Levenslanggestraften krijgen perspectief op vrijlating

8 september 2016, debat - Betekent levenslang echt levenslang? Staatssecretaris Dijkhoff (Justitie) vindt eigenlijk van wel. Maar uitspraken van de Hoge Raad en het EHRM maken dat hij levenslanggestraften toch uitzicht biedt op vrijlating.

Ook levenslanggestraften moeten uitzicht hebben op terugkeer in de maatschappij. Dit vindt zowel de Hoge Raad als het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Nederland voldoet daar niet aan: het is een van de weinige Europese landen waar levenslang echt levenslang is. De staatssecretaris wil eigenlijk dat dit zo blijft. Maar omdat hij vreest dat rechters überhaupt geen levenslang meer zullen opleggen, past hij de tenuitvoerlegging van de straf aan. Na 25 jaar kunnen levenslanggestraften voortaan, op basis van het oordeel van een adviescollege, in aanmerking komen voor re-integratieactiviteiten en zo perspectief krijgen op vrijlating.

PVV, CDA, SGP en Bontes niet overtuigd van noodzaak

Heeft de staatssecretaris geen andere keus dan het aanpassen van de tenuitvoerlegging van de levenslange gevangenisstraf? Volgens Van Toorenburg (CDA) ontbreekt het aan maatschappelijk draagvlak. Zij ziet meer in het toepassen van het middel gratie. Helder (PVV) vraagt aandacht voor de nabestaanden van slachtoffers: die hebben echt levenslang. Daar sluit Van der Staaij (SGP) op aan: een levenslange straf biedt gerechtigheid. Levenslang moet levenslang blijven, vindt ook Bontes (GrBvK), want slachtoffers krijgen ook geen tweede kans. Maar als we de tenuitvoerlegging niet aanpassen, zullen daders hun levenslange straf ontlopen, betoogt Van Oosten (VVD): rechters leggen die dan niet meer op.

Oordeel aan adviescollege en politiek of aan de rechter?

Dijkhoff wil een adviescollege na 25 jaar laten oordelen over de vraag of levenslanggestraften mogen deelnemen aan re-integratieactiviteiten. De verantwoordelijke staatssecretaris (of minister) beslist er vervolgens over. Daar kan Van Oosten zich in vinden. Recourt (PvdA) ziet het als een belangrijke eerste stap. Maar net als Swinkels (D66) en Van Nispen (SP) wil hij dat uiteindelijk wettelijk wordt geregeld dat een onafhankelijke rechter erover beslist. Hoe een nieuw stelsel er ook uitziet, zeggen Van Toorenburg en Van der Staaij, er moet in ieder geval een goede wettelijke regeling komen. We maken nu een start, antwoordt Dijkhoff, en de wettelijke verankering komt later.

De Kamer stemt op 13 september over de ingediende moties.

Zie ook:

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort
  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.