Brief regering : Wijziging van de Douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR (TIR-Overeenkomst); Genève, 15 oktober 2020
36 039 (R2163) Wijziging van de Douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van carnets TIR (TIR-Overeenkomst); Genève, 15 oktober 2020
A/ nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op
18 februari 2022.
De wens dat het verdrag aan de uitdrukkelijke goedkeuring van de Staten-Generaal wordt
onderworpen kan door of namens een van de Kamers of door ten minste vijftien leden
van de Eerste Kamer dan wel dertig leden van de Tweede Kamer of door de Gevolmachtigde
Ministers van Aruba, Curaçao of Sint Maarten te kennen worden gegeven uiterlijk op
20 maart 2022.
Aan de Voorzitters van de Eerste en van Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 februari 2022
Overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, eerste en derde lid, en artikel 5, eerste
en tweede lid, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen, de Raad van
State van het Koninkrijk gehoord, heb ik de eer u hierbij ter stilzwijgende goedkeuring
over te leggen de op 15 oktober 2020 te Genève tot stand gekomen wijziging van de
Douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking van
carnets TIR (TIR-Overeenkomst) (Trb. 2021, nr. 73).
Een toelichtende nota bij de wijziging treft u eveneens hierbij aan.
De goedkeuring wordt voor Aruba, Curaçao, Sint Maarten en het Caribische deel van
Nederland gevraagd.
Aan de Gouverneurs van Aruba, Curaçao en van Sint Maarten is verzocht hogergenoemde
stukken op 18 februari 2022 over te leggen aan de Staten van Aruba, Curaçao en van
Sint Maarten.
De Gevolmachtigde Ministers van Aruba, Curaçao en van Sint Maarten zijn van deze overlegging
in kennis gesteld.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra
TOELICHTENDE NOTA
I. Inleiding
De Douaneovereenkomst inzake het internationale vervoer van goederen onder dekking
van carnets Transports Internationaux Routiers ofwel TIR (TIR-Overeenkomst) (Trb. 1976, nr. 184, vertaling in Trb. 1977, nr. 91), is op 14 november 1975 te Genève tot stand gekomen. Het is een multilateraal verdrag
dat tot stand is gebracht onder toezicht van de Economische Commissie voor Europa
van de Verenigde Naties (VN-ECE) en thans van kracht is voor 77 overeenkomstsluitende
partijen, waaronder het Koninkrijk der Nederlanden en de Europese Unie.
De TIR-Overeenkomst maakt het mogelijk om goederen over de grenzen van aangesloten
landen te vervoeren, zonder ze te hoeven lossen aan de grens en zonder dat de vervoerder
telkens opnieuw zekerheid hoeft te stellen. De goederen worden bij vertrek geladen
in een degelijk afgesloten ruimte, die op grond van bijlagen 2 en 7 van de TIR-Overeenkomst
aan strenge eisen dient te voldoen. Vervolgens vinden er bij grensoverschrijdingen
tussen aangesloten landen in principe geen controles op goederen meer plaats. De grensformaliteiten
zijn beperkt tot het geldig maken van nieuwe bladen van het TIR-carnet. Het zwaartepunt
van de controle ligt dus bij de aanvang en het einde van het vervoer. Tevens worden
de goederen bij grensoverschrijdingen niet onderworpen aan betaling van rechten of
heffingen in verband met in- of uitvoer.
Sinds de totstandkoming in 1975 zijn de TIR-Overeenkomst en haar bijlagen meerdere
keren gewijzigd. Recentelijk heeft de Commissie van Beheer op zijn 73e zitting, gehouden te Genève op 15 oktober 2020, in overeenstemming met artikel 59,
eerste en tweede lid, van de TIR-Overeenkomst opnieuw wijzigingen aangenomen, te weten
van artikelen 6, 20 en 38 van de TIR-Overeenkomst alsmede van bijlagen 6 en 9 bij
de TIR-Overeenkomst. De wijzigingen van artikel 38 en bijlage 6 en 9 beogen verdere
digitalisering mogelijk te maken, zodat, kort gezegd, de gegevens van gemachtigde
personen die het TIR-carnet gebruiken alsmede de gegevens van de douanekantoren waar
TIR kan worden gebruikt, in de toekomst elektronisch realtime kunnen worden gedeeld.
