Brief regering : Toezegging gedaan tijdens het commissiedebat Water van 26 maart 2025, over de zorgen en voorstellen van de Vereniging van Waterbouwers (VvW) in relatie tot waterveiligheidsprojecten in het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP)
27 625 Waterbeleid
Nr. 715
BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 mei 2025
In het Commissiedebat Water van 26 maart jl. is aan het lid Soepboer toegezegd1 schriftelijk in te gaan op de zorgen en voorstellen van de Vereniging van Waterbouwers
(VvW) in relatie tot waterveiligheidsprojecten in het Hoogwaterbeschermingsprogramma
(HWBP). Hieronder volgt een reactie op de verschillende punten.
Zorgen VvW over KRW-vergunningen
De VvW heeft allereerst haar zorgen geuit dat vergunningverlening voor HWBP-projecten
na 2027 problematisch gaat worden door regelgeving rond de Kaderrichtlijn Water (KRW).
Het risico dat waterveiligheidsprojecten in het geding zijn, doordat geen vergunningen
verleend kunnen worden vanwege de KRW-regelgeving, is niet groot. Een project komt
pas in het geding als het project in het betreffende waterlichaam ervoor zorgt dat
KRW-doelen niet gehaald worden. Dat lijkt onwaarschijnlijk. Dijkversterkingsprojecten
vallen bovendien vaak onder een uitzonderingsmogelijkheid van de KRW, namelijk dat
sprake is van een hoger openbaar belang. Daardoor kunnen ze meestal doorgaan, ook
al zouden ze in strijd zijn met de KRW-doelen.
Voor de aspecten waar het toch knelt, maakt het ministerie zich in Europa sterk voor
verdere versoepeling van de KRW-regelgeving. Dat geldt met name als in het water grond
verplaatst wordt met daarin PFAS of andere schadelijke stoffen. Specifiek op dat punt
pleit Nederland voor een aanvullende uitzondering in Europees verband. Daar zijn de
andere lidstaten het al mee eens. De onderhandelingen met het Europees Parlement en
de Commissie lopen nog.
In de brief over de stand van zaken rond de KRW die de Kamer voorafgaand aan het Commissiedebat
Water van 17 juni a.s. zal ontvangen, wordt daar verder op ingegaan.
Uitvoeringsversnellers VvW
De VvW heeft onlangs een brochure met ideeën aangeboden om de uitvoering van HWBP-projecten
te versnellen. Enkele daarvan zijn ook in het afgelopen Commissiedebat Water aan de
orde gekomen.
Hieronder per voorstel een reactie.
1. Organiseer centrale regie, voer regionaal uit
Meer centrale regie is onderwerp van gesprek met de waterschappen bij de herijking
van het HWBP. Hierbij is het doel: efficiëntie en doelmatige uitvoering. Tegelijkertijd
moet ook rekening gehouden worden met de zelfstandige bestuurlijke rol van de waterschappen
als alliantiepartners en financiers in het HWBP. Aanbevelingen van de Vereniging van
Waterbouwers, aanbevelingen uit de externe evaluaties van de Waterwet en subsidieregeling
en van de Taskforce Deltatechnologie worden meegenomen in de afwegingen hoe te komen
tot meer centrale regie.
2. Voeg projecten samen in (regionale) portfoliocontracten
Portfoliocontracten kunnen van belang zijn om uitvoering van het HWBP te versnellen
en te vereenvoudigen. In dergelijke contracten worden meerdere (vergelijkbare) deelprojecten
gefaseerd in de tijd aangepakt zodat er in elk vervolgproject kan worden geleerd van
de ervaring uit het voorgaande project. Tegelijkertijd speelt beheersbaarheid en de
omvang van contracten ook een rol. Bij enkele projecten wordt deze contractvorm in
de voorbereiding nu reeds meegewogen. Binnen de herijking van het HWBP bekijken we
de mogelijkheden van de portfoliocontracten, gericht op een doelmatige uitvoering
van de opgave. Voor de uitvoering van projecten door Rijkswaterstaat (RWS) geldt dat,
waar dat passend is, gebruik zal worden gemaakt van de bundeling van projecten in
portfolio’s, uiteraard onder voorwaarde van beheersbaarheid.
