Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dobbe over het bericht dat het plaatsen van een spiraaltje bij de helft van vrouwen voor hevige pijn zorgt
Vragen van het lid Dobbe (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat het plaatsen van een spiraaltje bij de helft van vrouwen voor hevige pijn zorgt (ingezonden 3 februari 2025).
Antwoord van Minister Agema (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 18 februari
2025).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht dat het plaatsen van een spiraaltje bij de helft
van vrouwen voor hevige pijn zorgt?1
Antwoord 1
Ik vind het een belangrijk signaal dat zoveel vrouwen aangeven dat zij veel pijn ervaren
bij de plaatsing van een spiraal. Ik vind het van groot belang dat dit signaal serieus
wordt genomen door zorgverleners die deze handeling uitvoeren en door de organisaties
die hiervoor de richtlijnen opstellen. Daarom vind ik het goed dat het Nederlands
Huisartsengenootschap (NHG) mij heeft laten weten dat zij kijken naar mogelijkheden
om het beleid van de huisarts ten aanzien van spiraalplaatsing en vermindering van
pijn daarbij te verbeteren. Zij zijn daarom met voorrang begonnen aan herziening van
de aanbeveling hierover in de NHG-Standaard Anticonceptie.
Vraag 2
Deelt u de analyse dat de pijn die door een groot deel van de vrouwen bij het plaatsen
van een spiraaltje wordt ervaren een onwenselijke drempel vormt voor anticonceptiegebruik?
Zo ja, deelt u de mening dat, gezien het afnemende anticonceptiegebruik, het van groot
belang is om deze drempel te verlagen?
Antwoord 2
Ik vind het belangrijk dat vrouwen zo min mogelijk drempels ervaren bij het gebruik
van anticonceptiemiddelen. Uit het onderzoek van Ipsos I&O komt een duidelijk signaal
dat vrouwen de mogelijke (angst voor) pijn mee laten wegen bij hun afweging of zij
een spiraal laten plaatsen. Dat kan ik me ook goed voorstellen. Tegelijkertijd ga
ik als Minister van VWS niet over de manier waarop zorgverleners zorg verlenen, voor
zover het medisch-inhoudelijke overwegingen betreft. Pijnbestrijding kent ook risico’s
en nadelen en het is aan zorgverleners om op basis van hun kennis over wetenschap
en praktijk in te schatten wat passende zorg is. Daarbij vind ik het van groot belang
dat zij het perspectief van de patiënt zwaar meewegen.
Daarnaast vind ik het belangrijk dat vrouwen of stellen eerlijke voorlichting krijgen
over de voor- en nadelen van anticonceptiemethodes, op basis van evidence-based richtlijnen.
Zoals ik in de Verzamelbrief Eerstelijnszorg al met u Kamer deelde, heb ik het NHG
gevraagd om aandacht te hebben voor goede en begrijpelijke communicatie over dit onderwerp
richting vrouwen en huisartsen.2 Dit om vrouwen die overwegen een spiraal te laten plaatsen te helpen bij hun afwegingen
en bij de voorbereiding op de plaatsing. De vrouw of het stel kan op basis daarvan
een keuze maken voor een methode die bij haar past. Naast het spiraaltje zijn er meerdere
andere betrouwbare anticonceptiemethodes waar vrouwen voor kunnen kiezen.3
Uit resultaten van de Monitor Seksuele Gezondheid 2023 blijkt dat het gebruik van een spiraal als anticonceptie afgelopen jaren is toegenomen.
In 2017 gebruikte 17% van de vrouwen tussen de 18 en 49 jaar een spiraal, en in 2023
was dit percentage 21%.4 De belangrijkste reden die vrouwen in dit onderzoek noemen om geen anticonceptie
te gebruiken, is dat ze geen hormonen willen gebruiken.
Vraag 3
Hoe komt het dat er bij minder ingrijpende behandelingen bij de tandarts wel meer
pijnbestrijding wordt aangeboden, terwijl dit bij het plaatsen van een spiraaltje
niet gebeurt?
Antwoord 3
Op basis van wetenschap en praktijk maken beroepsgroepen richtlijnen, die ook ingaan
op eventuele pijnbestrijding bij behandelingen. Daarbij worden voor- en nadelen en
risico’s zorgvuldig afgewogen. Huisartsen bieden pijnstilling volgens de NHG-Standaard
Anticonceptie, waarin orale pijnstilling wordt geadviseerd voor en na de plaatsing
van de spiraal, wat vooral effect heeft op de krampen in de uren na de plaatsing.
Het NHG neemt de signalen dat een deel van de vrouwen (veel) pijn ervaart bij plaatsing
van een spiraal serieus. Daarom kijkt het NHG, zoals aangegeven bij vraag 2, met voorrang
naar mogelijkheden om het beleid rondom spiraalplaatsing en het verminderen van pijn
daarbij te verbeteren.
Vraag 4
Hoe staat het inmiddels met de herziening van de pijnbestrijdingsrichtlijnen? Is er
al zicht op wanneer deze herziening zal worden afgerond?
Antwoord 4
Het NHG is gestart met de herziening van de NHG-standaard Anticonceptie. De verwachting
is dat de herziening van deze NHG-standaard Anticonceptie halverwege 2026 gereed is.
Vraag 5
In hoeverre wordt bij deze herziening ook gekeken naar de pijn die voor langere tijd
na het plaatsen van een spiraaltje wordt ervaren?
Antwoord 5
Het NHG heeft mij laten weten dat zij ook zullen kijken naar pijn in de uren/dagen
na spiraalplaatsing.
Vraag 6
Hoe verhoudt het huidige pijnbestrijdingsbeleid bij het plaatsen van spiraaltjes zich
tot de praktijk in andere landen?
Antwoord 6
Ik zie dat er in andere landen steeds meer aandacht komt voor vrouwengezondheid in
het algemeen en pijnbestrijding bij spiraalplaatsing in het bijzonder. Dat vind ik
een goede ontwikkeling. Ook in Nederland zet ik in op aandacht voor vrouwengezondheid,
onder meer met een «nationale strategie vrouwengezondheid»5. Hoewel ik geen overzicht heb van alle landen, weet ik dat er internationaal verschillen
zijn in het beleid rondom pijnbestrijding bij spiraalplaatsing. De recente ontwikkelingen
in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk bevestigen dat het goed is dat het
NHG met prioriteit de richtlijn herziet.
In de Verenigde Staten hebben de Centers for Disease Control and Prevention (CDC)
recentelijk (2024) de richtlijnen aangepast. Artsen wordt nu aanbevolen om nieuwe
methoden voor pijnbestrijding, zoals pijnstillende gels of sprays, te overwegen en
in sommige gevallen lokale anesthesie toe te passen.6 In het Verenigd Koninkrijk heeft de Faculty of Sexual and Reproductive Healthcare
(FSRH) in 2023 haar richtlijnen aangepast naar aanleiding van feedback van vrouwen
over pijn tijdens spiraalplaatsing. De FSRH adviseert nu om voorafgaand aan de procedure
pijnbestrijding te bespreken en, indien gewenst, aan te bieden. Dit kan variëren van
orale pijnstillers tot lokale anesthesie, afhankelijk van de voorkeur en behoeften
van de patiënt.7
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M. Agema, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.