Hiervoor is een juridische basis nodig, die wordt vormgegeven door zowel artikel 38
als bijlage 6 en 9 te wijzigen.
In bijlage 6 wordt voorts nog een nieuwe toelichting bij artikel 49 voorgesteld; deze
komt erop neer dat op vrijwillige basis ruimere faciliteiten1 kunnen worden toegekend aan vervoerders van overeenkomstsluitende partijen met als
doel TIR voor marktdeelnemers aantrekkelijk te houden. De wijzingen van artikel 6,
artikel 20 en de wijziging in bijlage 6 die ziet op de toelichting bij artikel 8 kunnen
voorts als puur technisch worden beschouwd.
II. Inhoud van de wijzigingen
II.1. Wijzigingen betreffende het verplichte gebruik van de elektronische internationale
TIR-databank (ITDB)
Artikel 38, de bijbehorende toelichting in bijlage 6, alsmede bijlage 9 worden gewijzigd
om de garantstellende organisaties ertoe te verplichten alle benodigde gegevens van
de personen die gemachtigd zijn om de TIR-regeling te gebruiken, aan het TIR-Uitvoerend
Orgaan elektronisch door te sturen zodat het TIR-Uitvoerend Orgaan deze informatie
realtime ontvangt.2 Het TIR-Uitvoerend Orgaan ontvangt deze informatie nu ook al, alleen niet geheel
elektronisch maar via een standaard aangehecht papieren machtigingsformulier. In die
zin vindt er juridisch en inhoudelijk gezien dus geen wijziging plaats, maar betreft
de wijziging enkel de vorm waarin de informatie wordt aangeleverd.
Artikel 38, lid 2, eerste alinea en bijlage 9, deel II, punt 4, eerste regel
Bij de wijziging van artikel 38, tweede lid, eerste alinea, wordt «binnen een week»
vervangen door «onverwijld». Deze taalkundige aanpassing beoogt ervoor te zorgen dat
de gegevens elektronisch worden aangeleverd zonder vertraging, ofwel onverwijld. Dit
wordt tevens herhaald in bijlage 9, deel II, punt 4, eerste regel.
Bijlage 9, deel II, punt 4, laatste alinea
Verder regelt bijlage 9, deel II, punt 4, laatst alinea, de invoering van het verplichte
gebruik van de elektronische internationale TIR-Databank (hierna: ITDB). De ITDB wordt
gebruikt voor het doorsturen van de benodigde gegevens van gemachtigde houders van
een TIR-carnet aan het TIR-Uitvoerend Orgaan. Deze gegevens worden thans ook reeds
doorgestuurd maar dan (deels) elektronisch en deels via een aangehecht standaard machtigingsformulier
(dus via papier i.p.v. elektronisch).3 Doel van deze wijziging is alle communicatie elektronisch te laten verlopen en hiermee
de actuele betrouwbaarheid van de onderliggende TIR-gegevens te verbeteren en te vergroten.
Deze wijziging leidt de facto niet tot een juridische of inhoudelijke wijziging aangezien
deze informatie nu ook reeds gedeeld wordt. Het enige verschil is dat met deze wijziging
een en ander voortaan digitaal gerealiseerd wordt.4 Dit sluit voorts goed aan bij het elektronisch en zoveel mogelijk papierloos werken
van de Douane.
Bijlage 9, deel II, punt 5
Bijlage 9, deel II, punt 5, wordt vervolgens nog gewijzigd door te eisen dat de garantstellende
organisaties elke wijziging in de gegevens over gemachtigde personen die bij hen geregistreerd
staan als zogeheten «TIR-Overeenkomsthouder»5, onverwijld doorsturen aan de bevoegde (douane)autoriteiten en het TIR-Uitvoerend
Orgaan, zodra ze daarvan in kennis zijn gesteld. De bevoegde autoriteiten en het TIR-Uitvoerend
Orgaan ontvangen deze informatie nu ook al, alleen niet geheel elektronisch. In die
zin vindt er dus ook hier wederom juridisch en inhoudelijk gezien geen wijziging plaats,
maar betreft de wijziging enkel de vorm en frequentie6 waarin de informatie wordt aangeleverd. Doel hiervan is eveneens de betrouwbaarheid
van TIR extra te waarborgen.
Bijlage 9, deel II, standaard-machtigingsformulier
Door bovengenoemde wijzigingen van artikel 38, van de bijbehorende toelichting in
bijlage 6, alsmede van bijlage 9 worden de garantstellende organisaties kort gezegd
ertoe verplicht alle benodigde gegevens van de personen die gemachtigd zijn om de
TIR-regeling te gebruiken, aan het TIR-Uitvoerend Orgaan elektronisch door te sturen.
Door deze digitaliseringsslag is het gebruik van het huidige papieren standaard machtigingsformulier
niet meer nodig. Het behoeft geen betoog dat derhalve het aan bijlage 9, deel II,
gehechte standaard-machtigingsformulier en de begeleidende tekst worden verwijderd.
II.2. Wijzigingen betreffende de verplichte bekendmaking van de lijst van douanekantoren
die voor TIR-operaties in de ITDB zijn aangewezen
Bijlage 6, nieuwe toelichting op artikel 45
Artikel 45 regelt kort gezegd dat elke overeenkomstsluitende partij een lijst met
de douanekantoren van vertrek, doorgang en bestemming, die geschikt zijn voor het
starten van een TIR-operatie, publiceert. In de nieuwe toelichting bij artikel 45
wordt duidelijk gemaakt dat de gegevens van de genoemde douanekantoren die voor TIR-operaties
kunnen worden gebruikt, ook in de ITDB kunnen worden opgenomen. Door opname in de
ITDB is deze informatie elektronisch beschikbaar, betrouwbaar en up-to-date. Ook hier
vindt juridisch en inhoudelijk gezien geen wijziging plaats, aangezien het enkel de
vorm waarin de informatie wordt aangeleverd verandert. Deze wijzigingen hangen voorts
samen met de toekomstige digitalisering van het TIR-carnet, die mogelijk wordt gemaakt
middels de nieuwe bijlage 11 bij de TIR-Overeenkomst.7
II.3. Wijzigingen betreffende de ruimere faciliteiten die overeenkomstsluitende partijen
aan vervoerders kunnen toekennen
Bijlage 6, nieuwe toelichting op artikel 49
Aan artikel 49 van de TIR-Overeenkomst wordt in bijlage 6 een nieuwe toelichting toegevoegd,8 die er kort gezegd op neerkomt dat op vrijwillige basis ruimere faciliteiten kunnen
worden ingevoerd ter toepassing van de bepaling van de TIR-Overeenkomst. Deze faciliteiten
komen erop neer dat taken die op grond van de TIR-Overeenkomst bij de douane liggen,
zoals het invullen en afstempelen van het TIR-carnet alsmede het verzegelen van de
lading, bij een gemachtigd persoon, de toegelaten afzender geheten, komen te liggen.
Deze gemachtigde vervult in dit geval dus een deel van de taken van de douane. Het
is uitdrukkelijk de bedoeling het aan de individuele overeenkomstsluitende partijen
over te laten deze taken al dan niet over te dragen aan een toegelaten afzender.
Nederland steunt de nieuwe mogelijkheid voor overeenkomstsluitende partijen om ruimere
faciliteiten voor te stellen aan gemachtigde houders van een TIR-carnet, zodat TIR
voor marktdeelnemers aantrekkelijk blijft. Deze wijziging betreft zoals gezegd puur
een faciliteit die kan worden toegekend; er bestaat in het geheel geen juridische verplichting voor de overeenkomstsluitende
partijen om over te gaan tot het introduceren van de toegelaten afzender.9
II.4. Overige wijzigingen
Zoals in de inleiding al werd genoemd, kunnen de overige wijzigingen als technisch
worden beschouwd.
