Wet voor verlenging transitieperiode naar het nieuwe pensioenstelsel, derde termijn
14 mei 2025, wetsvoorstel - De Kamer debatteert met minister Van Hijum (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) over het wetsvoorstel dat de transitieperiode naar het nieuwe pensioenstelsel verlengt.
De Wet toekomst pensioenen trad op 1 juli 2023 in werking, maar pensioenfondsen kregen tot 1 januari 2027 de tijd om over te gaan naar het nieuwe pensioenstelsel. Met het wetsvoorstel wordt die uiterste transitiedatum nu verlengd naar 1 januari 2028, zodat de overgang zorgvuldig kan verlopen.
Aangepast voorstel
Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel op 23 april 2025 riep het amendement van Joseph (NSC) om pensioendeelnemers inspraak te geven veel discussie op. Daarom houdt de Kamer nu een derde termijn. Minister Van Hijum stuurde de Kamer een brief over de gevolgen van Josephs voorstel: zeker twee jaar vertraging omdat er nieuwe wetgeving nodig is. Joseph kwam daarna met een aangepast amendement, dat de minister ook afwijst.
Het gaat om reële zorgen, benadrukt Joseph. Ze blijft erbij dat pensioendeelnemers de mogelijkheid moeten krijgen om bezwaar te maken. Zij noemt haar aangescherpte voorstel "geen blokkade maar een uitgestoken hand". Nu ligt, zegt ze, "de principiële keuze voor of partijen en de minister mensen inspraak willen geven over een aanpassing van hun bestaande pensioenen".
De pensioendiscussie is principieel, stelt Mulder (PVV): het eigendomsrecht staat centraal en dat moet gerespecteerd worden. Hij vindt dat daar zeggenschap bij hoort en dat het amendement "precies doet wat nodig is", namelijk de mogelijkheid tot bezwaar herstellen.
De minister wil de zorgen serieus nemen. Hij waardeert de technische verduidelijking in het gewijzigde amendement. Maar voor het kabinet leidt het niet tot een ander oordeel, omdat de (financiële) gevolgen voor deelnemers en gepensioneerden, de uitvoerbaarheid en het wetgevingsproces hetzelfde blijven.
Degelijkheid en zorgvuldigheid
Het standpunt van Flach (SGP) is ongewijzigd: Joseph had voor haar plannen een aparte initiatiefwet moeten maken. Dan had het voorstel volgens hem degelijk behandeld kunnen worden. Voor Vijlbrief (D66) voelt Josephs aangepaste voorstel als een laatste stuiptrekking. Het blijft in zijn ogen een slecht en onzorgvuldig voorstel. Het oordeel van alle belangrijke adviseurs is ook niet veranderd, benadrukt hij.
Van Dijk (CDA) stelt dat er bij de behandeling van de pensioenwet al uitvoerig over inspraak is gesproken. Het proces van de transitie is al bijna halverwege en door het voorstel van Joseph zouden de pensioenfondsen opnieuw moeten beginnen. Zij wil dat de minister zo snel mogelijk duidelijkheid geeft aan de pensioensector.
Inhoudelijk is het amendement-Joseph niet echt veranderd, zegt Haage (GroenLinks-PvdA): het breekt de collectiviteit en solidariteit binnen een fonds af en speelt ouderen en jongeren tegen elkaar uit onder het mom van individuele inspraak. Omdat de stelselwijziging zo groot is, vindt Ceder (ChristenUnie) het niet vreemd dat er tussentijds verbeteringen nodig zijn. Maar het amendement-Joseph veroorzaakt instabiliteit in dat proces, is zijn oordeel.
Uitvoerbaarheid
Er zouden volgens de minister aanvullende wetgeving en financiële dekking nodig zijn als het amendement wordt aangenomen, memoreert Aartsen (VVD). Hij wil een eenduidig antwoord van Van Hijum: is het amendement uitvoerbaar of niet? De minister wil niet op de zaken vooruitlopen. Het kabinet heeft het amendement namelijk ontraden en, hoewel het door drie van de vier coalitiepartijen wordt gesteund, is het nog niet aangenomen.
Van Kent (SP) steunt het voorstel van Joseph omdat hij tegen een "casinopensioen" is. Deelnemers zouden ervoor moeten kunnen kiezen om in het oude pensioenstelsel te blijven. Hij denkt dat het wel haalbaar is voor pensioenfondsen om met twee verschillende stelsels te werken.
Veel mensen hunkeren naar meer inspraak en maken zich ernstig zorgen over hun toekomstige pensioen, benadrukt Ergin (DENK). Hij begrijpt die onzekerheid goed. Maar hij wil ook de positie van de pensioenfondsen meewegen, want het voorstel van Joseph betekent in de praktijk flink hogere uitvoeringskosten. Hij zegt dat de keuze voor of tegen het amendement nog steeds een dilemma is voor zijn partij.
De Kamer stemt op 20 mei over het wetsvoorstel en de tijdens het debat ingediende moties.
Zie ook
- Het overzicht van de laatste debatten in het kort
- De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.
- Kijk debatten terug via Debat Direct