Brief regering : Vrijgeven van de broncode van overheidssoftware
26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Nr. 676
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 april 2020
Met de Nederlandse Digitaliseringsstrategie wil het kabinet dat informatie, overheidsvoorzieningen
en nieuwe technieken voor iedereen toegankelijk zijn.1
In NLDIGIbeter investeert het kabinet in innovatie en samenwerking met andere overheden
en de markt.2 Het vrijgeven van de broncode van overheidssoftware kan aan deze doelen een belangrijke
bijdrage leveren.
In 2017 stuurde ik uw Kamer twee studies naar het publiceren van door (of in opdracht
van) overheden ontwikkelde broncode. In deze studies staat beschreven hoe door het
open source vrijgeven van eigen software verschillende maatschappelijke en economische
effecten worden gerealiseerd.3
Deze brief gaat in op de oproep van uw Kamer of, en hoe, broncode van software, die
is ontwikkeld door (of in opdracht van) de overheden, beschikbaar kan worden gesteld.4 Ook geeft deze brief een antwoord op de vraag van het lid Verhoeven (D66)5 over het toepassen van «open source by default» voor overheidssystemen om daarmee
het innovatievermogen van de overheid te versterken en een bijdrage te leveren aan
het succesvol maken van ICT-projecten.
Nieuw in deze brief is dat het accent ligt op het vrijgeven en actief delen van de broncode van overheidssoftware. Over het gebruik van open source software door de overheid is al beleid vastgesteld.6 Bij het vrijgeven van software stelt de overheid de broncode van software, die ze
zelf heeft ontwikkeld of laten ontwikkelen, actief openbaar beschikbaar aan de samenleving.
Het gebruik en het vrijgeven van open source liggen in elkaars verlengde. Van een
overheid die gebruik maakt van open source software mag immers ook worden verwacht
dat ze software die zij zelf ontwikkelt tevens actief deelt met de samenleving.
Beleidslijn: open, tenzij
Ik sta achter het principe dat software die met publieke middelen is ontwikkeld, zoveel
mogelijk aan de samenleving wordt teruggegeven. Het publiceren van de broncode komt
ten goede aan algemene belangen, zoals minder verspilling, innovatie, meer economische
bedrijvigheid, transparantie en informatieveiligheid. Tegelijkertijd is er nog weinig
praktijkervaring met het vrijgeven van de broncode. Ook is voor een overheidsorganisatie
niet altijd duidelijk welke kosten met het vrijgeven gemoeid zijn en of de baten zoals
hiervoor genoemd zich daadwerkelijk manifesteren
Het uitgangspunt van deze brief is dan ook: «open, tenzij». Mijn oproep aan overheden
is om de broncode vrij te geven, tenzij er gegronde redenen zijn om het niet te doen,
bijvoorbeeld als de belangen van nationale of openbare veiligheid zich daartegen verzetten
of de benodigde vertrouwelijke werkwijze van de overheid, denk aan opsporing en toezicht,
worden geschaad. Dit moet goed doordacht en uitgewerkt zijn.7 Daarnaast dienen overheidsorganisaties per geval in te schatten of de maatschappelijke
baten van openstelling ten minste opwegen tegen de kosten van het vrijgeven van de
broncode. Het vrijgeven van de bestaande code8 vraagt behoorlijk wat investeringen. In dat geval kan het raadzamer zijn om open
source vooral in te zetten bij het bouwen van nieuwe systemen. Bij het afwegen van
de kosten en baten is het verder van belang om scherp te hebben welke doelen en baten
worden beoogd.
Daarnaast zal bij elk voornemen tot vrijgeven bezien moeten worden hoe dit zich verhoudt
tot de Wet markt en overheid. Deze wet is in beginsel van toepassing als een bestuursorgaan
economische activiteiten verricht. Hiervan kan bij het beschikbaar stellen van software
en het vrijgeven van de broncode sprake zijn. Dit is het geval als de software wordt
vrijgegeven door een bestuursorgaan. De Wet markt en overheid is niet van toepassing
als anderen dan bestuursorganen (bijv. een open source bedrijf) de broncode vrijgeven.
Als een bestuursorgaan open source vrijgeeft is er geen sprake van een economische
activiteit, zover bestuursorganen handelen in het kader van de uitoefening van een
wettelijke taak.
Binnen de Wet markt en overheid zijn er enkele mogelijkheden voor het ter beschikking
stellen van software en het vrijgeven van de broncode door een bestuursorgaan. Zo
kan een bestuursorgaan software en de broncode aan andere bestuursorganen of overheidsbedrijven
ter beschikking stellen als die zijn bestemd voor de uitvoering van een publiekrechtelijke
taak. Verder kan een bestuursorgaan in concrete gevallen als een zorgvuldige voorbereiding
en belangenafweging daar ruimte voor biedt, een algemeen belang-besluit nemen, zodat
het ter beschikking stellen van software en vrijgeven van de broncode dan is uitgezonderd
van toepassing van de Wet markt en overheid. Dit betekent echter wel dat per geval
onderzocht moet worden of het toegestaan is om de software vrij te geven, hetgeen
juridische kosten en onzekerheid met zich meebrengt voor bestuursorganen.
Ik zal een aantal maatregelen nemen om het uitgangspunt «open, tenzij» goed in de
praktijk te brengen en nader te concretiseren. Hoewel er voor overheden de nodige
ruimte is om met het vrijgeven van de broncode aan de slag te gaan, ga ik samen met
de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat kijken naar de mogelijkheden
voor een uitzondering voor open source software in de Wet markt en overheid. Een uitzondering
zorgt ervoor dat overheden vrij zijn om software als open source ter beschikking te
stellen en niet langer voor situaties, waarbij de Wet markt en overheid geldt, per
geval elke vrijgave zoals hiervoor beschreven afzonderlijk dienen te motiveren.
Overheden die met het vrijgeven van open source aan de slag gaan, krijgen mijn steun.
Die wil ik geven door goede voorwaarden te creëren. De komende tijd wil ik hen helpen
door eventuele juridische onduidelijkheden weg te nemen, meer inzicht te creëren in
de maatschappelijke kosten en baten, goede omgevingen te creëren waar overheden terecht
kunnen om samen te werken, en overheden inzichten te bieden in wat er komt kijken
om met het vrijgeven van open source aan de slag te gaan. Ik raad aan om als overheden
klein en beheerst te starten, waarbij sprake is van zo min mogelijk afbreukrisico.
Start bijvoorbeeld met het enkel delen van de code met transparantie-/kwaliteitscontrole
als doelstelling, terwijl tegelijkertijd de kosten en baten van verdere opschaling
in beeld worden gebracht.
Met deze agenda vergroot ik het inzicht in de effecten van het vrijgeven van broncodes
en versterk ik de basis om met het vrijgeven van open source aan de slag te gaan.
Begin 2021 bied ik uw Kamer een voortgangsrapportage aan.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties