Wijziging van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten

3 juni 2020, wetsvoorstel - De uitslag van het raadgevend referendum is aanleiding voor een aanpassing van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. De Kamer debatteert hierover met minister Ollongren (Binnenlandse Zaken).

Op 8 februari 2017 behandelde de Kamer de nieuwe Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (Wiv). Tegenstanders spraken van een "sleepwet". Die zou een bedreiging vormen voor de privacy van gewone burgers, omdat een sleepnet kan worden uitgeworpen om bulkgegevens te verzamelen. In het raadgevend referendum van 21 maart 2018 stemde 49,44% van de kiezers tegen, 46,55% voor en de rest blanco.

De uitslag van het referendum was voor de regering reden om de uitvoering van de wet op enkele punten aan te passen. Hierover debatteerde de Kamer op 10 april 2018. Minister Ollongren past nu ook de tekst van de wet aan. De inzet van bijzondere bevoegdheden moet bijvoorbeeld zo gericht mogelijk zijn en de samenwerking met buitenlandse diensten wordt sneller gewogen.

Recht gedaan aan referendum?

Een meerderheid stemde tegen de wet, stelt Bosma (PVV) vast. Waarom heeft regering de Wiv niet gewoon helemaal introkken, zo vraagt hij, en komt de minister nu met een paar "inlegvelletjes"? Baudet (FvD) noemt het "stuitend" dat de uitspraak van de bevolking tegen verruiming van de bevoegdheden van de veiligheidsdiensten wordt genegeerd.

Ook Van Esch (PvdD) wijst erop dat de kiezers de sleepwet volledig hebben verworpen: het aanpassen van enkele artikelen is onvoldoende. Met schijnaanpassingen wordt het nee van de bevolking genegeerd, concludeert Azarkan (DENK), die het "doodeng" vindt dat de overheid zo veel privacygevoelige informatie verzamelt. Van Kooten (GKVK) betoogt dat de kleine, cosmetische wijzigingen niet tegemoetkomen aan de fundamentele bezwaren tegen de sleepwet.

Van der Molen (CDA) is tevreden met de wijzigingen die de minister voorstelt. Er wordt volgens hem een evenwicht gezocht tussen extra waarborgen en de effectiviteit van de inlichtingendiensten. De uitslag van het referendum wordt wel degelijk recht gedaan, vindt Verhoeven (D66): de wet is nu in balans.

Buitenlandse diensten

Een belangrijke reden voor kiezers om tegen de wet te stemmen was volgens Van Raak (SP) het uitwisselen van informatie met buitenlandse diensten. Hij wil daarom in de wet vastleggen dat (gevoelige) persoonsgegevens niet zonder analyse mogen worden gedeeld. Er moet daarom volgens hem een verbod komen op het doorgeven van ongeƫvalueerde gegevens aan buitenlandse diensten.

Controle en toezicht zijn belangrijk, zegt Bosman (VVD), maar het moet wel werkbaar blijven. Hij waarschuwt dat buitenlandse diensten hun Nederlandse collega's niet meer als goede partner zien als het te moeilijk wordt om informatie te delen.

De uitwisseling van bulkdata met buitenlandse diensten is soms nodig om die goed te kunnen duiden, zegt Ollongren, maar dit gebeurt volgens haar wel heel zorgvuldig. Ook kan het snel delen van informatie nodig zijn bij een acute dreiging, zoals een mogelijke aanslag.

Informanten

De normale waarborgen gelden niet als bulkdata via informanten worden verkregen, stelt Buitenweg (GroenLinks) vast. De impact op burgerrechten moet volgens haar leidend zijn bij de inzet van bevoegdheden, en niet de wijze waarop de gegevens verzameld zijn. Daarom is volgens haar ook in dit geval instemming van de betrokken minister noodzakelijk.

Er gelden wel degelijk waarborgen voor het verwerven van bulkdata via informanten, zegt Ollongren. Zij denkt niet dat aanvullende regels nodig zijn, maar sluit niet uit dat de evaluatiecommissie hiernaar kijkt. Het rapport van die commissie verschijnt naar verwachting eind 2020.

De Kamer stemt op 9 juni over het wetsvoorstel en de tijdens het debat ingediende motie.

Zie ook:

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort

  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.

  • Kijk debatten terug via Debat Gemist