Brief regering : Appreciatie van de aanbeveling van de Europese Commissie op een aantal kritieke technologiegebieden
22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Nr. 3826 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 oktober 2023
Op dinsdag 3 oktober 2023 heeft de Europese Commissie (hierna: Commissie) haar aanbeveling
gepubliceerd over het voornemen om risicoanalyses uit te voeren op tien door de Commissie
geïdentificeerde kritieke technologieën.1
Hierbij ontvangt u de kabinetsappreciatie van deze aanbeveling, mede namens de Minister
van Buitenlandse Zaken, de Minister van Justitie en Veiligheid, de Minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
Eind 2023 wil de Commissie, in samenspraak met de lidstaten en de private sector,
risicoanalyses van de eerste vier technologiegebieden opleveren, die allemaal een
hoog risicoprofiel en daarmee prioriteit hebben. Vanwege de snelheid van het Brusselse
proces vervangt deze brief het reguliere BNC-fiche, dat gewoonlijk wordt opgesteld
ter beoordeling van nieuwe Commissievoorstellen. Met deze brief wordt tevens de motie
van het lid Klink afgedaan, die de regering verzoekt de Commissie te steunen in haar
aanbeveling om een risicobeoordeling uit te voeren en daarnaast gezamenlijk op te
trekken in EU-verband om de bescherming van kritieke technologie te verbeteren.2
Het voornemen om risicoanalyses uit te voeren was reeds aangekondigd in de gezamenlijke
mededeling van de Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger over een Europese Economische
Veiligheidsstrategie (EEV-strategie) van 20 juni jl. Op 25 augustus 2023 heeft uw
Kamer hierover het BNC-fiche ontvangen.3
Inhoud van de aanbeveling
De aanbeveling bevat een kader voor de voorgenomen risicoanalyses, alsmede een bijlage
met tien geïdentificeerde technologiegebieden met verhoogd risico voor technologieveiligheid
en het weglekken van technologie, één van de vier risicodomeinen in de EEV-strategie
van de Commissie.4
De aanbeveling gaat in op het nut en de noodzaak van het uitvoeren van risicoanalyses
door de Europese Commissie in samenwerking met lidstaten en input van de private sector.
Hierbij constateert de Commissie, gezien de huidige context van groeiende geopolitieke
spanningen, diepere economische integratie en snelle technologische vooruitgang, dat
bepaalde economische afhankelijkheden en technologische ontwikkelingen tot risico’s
voor de economische veiligheid van de Europese Unie (EU) kunnen leiden. Daarom heeft
de EU een duidelijker beeld nodig van deze technologieën en hun ontwikkeling. De Commissie
heeft in voornoemde gezamenlijke mededeling een reeks van vier kwetsbaarheden geïdentificeerd
die verdere analyse behoeven.
De Commissie heeft de technologiegebieden geselecteerd op basis van de volgende criteria:
1) de faciliterende en transformatieve aard van de technologie5, 2) het risico op civiel-militaire fusie6 en 3) het risico op misbruik van de technologie voor mensenrechtenschendingen, inclusief
het beperken van fundamentele vrijheden.
Op basis van een eerste interne beoordeling, heeft de Commissie een tiental kritieke
technologieën geïdentificeerd die belangrijk zijn voor de economische veiligheid van
de EU en waar zich volgens de Commissie de meest gevoelige en onmiddellijke risico’s
voordoen. De Commissie wijst in het voorstel vier van de tien kritieke technologiegebieden
aan als hoog risico in het kader van technologieveiligheid- en overdracht. Dit zijn:
1) geavanceerde halfgeleidertechnologieën, 2) kunstmatige intelligentietechnologieën
(AI), 3) quantumtechnologieën en 4) biotechnologieën.
Voor deze vier hoog risico technologieën stelt de Commissie voor samen met de lidstaten
en met betrokkenheid van de private sector voor het einde van 2023 een risicoanalyse
uitgevoerd te hebben.
De overige zes kritieke technologiegebieden op de lijst zijn: 5) geavanceerde connectiviteit,
navigatie en digitale technologieën; 6) geavanceerde sensorentechnologieën; 7) ruimte-
en voortstuwingstechnologieën; 8) energietechnologieën; 9) robotica en autonome systemen;
en 10) geavanceerde materialen, productie- en recyclingtechnologieën.
De Commissie zal met de lidstaten bespreken wat het gepaste tijdpad en de reikwijdte
van de risicoanalyses voor de overige zes kritieke technologiegebieden zijn. De Commissie
verwacht in het voorjaar van 2024 verdere initiatieven te presenteren, in het licht
van de gezamenlijke risicoanalyses en reacties op de lijst met technologiegebieden.
Hierbij wordt ook rekenschap gegeven van bestaande of voorgenomen initiatieven in
het kader van «promote» en «partner», en ook van initiatieven om de concurrentiepositie van de EU te versterken.
Het doel van de risicoanalyse is het identificeren en analyseren van kwetsbaarheden
op basis van hun potentiële impact op de economische veiligheid van de EU en de waarschijnlijkheid
dat negatieve gevolgen zich materialiseren. De Commissie geeft aan dat deze aanbeveling
niet vooruitloopt op de uitkomsten van de risicoanalyses. Enkel de uitkomsten van de gezamenlijke risicoanalyses kunnen als basis dienen voor vervolgdiscussies
over proportionele en gepaste protect, promote of partnermaatregelen, die de basis vormen voor de EEV-strategie. Op basis van de huidige pre-assessment
lijst kunnen dus geen conclusies worden getrokken. De Commissie merkt hierbij op dat
eventuele maatregelen proportioneel en gericht zullen moeten zijn met beperkte negatieve
doorwerkingseffecten voor markt en economie. De eventuele maatregelen, waaronder internationale
samenwerkingsverbanden, moeten ondersteunend zijn aan het Europese innovatie- en industriebeleid.
De Commissie heeft verschillende uitgangspunten opgesteld ten behoeve van de risicoanalyses.
Deze moeten kwetsbaarheden identificeren en analyseren op basis van hun potentiële
impact op de economische veiligheid van de EU en de waarschijnlijkheid dat deze negatieve
impact zich materialiseert. De analyses moeten de belangrijkste dreigingen en dreigingsactoren
identificeren en rekening houden met relevante geopolitieke factoren om de waarschijnlijkheid
en impact van mogelijke negatieve effecten te bepalen. Bij het bepalen van de reikwijdte
van de gezamenlijke risicoanalyses wordt gekeken of de betreffende gedetailleerde
analyse zich zal richten op bepaalde, meest relevante subsets van technologieën. Daarnaast
zijn de risicoanalyses niet specifiek gericht op individuele landen, krijgen risico's
met potentiële gevolgen voor de gehele EU prioriteit, wordt gestreefd naar synergie
met bestaande analyses op EU-niveau en lidstaatniveau en wordt input van de private
sector meegenomen.
Tot slot waarborgt de Commissie – op verzoek – de vertrouwelijkheid van ontvangen
input van lidstaten en de private sector. Het einddocument van elke risicoanalyse
zal op passende wijze worden geclassificeerd. De analyses zullen moeten worden uitgevoerd
door de Lidstaten en de Commissie, gebruikmakend van bestaande en nieuwe fora, inclusief
relevante experts. Dit zal maatwerk zijn voor de verschillende technologieën.
Kabinetsappreciatie
a) Inhoudelijke appreciatie
Het kabinet waardeert de voortvarendheid waarmee de Commissie aan de slag is gegaan
met de acties uit de EVV-strategie van 20 juni 2023. Het kabinet heeft dan ook een
positieve grondhouding ten opzichte van het voornemen van de Commissie om samen met
de lidstaten en de private sector risicoanalyses uit te voeren voor de tien technologiegebieden.
