste beperkte evaluatie afgelopen jaar heeft de volgende inzichten opgeleverd.
Het percentage mensen zonder werk neemt af naarmate deelnemers langer in de pilot
zitten. Het percentage mensen zonder woonruimte neemt eveneens af. Het effect op de
andere leefgebieden is minder goed zichtbaar. Het ligt ook in de lijn der verwachting
dat niet iedereen een opleiding gaat volgen, en niet iedereen zorg nodig heeft.
Op basis van de individuele leefgebieden zien we dat deelnemers die een baan hebben
iets minder vaak recidiveren dan deelnemers die geen baan hebben. Hetzelfde geldt
voor deelnemers die geen schulden hebben en deelnemers die een woonadres hebben (zelfstandig
woonadres of verblijf bij ouders). Andersom recidiveren deelnemers juist iets sneller
als zij verblijven in een instelling of als ze dakloos zijn. Op basis van de eerste
resultaten zien we dat als twee of meer leefgebieden op orde zijn, er een afname van
de kans op recidive te zien is.
Dit kan een eerste aanwijzing zijn dat intensieve begeleiding bij het op orde brengen
van de leefgebieden in de praktijk werkt. De uitbreiding van het aantal gemeenten
dat de werkwijze implementeert, maakt dat we komend jaar opnieuw onderzoek kunnen
doen naar de eerste effecten van de werkwijze van de RIO en wat de kosten en baten
zijn van de werkwijze.
Afgelopen jaar is in drie gemeenten gestart met de zogenaamde jeugd-RIO. Deze re-integratieofficier
richt zich op jongeren die ten tijde van het plegen van het delict onder de 18 jaar
waren. In totaal zijn tien deelnemers onderzocht. Op basis van deze kleine dataset
is het te vroeg om conclusies te trekken over de resultaten van de interventie. De
evaluatie en nader onderzoek naar de werkwijze van de jeugd-Rio wordt komend jaar
voortgezet.
Persoonsgerichte aanpak binnen Zorg- en Veiligheidshuizen
Binnen Zorg- en Veiligheidshuizen (ZVH-en) wordt gewerkt aan de multidisciplinaire
persoonsgerichte aanpak van volwassen daders van ernstige delicten en jongeren die
in aanraking zijn gekomen met de politie en waarover zorgen zijn. Het Ministerie van
Justitie en Veiligheid ondersteunt de ZVH-en om deze taak uit te voeren. Zo wordt
samen met het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Vereniging van
Nederlandse Gemeenten, de Landelijke Vereniging van Managers van de Zorg- en Veiligheidshuizen
en ketenpartners gewerkt aan de uitvoering van de Meerjarenagenda Zorg- en Veiligheidshuizen
2021–2024.33 Het afgelopen jaar is extra ingezet op het versterken van de netwerksamenwerking
en het maken van landelijke ketenafspraken met het oog op een meer landelijk uniforme
werkwijze binnen de Zorg- en Veiligheidshuizen.
Wet gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden
Een belangrijke randvoorwaarde voor samenwerking binnen de Zorg- en Veiligheidshuizen
is het zorgvuldig mogen delen van (persoons)gegevens. Het wetsvoorstel Wet gegevensverwerking
door samenwerkingsverbanden en het Besluit gegevenswerking door samenwerkingsverbanden
borgen een goede juridische grondslag voor deze gegevensverwerking. Van medio februari
tot medio april 2023 heeft de (internet)consultatie plaatsgevonden over het Besluit
gegevensverwerking door samenwerkingsverbanden. Dit heeft geleid tot zo’n 26 reacties.
Het Ministerie van Justitie en Veiligheid verwerkt op dit moment de reacties.
6. Inzet slachtofferschap
Het voorkomen van slachtofferschap en het verlenen van nazorg aan slachtoffers van
high impact crimes heeft prioriteit. Dit gebeurt door publiek-private samenwerking,
publieksvoorlichting, en nazorg ter voorkoming van herhaald slachtofferschap.