Artikel 6, lid 1 en bijlage 9, deel I, punt 1
Artikel 6, eerste lid, en bijlage 9, deel I, punt 1, worden gewijzigd in die zin dat
«iedere verdragsluitende partij» wordt vervangen door «de douaneautoriteiten of andere
bevoegde autoriteiten van een verdragsluitende partij». Deze taalkundige wijziging
beoogt tot uitdrukking te brengen dat het zowel de douaneautoriteiten als andere bevoegde
autoriteiten kunnen zijn die nationale associaties kunnen autoriseren TIR-carnets
uit te geven. Deze taalkundige wijziging is de wens van enige overeenkomstsluitende
partijen die aan andere autoriteiten dan de douane bepaalde bevoegdheden hebben gegeven
op grond van de TIR-Overeenkomst.
Artikel 20, eerste regel
Artikel 20, eerste regel, wordt taalkundig verduidelijkt in die zin dat de voorgeschreven
route over zowel het grondgebied van een overeenkomstsluitende partij kan gaan als
over het grondgebied van verschillende overeenkomstsluitende partijen die samen een
douane-unie, als de EU, of een economische unie, als de Euraziatische Economische
Unie, vormen. Ook deze wijziging is de wens van enkele overeenkomstsluitende partijen.
Bijlage 6, toelichting op artikel 8, lid 3
Voorts wordt in bijlage 6, in de toelichting op artikel 8, derde lid, het aan de douaneautoriteiten
aanbevolen te hanteren maximumbedrag dat kan worden gevorderd van de aansprakelijke
organisatie voor het specifieke TIR-carnet voor het vervoer van tabak/alcohol verhoogd
van 200.000 USD naar 400.000 euro. Het doel hiervan is het maximumbedrag in de garantieketen
in lijn te brengen met de eerdere verhoging van het maximumbedrag per regulier TIR-carnet
van 50.000 USD naar 100.000 euro. Overigens heeft de Internationale Wegvervoerorganisatie
(International Road Transport Union) sinds 1994 het vervoer van sigaretten en alcohol onder de TIR-Overeenkomst opgeschort
vanwege de hoge verzekeringsrisico’s die hiermee gemoeid zijn,10 dus deze wijziging zal pas concrete gevolgen hebben wanneer die opschorting is opgeheven.
III. De Europese Unie
De Europese Unie is, naast de EU-lidstaten, zelfstandig overeenkomstsluitende partij
bij de TIR-Overeenkomst. Aangezien de TIR-Overeenkomst een gebied bestrijkt waarop
de EU exclusief bevoegd is, worden voorgestelde wijzigingen van de TIR-Overeenkomst
in EU-verband besproken en wordt een gemeenschappelijk standpunt bepaald.
III.1. ITDB
De Europese Unie maakt reeds gebruik van de ITDB en is voorstander van het verplichte
gebruik van de ITDB door alle overeenkomstsluitende partijen bij de TIR-overeenkomst,
omdat dit zal bijdragen aan de algemene doelstelling, conform het douanebeleid van
de Europese Unie, van een bredere automatisering van de TIR-regeling door de elektronische
uitwisseling van gegevens in realtime tussen de overeenkomstsluitende partijen, organisaties
en internationale organisaties verder te vergemakkelijken.
III.2. Ruimere faciliteiten toegelaten afzender en geadresseerde
De Europese Unie steunt de nieuwe mogelijkheid voor overeenkomstsluitende partijen
om, door middel van een nieuwe toelichting bij artikel 49 in bijlage 6, ruimere faciliteiten
voor te stellen aan gemachtigde houders van een TIR-carnet zodat TIR voor marktdeelnemers
aantrekkelijk blijft.
De overige wijzigingen worden eveneens gesteund door de Europese Unie.
Voorts is in de Groep douanedeskundigen voor TIR (coördinatie Genève) met de lidstaten
over de voorgestelde wijzigingen overlegd. Nader overleg heeft plaatsgevonden tijdens
vergaderingen van de Werkgroep douanevraagstukken in verband met het vervoer van de
VN-ECE. Uit de interne coördinatie en de gezamenlijke besprekingen met de lidstaten
in het kader van de douanedeskundigengroep voor TIR kwam duidelijk naar voren dat
de wijzigingen breed worden gesteund door de lidstaten van de EU.
De Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming is door de Europese Commissie
bij brief van 23 maart 2020 over de voorgestelde wijzigingen geraadpleegd, maar heeft
niet van de gelegenheid gebruik gemaakt om enige inhoudelijke opmerkingen te maken
bij de voorstellen.
