Brief regering : Verhogen informatieveiligheid bij de overheid
26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)
Nr. 574
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 oktober 2018
Als onderdeel van de Agenda Digitale Overheid «NL DIGIbeter»1 stuur ik uw Kamer de toegezegde nadere uitwerking van maatregelen om de informatieveiligheid
bij de overheid te verhogen.
De overheid heeft een bijzondere verantwoordelijkheid ten aanzien van de bescherming
van persoonsgegevens en de te treffen beveiligingsmaatregelen.
Voor deze bescherming is het van belang dat overheden permanent zorgdragen voor de
integriteit van hun systemen en processen en dat de online communicatie met burgers
en ondernemers op een veilige manier verloopt. Ook dient de overheid, als publiek
orgaan, als launching customer het goede voorbeeld te geven. Voor de overheid betekent
dat vooral: een krachtige regierol, meebewegen met de ontwikkelingen, overheidsbreed
samenwerken en voorwaarden scheppen.
Dat het zaak is dat de overheid meebeweegt en zelf initiatieven ontplooit om mee te
kunnen met de ontwikkelingen op het gebied van digitalisering heb ik uitgewerkt in
de recente overheidsbrede agenda «NL DIGIbeter». Uitvoering van deze agenda vraagt
om blijvende aandacht voor de risico’s die verdergaande technologische en maatschappelijke
ontwikkelingen brengen. Om hieraan tegemoet te komen is overheidsbreed een actie-agenda
opgesteld.
Bij de uitwerking van de actie-agenda wordt er op kennis en expertise samengewerkt,
waarbij het basisprincipe is en blijft dat afzonderlijke overheidsorganisaties zelf
verantwoordelijk zijn en blijven voor hun informatieveiligheid. Zodoende stuurt de
Minister van BZK uw Kamer binnenkort een brief over de versterking van de centrale
sturing op ondermeer informatiebeveiliging bij de Rijksdienst en de sectorspecifieke
maatregelen die zij hierop treft. Mijn rol is overheidsbrede samenwerking te stimuleren
en daar waar het kan en nodig is randvoorwaardelijke kaders op te stellen.
Focus actie-agenda
De overheid heeft een grote verantwoordelijkheid ten aanzien van de beveiliging van
gegevens die burgers en ondernemers aan haar toevertrouwen en de ICT -systemen waarmee
zij werkt. Het op orde hebben en houden van het eigen informatieveiligheidsbeleid
is dan ook randvoorwaardelijk voor de beschikbaarheid, integriteit en vertrouwelijkheid
van gegevens en systemen. Zodoende focust een aantal maatregelen zich op het op orde
brengen en houden van de informatieveiligheid van overheidsorganisaties en het bevorderen
van overheidsbrede samenwerking. Het gaat er ondermeer om dat overheidsorganisaties
richtlijnen betekenis geven in hun eigen ICT- bedrijfsvoering, hierover verantwoording
afleggen en zichzelf blijven trainen.
Verder neemt het belang van informatieveiligheid aanzienlijk toe in de digitale communicatie
van overheden met burgers en ondernemers. Voor het vergroten van de digitale veiligheid
is het essentieel dat overheidsorganisaties moderne veiligheidsstandaarden in hun
ICT hanteren. De standaarden gaan misbruik van afzenderschap (d.w.z. spoofing en phishing)
tegen en zorgen ervoor dat de communicatie van overheden met burgers en ondernemers
niet zo maar afgeluisterd of gemanipuleerd kan worden. Om die reden focust een aantal
maatregelen zich op het bieden van een veilige digitale dienstverlening aan burgers
en ondernemers, maar ook op maatregelen die ervoor zorgen dat belangrijke voorzieningen
van de digitale overheid in voldoende mate zijn opgewassen tegen uitval/stilstand.
Overheidsbrede maatregelen
Baseline informatiebeveiliging overheid (BIO)
Momenteel stellen overheden hun informatieveiligheidsbeleid vast aan de hand van een
basisnormenkader, ook wel de baseline informatiebeveiliging genoemd. Het Rijk hanteert
de Baseline Informatiebeveiliging Rijksdienst (BIR), de provincies de Interprovinciale
Baseline Informatiebeveiliging (IBI), de waterschappen de Baseline Informatiebeveiliging
Waterschappen (BIWA) en de gemeenten de Baseline Informatiebeveiliging Gemeenten (BIG).
