Toezicht door de onderwijsinspectie

10 april 2025, debat - De Kamer debatteert met minister Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) en staatssecretaris Paul (Funderend Onderwijs en Emancipatie) over het bericht dat de onderwijsinspectie minder basisscholen bezoekt dan aan de Kamer is beloofd.

De onderwijsinspectie houdt toezicht op de kwaliteit van het onderwijs in Nederland. Volgens een afspraak uit 2007 moet de inspectie alle basisscholen elke vier jaar bezoeken, maar dat gebeurt al sinds 2014 niet meer. Daarnaast heeft de toezichthouder de registratie niet op orde en ontving de Kamer daardoor verkeerde informatie.

Frequentie schoolbezoeken

In 2021 ging de inspectie zich meer richten op scholen waar de kans op problemen of tekortkomingen het grootst was. Daarmee liet zij het streven naar vierjaarlijkse bezoeken los. De Kamer werd wel verteld dat het aantal bezoeken "fors" zou blijven, benadrukt Rooderkerk (D66). Dat slechts een derde van de scholen sindsdien is bezocht, is volgens haar onvoldoende.

Bij het loslaten van het vierjaarlijks bezoek is onvoldoende gecommuniceerd wat dit betekende voor het aantal schoolbezoeken, reageert Paul. De staatssecretaris vindt het wel logisch dat de meeste aandacht uitgaat naar risicoscholen, omdat daar de meeste winst valt te behalen.

Een op de vijf scholen krijgt een onvoldoende voor de totale kwaliteit, zo verwijst Soepboer (NSC) naar een steekproef van de inspectie. Dat zijn ongeveer 1.000 scholen. Moeten we dus niet gewoon terug naar de praktijk van vierjaarlijkse bezoeken? Oostenbrink (BBB) roept het kabinet op om alsnog te zorgen dat het aantal afgesproken bezoeken wordt afgelegd.

De inspectie richt haar toezicht in op basis van inzichten uit de wetenschap en de praktijk over effectief toezicht, antwoordt Bruins. Het afleggen van vierjaarlijkse schoolbezoeken kan een politieke wens zijn, maar de inspectie beoordeelt in haar onafhankelijkheid wat de beste aanpak is. De inspectie komt in haar jaarplan wel expliciet terug op de wensen van de Kamer.

Efficiëntie

Uppelschoten (PVV) wil dat de capaciteit van de onderwijsinspectie radicaal anders wordt ingezet, omdat er nu "geen zicht is op de kerntaak", namelijk controleren hoe het gaat met de kwaliteit van het onderwijs. De inspectie moet een stuk efficiënter werken, vindt Kisteman (VVD): ze kan beter gebruikmaken van digitalisering en AI en kan de inspecties eenvoudiger inrichten.

Groeien in capaciteit is niet altijd de oplossing, zegt Bruins. De inspectie bekijkt ook hoe het werk efficiënter kan en hoe kunstmatige intelligentie kan worden toegepast.

Onderwijsgeld komt steeds minder in het klaslokaal terecht en gaat steeds meer naar management en commerciële nevenactiviteiten, constateert Beckerman (SP). De inspectie kan de onderwijskwaliteit in haar optiek efficiënter beoordelen wanneer schoolbesturen minder taken en bevoegdheden krijgen.

Basisvaardigheden

Het niveau van lezen, schrijven en rekenen van kinderen wordt steeds lager, zo haalt Van Houwelingen (FVD) het PISA-onderzoek aan. De inspectie zou zich in zijn ogen moeten richten op het toetsen van de basisvaardigheden in plaats van op het controleren van schoolbesturen en het doorvoeren van "modieuze onderwijsvernieuwingen".

Rekenen, lezen, schrijven: er moet wat Krul (CDA) betreft een tandje bij. Hij vraagt zich af of de basisvaardigheden bij meer scholieren op orde zouden zijn geweest als de inspectie de afgelopen jaren vaker scholen had bezocht.

De inspectie richt zich met het programma versterking toezicht nadrukkelijk op het verbeteren van de basisvaardigheden van leerlingen en studenten en het versterken van de sociale veiligheid op scholen, reageert Bruins. Het kabinet zet hier ook zelf op in met het Masterplan basisvaardigheden, benadrukt Paul.

Bezuinigingen

De Eerste Kamer stemde op 8 april 2025 in met de begroting van het ministerie van Onderwijs. Daarmee is de grootste onderwijsbezuiniging van deze eeuw een feit, stelt Westerveld (GroenLinks-PvdA). In hoeverre gaan deze bezuinigingen ook de inspectie raken, vraagt ze het kabinet.

Paul benadrukt dat het kabinet in 2022 juist extra capaciteit vrijmaakte voor inspectiepersoneel. Dat leidde tot een stijging in het aantal schoolbezoeken. De staatssecretaris verwacht dat deze trend zich doorzet en blijft bij de inspectie het belang van schoolbezoeken benadrukken.

De Kamer stemt op 15 april over de tijdens het debat ingediende moties.

Zie ook:

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort.
  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.
  • Kijk debatten terug via Debat Direct.