Brief regering : Reactie op het verzoek van het lid Bikker, gedaan tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 30 januari 2024, over het bericht ‘Woede over het besluit van de Hogeschool Utrecht om Holocaust-lezingen te schrappen’
30 950 Racisme en Discriminatie
Nr. 369
BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP EN VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 april 2024
Tijdens de regeling van werkzaamheden van 30 januari jl. is door uw Kamer, vooruitlopend
op een breed debat over antisemitisme, om een brief verzocht met de feiten over het
besluit van Hogeschool Utrecht om Holocaustlezingen uit te stellen. Deze brief geeft
uitvoering aan uw verzoek. Voor een uitgebreidere inhoudelijke reactie verwijzen wij
tevens naar de antwoorden op twee sets schriftelijke vragen over «Woede over besluit
Hogeschool Utrecht om Holocaust-lezingen te schrappen» van de leden Martens-America
en Ellian (beiden VVD)1 resp. de leden van de leden Blaauw en Boon (beiden PVV).2
Het kabinet hecht eraan te benadrukken dat er in onze open samenleving geen ruimte
en tolerantie is voor antisemitisme, noch voor racisme, discriminatie of uitsluiting
van andere groepen. Daarom is het van groot belang om te blijven stilstaan bij de
gruwelijkheden van de Holocaust, opdat deze nooit vergeten worden. Het is vandaag
de dag, ook 79 jaar na dato, helaas relevanter dan ooit om hier indringend aandacht
aan te blijven besteden. Educatie en kennisverspreiding, onder andere via het onderwijs,
spelen hierin een grote rol. Deze geschiedenis leert ons hoe alert we moeten zijn
en blijven op uitsluiting en schending van mensenrechten en wat de gruwelijke gevolgen
kunnen zijn van het buitenwerking stellen van de democratische rechtsstaat.
De eerste berichtgeving in de media over het niet doorgaan van de Holocaustlezing
op de Hogeschool Utrecht op 7 februari riep daarom bij uw Kamer en bij ons aanvankelijk
vragen en verbazing op. De hogeschool liet daarop weten dat deze lezing toch doorging.
Deze kwestie wordt hieronder uiteengezet en toegelicht.
Deze lezingenreeks gaat over zowel de Holocaust als antisemitisme en is in samenwerking
met het Centrum Informatie en Documentatie Israël (CIDI) georganiseerd. De reeks omvat
ook dialoogsessies na afloop van de lezingen, die niet alleen toezien op een gesprek
over de Holocaust, maar ook over antisemitisme, als onderdeel van een honourstraject
voor studenten van de lerarenopleidingen.
Hogeschool Utrecht berichtte op vrijdag 26 januari over uitstel van de lezingenreeks.
In interne berichtgeving voor studenten en medewerkers sprak de hogeschool over een
«optelsom van een aantal aspecten», zonder in te gaan op die aspecten. In het bericht
werd ook gesproken over het niet op korte termijn kunnen faciliteren van een gebalanceerde
dialoog. Dit had geen betrekking op de lezingen, maar op de dialoogsessies. Later
liet de hogeschool weten dat sociale en fysieke veiligheid doorslaggevende aspecten
waren in de besluitvorming.
Naar aanleiding van berichtgeving in de media, dat de Hogeschool Utrecht de lezingenreeks
over de Holocaust zou hebben geschrapt, liet de Hogeschool Utrecht op zondag 28 januari
2024 middels een persbericht en statement op de eigen website weten dat de lezingenreeks
«Holocaust en antisemitisme», alhoewel later dan gepland, toch van start zou gaan.
In die berichtgeving benoemde de hogeschool wel expliciet dat de reeks is uitgesteld
omdat de «veiligheid van sprekers, studenten, docenten en bezoekers niet gewaarborgd
kon worden.» Samen met de lokale driehoek heeft de hogeschool gekeken naar de mogelijkheden
om de lezingen en dialoogsessies veilig doorgang te laten vinden. Inmiddels heeft
de lezingenreeks plaatsgevonden en de bijeenkomsten zijn zonder incidenten verlopen.
De Holocaust is een verschrikkelijk historisch feit dat geen nuance kent of behoeft.
Het herdenken van, vertellen en onderwijzen over de Holocaust is en blijft belangrijk.
Dat de reeks lezingen en dialoogsessies veilig doorgang kunnen vinden is dan ook cruciaal.
Juist nu is het van groot belang dat we er alles aan doen, als overheid maar ook als
samenleving, om gesprekken over dit veel te belangrijke en pijnlijke onderwerp open
en vrij te blijven voeren. De Hogeschool Utrecht heeft ook aangegeven grote waarde
te hechten aan goed onderwijs over de verschrikkingen van de holocaust en antisemitisme.
Als Ministers vinden wij het van grote waarde dat onderwijsinstellingen op dergelijke
wijze uitvoering geven aan hun maatschappelijke opdracht. Het feit dat er druk wordt
uitgeoefend door activisten of belangengroepen mag dergelijke initiatieven nooit verhinderen.
Daarbij is het wel van groot belang dat de veiligheid van alle aanwezigen geborgd
kan worden, voor zover dat binnen het vermogen van de instelling ligt. Bij die afweging
kan de instelling een beroep doen op de lokale driehoek, zoals in dit geval ook is
gebeurd.
Het kabinet blijft zich ook nadrukkelijk inspannen om antisemitisme in de samenleving
te bestrijden. De aanpak hiervoor is onder andere vastgelegd in het «Werkplan Antisemitismebestrijding»
van de Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding (NCAB), waarvan het onderwijs
over de Holocaust ook een belangrijk onderdeel vormt. Hierbij gaat ook aandacht uit
naar het creëren en waarborgen van een veilige leeromgeving waarin ook nieuwe generaties
worden onderwezen over de verschrikkingen van de Holocaust.
Zoals aangegeven door de Minister-President in zijn brief van 28 maart (Kamerstuk
30 950, nr. 363) aan uw Kamer zal het Kabinet op korte termijn uw Kamer, vooruitlopend op een nog
in te plannen debat en ter inwilliging van een verzoek van het lid Bikker (CU), nader
informeren over de aanpak van en maatregelen tegen antisemitisme.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
R.H. Dijkgraaf
De Minister van Justitie en Veiligheid,
D. Yeşilgöz-Zegerius
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid