Debat over burgerinitiatief 'Stop de overvolle klassen'

Woensdag 2 april debatteerde de Tweede Kamer over het burgerinitiatief 'Stop de overvolle klassen'. De indieners van het burgerinitiatief willen een maximum stellen aan het aantal leerlingen in een klas.

burgerinitiatief op 10 december 2013

In een mobiel klaslokaal op het Plein in Den Haag kregen Kamerleden van de commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op 10 december 2013 42.774 handtekeningen tegen ‘plofklassen’.

Maximaal 24 leerlingen per klas

De initiatiefnemers van het burgerinitiatief willen dat het aantal leerlingen per klas met ingang van het schooljaar 2014-2015 wordt teruggebracht naar maximaal 28. Vervolgens willen zij de klasgrootte met een stappenplan van drie jaar afbouwen naar maximaal 24 leerlingen.

Nu wel 30 tot 36 leerlingen per klas

Volgens de initiatiefnemers zijn de klassen in Nederland de afgelopen jaren door bezuinigingen steeds groter geworden. Dit geldt voor het primair, speciaal en voortgezet onderwijs. Ze vinden het misleidend om het klassengemiddelde als norm te nemen; het gaat hun om het maximum. Klassen van 30 tot 36 leerlingen zijn volgens de initiatiefnemers geen uitzondering meer. Door de overvolle klassen missen leerlingen een goede instructie en krijgen zij onvoldoende aandacht van hun leraar. Ook is er in een overvolle klas te veel afleiding voor de leerlingen, aldus de initiatiefnemers. Verder wijzen ze erop dat de luchtkwaliteit en de fysieke ruimte per leerling vaak niet voldoen aan wettelijke normen.

Brief staatssecretaris

In zijn brief van 9 december 2013 schrijft staatssecretaris Dekker dat de gemiddelde groepsgrootte 23,3 leerlingen was in 2013 en dat zo’n 6% van de groepen meer dan 30 leerlingen telt. Hij constateert dat scholen voldoende geld krijgen en dat de meeste leerlingen te spreken zijn over de groepsgrootte, maar hij erkent dat een aantal groepen te groot is. De staatssecretaris voelt er niets voor om vanuit Den Haag grenzen te stellen aan de groepsgrootte. Om onderwijskundige en praktische redenen moet dat volgens hem aan de school worden overgelaten. Wel wil hij scholen aanmoedigen om te innoveren met lesvormen. Ook benadrukt hij dat ouderbetrokkenheid belangrijk is.