Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ceder over het initiatief in Hardenberg waarbij asielzoekers een MDT-certificaat kunnen behalen
Vragen van het lid Ceder (ChristenUnie) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Staatssecretaris van Onderwijs Cultuur en Wetenschap over het initiatief in Hardenberg waarbij asielzoekers een MDT-certificaat kunnen behalen (ingezonden 17 april 2025).
Antwoord van Minister Van Hijum (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de
            Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 19 mei 2025).
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met het bericht in De Stentor waarin wordt vermeld dat de Nederlandse
               Arbeidsinspectie een onderzoek is gestart naar een project in Hardenberg waarbij asielzoekers
               meewerken in het kader van het behalen van een Maatschappelijke Diensttijd (MDT)-certificaat,
               en dat dit mogelijk kan leiden tot boetes voor de gemeente en de betrokken welzijnsorganisatie?1
Antwoord 1
            
Ja, ik ben hiermee bekend.
Vraag 2
            
Kunt u aangeven of er duidelijke richtlijnen of handreikingen bestaan voor gemeenten
               en maatschappelijke organisaties over het betrekken van asielzoekers bij maatschappelijke
               projecten, op een wijze die in overeenstemming is met de arbeidswetgeving? Zo ja,
               welke zijn dit en zijn deze voldoende bekend bij gemeenten en maatschappelijke organisaties?
               Zo nee, ziet u het nut van dergelijke handreikingen? Bent u bereid deze te formuleren?
            
Antwoord 2
            
UWV heeft op de website informatie opgenomen over het aanvragen van een tewerkstellingsvergunning
               voor het laten verrichten van arbeid door asielzoekers (https://www.uwv.nl/nl/werkvergunning/asielzoeker). Op de website is ook een informatiefilmpje opgenomen over hoe werkgevers de tewerkstellingsvergunning
               kunnen aanvragen. Voor vrijwilligerswerk door asielzoekers is geen tewerkstellingsvergunning
               vereist, wel moet aan de organisatie een verklaring vrijwilligerswerk zijn afgegeven.
               Op de website van UWV is ook hierover informatie opgenomen. UWV controleert bij de
               aanvraag voor de verklaring of aan de voorwaarden is voldaan. Zo moet het gaan om
               werk dat normaal gesproken onbetaald is, mag de organisatie geen winstoogmerk hebben
               en moet het werk een maatschappelijk belang dienen.
            
Voor deelname aan MDT-projecten geldt dat alle jongeren in Nederland in de leeftijd
               van 12 tot 30 mogen deelnemen aan MDT mits ze staan ingeschreven in de BRP (Basisregistratie
               Personen). In de MDT-subsidievoorwaarden is opgenomen dat MDT-trajecten niet mogen
               leiden tot stage- en/of werkplekverdringing.
            
Vraag 3
            
Deelt u de opvatting dat projecten waarbij asielzoekers op vrijwillige basis deelnemen
               aan maatschappelijke activiteiten waardevol zijn voor hun dagbesteding, welzijn en
               integratie? Zo ja, op welke wijze voorkomt u dat regelgeving deze initiatieven onbedoeld
               in de weg staat?
            
Antwoord 3
            
Ik deel de opvatting dat het waardevol is dat asielzoekers op vrijwillige basis deel
               kunnen nemen aan maatschappelijke activiteiten. Daarom geldt – zoals ook opgenomen
               in de beantwoording bij vraag 2 – geen tewerkstellingsvergunningplicht voor werkgevers
               die asielzoekers vrijwilligerswerk laten verrichten. De organisatie moet wel in het
               bezit zijn van een vrijwilligersverklaring afgegeven door het UWV. Door het doen van
               vrijwilligerswerk kunnen asielzoekers al gedurende hun asielprocedure makkelijker
               de taal leren, een sociaal netwerk opbouwen en maken zij tijdens het vrijwilligerswerk
               ook kennis met Nederlandse gewoontes en de cultuur.
            
Vraag 4
            
Hoeveel asielzoekers hebben zich via een MDT-project ingezet voor de maatschappij?
               Aan wat voor soort projecten doen asielzoekers mee? Welke mogelijkheden biedt het
               behalen van een MDT-certificaat voor hen?
            
Antwoord 4
            
Ik heb geen zicht op de achtergronden van de deelnemers aan MDT trajecten. Dit maakt
               geen deel uit van de registratie.
            
Het merendeel van de projecten waarin asielzoekers participeren betreft zogenaamde
               maatjesprojecten waarin bijvoorbeeld Nederlandse jongeren en (jonge) nieuwkomers met
               elkaar sporten of taalmaatjes zijn. Bijvoorbeeld: Wereldmeiden MDT - Huis voor Beweging en Welkom bij friend4friend. De deelnemende jongeren kunnen hiermee hun vaardigheden ontwikkelen dan wel versterken.
               Deze vaardigheden kunnen worden vermeld op een deelnamecertificaat. Dit certificaat
               is vaak een eerste tastbaar resultaat van het potentieel van een deelnemer en kan
               behulpzaam zijn bij de maatschappelijke integratie en toetreding tot de arbeidsmarkt.
            
Vraag 5
            
In hoeverre biedt de huidige wet- en regelgeving ruimte voor vrijwillige maatschappelijke
               participatie van asielzoekers? Indien deze ruimte ontbreekt, bent u bereid te onderzoeken
               hoe bestaande regels aangepast kunnen worden om dit mogelijk te maken?
            