De aanstaande Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) bundelt de huidige afzonderlijke
baselines per overheidslaag (Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten) en kan
worden beschouwd als de «kapstok» waaraan de elementen van informatiebeveiliging per
overheidslaag opgehangen kunnen worden.2 De ontwikkeling van de BIO betreft een doorontwikkeling van de sectorspecifieke baselines
en biedt een uniforme basis om te zorgen dat de beveiliging van informatie(systemen)
bij alle bedrijfsonderdelen van de overheid bevorderd wordt. De BIO wordt dit jaar
nog vastgesteld en alle overheidslagen starten hierna met de implementatie. Hiervoor
is het van belang dat bestuurders, ambtelijke top, middenmanagement, (ICT-)professionals
en stakeholders op adequate wijze invulling geven aan de gestelde eisen en principes
uit de BIO. Om de verschillende doelgroepen hierin zo goed mogelijk te faciliteren
is voorzien in een interbestuurlijk ondersteuningsprogramma, waarbij het de bedoeling
is dat overheden per 2021 zelf voorzien in die ondersteuning voor de eigen organisatie.
Verkend wordt of de systematiek van de BIO in een algemene maatregel van bestuur (AmvB),
horende bij de aanstaande Wet Digitale Overheid, kan worden opgenomen.
Digitale veiligheid van hard- en software (DVHS)
In de Roadmap DVHS3 van de Staatssecretaris van EZK wordt een samenhangende aanpak geboden om als Nederland
voorop te lopen bij het bevorderen van de digitale veiligheid van hard- en software.
De Roadmap DVHS geeft mede invulling aan de Nederlandse Cyber Security Agenda.4 De overheid kan de digitale veiligheid van de gehele productontwikkelingscyclus bevorderen.
Door criteria hierover in het inkoopbeleid op te nemen moeten aanbieders van de overheid
voldoen aan deze eisen. De overheid kan met haar inkoopbeleid de vraagzijde van digitaal
veilige producten stuwen. Zij is namelijk een belangrijke gebruiker. Hierdoor ontstaat
een prikkel voor aanbieders om digitaal veilige producten op de markt te brengen.
Ook geeft de overheid hiermee het goede voorbeeld: kijk naar de digitale veiligheid
van hard- en software voordat je dit koopt. Zodoende wordt onderzocht welke aanvullende
maatregelen voor de digitale veiligheid van hard- en software bij inkoop binnen de
overheid nodig en gewenst zijn.
Eenduidige Normatiek Single Information Audit (ENSIA)
Voor het gemeentelijke domein is een methode opgezet om de administratieve lasten
op informatieveiligheid terug te brengen en tegelijkertijd de gemeentelijke bestuurlijke
verantwoording te verstevigen. Zodoende richt dit traject zich op een eenduidige normatiek
van diverse centrale regelingen5 en focust het zich op een eenmalige uitvraag aan gemeenten. Door de bestuurlijke
verantwoording (horizontale verantwoording) plaats te laten vinden in de gemeentelijke
planning- en controlcyclus, wordt het gemeentebestuur versterkt in zijn rol meer zicht
te krijgen op de informatieveiligheid in zijn gemeente; dit stelt het bestuur in staat
beter te sturen en verantwoording af te leggen aan de gemeenteraad. Deze methodiek
met de naam ENSIA wordt sinds 2017 bij alle gemeenten geïmplementeerd. ENSIA wordt
nog doorontwikkeld en op sommige terreinen inmiddels ook door waterschappen gebruikt.
De bestuurslagen – provincies en waterschappen – worden actief geïnformeerd over ENSIA,
zodat deze methodiek (na optimalisaties) wellicht eveneens kan worden ingezet bij
die overheidslagen.6
i-Bewustzijn Overheid
Aan de basis van informatieveiligheid moet de wil bestaan om veilig te handelen. Daarvoor
is het noodzakelijk dat bestuurders, managers en medewerkers zich bewust zijn van
de digitale dreigingen, de eigen rol en consequenties/risico’s van het eigen handelen
en de daarmee samenhangende (bedrijfs)risico’s. Om die reden is voorzien in een overheidsbrede
i-bewustzijnaanpak om bestuurders, managers en medewerkers blijvend te doen beseffen
hoe belangrijk informatieveiligheid is en hun alertheid, kennis en vaardigheden op
dit vlak te vergroten. De aanpak richt zich op een actueel en breed toepasbaar aanbod
van documenten, leer- en communicatiemiddelen, campagnemateriaal en praktijkvoorbeelden
en stimuleert hiermee samenwerking tussen de verschillende overheden. Overheden en
Alert Online7, veiliginternetten.nl8 en het Digital Trust Centre9 gaan samenwerken om kennis en aanpak te delen.
