Brief regering : Geannoteerde agenda voor de EU Westelijke Balkan Top van 18 december 2024 en de Europese Raad van 19 december 2024
21 501-20 Europese Raad
Nr. 2166
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 december 2024
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister-President, de geannoteerde agenda aan voor
de EU Westelijke Balkan Top van 18 december 2024 en de Europese Raad van 19 december
2024.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
C.C.J. Veldkamp
Geannoteerde agenda voor de EU-Westelijke Balkan Top van 18 december en de Europese
Raad van 19 december 2024
Op donderdag 19 december aanstaande vindt de Europese Raad (ER) plaats in Brussel.
De ER zal spreken over de Russische agressieoorlog tegen Oekraïne, de situatie in
het Midden-Oosten, EU in de wereld, weerbaarheid en migratie. Voorafgaand aan de ER
komen op 18 december de regeringsleiders en staatshoofden van de EU en Westelijke
Balkanlanden samen voor een EU-Westelijke Balkan Top. De Minister-President is voornemens
deel te nemen aan zowel de EU-Westelijke Balkan Top als de ER.
Europese Raad
Russische agressieoorlog tegen Oekraïne
De ER zal stilstaan bij de Russische agressieoorlog die onverminderd hevig voortduurt.
De brede EU-steun blijft voor Oekraïne van existentieel belang. Het kabinet blijft
Oekraïne ook actief en onverminderd steunen, zowel politiek, militair, financieel
als moreel, voor zolang dat nodig is. Dit is belangrijk voor het voortbestaan van
Oekraïne, maar ook voor de Europese en Nederlandse veiligheid. Het kabinet roept in
dit kader op tot intensivering van de militaire steun aan Oekraïne, zowel bilateraal
als via de EU. Zo dringt het kabinet aan op het spoedig beschikbaar stellen van de
EUR 6,6 mld. aan middelen onder de Europese Vredesfaciliteit (EPF). Daarnaast blijft
het kabinet in EU- en G7-verband aanvullende maatregelen verkennen voor het gebruik
van de bevroren Russische Centrale Banktegoeden voor steun aan Oekraïne.
Het kabinet onderstreept tevens het belang van het verder verhogen van de druk op
Rusland om de agressieoorlog te beëindigen, waaronder met aanvullende sancties en
de aanpak van sanctie-omzeiling. Het kabinet zal daarnaast benadrukken dat het faciliteren
van de Russische agressieoorlog door derde landen, met name Noord-Korea en Iran, alsook
vanuit Chinese bedrijven, door levering van materieel of sanctieomzeiling, consequenties
moet hebben voor de relaties met de EU.
Situatie in het Midden-Oosten
De ER zal stilstaan bij de situatie in het Midden-Oosten. Het kabinet blijft zeer
bezorgd over het risico op verdere regionale escalatie en roept alle partijen op tot
de-escalatie. Het is belangrijk dat ook de EU het belang van de-escalatie blijft benadrukken.
De Raad zal naar verwachting spreken over de situatie in Syrië. Een vreedzame politieke
transitie langs de lijnen van VN Veiligheidsraad-resolutie 2254 is nu van belang,
met aandacht voor de situatie van religieuze minderheden. Het is belangrijk te onderzoeken
hoe de EU een bijdrage kan leveren aan een politieke oplossing, in nauw contact met
landen in de regio.
Het kabinet verwelkomt het staakt-het-vuren dat op 27 november jl. van kracht is geworden
met betrekking tot Libanon. Dit is een noodzakelijke en belangrijke stap naar een
duurzame diplomatieke oplossing. Het kabinet uit zijn zorgen over vermeende schendingen
van het staakt-het-vuren en onderstreept dat alle partijen zich aan de gemaakte afspraken
moeten houden. De internationale gemeenschap moet – waar mogelijk – de partijen ondersteunen
in de effectieve implementatie van deze afspraken.
Nederland steunt de veiligheid en het recht op zelfverdediging van Israël. Tegelijkertijd
spreekt Nederland bilateraal en in Europees verband zorgen uit over de schrijnende
humanitaire situatie in Gaza en roept het kabinet op tot de implementatie van VNVR-resolutie
2735 die moet leiden tot een onmiddellijk staakt-het-vuren,1 het vrijlaten van de Israëlische gegijzelden, toename van humanitaire hulp en een
duurzaam bestand in Gaza. Het kabinet acht het van belang dat de EU-Israël Associatieraad
zo spoedig mogelijk bij elkaar komt. Ook veroordeelt het kabinet de verdere uitbreiding
van nederzettingen en kolonistengeweld op de Westelijke Jordaanoever.