Antwoord 5
            
Op grond van de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) is het laten verrichten van arbeid
               door asielzoekers alleen toegestaan als de werkgever beschikt over een geldige tewerkstellingsvergunning
               (twv) of de vreemdeling beschikt over een gecombineerde vergunning verblijf en arbeid
               (gvva). Het begrip arbeid is ruim, ook stages en vrijwilligerswerk vallen onder het
               begrip arbeid, waarvoor de werkgever in principe een twv nodig heeft.
            
Op deze hoofdregel is echter een uitzondering gemaakt in het Besluit uitvoering Wet
               arbeid vreemdelingen 2022 (BuWav 2022). Als de werkgever in het bezit is van een verklaring
               vrijwilligerswerk is geen twv nodig voor vrijwilligerswerk door asielzoekers en andere
               derdelanders. De verklaring vraagt de werkgever aan bij UWV en wordt verleend als
               de activiteiten normaal gesproken onbetaald zijn, de organisatie geen winstoogmerk
               heeft en het werk een algemeen maatschappelijk doel dient. De verklaring is drie jaar
               geldig en geldt voor het soort werk waarvoor de organisatie de verklaring aanvraagt.
               Dit betekent dat de organisatie niet opnieuw een vrijwilligersverklaring aan hoeft
               te vragen als meer asielzoekers binnen die organisatie hetzelfde vrijwilligerswerk
               gaan doen.Zodra de organisatie de aanvraag heeft ingediend en de ontvangstbevestiging
               heeft ontvangen, mag de werknemer starten met vrijwilligerswerk. Als UWV de aanvraag
               afwijst, moet de werkgever stoppen met het laten verrichten van het vrijwilligerswerk.
               In tegenstelling tot bij betaald werk, geldt voor asielzoekers bij het doen van vrijwilligerswerk
               niet de voorwaarde dat het asielverzoek van de asielzoekers ten minste zes maanden
               in behandeling moet zijn.
            
Vraag 6
            
Op basis van welke signalen of juridische gronden is de Arbeidsinspectie het onderzoek
               naar dit project gestart? Is er sprake geweest van aanwijzingen van dwang, onveilige
               werkomstandigheden of schendingen van arbeidsrecht?
            
Antwoord 6
            
De Arbeidsinspectie draagt bij aan gezond, veilig en eerlijk werk door toezicht te
               houden op de naleving van de arbeidswetgeving door werkgevers. Signalen over mogelijke
               overtreding van de Arbeidsomstandighedenwet en over mogelijke overtreding van de Wet
               arbeid vreemdelingen waren de aanleiding om de situatie in Hardenberg te onderzoeken.
               Het onderzoek loopt momenteel nog. De Arbeidsinspectie doet geen uitspraken over lopende
               onderzoeken.
            
Vraag 7
            
Zijn er meer zaken bekend waarbij de Arbeidsinspectie controleert bij maatschappelijke
               stages of maatschappelijke diensttijd? Welke bevindingen leveren die controles op?
               Welke prioriteiten stelt de Arbeidsinspectie in de besteding van de capaciteit, in
               relatie tot de maatschappelijke opgaven waar de Arbeidsinspectie mee te maken heeft?
            
Antwoord 7
            
Werkgevers zijn verantwoordelijk voor een gezonde en veilige werkplek voor zowel werknemers
               in loondienst als voor mensen die stage lopen of vrijwilligerswerk doen. De Arbeidsinspectie
               houdt toezicht op naleving van de arbeidswetgeving door werkgevers. Zij doet dit zowel
               risicogestuurd als naar aanleiding van meldingen en signalen.
            
De Arbeidsinspectie werkt in haar actieve programma’s risicogestuurd op basis van
               geprioriteerde risico’s. Deze prioritering is gebaseerd op de inspectiebrede risicoanalyse
               (IRA), die wordt gebruikt om de risico’s op het gehele werkterrein van de Arbeidsinspectie
               in kaart te brengen en ten opzichte van elkaar te wegen. In het Meerjarenplan 2023–2026
               geldt illegale tewerkstelling als prioritair arbeidsrisico, zowel voor de actieve
               programmering als bij het beoordelen en opvolging geven aan meldingen (reactief toezicht).2
Wanneer de Arbeidsinspectie bij de controle op de naleving van arbeidswetten door
               werkgevers overtredingen constateert, registreert zij in haar systemen om welke werkgever
               en welke overtreding het gaat, niet of er sprake is van maatschappelijke stage of
               maatschappelijke diensttijd. Er is dan ook niet bekend of er eerder zaken zijn geweest
               waarin werkgevers een of meer arbeidswetten hebben overtreden met deelnemers aan een
               maatschappelijke stage of diensttijd.
            
Vraag 8
            
Bent u bereid om in overleg te treden met de gemeente Hardenberg en de betrokken welzijnsorganisatie
               om te bezien op welke manier dit initiatief kan worden voortgezet binnen de kaders
               van de wet, zodat het positieve maatschappelijke doel behouden blijft?
            
Antwoord 8
            
Ik zie geen aanleiding om in direct contact te treden met de gemeente Hardenberg over
               de voorzetting van dit specifieke project. Gemeenten kunnen zelf besluiten over het
               betrokken zijn bij, opstarten of voortzetten van MDT-trajecten zolang deze binnen
               de geldende wettelijke kaders worden uitgevoerd.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 Y.J. van Hijum, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 
              
                  Mede namens
 M.L.J. Paul, staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
