Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen die de leden Van der Lee en Hirsch over het over het bericht 'EU Omnibus: EU finance ministers back proposal, Parliament heavily divided'
Vragen van de leden Van der Lee en Hirsch (beiden GroenLinks-PvdA) aan de Minister van Financiën over het bericht «EU Omnibus: EU finance Ministers back proposal, Parliament heavily divided» (ingezonden 17 maart 2025).
Antwoord van Minister Heinen (Financiën) (ontvangen 31 maart 2025).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel uitResponsible Investor getiteld «EU Omnibus: EU finance Ministers back proposal, Parliament heavily divided»1 van 12 maart jongstleden?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat in de Ecofinraad werd gesproken over de CSRD – de richtlijn die bedrijven
vraagt om relevante informatie te rapporteren over CO2-uitstoot, afvalbeheer, watergebruik, etc. – en over het «stop de klok»-voorstel van
de Europese Commissie dat voorstelt om de deadlines van deze rapportage voor twee
categorieën bedrijven uit te stellen? Klopt het dat volgens het commissievoorstel
bedrijven uit de eerste categorie wel nog zouden blijven rapporteren?
Antwoord 2
Ja. De CSRD verplicht bepaalde bedrijven in de EU om over hun duurzaamheidsprestaties
te rapporteren in het bestuursverslag. De CSRD wordt gefaseerd ingevoerd. Grote organisaties
van openbaar belang met meer dan 500 werknemers moeten vanaf boekjaar 2024 rapporteren
onder de CSRD. Alle overige grote ondernemingen, de tweede categorie, vanaf boekjaar
2025. Beursgenoteerde mkb-ondernemingen, de derde categorie, vanaf boekjaar 2026.
Vanaf boekjaar 2028 moeten ook in de EU gevestigde grote of beursgenoteerde dochtermaatschappijen
van niet in de EU gevestigde concerns met een netto-omzet in de EU van meer dan € 150
miljoen rapporteren. Het zogeheten «stop de klok»-voorstel verleent uitstel aan de
ondernemingen die over boekjaar 2025 en 2026 zouden moeten rapporteren. Dit betekent
dat de organisaties die onder de eerste categorie vallen nog steeds vanaf boekjaar
2024 dienen te rapporteren.
Vraag 3
Klopt het dat u in de Ecofinraad heeft gepleit om verder te gaan dan het voorstel
van de Europese Commissie en heeft voorgesteld ook bedrijven uit de eerste categorie
te laten pauzeren met rapporteren? Zo ja, waarom heeft u dat gedaan?
Antwoord 3
Het klopt dat ik in de Ecofinraad heb aangeven dat het wenselijk kan zijn om ook uitstel
te verlenen aan organisaties die al vanaf boekjaar 2024 moeten rapporteren onder de
CSRD. De reden daarvoor is dat in de voorstellen van de Europese Commissie een deel
van de organisaties die nu onder de eerste categorie vallen, straks niet meer onder
de reikwijdte van de CSRD zullen vallen als de door de Commissie voorgestelde reikwijdte
wordt gevolgd, namelijk de grote organisaties van openbaar belang met tussen de 500
en 1.000 werknemers. Zij blijven dan nu verplicht om te rapporteren onder de CSRD
terwijl zij na inwerkingtreding van de Omnibusrichtlijnen niet meer onder de CSRD
zouden vallen. Ik vind dat onwenselijk. Een tweede reden is dat de Commissie ook de
vereisten voor de te rapporteren informatie zal aanpassen. De Commissie heeft namelijk
toegezegd de eerste set European Sustainability Reporting Standards (ESRS) te zullen
herzien door deze te vereenvoudigen en te stroomlijnen om ook daar de lasten te verminderen.
Om te zorgen voor zekerheid voordat de verplichte rapportage ingaat, heb ik de optie
geopperd om ook organisaties onder de eerste categorie uitstel te verlenen.
Vraag 4
Klopt het dat u in de geannoteerde agenda die u op 28 februari 2025 naar de Kamer
heeft gestuurd, heeft geschreven dat «het kabinet de Europese Commissie in haar initiatief
steunt», maar dat u niet heeft vermeld dat het kabinet zou pleiten om het initiatief
van de Europese Commissie te verbreden? Op welke manier heeft u de Kamer dan wel vooraf
over deze inzet geïnformeerd? Indien dit niet is gebeurd, waarom niet? Onderschrijft
u dat het voor de Kamer van belang is om van te voren geïnformeerd te worden over
de kabinetsinzet in Brussel? Bent u met terugwerkende kracht van mening dat het kabinet
het voorstel om het «stop de klok»-initiatief te verbreden in de geannoteerde agenda
van 28 februari 2025 had moeten opnemen?
Antwoord vraag 4
In de Geannoteerde Agenda was opgenomen dat het kabinet groot voorstander is van het
terugdringen van regeldruk voor bedrijven en het eenvoudiger maken voor bedrijven
om aan regels te kunnen voldoen. Er stond dat het kabinet de Europese Commissie steunt
in haar initiatief om de duurzaamheidsrapportageraamwerken te vereenvoudigen, de rapportagelasten
te verminderen en de betreffende wet- en regelgeving te stroomlijnen. Mijn suggestie
in de Ecofinraad omtrent lichting 1 van de CSRD is hier een uitwerking van, zoals
ook in het antwoord op vraag 3 is toegelicht. Wel heb ik in de Ecofinraad duidelijk
gemaakt dat Nederland het voorstel nog aan het bestuderen is en er nog geen officiële
kabinetspositie is.
Ik hecht groot belang aan het tijdig informeren van de Kamer. Zoals aangegeven in
het BNC-fiche steunt het kabinet de wens van de Commissie en het voorzitterschap om
snel tot een onderhandelingsresultaat te komen. Dit geeft ondernemingen duidelijkheid.
Tegelijkertijd is het van belang dat er voldoende ruimte is voor zorgvuldige besluitvorming
en voorbereiding op nationaal niveau, inclusief raadpleging van de parlementen. Dit
benadruk ik regelmatig in de Raadsvergaderingen.
Vraag 5
Bent u bekend met het onderzoek van PwC2, waaruit blijkt dat van de ondervraagde bedrijven uit die eerste categorie, de meerderheid
aangeeft dat openbaarmaking van duurzaamheid – zoals CSRD beoogt – voor hen leidt
tot meerdere zakelijke voordelen, waaronder betere milieuprestaties, betere risicobeperking,
toegang tot kapitaal, transparantie en daardoor verhoogd vertrouwen bij klanten, investeerders
en andere belanghebbenden? Waarom zou u deze bedrijven desondanks willen vragen om
met deze praktijk – inmiddels een kernpraktijk van bedrijven in Europa, waar zij dus
zelf van zeggen voordeel te ervaren – te stoppen, terwijl de wijzigingen van de commissie
nog niet vaststaan?
Antwoord 5
Met mijn suggestie in de Ecofinraad om ook uitstel te verlenen aan organisaties die
momenteel onder de CSRD vallen, maar in het nieuwe voorstel van de Commissie niet
langer onder de reikwijdte vallen, geef ik organisaties allereest zelf de mogelijkheid
om te bepalen of zij willen rapporteren over de duurzaamheidsinformatie. Ik vind het
onwenselijk dat zij verplicht worden om over eerdere boekjaren te rapporteren, terwijl
deze verplichting daarna vervalt. Als organisaties zakelijke voordelen zien in het
openbaar maken van duurzaamheidsinformatie, kunnen zij dit uiteraard blijven doen.
Daarnaast geldt dat zo lang de CSRD in Nederland nog niet van kracht is, haar voorloper,
de Non Financial Reporting Directive (NFRD), van toepassing is. Dit betekent dat bedrijven
die moeten rapporteren onder de NFRD, dat moeten blijven doen.
Vraag 6
Erkent u dat, hoewel de Commissie vaart wil maken, er over de wijzigingen nog twaalf
tot achttien maanden onderhandeld zou kunnen worden in het Europees parlement en de
Europese Raad, waarna nog minimaal zes maanden nodig zijn voor de omzetting van de
herziene richtlijnen in nationale wetgeving? Klopt het dus dat dit op zijn vroegst
in de herfst van 2026 zal zijn, na de publicatie van de eerste duurzaamheidsrapporten
van de bedrijven van zowel golven één en twee, zoals voorzien door de huidige wetgeving?
Klopt het dat er, met uw voorstel, dus gedurende deze gehele periode geen rapportage
zou plaatsvinden?
