Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid De Kort over het artikel 'Prostitutie, drugs en vechtpartijen: meer heftige incidenten op middelbare scholen'
Vragen van het lid De Kort (VVD) aan de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs over het artikel «Prostitutie, drugs en vechtpartijen: meer heftige incidenten op middelbare scholen» (ingezonden 5 juni 2024).
Antwoord van MinisterPaul (Primair en Voortgezet Onderwijs) (ontvangen 7 juni 2024).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Prostitutie, drugs en vechtpartijen: meer heftige incidenten
op middelbare scholen»1?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deel u de mening dat het enorm zorgwekkend en onacceptabel is dat steeds heftigere
veiligheidsincidenten worden gemeld op middelbare scholen?
Antwoord 2
Ja. Onveiligheid op school is volstrekt onacceptabel. Ieder kind moet zich veilig
kunnen voelen op school, want veiligheid is een basisvoorwaarde om tot leren te komen.
Vraag 3
Heeft u een verklaring voor de toename in heftigheid van incidenten?
Antwoord 3
Er is sprake van een bredere tendens in de samenleving van verharding en verhuftering
die de school binnen komt. Die verandering zien we helaas op veel vlakken zonder dat
daar een eenduidige verklaring voor is. Een onderdeel van de verklaring voor de toename
in het onderwijs is waarschijnlijk dat leerlingen sinds de coronapandemie minder gesocialiseerd
zijn en daardoor meer grensoverschrijdend gedrag vertonen. Los van een verklaring
is het een feit dat scholen hier met een forse uitdaging worden geconfronteerd.
Vraag 4
Deelt u de mening dat de huidige aanpak van veiligheid op scholen onvoldoende is ingericht
op heftige incidenten? Bent u het ermee eens dat het instrumentarium van scholen onvoldoende
is ingericht op bestrijding van heftige, vaak strafbare, incidenten?
Antwoord 4
We merken dat het voor scholen lastig is om met dit soort incidenten om te gaan, en
dat is begrijpelijk. Scholen kunnen dit ook niet ook alleen, hier ligt ook echt een
taak voor ouders en de samenwerkingspartners rondom de school. We doen dan ook al
veel: mijn ministerie werkt samen met het Ministerie van Justitie en Veiligheid, gemeenten,
politie en andere partners aan het tegengaan van de criminalisering van onze jeugd.
Bijvoorbeeld met het programma Preventie met Gezag en het Actieplan Wapens en Jongeren.
Maar ik vind ook dat er meer nodig is, en daarom werken we aan het Wetsvoorstel vrij
en veilig onderwijs. Dit gaat ervoor zorgen dat scholen scherper zicht krijgen op
incidenten, slachtoffers beter geholpen worden en de inspectie er ook directer op
zit. De toegezegde Kamerbrief over veiligheid op school gaat uitgebreider op deze
zaken in.2
Vraag 5 en 6
Bent u bereid de wet te wijzigen zodat leerlingen bij ernstige veiligheidsincidenten
langer dan een week geschorst mogen worden?
Bent u bereid de wet te wijzigen zodat leerlingen bij ernstige veiligheidsincidenten
van school verwijderd mogen worden zonder dat een vervangende school is gevonden?
Antwoord 5 en 6
Als het gaat om schorsen en verwijderen maken scholen steeds een zorgvuldige afweging.
Hierbij gaat het ook om het duidelijke signaal dat ermee richting alle betrokkenen
en de directe omgeving wordt gegeven. Indien er sprake is van slachtoffers staat daarbij
hun belang voorop. Schorsing of verwijdering kan een middel zijn om het slachtoffer,
en mogelijk ook andere leerlingen, te beschermen. Daar staat echter wel tegenover
dat de daders een leerplicht hebben, waar ook aan voldaan moet worden. Ook de maatschappij
heeft er geen baat bij indien deze jongeren schoolverlater worden en verder afglijden.
Om dit te voorkomen is het zaak dat de school in de lokale context de samenwerking
opzoekt.
Vraag 7
Bent u bereid scholen te verplichten om aangifte te doen bij ernstige veiligheidsincidenten?
Antwoord 7
Wanneer er sprake is van ernstige, strafbare feiten, dan moet dat consequenties hebben.
Ik moedig scholen dan ook aan om aangifte te doen. Dat geeft een duidelijk signaal
af richting de daders, de slachtoffers en de gehele school. Ook hier moet het belang
van het slachtoffer echter leidend zijn. Het kan zijn dat een slachtoffer zelf niet
door het proces van aangifte heen wil. Daarom is een aangifteplicht geen goed idee.
Het is in dit kader wel goed nogmaals duidelijk te maken dat scholen ook namens een
slachtoffer aangifte kunnen doen. Dan komen ook de adresgegevens van het slachtoffer
niet bij de dader terecht. Mijn ministerie zal scholen daar nogmaals op wijzen in
onze eigen nieuwsbrieven, en daarnaast zal ik ook Stichting School en Veiligheid en
de sectorraden vragen om scholen hierop te wijzen.
Vraag 8
Kunt u scholen stimuleren om vaker gebruik te maken van dagelijks wisselende kluisjes,
zodat leerlingen minder makkelijk wapens en drugs op school kunnen bewaren?
