Uitgelicht : Armoede- en schuldenbeleid

De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid houdt op 18 juni 2020 van 09.30- tot 12.30 uur een algemeen overleg over het armoede- en schuldenbeleid. Hiervoor komt staatssecretaris van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar de Kamer.

Volg live

Het overleg vindt plaats in de Oude Zaal van de Tweede Kamer. Via deze website kunt u live meekijken en/of meeluisteren of kijk via de handige app en website Debat Direct.

Agenda en verslag

U kunt alle stukken doornemen die bij deze vergadering horen. Zodra het woordelijk verslag van het overleg klaar is, kunt u dit ook via deze link lezen.

Corona en armoede

De huidige crisis raakt ons allemaal, maar (financieel) kwetsbare personen in het bijzonder. Het kabinet helpt de mensen die het financieel moeilijk hebben, zodat ze niet nog verder in de (financiële) problemen terecht komen als gevolg van de corona-uitbraak. Er zijn extra tijdelijke maatregelen genomen om dit te voorkomen.

Er is volop ingezet op behoud van werkgelegenheid, zodat mensen hun baan en inkomen behouden. De huidige noodmaatregelen zorgen ervoor dat bedrijven hun personeel kunnen doorbetalen en bieden zelfstandigen een overbrugging. Ook maken zij het mogelijk dat via versoepelde belastingregelingen, compensatie en extra kredietmogelijkheden dat geld in de bedrijven blijft.

Alle betrokken partijen, waaronder (overheids)schuldeisers en gerechtsdeurwaarders zijn opgeroepen om ruimhartig om te gaan met het treffen van betalingsregelingen en terughoudend om te gaan met de inzet van dwangmaatregelen. Er is afgesproken geen huisuitzettingen te doen in deze crisisperiode.

Gemeenten krijgen de ruimte om in de periode van 1 maart tot 1 juni 2020 af te wijken van regels rond de verplichte zoektermijn van vier weken. Daardoor kunnen zij individueel maatwerk toepassen bij het hanteren van de vier weken zoektermijn. Daarmee wordt voorkomen dat jongeren die plotseling zonder werk en inkomsten komen te zitten als gevolg van de coronacrisis in financiële problemen komen.

Voedselbanken kunnen tijdelijk een beroep doen op het calamiteitenfonds van Voedselbanken Nederland. Het kabinet heeft een eenmalige subsidie van vier miljoen euro beschikbaar gesteld voor dit fonds.

Ook is er aandacht voor kinderen in kwetsbare posities. Er is geld vrijgemaakt om te faciliteren dat deze kinderen ook deel kunnen nemen aan het thuisonderwijsprogramma.

Er is geld beschikbaar gesteld voor Caribisch Nederland om een bijdrage te kunnen leveren aan onder ander het armoedebeleid.

Brede schuldenaanpak

Het kabinet wil voorkomen dat mensen met schulden verder in de financiële problemen komen als ze te maken krijgen met geldinnig door de overheid. Nu zijn er al diverse mogelijkheden om verdere schuldenoploop te voorkomen. Dreigende problematische schulden moeten zo vroeg mogelijk gesignaleerd en aangepakt worden. Betalingsregelingen zijn uitgebreid bij strafrechtelijke boetes. Ook is er een noodstopprocedure ontwikkeld voor mensen die hun verkeersboetes vanwege schulden niet kunnen betalen. Met deze procedure wordt tijdelijk de invordering van verkeersboetes en eventuele verhogingen stopgezet. Een uitzonderingsjaar waarin schulden kunnen worden kwijtgescholden wordt in een korte verkenning nog onderzocht.

Kinderarmoede

Het aantal kinderen in armoede moet dalen van 9,2% in 2015 naar 4,6% in 2030. Ieder kind dat in een gezin met een laag inkomen opgroeit kan meedoen. In 2021 wordt 100 procent van de kinderen met ouders in de bijstand bereikt en 70 procent van de kinderen van de werkende gezinnen met een laag inkomen. Het aantal huishoudens met kinderen dat te maken heeft met een laag inkomen laat de komende jaren een dalende trend zien. Sinds 2017 ontvangen gemeenten jaarlijks 85 miljoen euro extra voor de aanpak van kinderarmoede. Deze middelen maken deel uit van het gemeentefonds. He kabinet wil dat de gemeenten vrij zijn in het besteden van deze middelen. Wel is het belangrijk dat er een tussentijdse evaluatie komt met een kwalitatief overzicht van goede voorbeelden en initiatieven gericht op het voorkomen van armoede onder kinderen en de negatieve gevolgen daarvan voor kinderen.