Nederlandse inzet op Europese top van 17 en 18 juli besproken

14 juli 2020, debat - Een Europees herstelfonds voor landen die zwaar zijn getroffen door de coronacrisis. Dat is het onderwerp van een Europese top op 17 en 18 juli. De Kamer debatteert met minister-president Rutte over de Nederlandse inzet.

Een Europees fonds van 750 miljard euro, deels bestaand uit leningen, deels uit subsidies. Dat moet acute economische hulp bieden aan de vooral Zuid-Europese landen die zwaar zijn getroffen door de uitbraak van COVID-19 en de lockdowns die daarop volgden.

Nederland verzet zich samen met Oostenrijk, Zweden en Denemarken tegen deze Europese plannen. Rutte wil dat landen die Europese steun uit het herstelfonds ontvangen hun economieën hervormen om ze weerbaarder te maken. De premier ziet daarom meer in leningen dan in subsidies. Dat is op de lange termijn in het belang van die landen en de Europese Unie als geheel.

Nederlands verzet

Nederland gooit zijn geld straks in een "bodemloze put", denkt Wilders (PVV), terwijl de Nederlandse belastingbetalers door de coronacrisis moeite hebben met het betalen van hun rekeningen. Van Haga noemt het onredelijk dat "puissant rijke Zuid-Europese landen" met een hoge, zelfgecreëerde staatsschuld gesteund worden met Nederlands geld. Steun moet tijdelijk zijn en worden verbonden aan harde voorwaarden en deadlines, vindt Mulder (VVD).

Zonder Europees herstel geen Nederlands herstel in deze crisis, stelt Jetten (D66). Dat is niet gratis, zegt hij, maar niet ingrijpen zou een veelvoud kosten. De Nederlandse en Europese belangen en prioriteiten liggen volgens Van Ojik (GroenLinks) in elkaars verlengde. Hij vraagt zich af wat het Nederlandse verzet tegen het herstelfonds uiteindelijk oplevert.

Is Nederland onder bepaalde voorwaarden bereid om toch akkoord te gaan met subsidies? Dat vraagt Kuiken (PvdA) zich af. De ontvangende landen zouden hun arbeidsmarkt en pensioenen moeten hervormen, antwoordt Rutte. Die hervormingen moeten zijn doorgevoerd voordat Nederland geld overmaakt. Maar de premier is er niet gerust op dat het tijdens de top gaat lukken om hierover overeenstemming te bereiken.

Juiste aanpak?

Slootweg (CDA) waarschuwt dat de meetlat voor steun de economische en gezondheidsimpact van corona moet zijn, niet de verschillen tussen sterkere en zwakkere economieën die al bestonden voor de coronacrisis. Als de plannen voor het herstelfonds doorgaan, krijgt een land als Polen naar verluidt een hoog bedrag, merkt Hiddema (FvD) op, terwijl dat land nauwelijks is geraakt door het coronavirus. Het herstelfonds sluist volgens hem vooral geld van sterkere naar zwakkere lidstaten.

Europese landen kunnen al geld lenen op de kapitaalmarkt om hun economie overeind te houden, zegt Azarkan (DENK). De echte oplossing ligt volgens hem in daadkrachtig optreden van de Europese Centrale Bank, die veel sneller kan handelen dan de Europese Commissie en lidstaten.

Van Otterloo (50PLUS) zou het onterecht vinden als de landen die het nu zwaar hebben, met grote leningen worden opgezadeld. Subsidies zouden moeten voorkomen dat in die landen vooral de zwakkeren op de arbeidsmarkt en de ouderen worden getroffen door de economische tegenwind. Europese landen waar de rechtsstaat onder druk staat, zouden geen noodsteun mogen ontvangen, benadrukt Bruins (ChristenUnie).

Bevoegdheden naar Brussel

Dit steunpakket en de bijbehorende verschuivingen op de Europese begroting zullen de autonomie van de lidstaten inperken, vreest Wassenberg (PvdD), en bovendien gaat er nog steeds te veel geld naar achterhaalde landbouwsubsidies. Alkaya (SP) ziet het herstelfonds als een poging van de "machtsgeile Europese Commissie" om meer macht naar zich toe te trekken tijdens een crisissituatie.

Er liggen momenteel onder meer plannen voor een Europese plastictaks en een digitaks. Maar belastingheffing is bij uitstek een zaak van nationale lidstaten, benadrukt Stoffer (SGP). Hij vindt dat die Europese belastingen er niet mogen komen.

De Kamer stemt op 14 juli over de tijdens het debat ingediende moties.

Zie ook: