Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden : Verslag houdende een lijst van vragen en antwoorden (Commissie Digitale Zaken)
36 820 XIII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Miljoenennota)
36 820
VI Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI)
voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Miljoenennota)
36 820
VII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
(VII) voor het jaar 2025 (wijziging samenhangende met de Miljoenennota)
Nr. 4 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 29 september 2025
De vaste commissie voor Digitale Zaken, belast met het voorbereidend onderzoek van
dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst
van vragen met de daarop gegeven antwoorden.
De vragen zijn op 22 september 2025 voorgelegd aan de Minister van Economische Zaken.
Bij brief van 26 september 2025 zijn ze door de Minister van Economische Zaken beantwoord.
Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van
het wetsvoorstel voldoende voorbereid.
De voorzitter van de commissie, Wingelaar
Adjunct-griffer van de commissie, Muller
6
Wat is het totaalbedrag dat naar de AI-fabriek gaat en hoe is dit opgebouwd over jaren?
Antwoord
Voor de AI-fabriek is vanuit de begroting van de verschillende departementen in totaal
€ 127,9 mln beschikbaar gesteld. Dit bedrag is als volgt over de jaren opgebouwd (in
duizendtallen):
2025: € 500
2026: € 42.097
2027: € 17.598
2028: € 16.739
2029: € 15.379
2030: € 35.622
Tevens vragen wij € 70 mln van EuroHPC (berichtgeving hierover wordt medio oktober
verwacht vanuit EuroHPC).
7
Waarom worden er twee verschillende bedragen (€ 60 miljoen en € 47,5 miljoen) genoemd
voor de AI-fabriek?
Antwoord
De middelen uit de Economische Agenda Nij Begun (€ 60 mln) dienen separaat inzichtelijk
gemaakt te worden op de begroting. Het bedrag van € 47,5 mln betreft het bedrag dat
ter beschikking is gesteld voor de AI-fabriek in 2025, niet zijnde de middelen uit
de Economische Agenda Nij Begun middelen, welke zijn verschoven naar latere jaren.
Deze middelen zijn afkomstig van onder andere de begrotingen het Ministerie van Economische
Zaken en het Ministerie van Defensie als grootste bijdragers, aanvullend met middelen
van de begrotingen van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, het Ministerie
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het Ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport, en het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur.
De resterende middelen voor de AI-fabriek stonden al geraamd in de begroting voor
de daaropvolgende jaren en zijn om die reden niet zichtbaar in dit begrotingsstuk.
Totaal bezien bedraagt de nationale bijdrage aan de AI-fabriek € 127,9 mln.
8
Wat zijn de risico’s van het naar voren halen van verplichtingenruimte, wat als het
project vertraging oploopt?
Antwoord
Het naar voren halen van de verplichtingenruimte is noodzakelijk om het project in
2025 te kunnen beschikken om zo voldoende zekerheid te geven dat het project ook daadwerkelijk
gerealiseerd kan worden. Als we dit niet doen lopen we het risico dat het project
vertraging oploopt, bijvoorbeeld bij de realisatie van de AI-supercomputer.
9
Hoe wordt toezicht gehouden op de besteding van deze middelen?
Antwoord
De verantwoording over de besteding van de middelen wordt op verschillende manieren
gedaan, in de vorm van: een maatwerkbeschikking met rapportageverplichtingen van het
consortium, een gremium met de belangrijkste financiers (Rijk en Regio), de eigen
governance van het consortium met een bestuur en een Raad van Toezicht, en de procedures
bij EuroHPC.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
N.T.P. Wingelaar, voorzitter van de vaste commissie voor Digitale Zaken -
Mede ondertekenaar
S.R. Muller, adjunct-griffier