Brief regering : Verslag gecombineerde informele Raad Buitenlandse Zaken Handel en Raad Concurrentievermogen van 3 en 4 februari 2025
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
21 501-30
Raad voor Concurrentievermogen
Nr. 3057
BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSHULP
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 februari 2025
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Economische Zaken, het verslag aan
van de gecombineerde informele Raad Buitenlandse Zaken Handel en Raad Concurrentievermogen
van 3 en 4 februari 2025.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, R.J. Klever
VERSLAG GECOMBINEERDE INFORMELE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN HANDEL EN RAAD VOOR CONCURRENTIEVERMOGEN
VAN 3 EN 4 FEBRUARI 2025
Introductie
Op 3 en 4 februari jl. vond in Warschau de gecombineerde informele Raad Buitenlandse
Zaken Handel en Raad voor Concurrentievermogen plaats. Tijdens deze gecombineerde
informele Raad werd gesproken over de samenhang tussen het handels- en industriebeleid.
Tijdens de lunch is gesproken over de meest veelbelovende waardeketens voor integratie
van kandidaat-lidstaten in de interne markt. Tot slot werden de handelsrelaties tussen
de Europese Unie (EU) en de Verenigde Staten (VS) besproken.
Samenhang handels- en industriebeleid ter versterking van het industriële ecosysteem
De EU-lidstaten verwelkomden deze gezamenlijke informele Raad vanwege de nauwe verwevenheid
van handels- en industriebeleid. De Europese Commissie (hierna: de Commissie) benadrukte
daarbij dat een samenhangend handels- en industriebeleid van essentieel belang is
om het concurrentievermogen van de EU te versterken. Daarnaast wees de Commissie op
de noodzaak tot het behoud en versterking van een open handelssysteem, mede door middel
van uitbreiding van het netwerk van handelsakkoorden. Ook onderstreepte de Commissie
de verdere potentie van de interne markt door middel van simplificatie, sectorale
maatregelen voor de staal-, chemie- en autosectoren en het faciliteren van private
financiering. Daarbij verwees de Commissie ook naar het onlangs gepubliceerde Competitiveness Compass waarover uw Kamer een BNC-fiche zal ontvangen.
De meeste EU-lidstaten, waaronder Nederland, deelden het belang van een coherent handels-
en industriebeleid voor versterking van het concurrentievermogen van de EU. Een grote
groep lidstaten sprak daarbij steun uit voor de vereenvoudigingsplannen van de Commissie,
vooral ten aanzien van regeldruk, die door veel landen als belemmering voor het concurrentievermogen
wordt ervaren. Hierbij legden veel lidstaten nadruk op de noodzaak van gedegen impactanalyses
voor EU-wetgeving. Daarnaast deelde een aantal lidstaten het belang van handelsakkoorden
voor markttoegang in derde landen. Ook benoemde een groep lidstaten dat betere coherentie
tussen intern en extern EU-beleid essentieel is om het concurrentievermogen van de
EU te versterken. Verschillende lidstaten verwelkomden het voornemen van de Commissie
voor sectorale actieplannen. Nederland benadrukte dat een gelijk speelveld essentieel
is voor een open handelsland als Nederland en benoemde dat er tegelijkertijd gerichte
aandacht voor industriële sectoren nodig is.
Meest veelbelovende waardeketens voor integratie kandidaat-lidstaten in de interne
markt
Tijdens dit agendapunt werd stilgestaan bij het geleidelijke integratieproces van
kandidaat-lidstaten in de interne markt. De Commissie legde daarbij vooral de nadruk
op Oekraïne. Sommige lidstaten benadrukten het belang van een spoedige geleidelijke
integratie van kandidaat-lidstaten gericht op bepaalde waardeketens, zoals energie,
transport en grondstoffen. Tegelijkertijd benadrukten meerdere lidstaten dat dit geen
alternatief is voor het EU-toetredingstraject. Voor Nederland blijft van belang dat
geleidelijke integratie van kandidaat-lidstaten alleen overwogen kan worden als kandidaat-lidstaten
eerst het relevante EU-acquis overnemen, implementeren en handhaven en dat geleidelijke
integratie in het belang moet zijn van zowel EU- als kandidaat-lidstaten.
Handelsrelaties tussen EU & VS
Tijdens dit agendapunt werd stilgestaan bij de handelsrelatie van de EU met de VS
en bij de eerste aankondigingen van de regering Trump over handelsbeleid. De Commissie
benadrukte op een pragmatische en constructieve manier samen te willen werken met
de nieuwe Amerikaanse regering, waarbij de eigen belangen van de EU verdedigd zullen
worden waar nodig. Een goede relatie is immers in het belang van zowel de EU als de
VS. Daarbij gaf de Commissie ook aan dat EU eensgezindheid cruciaal is. Ook werd ingegaan
op de handelsbalans van de EU met de VS. De Commissie gaf aan dat de EU weliswaar
een goederenhandelsoverschot heeft met de VS, maar dat de VS juist een duidelijk handelsoverschot
heeft in de dienstenhandel met de EU.
De lidstaten waren eensgezind in hun steun voor de benadering van de Commissie. Het
belang van een positieve relatie met de VS en eenheid binnen de EU werden onderschreven,
waarbij alle mogelijke kanalen aangewend dienen te worden. Daarnaast riepen verschillende
lidstaten de Commissie op om, naast een positieve benadering met de VS, ook de handelsbetrekkingen
met derde landen te intensiveren en bestaande onderhandelingen over handelsovereenkomsten
voort te zetten. Ook werd door lidstaten gesproken over de aangekondigde (en later
weer tijdelijk opgeschorte) verhoogde invoertarieven voor goederen uit Canada en Mexico
die begin deze maand door de VS werden afgekondigd, en de mogelijke impact daarvan
op de EU, evenals over de door de VS genomen handelsmaatregelen vis-à-vis China.
Nederland benadrukte het belang van samenwerking met de VS en Europese eenheid. Nederland
gaf verder aan dat mogelijke tegenmaatregelen van de EU goed afgewogen moeten worden.
Deze dienen op een robuuste, proportionele en gerichte wijze ingevoerd te worden.
Ook sprak Nederland steun uit voor de inzet van de Commissie om het concurrentievermogen
van de EU te blijven versterken, ongeacht het toekomstige handelsbeleid van de VS.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.J. Klever, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp