Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over de investeringsagenda TenneT
28 165 Deelnemingenbeleid rijksoverheid
Nr. 299
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 28 januari 2019
De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd
aan de Minister van Financiën over de brief van 5 oktober 2018 over de investeringsagenda
TenneT (Kamerstuk 28 165, nr. 289).
De vragen en opmerkingen zijn op 8 november 2018 aan de Minister van Financiën voorgelegd.
Bij brief van 28 januari 2019 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Anne Mulder
De griffier van de commissie, Weeber
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de investeringsagenda van TenneT
en de reactie van het kabinet daarop. In het algemeen valt het hen op dat de investeringen
die TenneT in Duitsland doet een veelvoud bedragen van die in Nederland. Dat knelt
omdat de Nederlandse overheid geen greep heeft op het regelgevend kader bij die strak
gereguleerde Duitse investeringen. De leden van de VVD-fractie hebben hierover een
aantal vragen.
De leden van de VVD-fractie lezen in de reactie van het kabinet op de investeringsagenda
van 23 maart jl. dat het kabinet de Kamer voor de zomer zou informeren over een toekomstvisie
op het beheer van het elektriciteitsnetwerk (Kamerstuk 28 165, nr. 283). De brief van de regering van 5 oktober jl. spreekt over een visievormingstraject.
Wanneer kan de Kamer de daadwerkelijke visie verwachten en welke gevolgen heeft de
vertraging hiervan op de investeringsagenda van TenneT?
De leden van de VVD-fractie lezen dat het kabinet spreekt over «gevolgen in verplichtingen»
door de in 2009 gemaakte keuze om een deel van het Duitse hoogspanningsnet aan te
kopen. Kan het kabinet ingaan op wat deze gevolgen precies zijn? Heeft het kabinet
deze gevolgen onder ogen gezien toen de investering in 2009 werd gedaan? Hoe was bij
die beslissing de bevoegdheidsverdeling tussen de Ministers van Financiën en Economische
Zaken? Wat was het belang van de Staat als aandeelhouder om in te stemmen met een
zo ingrijpende investering?
De leden van de VVD-fractie lezen dat alle investeringen in Duitsland die – op basis
van de huidige inzichten – in de komende jaren ter goedkeuring aan de Minister worden
voorgelegd, al zijn goedgekeurd door de Bundesnetzagentur. Het gevolg hiervan is dat
TenneT de wettelijke plicht heeft deze projecten binnen een bepaalde deadline te realiseren.
Wat betekent dit precies voor Nederland, zo vragen de leden van de VVD-fractie. Kan
het voorkomen dat de Duitse Bundesnetzagentur beslissingen neemt met financiële gevolgen
voor Nederland, zonder dat Nederland hierin wordt meegenomen?
De leden van de VVD-fractie lezen dat er investeringen ter waarde van 28 miljard euro
zijn gepland voor de komende tien jaar, waarvan 22 miljard euro in Duitsland. Zijn
deze bedragen nominaal of reëel? Kan het kabinet aangeven welk bedrag in welk jaar
wordt geïnvesteerd? Deze leden lezen ook dat het rendement gereguleerd is en dat de
Duitse toezichthouders wijzigingen in de regulering doorvoert met negatieve gevolgen
voor de investering. Mogen zij daaruit begrepen dat de winstverwachting scheef verdeeld
is: geen opwaarts potentieel, wel benedenwaarts? De leden van de VVD-fractie lezen
eveneens dat eventuele negatieve wijzigingen op basis van de Duitse wet- en regelgeving
«redelijk» moeten zijn. Wie bepaalt wat redelijk is? Welke juridische waarborgen bestaan
hiervoor onder het Duitse recht?
De leden van de VVD-fractie lezen dat bij een nadere analyse binnen de Noordwest-Europese
elektriciteitstransportmarkt het kabinet oog houdt voor eventuele risico’s voor de
Staat als aandeelhouder. Op welke manier gaat het kabinet dat doen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van het CDA
De leden van de CDA-fractie danken de Minister voor zijn brief over de investeringsagenda
van TenneT. Zij begrijpen dat de Minister voor de zomer van 2019, in samenwerking
met de Minister van Economische Zaken en Klimaat, komt met een toekomstvisie op energienetwerken
in Noordwest-Europa. Deze leden steunen dat, maar zij zouden het op prijs stellen
als de eerdere vragen van de vaste commissie voor Financiën over de investeringsagenda,
bijvoorbeeld over de gevolgen voor de lasten voor burgers, al voor die tijd beantwoord
kunnen worden. Is de Minister bereid om bijvoorbeeld uiterlijk aan het eind van het
eerste kwartaal een reactie te sturen of misschien zelfs in dit schriftelijk overleg?
