Debat over wetsvoorstellen staatloosheid afgerond

25 mei 2022, wetsvoorstellen - Hoe gaan we om met mensen zonder officiële nationaliteit? De Kamer debatteert met staatssecretaris Van der Burg (Justitie en Veiligheid) over twee wetsvoorstellen die de positie van staatlozen regelen.

Er zijn zo'n 6.000 geregistreerde staatlozen en 8.000 ongeregistreerde staatlozen met een verblijfsvergunning. Ook zijn er staatlozen die illegaal in Nederland verblijven. Met de wetswijzigingen komt er nu procedure waarin staatlozen hun status kunnen laten erkennen. Dit betekent bijvoorbeeld dat ze zich kunnen inschrijven in de Basisregistratie Personen en dat ze gebruik kunnen maken van overheidsvoorzieningen.

Verblijfsvergunning

Het is een belangrijke stap vooruit dat staatloosheid nu erkend wordt, zegt Kröger (GroenLinks, ook namens PvdA). Maar voor haar gaat dit nog niet ver genoeg. Zij wil dat staatlozen makkelijker een officiële verblijfsvergunning kunnen krijgen. Het probleem van staatloosheid wordt met de wetswijzigingen niet volledig opgelost, vindt ook Koekkoek (Volt).

Als staatlozen een verblijfsvergunning willen, zegt staatssecretaris Van der Burg, kunnen ze de normale asielprocedure doorlopen. Het zou volgens hem raar zijn om staatlozen sneller een verblijfsvergunning te geven dan anderen. Wel kunnen staatlozen naar voren brengen dat ze buiten hun schuld niet kunnen terugkeren naar een land van herkomst.

Staatloze kinderen

Moeten staatloze kinderen die in Nederland zijn geboren, het recht krijgen om een Nederlands paspoort te krijgen? Hier moeten strikte regels voor gelden, betoogt Brekelmans (VVD), want anders wordt ons asiel- en migratiebeleid ondergraven.

Mensen die zich onttrekken aan de overheid, moeten daar in ieder geval niet voor worden beloond, zegt staatssecretaris Van der Burg. Hij wil vasthouden aan de bepaling dat kinderen pas na tien jaar een Nederlands paspoort krijgen, en niet al na vijf jaar zoals Podt (D66) en Ceder (ChristenUnie) bepleiten.

Andere landen

De wetswijzigingen die nu worden doorgevoerd, zijn gebaseerd op internationale verdragen. Maar er zijn nog veel landen die geen procedure hebben voor het vaststellen van staatloosheid, stelt Slootweg (CDA) vast. Zou Nederland daarin een rol kunnen spelen?

Het is uiteraard goed als meer landen uitvoering geven aan verdragen om staatloosheid tegen te gaan, zegt staatssecretaris Van der Burg. Maar het gaat om verdragen uit 1954 en 1961 die hier in 2022 worden vertaald in wetgeving. Dus Nederland kan moeilijk met de vinger naar andere landen wijzen en die verwijten dat ze te weinig haast maken. De toonzetting moet dus juist worden gekozen.

Pardon

Van Dijk (SP) vraagt aandacht voor mensen die in 2007 een generaal pardon kregen, maar nog geen paspoort hebben. Zijn er voor hen niet te veel belemmeringen? Volgens staatssecretaris Van der Burg zijn die juist weggenomen. Ze hoeven bijvoorbeeld niet langer afstand te doen van hun oorspronkelijke nationaliteit.

De Kamer debatteerde eerder op 5 april over de wetsvoorstellen (35687 en 35688-(R2151)) over staatloosheid. De stemmingen over de wetsvoorstellen en de tijdens het debat ingediende moties zijn op 31 mei.

Zie ook