3. Voeg programma’s samen (HWBP, KRW, RvR 2.0, PAGW).
Verschillen in (gebiedsgerichte) doelen, regelgeving en financiering van deze Rijksprogramma’s
zijn de aanleiding geweest om de programma’s naast elkaar in te richten. Ook de KRW
heeft een ander tijdspad en zal omwille van het tempo niet altijd gekoppeld kunnen
worden aan de andere opgaven. Dit neemt niet weg dat ik de noodzaak zie om meer synergie
tussen bovengenoemde programma’s te realiseren. Daarom wordt binnen Ruimte voor de
Rivier 2.0 onderzocht hoe we Rijksprogramma’s beter op elkaar kunnen laten aansluiten.
Ook worden nu al maatregelen genomen om bijvoorbeeld de programmering van PAGW (Programmatische
Aanpak Grote Wateren) en HWBP op elkaar af te stemmen zodat vroegtijdig duidelijk
wordt waar synergiekansen zitten, of waar juist niet. Daarnaast wordt in de uitvoering
bij RWS vanuit efficiency- en omgevingsoogpunt gebiedsgericht gewerkt. Daarmee zal
in de praktijk de uitvoering vaak nu al worden samengevoegd waar dat logisch en werkbaar
is.
4. Maak van tweefasen-aanpak de standaard
Bij het HWBP wordt al veel gebruik gemaakt van een tweefasen-aanpak (waarbij expertise
van aannemers al in de planfase wordt benut), maar er moet nog meer ervaring met de
doelmatigheid worden opgedaan. In de externe evaluatie van de subsidieregeling HWBP
is geadviseerd een kwantitatieve benchmark groep binnen het HWBP in te richten om
op die manier de effectiviteit van de tweefasen-aanpak te kunnen toetsen. Deze aanbeveling
zal meegenomen worden in de uitwerking van de herijking van het HWBP.
Voor de instandhoudingsopgave van RWS wordt een standaardwerkwijze het bundelen van
opdrachten in portfolio’s met soortgelijke objecten of projecten. Een tweefasen-aanpak
is met name geschikt voor projecten en portfolio’s die veel onzekerheden kennen waardoor
de risico’s vooraf moeilijk zijn in te schatten. De fasering wordt benut om hierover
meer duidelijkheid te verkrijgen voordat een definitieve prijs wordt overeengekomen.
5. Verruim voorwaarden voor fastlane aanpak HWBP-projecten
Ik deel de ambitie om processen te versimpelen en bureaucratie terug te dringen.
Een fastlane-aanpak, waarbij verkenning-, plan- en realisatiefase van een project
kunnen worden gecombineerd, is daar een voorbeeld van. In de herijking worden afspraken
beschouwd die het kiezen voor een fastlane-aanpak binnen het HWBP aantrekkelijker
maken. Daarnaast wordt bij de herijking van het HWBP ook gestreefd naar versimpeling
van het reguliere proces. De aanbeveling om naar de fastlane-aanpak te kijken komt
ook uit de externe evaluatie van de subsidieregeling van het HWBP.
Zoals hierboven aangegeven sluiten de denkrichtingen van de VvW aan bij de gesprekken
die we momenteel hebben met de waterschappen in het kader van de herijking van het
HWBP. Van belang is om deze denkrichtingen te vertalen naar wat het beste is voor
het programma als geheel. Daarbij is de toepassing daarvan afhankelijk van de nog
lopende gesprekken, waarbij we moeten zoeken naar de goede balans tussen de eigen
bestuurlijke verantwoordelijkheid die waterschappen hebben, de regionale verschillen
en het optimaal inzetten van de gezamenlijke kennis als HWBP-alliantie.
Eind 2025 worden de afspraken rond de herijking van het HWBP met de Kamer gedeeld.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
B. Madlener
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. Madlener, minister van Infrastructuur en Waterstaat