IV. Eenieder verbindende bepalingen
Naar het oordeel van de regering bevatten artikel 38 en bijlage 9, deel II, punt 4,
eenieder verbindende bepalingen in de zin van de artikelen 93 en 94 van de Grondwet,
die rechtstreeks rechten toekennen of plichten opleggen aan een rechtssubject. Artikel
38 legt vast dat de voorafgaande TIR-gegevens of wijzigingsgegevens rechtstreeks dienen
te worden ingediend door de houder of zijn vertegenwoordiger via het internationale
eTIR-systeem. In het verlengde hiervan legt bijlage 9 in deel II, punt 4, nog vast
dat de autoriteiten aanvullende gegevens kunnen eisen van de houder.
V. Parlementaire goedkeuring
Zoals hierboven reeds in onderdeel III aangegeven, is de Europese Unie, naast de EU-lidstaten,
zelfstandig overeenkomstsluitende partij bij de TIR-Overeenkomst. Aangezien de TIR-Overeenkomst
een gebied bestrijkt waarop de EU exclusief bevoegd is,11 zal het Europese deel van Nederland derhalve vanuit het EU-lidmaatschap worden gebonden
aan de voorliggende wijzigingen. De Raad van de EU heeft op 18 september 2020 op voorstel
van de Europese Commissie een positief besluit genomen inzake het standpunt van de
Europese Unie ten aanzien van dit wijzigingsvoorstel. Dit standpunt hield in (zie
doc. 10107/2012) dat deze wijzigingen conform het voorstel van de VN-ECE zijn en, wat de EU betreft,
door de Commissie van Beheer van de TIR-Overeenkomst konden worden aangenomen.
Omdat de TIR-Overeenkomst ook geldt voor de overige delen van het Koninkrijk, worden
de wijzigingen ter goedkeuring voorgelegd voor Aruba, Curaçao, Sint Maarten en het
Caribische deel van Nederland.
De wijzigingen van de artikelen 6, 20 en 38 worden hierbij ter goedkeuring aangeboden.
De wijzigingen van bijlagen 6 en 9 behoeven geen parlementaire goedkeuring; deze bijlagen
vormen een integrerend onderdeel van de TIR-Overeenkomst en zijn aangemerkt als zijnde
van uitvoerende aard. Zie hiervoor Kamerstuk 15 124 (R 1103), nr. 1, p. 6, alsook Kamerstuk 26 259 (R1624), nrs. 44 en 1, p. 4 en 5. Wijzigingen van deze bijlagen behoeven dan ook ingevolge artikel
7, onderdeel f, van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen geen parlementaire
goedkeuring.
VI. Koninkrijkspositie
De wijzigingen van en de toevoegingen aan de TIR-Overeenkomst en de bijlagen zullen
voor Aruba, Curaçao, Sint Maarten en het Caribische deel van Nederland gelden. Ratificatie
van de wijzigingen is niet aan de orde; de overeenkomstsluitende partijen zullen op
grond van artikel 59, derde lid, van de TIR-Overeenkomst automatisch aan de gewijzigde
artikelen en aan de wijzigingen van bijlagen 6 en 9 worden gebonden indien door geen
van de overeenkomstsluitende partijen bezwaar is gemaakt voor uiterlijk 4 november
2021.13 Van de Caribische landen van het Koninkrijk is geen bericht ontvangen dat zij het
wenselijk achten bezwaar te maken. Met de bestuurscolleges van de eilanden in Caribisch
Nederland vindt regelmatig overleg plaats over douanezaken. De werkafspraak is dat
voor specifieke verdragen op het gebied van douanezaken nader overleg slechts hoeft
plaats te vinden als in onderhandelingen bijzondere omstandigheden opkomen. Van bijzondere
omstandigheden was in de onderhandelingen over de voorliggende wijzigingen en aanvullingen
geen sprake.
Het Europese deel van Nederland zal, zoals hierboven al beschreven, via de EU aan
de wijzigingen gebonden zijn omdat de TIR-Overeenkomst een gebied bestrijkt waarop
de EU exclusief bevoegd is.
De Staatssecretaris van Financiën,
A. de Vries
De Minister van Buitenlandse Zaken,
W.B. Hoekstra
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.