Antwoord 6
Ik kan nu nog niet vooruitlopen over het precieze tijdspad van de onderhandelingen
over het inhoudelijke voorstel. Wel is er over het «stop de klok»-voorstel inmiddels
een raadspositie, wordt er komende week een akkoord in het Europees parlement verwacht
en niet veel later een triloogakkoord. In de raadspositie is het commissievoorstel
ongewijzigd aangenomen en wordt dus voor wat betreft CSRD uitstel verleend aan lichting
2 en 3. Een snel akkoord over het «stop de klok»-voorstel was ook de inzet, zodat
er tijdens de onderhandelingen over het inhoudelijke richtlijnvoorstel duidelijkheid
is over het uitstel. Zoals ook aangegeven in het BNC-fiche, heeft het de voorkeur
van dit kabinet om de implementatie van beide voorstellen mee te nemen in het implementatietraject
van de CSRD, mits de onderhandelingen over die voorstellen voldoende voortgang boeken.
Dat betekent niet dat er geen rapportage meer plaatsvindt. De NFRD blijft onverminderd
van toepassing op grote ondernemingen met meer dan 500 werknemers zolang de CSRD en
de nieuwe voorstellen van de Commissie niet zijn geïmplementeerd, waardoor deze ondernemingen
die al onder de NFRD rapporteren dit ook moeten blijven doen. Andere organisaties
kunnen daarnaast vrijwillig blijven rapporteren.
Vraag 7
Snapt u dat deze gang van zaken voor verwarring zorgt bij bedrijven? Hoe draagt dit
bij aan voorspelbaarheid van de overheid, heldere verwachtingen en rechtszekerheid
voor hen?
Antwoord 7
Het bedrijfsleven is gebaat bij stabiel, voorspelbaar beleid en zekerheid. Daarbij
is het voor datzelfde bedrijfsleven van belang dat het concurrentievermogen van de
EU wordt versterkt door rapportagevereisten te verminderen en wetgeving te stroomlijnen.
Omwille van de voorspelbaarheid is het mijn ambitie om de onderhandeling zo snel mogelijk
af te ronden. Om de onzekerheid zoveel mogelijk te beperken, heb ik voorgesteld dat
ook de bedrijven uit de eerste categorie onder de CSRD uitstel krijgen. Dit om meer
zekerheid te bieden aan bedrijven die nu wel rapporteren. Doordat de NFRD in Nederland
nog van kracht is, leidt dit mijns inziens uiteindelijk tot meer duidelijkheid en
zekerheid voor het bedrijfsleven.
Vraag 8
Hoe verhoudt uw voorstel om grote bedrijven gedurende een periode van ten minste achttien
maanden niet te laten rapporteren over hun CO2-uitstoot, afvalbeheer en watergebruik, zich tot de ambitie uit het regeerprogramma
om «de planeet schoon door te geven aan onze kinderen en volgende generaties» en om
de klimaatdoelen te halen?
Antwoord 8
Mijn voorstel om organisaties uit de eerste categorie onder de CSRD ook uitstel te
verlenen leidt niet tot een periode van ten minste achttien maanden waarin bedrijven
niet over duurzaamheid rapporteren, omdat de bedrijven die onder de NFRD vallen volgens
de NFRD moeten blijven rapporteren. Het leidt uiteindelijk wel tot meer zekerheid
voor het bedrijfsleven.
Zoals aangegeven in het BNC-fiche, hecht het kabinet bij het bepalen van het beleid
ten aanzien van rapportageverplichtingen veel waarde aan de effectiviteit en voorspelbaarheid
van het beleid, het zoveel mogelijk beperken van de administratieve lasten voor ondernemingen
en het realiseren van een zo groot mogelijk internationaal gelijk speelveld. Tegelijk
onderstreept het kabinet het belang van transparantie als wezenlijk element van maatschappelijk
verantwoord ondernemen. Het doel daarbij is om bewustzijn en kennis over maatschappelijk
verantwoord ondernemen te vergroten en ondernemingen te stimuleren hun waardeketen
in kaart te brengen en eventuele risico’s aan te pakken. Dit helpt tevens bij het
kanaliseren van financiële stromen richting duurzame investeringen. Het is belangrijk
om de juiste balans te vinden tussen het beperken van administratieve lasten voor
ondernemingen en het blijven nastreven van de onderliggende doelen van wetgeving.
Vraag 9
Kunt u deze vragen binnen drie weken beantwoorden?
Antwoord 9
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Heinen, minister van Financiën
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.