De leden van de CDA-fractie vragen naar de risico’s van het investeren in het Duitse
hoogspanningsnet. De Minister schrijft dat het risico dat TenneT hiervoor geen vergoeding
meer mag vragen in de toekomst, onwaarschijnlijk is. Deze leden wijzen er op dat in
de politiek niets zeker is en een andere politieke coalitie andere keuzes kan maken.
Welke garanties zijn er, bijvoorbeeld via verdragen, dat TenneT vergoedingen in rekening
kan blijven brengen voor investeringen in het Duitse hoogspanningsnet? Ook vragen
deze leden of de Duitse overheid op enige manier financiële verantwoordelijkheid voor
TenneT kan dragen, bijvoorbeeld omdat de Duitsers vanwege politieke beleidskeuzes
meer investeringen van TenneT vragen. Kan de Duitse overheid bijvoorbeeld bijdragen
via het leveren van eigen vermogen aan TenneT?
De leden van de CDA-fractie vragen naar de forse toename aan windenergie die er zal komen als het klimaatakkoord wordt uitgevoerd. Deze leden vragen
of de voor het uitvoeren van het akkoord benodigde en verwachte investeringen in het
net op zee en nodige netverzwaringen voor 2030, reeds in de investeringsagenda van
TenneT zijn verwerkt. Als dat niet het geval is, dan informeren deze leden naar het
proces van aanpassing van de investeringsagenda dat zal worden gevolgd.
II Reactie van de Minister
Inleiding
De energietransitie vraagt om significante investeringen door TenneT in het hoogspannings-elektriciteitsnetwerk,
zowel in Nederland als in Duitsland. TenneT verdient deze investeringen (mits ze efficiënt
worden geacht) terug via de Nederlandse en Duitse netwerktarieven, maar moet deze
wel voorfinancieren met vreemd en eigen vermogen. Zoals ook opgenomen in het jaarverslag
Staatsdeelnemingen, heeft TenneT in 2017 een rendement op eigen vermogen gerealiseerd
van 10,3%. Om financieel gezond te blijven, heeft – zoals ik u geïnformeerd heb in
mijn brief van 5 oktober 2018 – TenneT nu een additionele eigen-vermogen-behoefte.
Anders dan bij de vorige kapitaalstorting (in 2016) is deze deels het gevolg van de
Duitse investeringsagenda. Op 5 oktober 2018 heb ik de Tweede Kamer, mede namens de
Minister van Economische Zaken en Klimaat, geïnformeerd over de verdere stappen om
tot een keuze over de invulling van de kapitaalbehoefte van TenneT te komen. Naar
aanleiding van deze brief hebben de fracties van CDA en VVD vragen gesteld over onder
meer de activiteiten van TenneT in Duitsland, de investeringsagenda van TenneT en
de invulling van de kapitaalbehoefte. In de beantwoording ga ik, mede namens de Minister
van Economische Zaken en Klimaat, in op de door de Tweede Kamer aan de orde gestelde
thema’s. Allereerst wordt ingegaan op de beslissing in 2009 om een deel van het Duitse
hoogspanningsnet aan te kopen. Vervolgens komt de investeringsagenda van TenneT aan
de orde en ga ik in op de mogelijke (regulerings-)risico’s die TenneT in Duitsland
loopt. Tot slot bespreek ik de vervolgstappen die het kabinet zal zetten om te komen
tot een keuze voor de invulling van de kapitaalbehoefte van TenneT.
Aankoop Transpower
Allereerst zijn er vragen gesteld over de aankoop van Transpower (het huidige Duitse
deel van TenneT). In 2009 is Transpower overgenomen door TenneT voor een bedrag van
€ 885 miljoen. De leden van de fractie van de VVD vragen hoe bij deze beslissing de
bevoegdheidsverdeling was tussen de Ministers van Financiën en Economische Zaken.