Incident response capaciteit
Cybersecurity-incidenten zijn lastig te voorspellen en te voorkomen en dergelijke
incidenten los je vaak niet alleen op. Juist omdat online veiligheid geen zaak is
van één partij, is het van belang dat overheid en bedrijfsleven permanent slim samenwerken
om van Nederland de meest open en veilige online samenleving te maken. In de Nederlandse
Cyber Security Agenda van de Minister van J&V is het belang van een landelijk dekkend
stelsel van cybersecurity samenwerkingsverbanden genoemd, gericht op het versterken
van de slagkracht van publieke en private partijen. Zo is er voor elke overheidslaag
een Computer Emergency Response Team (CERT) dat overheidsorganisaties ondersteunt
bij ICT-incidenten. Het Nationaal Cybersecurity Centrum (NCSC) is het CERT voor het
Rijk en vitale organisaties. Provincies hebben de CERT-functie op dit moment individueel
geregeld en verkennen de mogelijkheid van aansluiting bij een overheidsbrede CERT.
De waterschappen hebben sinds april 2017 samen met Rijkswaterstaat een CERT Watermanagement
en de gemeenten hebben sinds 2013 een eigen CERT, de Informatiebeveiligingsdienst
(IBD). Ik hecht aan het belang van een landelijk dekkend stelsel en stimuleer de overheidsbrede
samenwerking op dit terrein. Daarom wordt er de komende jaren een impuls gegeven aan
het overheidsbreed oefenen met incidenten. Het permanent oefenen is van groot belang
voor het overheidsbrede samenspel met relevante private partijen. Op die manier kan
er al aan de voorkant beter op elkaar worden ingespeeld.
Vitale digitale overheid
Sommige processen zijn zo vitaal voor de Nederlandse samenleving dat uitval of verstoring
tot ernstige maatschappelijke ontwrichting leidt en een bedreiging vormt voor de nationale
veiligheid. Deze processen tezamen vormen de Nederlandse vitale infrastructuur. Bij
de herijking vitale infrastructuur uit 201510 is de categorie «digitale overheid» opgenomen als vitale infrastructuur. Dat betekent
dat voor aangewezen vitale aanbieders binnen de sector digitale overheid een zogenoemde
meldplicht gaat gelden. De meldplicht komt voort uit de Wet beveiliging netwerk- en
informatiesystemen (Wbni), van de Minister van Justitie en Veiligheid. Deze meldplicht
gaat, naar verwachting, van kracht per medio 2019. Een melding leidt tot meer prioriteit
en inzet van het NCSC.
Vanwege mijn verantwoordelijkheid voor de digitale overheid voor burgers en ondernemers
worden enkele vitale voorzieningen waarvoor ik een verantwoordelijkheid heb, vitaal
verklaard. Dat zijn voorzieningen die van groot belang zijn voor het reilen en zeilen
van de digitale overheid. Om een verscherpte aandacht van kwaadwillenden te voorkomen,
worden deze vitale voorzieningen niet expliciet genoemd in deze brief.
Versleuteling basisregistraties
In het Regeerakkoord (bijlage bij Kamerstuk 34 700, nr. 34) is opgenomen dat gegevens van burgers in basisadministraties en andere privacygevoelige
informatie altijd versleuteld worden opgeslagen. Zodoende wordt gestart met een onderzoek
naar de wijze waarop de huidige veiligheidsmaatregelen afdoende bescherming bieden
tegen mogelijke beveiligingsrisico’s. Uitgangspunt daarbij is het beschermen van privacygevoelige
informatie. Hieruit kan volgen dat registraties en/of onderdelen van registratiesystemen
die nu niet versleuteld zijn dat voortaan wel moeten worden.
