Schriftelijke vragen : Het rapport Actualisatie AEOLUS 2018 en geactualiseerde luchtvaartprognoses
Vragen van de leden Bruins (ChristenUnie) en Paternotte (D66) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het rapport Actualisatie AEOLUS 2018 en geactualiseerde luchtvaartprognoses (ingezonden 20 juni 2019).
Vraag 1
Herinnert u zich uw antwoorden op de schriftelijke vragen over het rapport Actualisatie
AEOLUS 2018 en geactualiseerde luchtvaartprognoses?1
Vraag 2
Is het, gelet op uw antwoord op vraag 5 dat geluidsgegevens ontbreken van vliegtuigtypes
in de «Aircraft Noise and Performance»-database (ANP-database) en dat deze moeten
worden ingeschat op basis van een substitutiemethode, niet zo dat ANP-data beschikbaar
zijn voor alle grote vliegtuigen (Airbus en Boeing) die voorzien zijn voor (groothandelsverkeer
op) Lelystad Airport? Zo nee, kunt u aangeven voor welke vliegtuigtypes die u verwacht
op Lelystad als vakantieluchthaven geen ANP-data beschikbaar zijn?
Vraag 3
Als het probleem voor het gebruiken van Doc29 ligt bij het helikopter- en kleinverkeer,
waarom wordt er dan niet voor gekozen deze volgens het oude rekenmodel te behandelen
en het grootverkeer volgens Doc29, aangezien het leeuwendeel van de geluidsbelasting
wordt bepaald door het grootverkeer?
Vraag 4
Is het niet zo dat de vliegtuigen waarvoor de data ontbreken om Doc29 te kunnen toepassen,
alleen kleine vliegtuigen en helikopters betreffen die slechts gemodelleerd zijn met
een circuitvlucht in de nabijheid van het vliegveld, waardoor ze in het geheel geen
bijdrage leveren aan de geluidsbelasting verder weg van het vliegveld en al helemaal
niet onder de aansluitroutes?
Vraag 5
Sinds wanneer beschikt het ministerie over Doc29? Hoeveel tijd is nodig om het rekenmodel
naast Schiphol geschikt te maken voor regionale luchthavens?
Vraag 6
Deelt u de mening dat milieueffectrapportages (MER's) alle redelijk te verwachten
milieueffecten van de projecten in kaart dienen te brengen, zoals bedoeld in Richtlijn
2014/52/EU? Zo ja, klopt het dat met de voorgenomen uitbreiding van Lelystad Airport
naar 45.000 vliegbewegingen Lelystad Airport een «belangrijke luchthaven» wordt, zoals
bedoeld in Richtlijn 2002/49/EG? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Heeft de MER van Lelystad Airport alle milieueffecten, in het bijzonder op het gebied
van geluidsemissies, voldoende in kaart gebracht met de toekomstige verwachting dat
Lelystad Airport een «belangrijke luchthaven» wordt, zoals bedoeld in Richtlijn 2002/49/EG?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 8
Stelt u met uw antwoord op vraag 10 dat er geen bezwaar zou zijn om geluidsbelastingkaarten
en -actieplannen te maken op basis van Doc29 (verplicht omdat het Luchthavenbesluit
uitgaat van meer dan 50.000 vliegbewegingen) en parallel daaraan de MER, de wettelijke
geluidscontouren en handhaving op basis van het Nederlandse rekenmodel (NRM) uit te
voeren? Zo ja, is het logisch om als overheid voor de berekening van exact dezelfde
geluidseffecten twee verschillende modellen te hanteren? Zo ja, waarom?
Vraag 9
Was – gelet op uw antwoord op vraag 10 dat de geluidsberekeningen voor de MER van
Lelystad Airport werden uitgevoerd op grond van een wettelijk voorgeschreven rekenvoorschrift
– dat voorschrift een maand na het nemen van het besluit tot wijziging van het Luchthavenbesluit,
na december 2018, nog steeds het wettelijk voorgeschreven rekenvoorschrift voor het
maken van geluidsberekeningen?
Vraag 10
Wat is op dit moment het wettelijke voorschrift voor luchthavens? Is dat in lijn met
de Europese regels?
Vraag 11
Klopt het dat het in het NRM mogelijk is voor alle relevante vliegtuigen (B737, A3xx
en zelfs DASH 8–300) in de berekeningen van groot handelsverkeer te werken met afscherming
(afschermingsfactor=1), omdat het een inschatting is van de opsteller van de appendices
(de keuze hiervoor lijkt op te maken uit uw antwoord op vragen 13 en 14 en uw verwijzing
naar de appendices)? Klopt het dat in Doc29 die keuzevrijheid niet meer bestaat, omdat
in Doc29 de mate van afscherming voor ieder vliegtuigtype eenduidig wordt voorgeschreven?
Vraag 12
Op grond waarvan heeft alle groot handelsverkeer bij de actualisatie Lelystad MER2018
afschermingsfactor = 1 gekregen, hoewel de motoren van deze vliegtuigen vrijwel niet
door de romp worden afgeschermd?
Vraag 13
Deelt u de mening dat de keuze van afschermingsfactor = 1 voor alle relevante groothandelsverkeer
ertoe leidt dat geluid altijd lager wordt berekend dan wanneer een lagere afschermingsfactor
wordt gekozen (bij gelijkblijvende overige parameters) en dat dit wat dit aspect betreft
dus nooit tot een conservatieve berekening zal leiden?
Vraag 14
Vindt u dat de keuze overeenkomstig uw toezegging is, te weten «(d)e berekeningen
zijn waar mogelijk conservatief uitgevoerd. Dat wil zeggen dat wij er in ieder geval
voor willen zorgen dat we de effecten niet onderschatten»?2
Vraag 15
Deelt u naar aanleiding van uw antwoord op vraag 15 de mening dat, hoewel de «Noise
Power Distance»-waarden (NPD-waarden) uit de ANP-database volgens de regels inderdaad
toepasbaar zijn bij 15°C en 25°C, de toepassing ervan fysisch gezien niet kan leiden
tot een even goede weergave van de werkelijkheid in beide gevallen?
Vraag 16
Deelt u de mening dat toepassing van de ongecorrigeerde tabellen ertoe leidt dat geluid
altijd lager wordt berekend dan wanneer wordt gekozen voor gecorrigeerde tabellen
(bij gelijkblijvende overige parameters) en dat dit wat dit aspect betreft dus nooit
tot een conservatieve berekening zal leiden?
Vraag 17
Op grond waarvan is ervoor gekozen de ongecorrigeerde tabellen te gebruiken, terwijl
de gecorrigeerde tabellen volgens NLR-CR-2017-305 gebruikt hadden kunnen worden?
Vraag 18
Deelt u, ondanks uw antwoord op vraag 17 dat de optie van herberekening naar specifieke
condities niet gegeven wordt in het NRM, de mening dat het NRM alleen voorschrijft
dat de geluidstabellen in de appendices staan en niet dat de NPD-tabellen direct uit
de ANP-database moeten komen?
Vraag 19
Vindt u dat de keuze overeenkomstig uw toezegging is, te weten «de berekeningen zijn
waar mogelijk conservatief uitgevoerd. Dat wil zeggen dat wij er in ieder geval voor
willen zorgen dat we de effecten niet onderschatten»?3
Vraag 20
Wilt u de vragen één voor één beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Indiener
E.E.W. Bruins, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
Jan Paternotte, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.