Wijziging van de Woningwet

8 maart 2021, wetsvoorstel - De Kamer debatteert met minister Ollongren (Binnenlandse Zaken) over haar wetsvoorstel waarmee zij de Woningwet aanpast.

Meer mogelijkheden voor lokaal maatwerk, meer ruimte voor risicogericht toezicht en minder administratieve lasten. Dat zijn de doelen van de wijziging van de Woningwet. Minister Ollongren wil corporaties beter in staat te stellen om "hun essentiële rol te vervullen in het voorzien van betaalbare en duurzame woningen voor mensen met een laag inkomen". De woordvoerders zijn blij met het wetsvoorstel, maar stellen op verschillende punten aanscherpingen voor.

Woningcorporaties

Van Eijs (D66) is blij met de verbetering en vereenvoudiging van de regels en het toezicht. Wel wil zij de rol van corporaties in de verduurzaming versterken. Verduurzaming moet een wettelijke kerntaak van de corporaties worden, vindt Smeulders (GroenLinks). Dik (ChristenUnie) legt de nadruk op het belang van isolatie van bestaande woningen.

Verduurzaming wordt met dit wetsvoorstel onderdeel van de taak van corporaties, zegt Ollongren. Zo kunnen ze helpen om de klimaatdoelen te bereiken, de woonkwaliteit te verbeteren en de energierekening te verlagen. Voor een nationaal isolatieprogramma is vooralsnog geen geld beschikbaar, voegt zij toe.

Huren

Beckerman (SP) wil van de verhuurderheffing af. Als corporaties die niet meer hoeven te betalen, kunnen ze meer bouwen. Zij wil huurders meer inspraak geven, bijvoorbeeld bij de verkoop van corporatiewoningen. En doe wat aan de enorme huurstijgingen bij bewonerswisseling. Over dat laatste wil de minister een convenant sluiten met de sector. Zij wil daarbij voorkomen dat verhuurders afzien van woningverbetering als zij de huur niet mogen verhogen voor een nieuwe huurder.

Met het schrappen van de verhuurderheffing spek je de kas van rijke verhuurders, betoogt Koerhuis (VVD). Hij wil de sociale huren vier jaar bevriezen. Klinkt goed, zegt Smeulders (GroenLinks), maar dan moet natuurlijk niet tegelijkertijd op de huurtoeslag bezuinigd worden.

Verhuurders die het woningwaarderingsstelsel overtreden, moeten een "huisjesmelkersboete" krijgen, vindt Nijboer (PvdA). Een strafrechtelijke boete past niet in het systeem, reageert Ollongren. Wel wil zij de gemeenten hierin meer ruimte geven en wordt bekeken of er via de verhuurvergunning iets aan kan worden gedaan.

Bouwen

De komende tien jaar moet een miljoen woningen worden gebouwd, zegt Terpstra (CDA), en daarvoor zijn meer locaties, meer rijksregie en minder regels nodig. Om de leefbaarheid in steden te beschermen, bepleit hij een groennorm voor binnenstedelijk bouwen. Er moet ook buitenstedelijk worden gebouwd, benadrukt Koerhuis (VVD). Hij dringt aan op woningbouw in de polder Rijnenburg bij Utrecht.

Nijboer (PvdA) is voorstander van gemengd bouwen. Hij wil een norm voor het percentage sociale woningen in nieuwe wijken. Ook Van Otterloo (50PLUS) wil wijken met een gevarieerde samenstelling en een veelkleurig aanbod van seniorenwoningen. Om starters meer kansen te geven, wil Dik (ChristenUnie) voor hen fiscaal gunstig bouwsparen mogelijk maken.

Een landelijke norm voor het percentage sociale woningen vindt Ollongren geen goed idee. Zij wijst erop dat lokaal een afweging moet worden gemaakt, afhankelijk van de bevolkingssamenstelling en de woningvoorraad ter plaatse. Overigens creëert het wetsvoorstel meer mogelijkheden voor verschillende woonvormen voor ouderen. De minister wijst er ten slotte op dat een bouwspaarregeling volgens de minister van Financiën weinig toegevoegde waarde heeft.

De Kamer stemt op 10 maart over het wetsvoorstel en de tijdens het debat ingediende moties.

Zie ook: