Schriftelijke vragen : Het bericht 'Zelfbenoemde salafistenpolitie zaait angst in moskeeën: moslims met verkeerd geloof aan schandpaal genageld; AIVD en NCTV waarschuwen: salafistische aanjagers worden steeds grover en mondiger'
Vragen van de leden Becker en Michon-Derkzen (beiden VVD) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Justitie en Veiligheid over het bericht «Zelfbenoemde salafistenpolitie zaait angst in moskeeën: moslims met verkeerd geloof aan schandpaal genageld; AIVD en NCTV waarschuwen: salafistische aanjagers worden steeds grover en mondiger» (ingezonden 6 april 2023).
Vraag 1
Herinnert u zich de antwoorden op de Kamervragen over het bericht «Zelfbenoemde salafistenpolitie
zaait angst in moskeeën: moslims met «verkeerd geloof» aan schandpaal genageld; AIVD
en NCTV waarschuwen: salafistische aanjagers worden steeds grover en mondiger»?1
Vraag 2
Hoe verhoudt de beantwoording van bovenstaande Kamervragen zich tot de passage in
het coalitieakkoord; «We beschermen de samenleving tegen de dreiging van alle vormen
van radicalisering en haatzaaien, van jihadisme tot links- en rechts-extremisme. Ook
moet er meer aandacht zijn voor de ontwrichtende werking van anti-overheids- en antidemocratische
sentimenten en desinformatie. Door in te zetten op preventie, signalering, opsporing,
vervolging en stevig te straffen pakken we dit aan»?
Vraag 3
Op welke termijn wordt de nota van wijziging bij het wetsvoorstel grondslaggegevensverwerking
Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) naar de Kamer gestuurd?
Vraag 4
Wat zijn de concrete gevolgen voor de nationale veiligheid van Nederland nu de NCTV
blijkens de antwoorden niet langer nieuwe ontwikkelingen met relevantie voor de nationale
veiligheid in een vroeg stadium kan signaleren en, op basis van die kennis, zijn coördinerende
taken met betrekking tot terrorismebestrijding en nationale veiligheid niet langer
kan uitvoeren, zoals u in de antwoorden schrijft?
Vraag 5
Welke concrete gevolgen zijn er voor de nationale veiligheid nu het wetsvoorstel gegevensverwerking
casusoverleggen radicalisering en terroristische activiteiten nog niet in werking
is getreden? Hoe reëel is de kans dat een (gewelddadig) extremistische of terroristische
dreiging wordt gemist omdat relevante informatie niet kan worden gedeeld met organisaties
die betrokken zijn bij de persoonsgerichte aanpak voorkoming radicalisering en extremisme?
Vraag 6
Welke criteria en omstandigheden worden betrokken bij de beoordeling of signalen over
en/of gedragingen van radicale salafistische aanjagers kunnen worden aangemerkt als
terroristisch voordat informatiedeling met Europol tot stand kan komen? Zijn er de
afgelopen jaren signalen over en/of gedragingen van radicale salafistische aanjagers
geweest die uiteindelijk niet zijn aangemerkt als terroristisch, waardoor deling van
informatie niet mogelijk was terwijl dit wel was gevraagd?
Vraag 7
Kunt u, nu de Minister voor Rechtsbescherming heeft besloten voorlopig niet over te
gaan tot een integrale herziening van de Wet politiegegevens2, toch onderzoeken onder welke omstandigheden zachte signalen over personen die zich
mogelijk bezig houden met het beramen of plegen van terroristische misdrijven te verstrekken
aan andere landen, al dan niet via Europol? Is het in de ons omringende landen (België,
Duitsland, Frankrijk) wel mogelijk om (al dan niet via Europol) deze gegevens nu al
uit te wisselen met Nederland? Hoeveel (staats)imams uit derde landen komen naar schatting
elk jaar naar Nederland? Met het recente begin van de ramadan in ogenschouw genomen,
hoeveel (staats)imams uit derde landen zijn of zullen dit voorjaar naar Nederland
worden gestuurd ter ondersteuning van de islamitische gemeenschap? Is bekend met welke
boodschap zij op pad zijn of worden gestuurd vanuit het land van herkomst? Uit welke
landen zijn deze imams afkomstig?
Vraag 8
Hoeveel tewerkstellingsvergunningen (hierna: TWV) voor geestelijk bedienaren en in
het bijzonder voor imams uit derde landen zijn de afgelopen jaren aangevraagd in Nederland?
In hoeveel gevallen is ook een TWV verstrekt en in hoeveel gevallen een verblijfsvergunning
voor langere tijd? Kunt u een overzicht geven van deze aantallen van de afgelopen
vier jaar? Kunt u deze aantallen afzetten tegen het aantal verstrekte TWV in andere
Schengenlanden?
Vraag 9
Welke mogelijkheden zijn er om bij de beoordeling van een verzoek tot een TWV voor
een geestelijk bedienaar signalen van Inlichtingendiensten, de Nationale Politie,
gemeenten en Europol te betrekken, als bij een van deze organisaties zachte informatie
beschikbaar zou zijn dat een geestelijk bedienaar haat heeft verspreid maar nog geen
verdachte in Nederland is?
