Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Podt over het bericht 'Nieuwe regels na uitspraak Raad van State: asielzoeker mag meer dan 24 weken werken'
Vragen van het lid Podt (D66) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht «Nieuwe regels na uitspraak Raad van State: asielzoeker mag meer dan 24 weken werken» (ingezonden 5 december 2023).
Antwoord van Minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de
Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid (ontvangen 5 februari 2024). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2023–2024, nr. 654.
Vraag 1
Bent u bereid om in de aanpassingen van de regelgeving meteen de andere belemmeringen
zoals geschetst in het onderzoek van Regioplan1 weg te nemen? Zo nee, waarom niet? Kunt u dit per belemmering toelichten?2
Antwoord 1
Op 29 november 2023 is de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna:
de Raad van State) in de uitspraak3 tot het oordeel gekomen dat de 24-weken-eis in strijd is met de Opvangrichtlijn en
dat deze eis onverbindend is. Dit heeft tot gevolg dat de 24-weken-eis niet meer door
UWV mag worden toegepast. In de brief van 29 november 20234 aan uw Kamer heb ik aangegeven dat ik als gevolg hiervan de regelgeving zal aanpassen.
Bij deze aanpassing zal de 24-weken-eis niet meer in het Besluit uitvoering Wet arbeid
vreemdelingen 2022 en de ministeriële regeling worden opgenomen.
In het rapport van Regioplan5 is uitgewerkt welke belemmeringen er zijn voor asielzoekers bij het toetreden tot
de Nederlandse arbeidsmarkt. Dit betreffen drie verschillende typen belemmeringen:
factoren met betrekking tot wet- en regelgeving, maatschappelijke contextfactoren
en individuele factoren. Op 14 juli 2023 heb ik de kabinetsreactie6 op het rapport van Regioplan aan uw Kamer gestuurd. In deze brief heb ik per belemmering
uitgewerkt welke stappen worden genomen om de belemmeringen weg te nemen of te beperken.
Op 16 januari jl. heeft uw Kamer besloten dat het dossier over de toegang tot de arbeidsmarkt
voor asielzoekers niet langer controversieel is.
Voor de aanpak van een deel van de belemmeringen zoals opgenomen in de kabinetsreactie
hoeft de regelgeving niet te worden gewijzigd. Met betrekking tot eventuele aanpassing
van de regelgeving voor wat betreft de andere belemmeringen – naast de 24-weken-eis
– werk ik, zoals aangegeven in de kabinetsreactie, verschillende opties uit waarover
een volgend kabinet kan besluiten. Deze opties zijn er eveneens op gericht om belemmeringen
voor asielzoekers bij de toetreding tot de arbeidsmarkt te beperken of weg te nemen.
Dit betreft bijvoorbeeld het onderzoeken of het mogelijk is de tewerkstellingsvergunningplicht
af te schaffen en een meldplicht voor werkgevers in te stellen die asielzoekers in
dienst willen nemen.
Vraag 2 en 3
Kun u een update geven van de problematiek rond de wachtlijsten in de Basisregistratie
Personen (BRP-)straten? Hoe lang moeten asielzoekers op dit moment wachten op een
burgerservicenummer (BSN)? Welke acties worden op dit moment nog ondernomen om deze
wachtlijsten te verkorten?
Wat is de status van motie Futselaar/Ceder ten aanzien van spoed inschrijvingen voor
asielzoekers die werk gevonden hebben?7
Antwoord 2 en 3
Momenteel wachten circa 860 statushouders en circa 11.540 asielzoekers die langer
dan 6 maanden in Nederland verblijven op een BSN. Zoals is beschreven in de Tweede
Kamerbrief Actuele situatie asielketen – MPP 2023-II zullen bestaande BRP-straten
in 2024 hun capaciteit verhogen8. Daarnaast zal via een pilot een extra BRP-straat worden gerealiseerd in de gemeente
Amsterdam. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties hebben in 2023 financiële middelen vrijgemaakt
om dit mogelijk te maken. Het doel is dat deze achterstanden eind 2024 volledig zijn
ingelopen. In dezelfde Kamerbrief9 is beschreven dat asielzoekers die werk hebben gevonden met voorrang ingeschreven
worden in de BRP zoals voorgesteld in de motie Futselaar/Ceder.
Vraag 4 en 6
Op welke wijze gaat u de komende tijd met gemeenten werk maken van de begeleiding
van asielzoekers naar de arbeidsmarkt, zoals de VNG vraagt in haar brief van 30 november
jl.?10
Bent u bereid met het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) in gesprek
te gaan over hun mogelijke rol in bemiddeling naar werk, zoals dit ook voor Oekraïense
ontheemden beschikbaar is?
Antwoord 4 en 6
Werken draagt bij aan een goede integratie van statushouders. Hierdoor leren zij de
taal, bouwen een netwerk op, doen vaardigheden op tijdens het werk en leveren een
bijdrage aan onze samenleving. De arbeidsparticipatie van statushouders kan ook worden
beïnvloed door eventuele belemmeringen die zij ervaren als zij nog in de asielprocedure
zitten. De VNG heeft in het bericht van 30 november 2023 waarnaar u verwijst, terecht
opgemerkt dat er naast de 24-weken-eis andere obstakels en uitdagingen zijn voor asielzoekers
om aan het werk te gaan. De VNG geeft aan dat asielzoekers begeleiding nodig hebben
om aan passend werk te komen en om het werk succesvol uit te voeren. Ook uit het rapport
van Regioplan blijkt dat verschillende belemmeringen toegang tot de arbeidsmarkt voor
asielzoekers beperken. Zoals aangegeven in de hierboven genoemde kabinetsreactie verken
ik of het wenselijk is om een ondersteunings- of begeleidingsstructuur in te richten
voor deze doelgroep. Ik breng hierbij de financiële en uitvoeringstechnische consequenties
in kaart. Bij deze verkenning spreek ik ook met het UWV over een mogelijke rol die
zij kunnen spelen in de bemiddeling naar werk voor asielzoekers. Daarbij kijk ik ook
naar de lessen die geleerd zijn bij de begeleiding naar werk van ontheemden uit Oekraïne.11
Vraag 5
Bent u bereid in samenspraak met het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) te
stimuleren dat meedoenbalies op COA-locaties zich primair richten op betaald werken
en alleen in gevallen waar dit niet mogelijk is te zoeken naar vrijwilligerswerk?
Antwoord 5
Net als u vind ik het belangrijk en stimuleer ik dat asielzoekers binnen de huidige
kaders zoveel mogelijk meedoen, het liefst via betaald werk. De meedoenbalies, een
samenwerking van Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) en Vereniging Nederlandse
Organisaties Vrijwilligerswerk (NOV), spelen nu al een rol in de begeleiding van asielzoekers
naar werk. Bij de meedoenbalies richt het COA zich, naast zelfwerkzaamheid binnen
de opvang, waar mogelijk ook op begeleiding naar vrijwilligerswerk of naar betaald
werk. NOV richt zich op vrijwilligerswerk buiten de opvanglocatie. Voor een deel van
de asielzoekers is betaald werk (nog) niet haalbaar. Deelname aan activiteiten of
vrijwilligerswerk vind ik dan een belangrijke eerste stap op weg naar participatie.
Ook door niet-betaald werk kunnen asielzoekers tenslotte meedoen aan onze samenleving.
Vraag 7
Ziet u kansen om de beschikbaarheid van asielzoekers tot de arbeidsmarkt maximaal
uit te nutten, bijvoorbeeld door parallel in te zetten op het vereenvoudigen van de
Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) aanvraag of het verbeteren van het proces rond
diploma-erkenning?
Antwoord 7
Een VOG is op dit moment voor sommige beroepen een vereiste. Er zijn meerdere manieren
waarop een VOG aangevraagd kan worden, bijvoorbeeld digitaal of via de gemeente. Er
zijn op dit moment geen signalen die aanleiding geven deze procedures te veranderen.
In het kader van het plan van aanpak statushouders aan het werk worden met werkgevers,
brancheorganisaties en onderwijsinstanties de knelpunten ten aanzien van diplomawaardering
en -erkenning in kaart gebracht voor statushouders. Het wegnemen van deze knelpunten
kan ook ten goede komen aan asielzoekers in procedure. Het aanvragen van een diplomawaardering
wordt door particulieren en bedrijven gedaan bij IDW (Internationale diplomawaardering).
IDW had een behandelduur van vier maanden vanwege corona en een tekort aan mensen.
Inmiddels zijn er nieuwe mensen aangenomen en is de termijn voor het ontvangen van
de diplomawaardering zes weken vanaf het moment van de aanvraag. Dit is een normale
termijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
E. van der Burg, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.