Publiek-private samenwerking
In 2023 lag de organisatie van de Week van de Veiligheid in handen van het CCV in
samenwerking met de Platforms Veilig Ondernemen. Het thema was agressie en geweld.
Tijdens de week is onder meer aandacht geweest voor agressie- en overvaltrainingen
voor personeel om geweld te voorkomen en handelingsperspectief te bieden als het geweld
toch plaatsvindt.
Criminaliteit kan slachtoffers niet alleen emotionele en fysieke, maar ook financiële
schade berokkenen. Plegers van strafbare feiten zijn aansprakelijk voor de schade
die zij veroorzaken. Zowel via het strafrecht als het civiele recht kunnen slachtoffers
hun schade op de dader verhalen. Een bijzondere vorm van civiel schadeverhaal vormt
de directe aansprakelijkstelling van daders, waarbij de indirecte schade en eventuele
directe schade met name voor ondernemers collectief geïnd worden. De indirecte schade
bestaat uit een standaardbedrag voor de tijd die de ondernemer kwijt is aan het aanhouden
van de verdachte, het overdragen aan de politie en doen van aangifte. De toepassing
van directe aansprakelijkstelling blijkt bij winkeldiefstal een sterk preventief effect
te sorteren. Daarom is deze werkwijze uitgebreid naar onder meer geweld tegen medewerkers
in het openbaar vervoer, de horeca, supermarkten en banken en naar lichte gevallen
van verzekeringsfraude, benzinediefstal, heling, internetoplichting en sinds medio
2023 bij uithalers van drugs. Via de publiek-private stichting DAAD wordt de toepassing
gestimuleerd en de kwaliteit van de uitvoering bewaakt.
Publieksvoorlichting
Om slachtofferschap te voorkomen wordt verder ingezet op publieksvoorlichting. Een
deel van de publieksvoorlichting richt zich op slachtoffers die extra kwetsbaar zijn
voor criminaliteit.
Zo wordt continue ingezet op het vergroten van de veiligheid van senioren. Ieder jaar
staat de maand april in het teken van senioren & veiligheid. Voor deze doelgroep zijn
er informatiefilmpjes gemaakt over de onderwerpen phishing, spoofing, hulpvraagfraude,
babbeltrucs en het meekijken bij het pinnen. Ook is een brochure opgesteld.34 Deze communicatiemiddelen worden breed verspreid.35 In april 2023 zijn in meerdere gemeenten informatieve toneelvoorstellingen gegeven
over de verschillende delicten.
Dit alles in nauwe samenwerking met publieke en private partners.
Voor de jaarlijkse Stop heling campagne zijn een spotje op radio, banners en online
video’s ingezet. Het onderzoek naar het effect van deze campagne is nog niet afgerond.
Nazorg en voorkomen van herhaald slachtofferschap
Slachtoffers van strafbare feiten kunnen bij Slachtofferhulp Nederland (SHN) terecht
voor emotionele steun, hulp in het strafproces en ondersteuning bij het ontvangen
van een schadevergoeding. Sinds 2017 krijgen slachtoffers van alle impactvolle misdrijven,
zoals overvallen, woninginbraken en geweld nazorg van SHN aangeboden.36 Het jaarverslag van 2022 laat zien dat er onverminderd behoefte is aan hulp van Slachtofferhulp
Nederland.
Tot slot
De afgelopen jaren zien we met een daling van het aantal HIC-delicten een goede ontwikkeling.
Tegelijkertijd is de stijging van het laatste jaar een stevig signaal dat inzet op
de HIC-delicten nodig blijft om deze meerjarig dalende trend vast te houden. Daarnaast
is de impact van deze delicten op individuele slachtoffers groot. Om die reden blijven
we de ontwikkelingen scherp volgen en met publieke en private partners een samenspel
van preventieve en repressieve maatregelen inzetten om daderschap en slachtofferschap
structureel te beperken.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius
De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede ondertekenaar
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming