Brief regering : Geannoteerde Agenda Informele Energieraad 11-12 oktober 2022
21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Nr. 967
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 september 2022
Hierbij stuur ik u de geannoteerde agenda van de informele Energieraad die op 11 en
12 oktober a.s. onder Tsjechisch voorzitterschap in Praag zal plaatsvinden.
Op moment van schrijven is de concrete agenda nog niet bekend. Naar verwachting zullen
er gedachtewisselingen plaatsvinden over de energietransitie – met nadruk op de rol
van gassen en kernenergie in het EU-energiesysteem – en over energiezekerheid.
Het kabinet zal deelnemen aan deze Energieraad.
De Minister voor Klimaat en Energie,
R.A.A. Jetten
Geannoteerde Agenda Informele Energieraad 11-12 oktober
De informele Energieraad van 11 en 12 oktober 2022 zal plaatsvinden in Praag, Tsjechië,
onder het Tsjechisch voorzitterschap. Op moment van schrijven is de agenda nog niet
bekend. Hoogstwaarschijnlijk zullen er informele gedachtewisselingen plaatsvinden
over de energietransitie en energiezekerheid. Bij de gedachtewisseling over de energietransitie
zal naar verwachting de nadruk liggen op de rol van gassen in het toekomstig EU-energiesysteem
en de rol die kernenergie hierin kan spelen. Er is geen besluitvorming op deze Raad
voorzien. Gezien het tempo waarin ontwikkelingen op de huidige energiemarkt elkaar
opvolgen, is het goed mogelijk dat ook over de gevolgen en het adresseren daarvan
gesproken wordt. Deze bespreking zou dan ook dienen ter opvolging van de buitengewone
Energieraad van 30 september a.s. en de informele Europese Raad van 6 en 7 oktober
a.s. in aanloop naar de formele Europese Raad van 20 en 21 oktober a.s.
Energietransitie – rol gassen en kernenergie in EU-energiesysteem
Gas speelt een cruciale rol in het huidige energiehuishouden en zal dat in de komende
decennia blijven spelen. Het beleid en de kabinetsinzet zijn gericht op het geleidelijk
uitfaseren van aardgas uit de energiehuishouding, maar ook in een klimaat-neutrale
energiehuishouding richting 2050 zal naar verwachting een grote vraag naar gasvormige
dragers in het energiesysteem blijven (geschat aandeel: 30–50% in 2050). In de transitie
naar een klimaat-neutrale energiehuishouding is het daarom noodzakelijk om naast de
inzet op energie-efficiëntie en elektrificatie ook een significante opschaling van
de productie van hernieuwbare waterstof en groen gas te realiseren. De energietransitie
vereist daarnaast, zolang aardgas een rol speelt, ook focus op een goedwerkend marktsysteem
voor aardgas met voldoende oog voor de importafhankelijkheid door diversificatie van
bronnen en routes. Een snelle uitrol van alternatieven voor aardgas kan de huidige
importafhankelijkheid op termijn verbeteren.
Ook voor hernieuwbare gassen is het belangrijk dat Europese Commissie kaders schept
voor een goed functioneren positie in de interne markt. Hiervoor heeft de Europese
Commissie voorstellen gedaan in het decarbonisatiepakket. Dit biedt marktpartijen,
netwerkbedrijven en toezichthouders helderheid over de marktordening voor hernieuwbare
gassen richting 2030 en met daarin verder ook beschreven de rollen en verantwoordelijkheden
van deze partijen. Deze helderheid draagt bij aan de noodzakelijke investeringszekerheid
en de ontwikkeling op termijn van grensoverschrijdende markten.
Het kabinet heeft in het BNC-fiche over het decarbonisatiepakket (Kamerstuk 22 112, nr. 3314) al aangegeven in beginsel positief te staan tegen de Commissievoorstellen en zal
zich inzetten om tot snelle afronding te komen met behoud van de kern van de voorstellen
en zal dit in de Raad uitdragen. Het kabinet zet zich in voor het creëren goede randvoorwaarden
voor de snelle uitrol van elektrolysers en aanleg van future proof infrastructuur, zoals een waterstofleidingennet en opslag- en importfaciliteiten.
Daarnaast zal het kabinet in de Raad aangeven dat een snelle ontwikkeling van een
Europese importkader, waarbij uniforme regels en certificering, de ontwikkeling van
importstromen van hernieuwbare gassen kan vergemakkelijken.
In aanvulling op zon, wind en geothermie kan ook kernenergie worden ingezet voor de
productie van waterstof. Daarnaast vermindert kernenergie de afhankelijkheid van de
import van aardgas. Het kabinet neemt hier ook nationaal maatregelen voor, zoals het
langer open blijven van de kerncentrale in Borssele, met uiteraard oog voor de veiligheid.
Daarnaast zet dit kabinet de benodigde stappen voor de bouw van twee nieuwe kerncentrales.
Dat betekent onder andere dat wij marktpartijen faciliteren bij hun verkenningen,
innovaties ondersteunen, tenders uitzetten, de (financiële) bijdrage van de overheid
bezien, wet- en regelgeving waar nodig in orde maken. Ook zorgen we voor veilige,
permanente opslag van kernafval.
