Schriftelijke vragen : Het artikel Trouw waarin de staatssecretaris het opsluiten van jongeren in de gesloten jeugdzorg weer mogelijk wil maken
Vragen van het lid Bruyning (Nieuw Sociaal Contract) aan de Staatssecretarissen van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Justitie en Veiligheid over het artikel Trouw waarin de Staatssecretaris het opsluiten van jongeren in de gesloten jeugdzorg weer mogelijk wil maken (ingezonden 14 juli 2025).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van het artikel in Trouw van 10 juli 2025 met de titel «Jeugdzorg
mag jongeren weer opsluiten, als het aan het kabinet ligt. «Dit is schadelijk»»?1
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat u op dezelfde dag (13 juni 2025) zowel een brief naar de Kamer
heeft gestuurd waarin u voorstelt de Jeugdwet aan te passen zodat kamerinsluiting
’s nachts weer mogelijk wordt2, als een reactie op het rapport van het Europees Comité ter voorkoming van foltering
(CPT), waarin Nederland benadrukt werk te maken van het afbouwen van vrijheidsbeperking
in de jeugdzorg3?
Vraag 3
Hoe verhoudt uw wetsvoornemen zich tot de toezeggingen aan het CPT over het terugdringen
van vrijheidsbeperkende maatregelen in de jeugdzorg? Is hier sprake van beleidsinconsistentie
en zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Deelt u de analyse dat deze beleidswijziging de geloofwaardigheid van Nederland ondermijnt
in de internationale rapportagecyclus van onder andere het CPT en het VN-Kinderrechtencomité?
Vraag 5
Op basis van welke gegevens of concrete risico-inschatting is besloten dat kamerinsluiting
noodzakelijk is? Waarom is daarbij niet gekozen voor een tijdelijke uitzonderingsbepaling
met strikte toetsing, zoals het CPT aanbeveelt?
Vraag 6
Waarom is in de brief van 13 juni jl. geen enkele inhoudelijke verwijzing opgenomen
naar de reactie op het CPT-rapport, terwijl beide documenten op dezelfde dag zijn
verzonden en inhoudelijk sterk samenhangen? Wat zegt dit over de onderlinge afstemming
tussen de afdelingen en verschillende departementen die deze dossiers behandelen?
Vraag 7
Bent u op de hoogte van het feit dat het CPT in haar meest recente rapport4 stelt dat kamerinsluiting op een eigen slaapkamer ’s nachts, zelfs met open toilet,
zonder directe toezichtsmogelijkheid, als een vorm van separatie kan worden opgevat?
Hoe beoordeelt u het risico dat het CPT of het VN-Kinderrechtencomité deze praktijk
als mensenrechtenschending beschouwt?
Vraag 8
Wat zegt het u dat de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) eerder heeft geconcludeerd
dat kamerinsluiting geen veilige interventie is, en op die basis instellingen onder
verscherpt toezicht heeft gesteld? Wat betekent dit voor de uitvoerbaarheid van het
voorgestelde beleid?
Vraag 9
Kunt u toelichten waarom u in uw Kamerbrief expliciet stelt dat personeelsgebrek geen
reden mag zijn voor kamerinsluiting, terwijl de roep uit de sector om herinvoering5 juist voortkomt uit structurele personeelstekorten en gebrekkige alternatieven? Is
het kabinet niet in feite gezwicht voor druk uit een sector die, zoals ook de IGJ
en Defence for Children constateren, de bestaande wet niet naleeft?
Vraag 10
Deelt u de zorgen van kinderrechtenorganisaties dat deze wetswijziging zal leiden
tot normalisering van een praktijk die oorspronkelijk als uitzondering was bedoeld?
Wat gaat u doen om dat risico te beperken?
Vraag 11
Bent u bereid om, in lijn met de aanbevelingen van het CPT, te kiezen voor noodmaatregelen
met externe toetsing, tijdelijke duur en duidelijke evaluatiecriteria in plaats van
het wettelijk opnieuw mogelijk maken van een generieke vrijheidsbeperking? Zo nee,
waarom niet?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Faith Bruyning, Tweede Kamerlid