EU in de wereld
De Raad zal in gesprek gaan over de positie van de EU in de wereld en in het bijzonder
spreken over de relatie met de VS. Goede samenwerking tussen de EU en de VS is cruciaal,
onder andere op de gebieden van handel en concurrentievermogen, veiligheid en geopolitiek.
Daarnaast zal naar verwachting gesproken geworden over de relatie tussen de EU en
het VK. Het kabinet ziet graag dat de EU-VK relatie wordt verstevigd op terreinen
waar dit van wederzijds belang is.2 Ten slotte zal de ER stilstaan bij andere ontwikkelingen in de wereld, zoals de situatie
in Moldavië en Georgië.
Weerbaarheid
Naar verwachting wordt het rapport «Safer Together: Strenghtening Europe’s Civilian
and Military Preparedness and Readiness»3 van Sauli Niinistö aan de ER gepresenteerd voor een eerste bespreking zonder inhoudelijke
conclusies. Begin 2025 zal de Minister van Justitie en Veiligheid een uitgebreide
kabinetsappreciatie over het Niinistö-rapport verzenden, mede namens de Minister van
Defensie en Minister van Buitenlandse Zaken. Een eerste korte appreciatie kwam u als
onderdeel van de Geannoteerde Agenda van de JBZ Raad (12-13 december 2024) reeds toe.4
Migratie
De ER zal spreken over migratie. Het kabinet kijkt uit naar de reguliere voortgangsbrief
van de Commissie over de EU-inzet op dit thema. Het kabinet vindt het belangrijk dat
de ER aandacht heeft voor zowel EU-interne als EU-externe aspecten van migratie. Voor
het kabinet is het tegengaan van irreguliere migratie en het bevorderen van terugkeer
een belangrijke prioriteit. Het kabinet verwelkomt de bespreking, het is van belang
dat er stappen worden gezet op dit onderwerp. Hiertoe zal het kabinet constructieve
samenwerking zoeken met de Commissie, relevante lidstaten en derde landen. Het kabinet
zet in op voortgang ten aanzien van de (door)ontwikkeling van brede partnerschappen,
naleving van de Dublin-verordening, het zo snel mogelijk implementeren van het Asiel-
en Migratiepact en het bevorderen van terugkeer. Het kabinet zet zich binnen de EU
eveneens in als aanjager van het verkennen van de mogelijkheden voor innovatieve vormen
van migratiesamenwerking.
EU-Westelijke Balkan Top
Voorafgaand aan de ER zullen de regeringsleiders en staatshoofden van de EU en de
zes Westelijke Balkanlanden samenkomen voor een top op 18 december. Er is geen formele
besluitvorming voorzien. Naar verwachting zal er wel een verklaring worden aangenomen
waarin het EU-perspectief van de Westelijke Balkan wordt herbevestigd en waarin het
belang van de rechtsstaat, fundamentele rechten en stabiliteit in de regio, alsmede
de samenwerking op het gebied van migratie, georganiseerde misdaad en regionale integratie
wordt benadrukt. De verklaring zal tevens ingaan op de steun van de EU aan de regio,
waaronder via het Groeiplan voor de Westelijke Balkan, dat hervormingen aanmoedigt
in ruil voor EU-steun. Daarnaast zullen de Westelijke Balkanlanden opgeroepen worden
zich volledig aan te sluiten bij het EU Gemeenschappelijk en Veiligheidsbeleid (GBVB).
Ook zal het belang van goede onderlinge relaties en verzoening worden benadrukt.
Het kabinet hecht waarde aan deze jaarlijks terugkerende EU-Westelijke Balkantop.
Intensieve samenwerking en politieke dialoog met de Westelijke Balkanlanden is van
onverminderd groot belang vanwege de aanhoudende Russische invloed in de regio en
het belang om stabiliteit en veiligheid in de regio te waarborgen. Het kabinet hecht
waarde aan samenwerking met en tussen de Westelijke Balkanlanden, onder meer op de
gebieden van rechtsstaat, migratie, veiligheid, stabiliteit, weerbaarheid en economie.
De top biedt kans om op deze onderwerpen met de Westelijke Balkanlanden van gedachten
te wisselen. Ten aanzien van het GBVB zal het kabinet benadrukken dat van kandidaat-lidstaten
volledige aansluiting wordt verwacht, inclusief het overnemen en implementeren van
de Europese sanctiemaatregelen jegens Rusland.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.C.J. Veldkamp, minister van Buitenlandse Zaken