Hierop kan ik u antwoorden dat TenneT destijds het voorstel voor de aankoop voorgelegd
heeft aan de Minister van Financiën als enig aandeelhouder, die op basis van de statuten
belangrijke investeringen van TenneT moet goedkeuren. Die heeft vervolgens, conform
het deelnemingenbeleid, de Minister van Economische Zaken als beleidsverantwoordelijke
Minister gevraagd om advies over de effecten van de aankoop op de publieke belangen.
De Minister van Economische Zaken was op beleidsmatige gronden voorstander van de
overname van Transpower, hoofdzakelijk omdat het voordelen op zou kunnen leveren voor
(versnelde) marktintegratie en de positie van TenneT in het Europese speelveld zou
kunnen versterken. Dit heeft de Minister van Economische Zaken laten weten aan de
Minister van Financiën. Er is vervolgens gezamenlijk besloten om een extern onderzoek
te laten doen naar de effecten op de publieke belangen. Het onderzoek toonde de toegevoegde
waarde aan voor het publieke belang betaalbaarheid, hetgeen ook in de brief stond
die naar de Tweede Kamer is gestuurd voorafgaand aan de overname van Transpower door
TenneT.1
De leden van de VVD fractie vragen ook wat het belang van de staat was om als aandeelhouder
in te stemmen met een zo ingrijpende investering. Zoals ook door het kabinet aan de
Kamer is gemeld bij de aankoop, was ten tijde van de overname de inschatting dat de
overname van Transpower bijdraagt aan de versterking en de doelmatigheid van de elektriciteitsmarkt
in Nederland. Het was de verwachting dat koppeling van de markt door de overname versneld
tot stand zou komen en zou leiden tot een versnelling van prijsconvergentie. Dit heeft,
gelet op het gemiddelde hogere niveau van stroomprijzen in Nederland, een positief
effect voor afnemers. Door de overname is TenneT in staat om de twee verschillende
netten optimaal op elkaar aan te laten sluiten en investeringen op elkaar af te stemmen.
Hierdoor zal bijvoorbeeld de fluctuatie van het aanbod van windenergie beter kunnen
worden opgevangen. Een groter netwerk leidt bovendien tot een efficiëntere balanshandhaving
in Nederland, hetgeen een belangrijke taak is van TenneT als netbeheerder. Daarnaast
waren er ook synergievoordelen geïdentificeerd, zoals kostenverlagingen bij bijvoorbeeld
de inkoop bij investeringen. De maatschappelijke baten van deze strategische voordelen
zijn destijds berekend op € 0,9 tot 1,5 miljard. Ook werd de financiële propositie
overtuigend bevonden.2 Op basis van deze informatie heeft uw Kamer ingestemd met deze aankoop. In 2013 (met
een update in 2015) is de aankoop van Transpower bovendien geëvalueerd door een extern
adviseur.3 Deze evaluatie heeft bevestigd dat de overname een positief effect heeft gehad.
De leden van de VVD hebben ook vragen gesteld over de gevolgen van de aankoop. Zij
willen weten wat deze gevolgen precies zijn en of het kabinet deze gevolgen bij de
aankoop ook al onder ogen heeft gezien. TenneT is als gevolg van de keuze om Transpower
over te nemen, eigenaar geworden van een deel van het Duitse hoogspanningsnet. Dit
betekent dat TenneT verantwoordelijk is geworden voor de wettelijk verplichte investeringen
in het hoogspanningsnet die in dat deel van Duitsland gedaan moeten worden om aan
de vraag naar transport te kunnen voldoen. De flinke investeringsagenda van TenneT
is daar deels een gevolg van (ook de investeringen in Nederland dragen hieraan bij).
Het eigenaarschap van TenneT Duitsland betekent ook dat TenneT voldoende (vreemd en
eigen) vermogen moet aantrekken om deze investeringen voor te financieren. De investeringen
van TenneT worden (mits ze efficiënt worden geacht) gedurende de economische levensduur
van de gerealiseerde infrastructuur (20 tot 55 jaar) door TenneT terugverdiend via
de Nederlandse, dan wel Duitse transporttarieven (inclusief een gereguleerd rendement).
Wel moeten de investeringen dus voorgefinancierd worden.4
Bij de overname in 2009 was bekend dat TenneT hiermee financieel verantwoordelijk
zou worden voor het overgenomen deel in Duitsland. Ook was bekend dat het hierdoor
verantwoordelijk zou worden voor wettelijk verplichte investeringen in Duitsland.
Wel heeft de investeringsagenda van TenneT, in zowel Nederland als Duitsland, door
de energietransitie een grotere vlucht genomen dan destijds was voorzien. De investeringen
van TenneT zijn, zoals ik ook eerder heb aangegeven, echter van belang voor de Nederlandse
economie en daarmee voor de maatschappij. Door de uitbreiding en versterking van het
net op land en met de aanleg van het net op zee levert TenneT een belangrijke bijdrage
aan een duurzame, betrouwbare en betaalbare energievoorziening. De investeringen van
TenneT zijn noodzakelijk om de afspraken uit het energieakkoord en de duurzaamheidambitie
te realiseren. De aanleg van het net op zee is hiervoor onontbeerlijk.5
Huidige Investeringsagenda
De leden van de VVD stellen vragen over de investeringsagenda van € 28 miljard. Zij
willen allereerst weten of deze bedragen nominaal of reëel zijn. TenneT heeft bij
het opstellen van de investeringsagenda rekening gehouden met de inflatie die het
de komende 10 jaar verwacht. Deze bedragen zijn daarom als nominaal (inclusief inflatie)
te kwalificeren.
De leden van de VVD fractie willen verder weten of het kabinet kan aangeven welk bedrag
in welk jaar wordt geïnvesteerd. De investeringsagenda van € 28 miljard heeft betrekking
op de totale verwachte investeringen in de periode 2018–2027 (in totaal tien jaar
dus). TenneT geeft aan dat het geen investeringsplan per jaar communiceert. TenneT
beschouwt deze informatie als bedrijfsvertrouwelijk, mede gelet op de communicatie
richting de financiële markten (waar TenneT van afhankelijk is voor haar vreemd vermogen).
Ook de leden van de CDA-fractie stellen vragen over de investeringsagenda, specifiek
over de forse toename aan windenergie die er zal komen als het Klimaatakkoord wordt
uitgevoerd. Zij willen weten of de voor het uitvoeren van het akkoord benodigde en
verwachte investeringen in het net, reeds in de investeringsagenda van TenneT zijn
verwerkt. TenneT publiceert jaarlijks in haar jaarverslag de omvang van haar investeringsagenda
voor de komende tien jaar. Hier neemt het de projecten in op waarvan het op dat moment
zeker weet dat ze gerealiseerd zullen moeten worden. In de investeringsagenda van
€ 28 miljard die begin 2018 is gepubliceerd, waren de investeringen die volgen uit
de «Routekaart windenergie op zee 2030» dan ook nog niet opgenomen. In haar jaarverslag
over 2018 (dat TenneT begin 2019 zal publiceren) zal TenneT opnieuw een inschatting
maken van de 10-jaars-investeringsagenda. Als er dan meer zekerheid over bijvoorbeeld
de aanvullende investeringen in het net op zee bestaat, zullen deze worden opgenomen
in de nieuwe investeringsagenda.
Regulering in Duitsland
Zowel de leden van de VVD-fractie als de leden van de CDA-fractie stellen vragen over
de regulering in Duitsland en de effecten hiervan op TenneT. De leden van de VVD-fractie
willen weten of het kan voorkomen dat de Duitse Bundesnetzagentur beslissingen neemt
met financiële gevolgen voor Nederland, zonder dat Nederland hierin wordt meegenomen.
Hierop kan ik u antwoorden dat TenneT als één van de vier Duitse TSO’s, net als in
Nederland, onderworpen is aan regulering, waar de Bundesnetzagentur op toe ziet. De
Bundesnetzagentur heeft geen verplichting om diens beleidswijzigingen af te stemmen
met de aandeelhouders van de netbeheerders in Duitsland. Wel vindt hierover overleg
plaats met de TSO’s. Het is dus mogelijk dat de Bundesnetzagentur besluiten neemt
met financiële gevolgen voor Nederland zonder dat de aandeelhouder hierin wordt meegenomen.
Dit is overigens niet anders dan in Nederland, waar de ACM een zelfstandige en onafhankelijke
rol heeft. Onafhankelijk en transparant toezicht zijn overigens op grond van Europese
wetgeving verplicht. Bij de beoordeling van de aankoop van Transpower is dan ook stil
gestaan bij dit reguleringsrisico. Uit deze analyse is gekomen dat het risico dat
gemoeid is met de investeringen in Duitsland vergelijkbaar is met de risico’s die
TenneT loopt ten aanzien van de Nederlandse beheersactiviteiten. Dit werd acceptabel
geacht.6 In 2018 heb ik wederom een externe analyse laten uitvoeren naar het reguleringsrisico
dat TenneT loopt in Duitsland. Hierbij is geconcludeerd dat eventuele negatieve wijzigingen
– op basis van de Duitse wet- en regelgeving – redelijk moeten zijn.7 Onvoorziene omstandigheden kunnen uiteraard aanleiding geven tot beleidswijzigingen
waar aandeelhouders van Duitse TSO’s in de voorfase niet in worden betrokken (maar
de TSO overigens wel).
De leden van de VVD-fractie vragen ook wie bepaalt of eventuele negatieve wijzigingen
op basis van de Duitse wet- en regelgeving «redelijk» zijn en welke juridische waarborgen
hiervoor bestaan onder het Duitse recht. Ook de leden van de CDA-fractie vragen welke
garanties er zijn dat TenneT vergoedingen in rekening kan blijven brengen voor investeringen
in het Duitse hoogspanningsnet. Dat eventuele negatieve wijzigingen – op basis van
de Duitse wet- en regelgeving – redelijk moeten zijn volgt uit de Duitse Grondwet
(art. 14 Grundgesetz für die Bundesrepublik Deutschland). Regulering waarbij de door
TenneT (of door andere TSO’s) gemaakte kosten voor wettelijk verplichte investeringen
niet meer vergoed zouden worden, zou niet meer aan deze redelijkheidseis voldoen als
verankerd in de Duitse Grondwet. Daarnaast vereist Europese regelgeving dat regulerende
instanties erin voorzien dat systeembeheerders met hun tarieven de neteigenaars een
adequate vergoeding voor netactiva en nieuwe investeringen garanderen, mits die op
economisch verantwoorde en efficiënte wijze zijn uitgevoerd.8 Tot slot krijgen toezichthouders ook in de nieuwe voorstellen van de Europese Commissie
onder het Clean Energy Package de taak om te waarborgen dat netwerktarieven een vergoeding
bevatten voor de activa en de nieuwe investeringen hierin door de netbeheerder, mits
deze economisch en vanuit efficiëntie redenen kunnen worden verantwoord. Een scenario
waarin de regulering op een voor TenneT zeer nadelige wijze wijzigt (bijvoorbeeld
regulering waarbij TenneT geen vergoeding ontvangt voor de investeringen die het doet
in Duitsland), is dan ook onwaarschijnlijk.
De leden van de VVD-fractie stellen over dit onderwerp ook de vraag of eventuele Duitse
reguleringswijzigingen alleen benedenwaarts (en dus geen opwaarts) potentieel bieden.
De winst van TenneT kan zich zowel positief als negatief ontwikkelen. Een groeiende
investeringsagenda waar TenneT een gereguleerd rendement op ontvangt, zorgt voor een
positief effect op de winst. Een ander effect gaat uit van de hoogte van de gereguleerde
rendementen die, zowel in Nederland als in Duitsland, periodiek door de toezichthouders
worden herzien. Dit effect kan zowel positief of negatief zijn.
Nadere analyse
Tot slot zijn er door beide fracties vragen gesteld over het verdere proces met betrekking
tot de nadere analyse die ik samen met de Minister van Economische Zaken en Klimaat
aan het uitvoeren ben. Als eerste stap in deze nadere analyse wordt bezien of met
de huidige kennis een uitspraak gedaan kan worden over de relatie tussen de geografische
omvang van een TSO en de effecten daarvan op de Nederlandse publieke belangen (betaalbaarheid,
betrouwbaarheid en duurzaamheid). Ook is de vraag gesteld in hoeverre het gehele eigendom
van een dergelijke TSO door de Nederlandse staat noodzakelijk is om deze voordelen
te kunnen realiseren. De uitkomsten van deze analyse zijn een belangrijke bouwsteen
voor de visie op de toekomst van TenneT die ik de komende tijd samen met de Minister
van Economische Zaken en Klimaat zal opstellen.
De leden van de VVD-fractie willen meer specifiek weten hoe het kabinet bij deze analyse
oog houdt voor eventuele risico’s voor de staat als aandeelhouder. Voorop staat hierbij
dat ik bij de Staatsdeelnemingen (en dus ook TenneT) altijd oog heb voor de risico’s
van de staat als aandeelhouder. De insteek van deze analyse was allereerst van fundamentele
aard, waarbij zowel naar de voordelen van het eigendom van TenneT Duitsland is gekeken
als naar de risico’s die voortvloeien uit de wettelijke taak die TenneT ook in Duitsland
heeft. Daarnaast heb ik, zoals ook hiervoor aangegeven, in 2018 een externe analyse
laten uitvoeren naar het reguleringsrisico dat TenneT loopt in Duitsland. Uit deze
analyse is naar voren gekomen dat de risico’s die TenneT in Duitsland loopt vergelijkbaar
zijn met die in Nederland. Desalniettemin hebben eventuele risico’s onze volle aandacht
en ben ik in continue dialoog met TenneT over het beheersbaar houden van de investeringsagenda.
Onderdeel hiervan is ook het oog houden op het reputatierisico van TenneT (dat zich
voordoet wanneer TenneT niet tijdig de benodigde infrastructuur gerealiseerd heeft,
wat indirect eventuele negatieve financiële gevolgen voor TenneT kan hebben).
De leden van de VVD-fractie vragen verder wanneer het kabinet de Kamer zal informeren
over haar toekomstvisie met betrekking tot TenneT. Ook willen zij weten welke gevolgen
de doorlooptijd van dit visievormingsproces heeft voor TenneT. Het kabinet verwacht
uw Kamer in de zomer van 2019 te kunnen informeren over de uitkomsten van de nadere
analyse. Zoals aangegeven, zijn de eerste stappen in het visievormingstraject gezet.
Op basis hiervan kan worden geconcludeerd dat – als gevolg van de energietransitie
– elektriciteit over grotere afstanden getransporteerd moet gaan worden en dat integratie
tussen elektriciteitsnetwerken en -markten wenselijk is. Hoe dat het best vorm kan
krijgen en wat de consequenties hiervan zijn voor de organisatiestructuur en kapitaalbehoefte
van TenneT, wordt nu nader onderzocht. De leden van de CDA-fractie vragen of hierbij
ook scenario’s worden overwogen waarbij de Duitse overheid financiële verantwoordelijkheid
voor TenneT kan dragen, bijvoorbeeld omdat de Duitsers vanwege politieke beleidskeuzes
meer investeringen van TenneT vragen. Specifiek vragen zij of de Duitse overheid bijvoorbeeld
bij kan dragen via het leveren van eigen vermogen aan TenneT. Dat laatste zou alleen
mogelijk zijn wanneer de Nederlandse staat – thans de enig aandeelhouder van TenneT
Holding – een deel van diens belang aan de Duitse overheid zou verkopen. Het Duitse
hoogspanningsnet is, anders dan in Nederland, in handen van private partijen. De Duitse
overheid beschouwt het hoogspanningsnet als kritieke infrastructuur, maar heeft zich
altijd op het standpunt gesteld dat staatseigendom niet noodzakelijk is voor het borgen
van het publieke belang van leveringszekerheid. Vanuit het perspectief van de Nederlandse
overheid kan ik de vragen van de leden van de CDA-fractie begrijpen. Ik zal daarom
deze optie meenemen in mijn visievormingsproces.
Tot slot vragen de leden van de CDA-fractie of de Minister bereid is in het eerste
kwartaal (of zelfs in dit schriftelijk overleg) in te gaan op de gevolgen van de investeringsagenda
van TenneT voor de lasten voor burgers. Allereerst kan ik zeggen dat de Duitse investeringsagenda
van TenneT geen directe gevolgen heeft voor de lasten voor burgers (deze worden immers
door TenneT terugverdiend via de Duitse energietarieven). De Nederlandse investeringen
van TenneT hebben wel direct invloed op de energielasten van burgers (deze kosten
worden namelijk terugverdiend via de Nederlandse energietarieven). In het kader van
het Klimaatakkoord zal door de planbureaus worden doorgerekend wat de koopkracht-
en inkomenseffecten zijn van het Klimaatakkoord, waarin ook rekening wordt gehouden
met de investeringen van TenneT in het elektriciteitsnet op zee. Ik verwacht dat deze
doorrekening in het voorjaar van 2019 gereed is.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. (Anne) Mulder, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
A.H.M. Weeber, griffier