Vraag 10
Hoe ziet het beleid ten aanzien van de toelating van geestelijk bedienaren eruit in
omringende Schengenlanden zoals in Frankrijk? Welke (aanvullende) regels en eisen
gelden bijvoorbeeld in Frankrijk ten aanzien van de toelating van (staats)imams uit
derde landen? Hoe beoordeelt u de Franse situatie en ziet u hier mogelijkheden/kansen
voor Nederland? Bent u bereid om in overleg te treden met uw Franse counterpart om
best practices uit te wisselen en om op basis daarvan concrete voorstellen te doen
voor de Nederlandse situatie? Ziet u ook mogelijkheden om de uitwisseling van relevante
informatie over de toelating van (staats)imams tussen Schengenlanden te bevorderen?
Zo ja, op welke termijn bent u bereid dit te doen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 11
Hoe staat het met de voortgang van het toegezegd internationaal rechtsvergelijkend
onderzoek naar beleid inzake de toelating van (staats)imams uit derde landen? Wat
zijn de (eerste) resultaten en hoe beoordeelt u die? Ziet u aanknopingspunten voor
concreet beleid in Nederland? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
Vraag 12
Hoe werkt het Schengen Informatiesysteem (hierna: SIS) in de praktijk bij het toelaten
en weigeren van geestelijk bedienaren uit derde landen? Recent is de SIS ook uitgebreid
met nieuwe signaleringen en ruimere functionaliteiten, welke zijn dit precies en hoe
vertaalt zich dit in de praktijk bij het toelatingssysteem van geestelijk bedienaren
uit derde landen? Hoe ziet het signaleringssysteem er bijvoorbeeld uit bij geestelijk
bedienaren wiens toegang of verblijf binnen de Schengenzone is geweigerd? Wordt hier
ook op gehandhaafd door Schengenlanden?
Vraag 13
Kunt u een overzicht geven van het aantal keer dat een haatprediker de toegang tot
Nederland is geweigerd wegens risico’s voor de openbare orde? Is het mogelijk hierbij
een uitsplitsing te maken tussen extremistische imams en bedienaren van overige godsdiensten?
Vraag 14
Hoe vaak is in de afgelopen vijf jaar onderzoek gedaan naar buitenlandse geestelijke
bedienaren waarbij het ontzeggen van de toegang tot Nederland is overwogen maar is
uiteindelijk niet overgegaan tot het opnemen van in SIS? Wat zijn redenen om uiteindelijk
iemand niet op te nemen in SIS?
Vraag 15
Welke maatregelen zijn er getroffen om te voorkomen dat een extremistische geestelijke
bedienaar in de ene Europese lidstaat wordt geweigerd, maar via een andere Europese
lidstaat toegang tot Europees grondgebied krijgt en doorreist naar Nederland?
Vraag 16
Welke mogelijkheden zijn er om na verstrekking van TWV’s, deze in te trekken of op
andere wijze personen te bewegen Nederland te verlaten wanneer blijkt dat een buitenlandse
(staats)imam in Nederland haat predikt?
Vraag 17
Vindt u het gepast dat een (buitenlandse) staatsimam of andere geestelijk bedienaar
in de Nederlandse samenleving aanbeveelt tot vrouwenbesnijdenis? Zo nee, welke mogelijke
civielrechtelijke, bestuursrechtelijke en strafrechtelijke consequenties heeft het
aanbevelen van vrouwenbesnijdenis voor geestelijk bedienaren?
Vraag 18
Hoe staat het met het opzetten van een Nederlandse imamopleiding onder overheidstoezicht
conform de aangenomen motie Becker?3 Hoeveel particuliere imamopleidingen worden op dit moment in Nederland aangeboden?
Hoeveel imamopleidingen hiervan worden op dit moment gefinancierd uit derde landen
en uit welke landen?
Vraag 19
Bent u het ermee eens dat het van belang is om over voldoende (gecontroleerd) opleidingsaanbod
binnen Nederland te beschikken om niet langer afhankelijk te zijn van imamopleidingen
die door derde landen worden gefinancierd en door (staats)imams die uit derde landen
worden ingevlogen? Zo ja, welke stappen bent u bereid te zetten om te voorzien in
dit aanbod? Zo nee, waarom niet?
Vraag 20
Hoe staat het met het formuleren van een heldere juridische definitie van problematisch
gedrag conform de aangenomen motie Becker?4 Bent u het ermee eens dat een afgebakende juridische definitie van problematisch
gedrag van belang is, aangezien ongewenste buitenlandse beïnvloeding, al dan niet
via het invliegen van (staats)imams, een wezenlijk probleem vormt voor de vrije Nederlandse
samenleving? Zo ja, welke (aanvullende) stappen bent u bereid te zetten om te komen
tot een brede juridische definitie van problematisch gedrag en binnen welke termijn?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 21
Bent u bereid om de Kamer jaarlijks een update te sturen over de gevraagde cijfers
bij vraag 7, 12 en 13? Zo nee, waarom niet?
Indieners
-
Gericht aan
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Gericht aan
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Indiener
Bente Becker, Kamerlid -
Medeindiener
Ingrid Michon-Derkzen, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.