Antwoord 8
Het geregeld wisselen van kluisjes is zowel voor leerlingen als scholen niet goed
uitvoerbaar. Sommige leerlingen gebruiken het kluisje voor het bewaren van een extra
set schoolboeken omdat het voor hen te zwaar is deze boeken elke dag mee naar huis
te nemen. Een fundamenteler argument tegen een dergelijke werkwijze is dat het onnodig
veel wantrouwen uitstraalt richting de leerling. Dat komt de veiligheidsbeleving op
school niet ten goede. Scholen hebben wel de mogelijkheid om kluisjes te controleren
op wapens en andere onwenselijke voorwerpen. In opdracht van mijn ministerie is ook
een checklist voor controle op wapenbezit opgesteld, om scholen hierbij te helpen.
Vraag 9 en 12
Welke stappen bent u voornemens te zetten om politie meer zichtbaar op school aanwezig
te laten zijn?
Kunt u schetsen hoe de samenwerking tussen politie en scholen er nu uit ziet? Ziet
u ruimte voor meer intensieve samenwerking?
Antwoord 9 en 12
De politie zet in op eerdere en betere samenwerking met het primair en voortgezet
onderwijs om veiligheidsproblemen te kunnen voorkomen. Binnen de basisteams van de
politie zijn er daarom vaste aanspreekpunten om de samenwerking met scholen op het
terrein van veiligheid vorm te geven. Scholen leggen afspraken over fysieke en sociale
veiligheid vast in hun schoolveiligheidsplan en voeren geregeld overleg hierover met
een vast aanspreekpunt bij de politie. Vanuit het kabinet zetten we ook in op versterking
van de samenwerking tussen gemeente, politie, school en andere partners, met onder
andere het programma Preventie met Gezag. Daarmee ontwikkelen gemeenten samen met
lokale justitiepartners als de politie plannen die passen bij de lokale context en
problematiek. Ook is er het vervolg op het Actieplan Wapens en Jongeren. Welke afspraken
tussen scholen en politie worden gemaakt, wordt op lokaal niveau en in overleg met
politie en school bepaald. Daarbij kan worden afgesproken dat politie tijdelijk meer
zichtbaar aanwezig is op een specifieke school
Vraag 10
Bent u bereid het makkelijker te maken om meer gegevens te delen tussen politie en
scholen, zodat scholen en politie eerder in beeld hebben wie mogelijke probleemleerlingen
zijn?
Antwoord 10
Voor zover mogelijk binnen de kaders van de AVG, ben ik voorstander van informatie-uitwisseling
tussen politie en scholen om dit soort zaken eerder in beeld te krijgen. Ik moedig
scholen aan om contact op te zoeken met de politie en concrete afspraken te maken
om tot een efficiënte samenwerking te komen. Als zich op school strafbare feiten voordoen
moedig ik scholen aan om aangifte te doen. Dan kan de politie over de relevante informatie
beschikken.
Vraag 11
Kunt u zo spoedig een brief naar de Kamer sturen met extra inzet op veiligheidsincidenten?
Antwoord 11
Zoals eerder toegezegd zal ik een brief naar de Tweede Kamer sturen over veiligheid
op scholen. Daarin zal ik ingaan op wat er reeds geregeld is op het gebied van preventie
en grenzen stellen en waar mogelijk nog ruimte zit voor verbetering. Ik heb toegezegd
dat die brief vóór de zomer verstuurd wordt. In het vragenuur van dinsdag 4 juni jl.,
en in de onderhavige vragen is gevraagd in die brief in te gaan op een aantal aanvullende
zaken. Ik span me tot het uiterste in om de brief met zo veel mogelijk van deze zaken
op die termijn te versturen.
Vraag 13
Kunt u aangeven hoe groot de verschillen tussen scholen en regio’s zijn bij meldingen
van incidenten? Is er sprake van grootstedelijke problematiek, zoals in eerdere rapportages
is vermeld, of zijn bredere trends te ontdekken?
Antwoord 13
Op deze korte termijn lukt het niet om hier inzicht in te krijgen. Mijn ministerie
zal nagaan of hierover informatie beschikbaar is in de bekende databronnen. In de
toegezegde Kamerbrief kom ik hierop terug.
Vraag 14
Bent u bereid ten minste jaarlijks te rapporteren over geweldsincidenten op scholen?
Antwoord 14
In de rapportage van de vertrouwensinspecteurs wordt reeds jaarlijks gerapporteerd
over geweldsincidenten op scholen. Hierin gaat de inspectie in op het aantal meldingen
over psychisch en fysiek geweld in het onderwijs. Het Wetsvoorstel vrij en veilig
onderwijs, dat in de eerste helft van 2025 naar de Tweede Kamer gaat, bevat een meldplicht
voor ernstige veiligheidsincidenten. Daarmee ontstaat ook op landelijk niveau scherper
zicht op de ernstige incidenten op scholen. Wel hecht ik er aan dat het voornaamste
doel van alle rapportages is dat er zicht komt op de veiligheidssituatie van scholen
zodat zij hun beleid kunnen aanscherpen.
Vraag 15
Kunt u deze vragen beantwoorden voorafgaand aan het wetgevingsoverleg Slotwet, Jaarverslag
2023 en de Staat van het Onderwijs op 10 juni 2024?
Antwoord 15
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.L.J. Paul, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.