Daarbij stelt het kabinet voor om ook kennisinstellingen te betrekken bij de uitvoering
van de risicoanalyse en zij zal de Commissie hier dan ook om verzoeken. Het kabinet
onderschrijft de urgentie bij de Commissie dat in het licht van geopolitieke spanningen
en snelle technologische vooruitgang een gedegen analyse van risico’s ten aanzien
van technologieveiligheid en toeleveringsketens noodzakelijk is. Het kabinet vraagt
zich daarbij wel af of een voldoende gedegen analyse mogelijk is binnen het door de
Commissie geschetste tijdpad.
Het in kaart brengen van kwetsbaarheden en risicovolle strategische afhankelijkheden7 is een onmisbare eerste stap voordat wordt overgegaan tot eventuele beleidsvorming.
In dat kader verwelkomt het kabinet, conform de motie van het lid Klink,8 de voorgestelde aanpak van de Commissie om eerst de risicoanalyses uit te voeren
en vervolgens met de lidstaten te spreken over eventuele verdere maatregelen in het
kader van promote, protect en partner. Het kabinet zal in dit proces een proactieve rol aannemen en actief hierover met
de Commissie, de lidstaten en andere bondgenoten (bilateraal en via de EU) in gesprek
gaan.
De Commissie merkt op dat de risicoanalyses in het bijzonder kunnen worden gebruikt
voor EU-beleid op het gebied van innovatie en industriebeleid (promote), waaronder internationale initiatieven (partner). Het kabinet zal zich ervoor inzetten om hierbij nauw betrokken te blijven zodat
ook beter zicht komt op wat er met de uitkomsten van de risicoanalyses zal worden
gedaan.
Het kabinet is eveneens voornemens om in januari 2024 de Nationale Technologiestrategie
aan uw Kamer aan te bieden. Deze Nationale Technologiestrategie omvat een lijst met
44 sleuteltechnologieën die belangrijk zijn voor Nederland. Binnen deze lijst worden
maximaal tien technologieën aangemerkt als prioritair. Deze prioritering vindt plaats
op basis van grondige analyse van de sleuteltechnologieën op basis van hun bijdrage
aan het toekomstige verdienvermogen van Nederland, hun bijdrage aan de maatschappelijke
uitdagingen, hun belang voor nationale veiligheid en open strategische autonomie,
en de huidige sterkte van Nederland op gebied van onder meer wetenschap en octrooien.
De Nederlandse Technologiestrategie zal dus breder worden ingestoken dan alleen veiligheid,
hoewel veiligheid er wel een belangrijk onderdeel van is. De prioriteiten uit de Nationale
Technologiestrategie zullen als basis kunnen dienen voor het Nederlandse promote-beleid. Ook is op 17 oktober jl. de Agenda Digitale Open Strategische Autonomie met
u gedeeld.9 Hierin worden voor het digitale domein de belangrijkste geo-economische en geopolitieke
risico’s en kansen uiteengezet, waarbij ook oog is voor fundamentele rechten en publieke
waarden.
Daarnaast wil Nederland het belang van behoud van bestaande technologieën en productiefaciliteiten
en samenwerking met andere landen blijven benadrukken. Dit is bijvoorbeeld van belang
voor technologieën die essentieel zijn voor de farmaceutische industrie en voor de
productie van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen.
Verder merkt het kabinet op dat economische veiligheid een van de nationale veiligheidsbelangen
is als uiteengezet in de Veiligheidsstrategie voor het Koninkrijk der Nederlanden.10 In dit kader is onder meer aangegeven dat technologische ontwikkelingen, naast de
vele voordelen die het onze samenleving biedt, er ook voor zorgen dat nieuwe dreigingen
ontstaan en dat dreigingen complexer en meer verweven raken. Technologisch leiderschap
en dominantie op sleuteltechnologieën zullen de geopolitieke en militaire machtsverhoudingen
van de toekomst bepalen. Mede daarom zijn en worden verschillende acties ondernomen
om de risico’s van ongewenste kennis- en technologieoverdracht bij kennistellingen
en in het bedrijfsleven te voorkomen. Deze zijn ook recent in een overzicht van het
Rijksbreed instrumentarium economische veiligheid met uw Kamer gedeeld.11 De opgestelde lijst met kritieke technologieën kan behulpzaam zijn voor lopende nationale
protect-trajecten, en komt daarvoor niet in de plaats.
