Schriftelijke vragen : De wettelijke grondslag van de pilot van de Raad voor Rechtsbijstand met LegalGuard/Achmea
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming over de wettelijke grondslag van de pilot van de Raad voor Rechtsbijstand met LegalGuard/Achmea (ingezonden 12 augustus 2019).
Vraag 1
Herinnert u zich de eerdere vragen over deze pilot? Bent u bekend met het feit dat
inmiddels discussie is ontstaan over de wettelijke grondslag van de pilot rechtshulp
van LegalGuard/Achmea?1
Vraag 2
Wat is uw reactie op de constatering dat artikel 13 Wet op de rechtsbijstand regelt
door wie rechtsbijstand verleend mag worden en dat inmiddels uit een Wob-verzoek blijkt
dat de Raad voor Rechtsbijstand geen regels heeft gesteld voor het aangaan van overeenkomsten
met anderen tot het verlenen van rechtshulp? Als geen regels zijn gesteld, waar is
dan de bevoegdheid op gebaseerd om anderen (dan de reeds in de Wet op de rechtsbijstand
genoemden) rechtshulp te laten verlenen?
Vraag 3
Klopt het dat LegalGuard geen medewerkers in dienst heeft en de werkzaamheden verricht
worden door werknemers van de stichting Achmea Rechtsbijstand? Hoe beoordeelt u dat?
Vraag 4
Wat is volgens u de wettelijke grondslag van deze pilot? Is deze pilot volgens u geheel
in overeenstemming met alle wetten en regels? Zo niet, welke consequenties moet dit
hebben?
Indieners
-
Gericht aan
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming -
Indiener
Michiel van Nispen, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.