Naast waterstof is ook groen gas een alternatief voor aardgas. Groen gas is gas uit
de vergisting of vergassing van biogrondstoffen en wordt gezien als belangrijk middel
voor de verduurzaming van de gebouwde omgeving, mobiliteit en de industrie. In Nederland
wordt in het Programma Groen Gas onder meer gekeken naar de efficiënte allocatie van
groen gas, zowel binnen de gebouwde omgeving (bijvoorbeeld in combinatie met de hybride
warmtepomp) als tussen sectoren (met name mobiliteit en industrie) en naar de rol
van import en export en het versnellen van de ruimtelijke inpassing. Voor dat laatste
wordt ook verkend in hoeverre de voorstellen voor versnelde vergunningsverlening uit
het REPowerEU-plan (Kamerstuk 22 112, nr. 3438) hier extra handvatten voor kunnen bieden. Uw Kamer zal voor het einde van het jaar
nader worden geïnformeerd over het Programma Groen Gas.
In reactie op de oorlog in Oekraïne heeft de Europese Commissie in het REPowerEU-plan
ook de doelen voor groen gas («biomethane») naar boven bijgesteld, tot 35 bcm in 2030.
Dit is meer dan een verdubbeling ten opzichte van het eerdere doel van 17 bcm in het
Fit for 55 pakket. De mate waarin lidstaten inzetten op groen gas productie verschilt,
waarbij bijvoorbeeld Nederland, daar meer op inzet.
In de EU is het aan de lidstaat zelf om een keuze te maken voor de invulling van de
eigen energiemix. In de EU kwam in 2020 circa 24% van de elektriciteit uit kernenergie.
Lidstaten zijn verdeeld t.a.v. kernenergie: de veiligheid, het ontstaan van radioactief
afval versus CO2-arme productie van elektriciteit zijn belangrijke argumenten in de discussie. Voornamelijk
Oost-Europese lidstaten, maar ook een paar Noord- en Westelijke lidstaten, zien een
(grote) rol voor kernenergie in de energiemix. Een aantal andere lidstaten zijn als
bekend sterk tegenstander van kernenergie.
Energiezekerheid
De oorlog in Oekraïne heeft laten zien dat een te grote afhankelijkheid van één land
voor een goed dat als levensbehoefte kan worden geschouwd, vergaande gevolgen heeft.
Door de oorlog is een krapte op de markt ontstaan, die tot aanzienlijke prijsstijgingen
heeft geleid. De gevolgen van deze afhankelijkheid zijn dagelijks merkbaar voor consumenten.
Daarom heeft het kabinet recent aanvullende nationale maatregelen voor de energierekening
aangekondigd (brief van 20 september 2022). Het kabinet acht het belangrijk om het
probleem van de gestegen energieprijzen zoveel mogelijk bij de bron aan te pakken,
namelijk door de krapte op de markt van aardgas te verminderen. Naast de noodzaak
om op de korte termijn de gasopslagen te vullen, moet ook worden bezien welke maatregelen
getroffen dienen te worden voor de winter van 2023.Hierin is het verminderen van de
vraag naar aardgas het belangrijkste instrument. Daarnaast spelen diversificatie en
de inzet op hernieuwbare energie een cruciale rol.
Op de korte termijn is het voor energiezekerheid belangrijk energieopslagen, specifiek
voor gas, goed te vullen voor de winter. Het kabinet heeft de afgelopen maanden maatregelen
genomen die er toe hebben geleid dat de Nederlandse gasopslagen voorafgaand aan de
aankomende winter tijdig en adequaat zijn gevuld. Het doel van de recent vastgestelde
gasopslagverordening is dat de in de EU aanwezige opslagcapaciteit dit jaar tot 1 oktober
ten minste 80% is gevuld. Dat doel is al meer dan gehaald: de Nederlandse opslagcapaciteit
is inmiddels voor bijna 90% gevuld en verdere vulling vindt nog steeds plaats. Daarmee
staat Nederland er goed voor de komende winter.
Ook voor de komende jaren geldt er een Europese vulverplichting voor gasopslagen.
Het kabinet zet daarbij in op tenminste een 90% vulgraad per 1 oktober. De definitieve
keuze hoe hiermee om te gaan in komend jaar en latere jaren moet nog worden gemaakt.
Ik heb tijdens het commissiedebat gasmarkt en leveringszekerheid op donderdag 15 september
jl. de Tweede Kamer toegezegd eind 2022 aan te zullen geven hoe ik hier invulling
aan wil geven. Ook in de overige lidstaten zijn de opslagen goed gevuld, de totaal
aanwezige opslagcapaciteit in de EU is momenteel voor meer dan 85% gevuld.
Diversificatie van energieleveranties helpt om het risico op (ongewenste) afhankelijkheden
omtrent fossiele energiedragers zoveel mogelijk te voorkomen. Het blijft hierbij zaak
oog te houden voor de wisselwerking tussen vragende en aanbiedende partijen; waar
het kabinet vooral let op aanbodzekerheid, volgen leveranciers de ontwikkelingen op
de interne markt vanuit het oogpunt van (langere termijn) vraagzekerheid. Naast diversificatie
draagt de energietransitie (zoals ook eerder geschreven) bij aan het beperken van
(ongewenste) afhankelijkheden in relatie tot fossiele energiedragers. Inmiddels komt
al bijna een kwart van de verbruikte energie in de EU uit hernieuwbare bronnen en,
in het kader van de implementatie van de Europese Green Deal en doelstellingen op
het vlak van emissiereductie, worden aanzienlijke investeringen gedaan om de transitie
te versnellen op weg naar klimaatneutraliteit in 2050.
Indieners
-
Indiener
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.