Verhogen adoptie informatieveiligheidsstandaarden
Burgers en ondernemers moeten erop kunnen vertrouwen dat gegevensuitwisseling met
de overheid veilig verloopt. Om dit te kunnen waarborgen, dienen overheden diverse
informatieveiligheidsstandaarden te implementeren.11 Recente phishing-incidenten waarin overheidse-mail en websites werden nagemaakt12, onderstrepen het belang van overheidsbrede adoptie van deze standaarden. Echter,
de implementatie van de informatieveiligheidsstandaarden loopt nog achter.13 Inmiddels ligt de implementatiegraad van informatieveiligheidsstandaarden op 87%,
begin 2018 lag dit nog op 80%. Dit laat zien dat er sprake is van een stijging.
Overheden hebben implementatieafspraken met elkaar gemaakt. Die afspraken hebben betrekking
op het moment waarop de standaarden binnen de overheid zijn geïmplementeerd. Volgend
jaar zal worden bezien in hoeverre de implementatieafspraken zijn behaald en of meer
harde verplichtingen opportuun zijn om de veiligheid van digitale communicatie met
de overheid, via web en e-mail14 te bevorderen. Een eventuele verplichting zal volgen uit de (ontwerp) Wet Digitale
Overheid.
Ondersteunend daaraan is het uitvoeren van frequente metingen op de implementatie
van informatieveiligheidsstandaarden van groot belang. Eerder is er door het Platform
Internet Standaarden een meetinstrument ontwikkeld, te vinden op www.internet.nl. Met behulp van een financiële impuls wordt deze tool beschikbaar gemaakt voor bulkmetingen,
zodat geautoriseerde partijen grote aantallen domeinnamen in één keer kunnen testen.
Hierdoor kan een vinger aan de pols worden gehouden ten aanzien van de voortgang van
de eerder genoemde implementatieafspraken.
Veilige overheidswebsites
Om de beveiliging van overheidswebsites verder te bevorderen, wordt de open informatieveiligheidsstandaard
HTTPS verplicht, zoals eerder aan uw Kamer toegezegd in 2017. Deze standaard (die
te herkennen is aan het kenmerkende slotje in de adresbalk van de internetbrowser)
zorgt ervoor dat de verbinding en gegevensuitwisseling tussen de bezoeker en de overheidswebsite
zijn versleuteld, waardoor het voor kwaadwillenden onmogelijk is deze gegevens te
onderscheppen. Bovendien kan de bezoeker dankzij HTTPS controleren of hij/zij direct
met de website die hoort bij de gebruikte domeinnaam, contact heeft en niet met een
vervalste website (spoofing). De Wet Digitale Overheid, die naar verwachting in 2019
van kracht zal worden, biedt de mogelijkheid open standaarden aan te wijzen voor een
verplichting bij AmvB. De AMvB voor HTTPS is naar verwachting per medio 2019 van kracht.
Herkenbaarheid van overheidswebsites en e-mail
Burgers en ondernemers moeten overheidswebsites kunnen onderscheiden van andere websites.
Om die reden komt er een onderzoek onder burgers en ondernemers naar de wenselijkheid
te komen tot één domeinnaam-extensie voor alle e-mailadressen en websites van de Nederlandse
overheid.15 Uit dit onderzoek zal moeten blijken wat het voor ontvangers van e-mail en bezoekers
van websites lastig maakt om te bepalen of een verzender daadwerkelijk namens de overheid
e-mailt, en of een website echt van de overheid is. Aanbevelingen die uit dit onderzoek
naar voren komen kunnen bijdragen aan de bestrijding van het toenemende fenomeen van
(spear)phishing.16
Verankering in wet- en regelgeving
Zoals eerder gesteld, geldt voor informatieveiligheid het basisprincipe dat afzonderlijke
overheidsorganisaties zelf verantwoordelijk zijn en blijven voor hun informatieveiligheid.
Vanwege het groeiend belang voor een veilige digitale overheid wordt eveneens gewerkt
aan wetgeving waarin (minimum)eisen ten aanzien van informatieveiligheid worden vastgelegd.
Een wettelijke basis waaraan de informatieveiligheid binnen de overheid moet voldoen,
is ondersteunend aan het verder borgen en verhogen van veilige overheidsdienstverlening.
Het doel hiervan is dat burgers en ondernemers erop moeten kunnen vertrouwen dat de
gegevens die zij met de overheid uitwisselen, veilig zijn. Dit geldt ook voor de gegevensuitwisseling
tussen overheden onderling. Op dit moment wordt regelgeving voorbereid over informatieveiligheid
bij de toegang tot digitale overheidsdienstverlening (eID), alsmede over verplichte
toepassing van de (technische) standaard HTTPS. Tevens wordt onderzoek gedaan naar
het gebruik van algoritmen door overheden en komt er een kabinetsvisie ten aanzien
van open source. Bezien wordt of en hoe meer generiek informatieveiligheidsbeleid
een plaats moet krijgen in een volgende tranche van de aanstaande Wet Digitale Overheid.
Tot slot
Het naar een hoger plan tillen van informatieveiligheid binnen overheidsorganisaties
blijft de komende jaren één van mijn speerpunten. Het functioneren van de overheid
is in sterke mate afhankelijk van een goede sturing op en gebruik van digitale voorzieningen
en infrastructuur. Het goed regelen van informatieveiligheid is hier onlosmakelijk
mee verbonden. Dit binnen de overheid samen doen, zodat kennis, producten en oplossingen
voor informatieveiligheid over en weer kunnen worden gedeeld, helpt het effect te
vergroten en beperkt tevens de kosten. De komende tijd zal het accent ook worden gelegd
op het delen van de overheidsbrede expertise, daar er sprake is van een groeiend tekort
aan cybersecurity experts. Transparantie over de aanpak binnen de overheid helpt organisaties
elkaar te vertrouwen. Burgers, ondernemers en andere organisaties moeten kunnen blijven
vertrouwen op de overheid, ook in het digitale tijdperk. Overheidsorganisaties zijn
zelf verantwoordelijk voor de wijze waarop het informatieveiligheidsbeleid in hun
organisatie gestalte krijgt. Mijn taak als Staatssecretaris zie ik als kaderstellend,
voorts ondersteunend, en waar nodig aanjagend naar alle overheidslagen.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
R.W. Knops
BIJLAGE: OVERZICHT MAATREGELEN VERHOGEN INFORMATIEVEILIGHEID
Thema
Maatregel
Begin
Eind
BIO
Vaststellen Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO)
Q4 2018
Overheden ondersteunen met de implementatie van de BIO
Q4 2018
Q4 2020
DVHS
Onderzoek welke aanvullende maatregelen bij inkoop ter bevordering van de digitale
veiligheid van hard- en software (DVHS) nodig en gewenst zijn
Q4 2018
Q4 2019
ENSIA
Implementatie en doorontwikkeling Eenduidige Normatiek Single Information Audit (ENSIA)
bij gemeenten
Q4 2018
Q4 2020
i-Bewustzijn overheid
Alertheid, kennis en vaardigheden van bestuurders, managers en medewerkers vergroten
door middel van een overheidsbrede campagne
Q2 2019
Q4 2020
Incident response capaciteit
Organiseren van overheidsbrede crisissimulatie-oefening
Q3 2019
Q3 2020
Vitale digitale overheid
Opnemen categorie digitale overheid als vitale infrastructuur, onderdeel van de Wet
beveiliging netwerk- en informatiesystemen (Wbni)
Q3 2019
Versleuteling basisregistratie
Onderzoek naar de wijze waarop huidige veiligheidsmaatregelen afdoende bescherming
bieden tegen mogelijke beveiligingsrisico’s
Q3 2018
Q3 2019
Informatie- veiligheids- standaarden
Onderzoek naar de stand van zaken implementatie van informatieveiligheidsstandaarden
Q3 2018
Q2 2019
Onderzoek of meer harde verplichtingen opportuun zijn op het gebied van de implementatie
van informatieveiligheidsstandaarden
Q2 2019
Q1 2020
Beschikbaar stellen meet-tool voor bulkmetingen t.a.v. de implementatie van informatieveiligheidsstandaarden
Q3 2018
Q2 2019
Veilige overheidsweb- sites
Verplichten open informatieveiligheidsstandaard HTTPS
Q2 2019
Herkenbaarheid van websites en e-mail
Onderzoek onder ondernemers en burgers naar wenselijkheid om te komen tot één domeinnaam
-extensie voor de overheid
Q3 2018
Q2 2019
Verankering in wet- en regelgeving
Onderzoek of en hoe meer generiek informatieveiligheidsbeleid een plaats krijgt in
de volgende tranche van de Wet Digitale Overheid
Q3 2018
Q2 2020
Indieners
-
Indiener
R.W. Knops, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.