Procedurevergadering : Bespreking werkwijze commissie I&M

De commissie herbevestigt dat de volgende procedure wordt gehanteerd voor het organiseren van rondetafelgesprekken/hoorzittingen:

1. Leden die een rondetafelgesprek/hoorzitting willen houden, dienen per e-mail een voorstel in, met daarin in ieder geval:

• het thema en het doel van de bijeenkomst,
• de structuur van de bijeenkomst (hoeveel blokken en wat voor gesprekspartners per blok),
• de duur van de bijeenkomst.

2. Dit voorstel wordt besproken in de eerstvolgende procedurevergadering. Als ermee wordt ingestemd, wordt meteen geïnventariseerd welke leden erbij aanwezig zullen zijn. Aanmelding is niet vrijblijvend. Indien een lid zich later afmeldt, dan geldt de inspanningsverplichting om een ander lid van de fractie voor te dragen.

3. De duur van het rondetafelgesprek/hoorzitting is afhankelijk van het aantal leden dat deelneemt: hoe meer leden deelnemen, hoe langer het kan duren.

4. Vervolgens krijgen fracties, die aan het rondetafelgesprek/hoorzitting deelnemen, de gelegenheid om per e-mail suggesties aan te leveren voor genodigden. Elke fractie levert maximaal 3 suggesties aan en geeft daarbij aan wat de voorkeursvolgorde is (voor het geval er een selectie moet worden gemaakt).
 

5. De commissiegriffie stelt op basis van de suggesties van de fracties een conceptprogramma op. In principe worden er maximaal 4 genodigden per uur uitgenodigd. Dit conceptprogramma wordt besproken in een procedurevergadering. Na vaststelling van het programma door de commissie wordt er terughoudend omgegaan met het toevoegen van extra genodigden.
 

6. Genodigden worden gevraagd om ter voorbereiding op het rondetafelgesprek/hoorzitting een position paper aan te leveren van maximaal 1 A4.
 

De commissie stelt vast dat procedurevergaderingen het moment bij uitstek vormen om in commissieverband te bepalen welke parlementaire instrumenten worden ingezet en welke verzoeken aan de regering worden gedaan, al dan niet ter voorbereiding van algemeen overleggen.

De commissie stelt tevens vast dat het principe in de Kamer is, dat commissieverband worden voorbereid, niet door middel van schriftelijke vragen van individuele leden.

De leden zullen trachten zo veel mogelijk aanwezig te zijn bij de procedurevergaderingen om daar de procedureverzoeken en -voorstellen te doen.

De commissie spreekt uit dat het de voorkeur verdient wanneer terughoudend wordt omgegaan met het houden van e-mailprocedures.

In het geval van inventarisatie van deelname aan commissieactiviteiten en het doen van suggesties voor uit te nodigen gesprekspartners voor rondetafelgesprekken zijn e-mailprocedures mogelijk.

Ook voor andere kwesties, mits sprake is van urgentie (bijvoorbeeld wanneer de voorbereiding van een op korte termijn te houden algemeen overleg daartoe noopt), zijn e-mailprocedures mogelijk.

Echter, als het om urgente kwesties gaat waar de politieke verhoudingen aanleiding geven tot een inhoudelijke bespreking van voorstellen en verzoeken, heeft het houden van een (extra) procedurevergadering de voorkeur.

De commissie stemt er mee in, dat in gevallen waar dat logisch lijkt, zowel brieven van de regering over nationale thema’s als brieven van de regering en BNC-fiches over EU-voorstellen worden geagendeerd. Een voorbeeld daarvan is bijvoorbeeld de agendering van de brief over de triloog over de EU-Richtlijn APK-keuringen voor het AO wegverkeer en verkeersveiligheid d.d. 30 januari 2014.

De commissie stemt er mee in dat - waar mogelijk en logisch - de planning van AO’s over een bepaald thema “op te hangen” aan het uitkomen van een BNC-fiche over een door de commissie als prioritair aangemerkt voorstel van de Europese Commissie en de “nationale” brieven op te sparen tot het moment van verschijning daarvan (mits er geen nationale deadlines aan de orde zijn).

Concreet zou dat bijvoorbeeld kunnen betekenen dat gewacht wordt met de behandeling van kwesties op het terrein van luchtkwaliteit en op het terrein van klimaat- en energie tot het moment waarop het BNC-fiche over het EU-voorstel: “Mededeling Schone lucht voor Europa” COM (2013) 918 en het Witboek: “Een 2030 raamwerk voor Klimaat- en Energiebeleid” COM (2013) 169 er is.

De commissie neemt voor kennisgeving aan: 

Er wordt door de commissiegriffie sinds het najaar van 2013 getwitterd over de agenda’s en besluitenlijsten van procedurevergaderingen, datum/tijdstip en verkorte inhoud van AO’s, “last minute” wijzigingen in de agenda, ad hoc besluitvorming over kwesties met een politiek en maatschappelijk groot gewicht en over plenaire activiteiten op het gebied van Infrastructuur en Milieu.

Er is nu een evaluatie uitgevoerd van de Twitterpilot van de vaste commissie voor Infrastructuur en Milieu. Er is een aantal “volgers” geënquêteerd en daar komt uit naar voren dat de tweets van deze commissie worden gezien als interessant, informatief en relevant. De volgers hebben ook enkele suggesties voor verbetering gedaan, die waar mogelijk zullen worden toegepast.