Omdat de Commissie kennisveiligheid als onderdeel van de EEV-strategie heeft gepositioneerd,
maar daar in haar aanbeveling niet expliciet op ingaat, zal het kabinet de Commissie
bevragen hoe de risicoanalyses zich verhouden tot de door de Commissie aangekondigde
kennisveiligheidsmaatregelen.
In overeenstemming met de prioriteiten die geïdentificeerd zijn in de vorm van de
Nationale Technologiestrategie en de Agenda Digitale Open Strategische Autonomie,
hecht het kabinet veel waarde aan de precieze aanpak die de Commissie voorstelt, met
nadrukkelijke betrokkenheid van de private sector. Het kabinet zal er bij de Commissie
op aandringen dat, samenwerking met het bedrijfsleven en de toegepaste en academische
wetenschap onontbeerlijk is voor een diepgaand begrip van de aard van technologieën
en toeleveringsketens en dat daarvoor is betere kennisuitwisseling tussen overheid,
bedrijfsleven en kennisinstellingen essentieel is.
Daarbij verwelkomt het kabinet het voorbehoud dat de Commissie plaatst bij de tien
technologiegebieden. Deze technologiegebieden zijn op basis van een eerste interne
beoordeling door de Commissie geïdentificeerd; een meer precieze analyse moet ruimte
geven voor aanpassing van de lijst. Het kabinet zal zich ervoor inzetten dat, indien
blijkt dat technologieën toegevoegd of verwijderd moeten worden, de lijst ook zal
worden geactualiseerd.
De vier technologiegebieden die door de Commissie als hoog risico worden aangemerkt
en dus met prioriteit worden opgepakt, liggen wat het kabinet betreft voor de hand.
Met name op het gebied van geavanceerde halfgeleiders en quantumtechnologieën heeft
het kabinet de afgelopen jaren al stappen gezet bij het in kaart brengen van risico’s
voor de economische veiligheid. Daarnaast is er vanuit de Nederlandse overheid aandacht
voor de quantumsector met investeringen via het Nationale Groeifonds en samenwerking
met de sector met tot doel bewustwording van veiligheidsrisico’s binnen de industrie
met inbegrip van start- en scale-ups. Het kabinet roept de Commissie dan ook op zoveel
mogelijk gebruik te maken van bestaande analyses en zal dit ook uitdragen bij het
opstellen van de risicoanalyses. Dit kan de Commissie ook helpen bij het behalen van
de beoogde resultaten binnen het korte tijdpad dat de Commissie voorstelt. Het kabinet
deelt de urgentie van de Commissie om op korte termijn met resultaten te komen voor
de vier prioritaire technologiegebieden en benadrukt tegelijkertijd dat een zorgvuldig
proces eveneens van belang is. Zij constateert dat het tijdpad om voor eind 2023 de
risicoanalyse op te leveren erg krap is. Het kabinet acht het van belang dat de risicoanalyse
getuigt van diepgaande kennis van de betreffende technologieën en bijbehorende toeleveringsketens
en ecosystemen.
Het kabinet onderschrijft de geformuleerde uitgangspunten voor de risicoanalyses.
Hier wil het kabinet aan toevoegen dat de risicoanalyses zich niet alleen zullen te
richten op de afhankelijkheden van de EU in toeleveringsketens. Het kabinet zal de
Commissie verzoeken om samen met de lidstaten, de private sector en kennisinstellingen
eveneens afhankelijkheden die derde landen hebben van de EU in kaart te brengen. Ook
roept het kabinet de Commissie op om de analyses toekomstgericht te maken. Een analyse
van de belangrijkste innovatie-ecosystemen kan inzicht verschaffen in de ontwikkeling
van kwetsbaarheden en strategische afhankelijkheden in de komende jaren. Dit kan bijdragen
aan het toekomstbestendig maken van het beleid.
Voor het op vrijwillige basis op EU-niveau delen van de benodigde informatie ten behoeve
van de risicoanalyse acht het kabinet het van belang dat de Commissie inzichtelijk
maakt hoe ze de noodzakelijke vertrouwelijkheid van de informatie-uitwisseling samen
met de lidstaten wil borgen. Hierover ziet het kabinet verdere duiding door de Commissie
graag tegemoet voorafgaand aan de start van de eerste risicoanalyses.
c) Europees krachtenveld
Veel lidstaten onderschrijven de meerwaarde van het gezamenlijk verdiepen van de analyse
naar de risico’s in de toeleveringsketens van kritieke technologieën. Tegelijkertijd
maken veel lidstaten, waaronder de leidende technologielanden, zich zorgen over het
ambitieuze tijdspad en daarmee de grondigheid van dit traject. Vergelijkbare trajecten
vergen anderhalf tot drie jaar tijd met intensieve, vertrouwelijke betrokkenheid van
het bedrijfsleven en de onderzoekswereld. Nederland deelt deze zorg en zal inzetten
op een zorgvuldig traject en helder besluitvormingstraject, met nauwe betrokkenheid
van lidstaten, het bedrijfsleven en de kenniswereld.
d) Oordeel ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële
gevolgen en gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
Bevoegdheid
De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de bevoegdheid is positief. De plannen
in de aanbeveling passen volgens het kabinet op hoofdlijnen binnen de bevoegdheden
van de EU op de terreinen gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid (GBVB),
gemeenschappelijke handelspolitiek, interne markt, de ruimte van vrijheid, veiligheid
en recht en industrie. Het kabinet zal er bij de aanbevelingen die voortkomen uit
de risicoanalyses nauwgezet op toezien dat de uitsluitende verantwoordelijkheid van
de lidstaten op het gebied van nationale veiligheid (artikel 4, tweede lid, VEU) gewaarborgd
blijft.
Subsidiariteit
De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de subsidiariteit is positief. Gezien
het inherent grensoverschrijdende karakter van economische veiligheidsrisico’s en
de verwevenheid van de interne markt, is een gecoördineerde EU-aanpak met betrekking
tot kritieke technologiegebieden en risicoanalyses, met inachtneming van de bestaande
competentieverdeling tussen de EU en lidstaten, van toegevoegde waarde.
Proportionaliteit
De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de proportionaliteit is positief.
De identificatie van kritieke technologiegebieden en het uitvoeren van risicoanalyses
is geschikt om kwetsbaarheden en afhankelijkheden in kaart te brengen. De identificatie
van kritieke technologieën en het uitvoeren van risicoanalyses dienen slechts als
een eerste verkennende exercitie voordat wordt overgegaan tot eventuele beleidsvorming.
Er is daarbij sprake van een gerichte en precieze aanpak, met nadrukkelijke betrokkenheid
van de private sector. De aanbeveling bevordert daardoor de economische veiligheid
van de EU op een effectieve en evenredige wijze.
Financiële gevolgen
Het voorstel heeft geen directe financiële gevolgen. Indien er toch financiële gevolgen
zijn, is het kabinet van mening dat de hiervoor benodigde financiële middelen gevonden
dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van het MFK 2021–2027
en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting. Eventuele
budgettaire gevolgen voor de Rijksbegroting worden ingepast op de begroting van het
beleidsverantwoordelijke departement, conform de regels van de budgetdiscipline.
Gevolgen voor regeldruk, concurrentiekracht en geopolitieke aspecten
De aanbeveling kent geen nieuwe wetgevende voorstellen met directe gevolgen voor regeldruk
en administratieve lasten. De concrete impact op concurrentiekracht zal afhangen van
mogelijke beleidsvoorstellen die uit de risicoanalyses voortkomen. De aanbeveling
is sterk ingegeven door geopolitieke veranderingen en heeft een duidelijke geopolitieke
component. Het voorstel is tevens gerelateerd aan de inzet ten aanzien van de open
strategische autonomie van de EU.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat