Levensbeschouwing op openbare basisschool

9 november 2016, initiatiefwetsvoorstel - PvdA, ChristenUnie en CDA stellen voor om structureel geld uit te trekken voor godsdienstig en humanistisch vormingsonderwijs op openbare basisscholen.

Op openbare basisscholen in Nederland bestaat al de gelegenheid om godsdienstig en humanistisch vormingsonderwijs te volgen. Maar ouders moeten er wel eerst om vragen. Dit onderwijs wordt nu nog betaald uit een tijdelijke subsidie. De initiatiefnemers willen er structureel geld voor vrijmaken.

Begrip en respect

Waarom zou je kinderen op een openbare school levensbeschouwelijk onderwijs aanbieden? Bijvoorbeeld omdat ouders willen dat hun kinderen leren dat mensen verschillend kunnen denken over religie en levensbeschouwing. Zo kunnen leerlingen een eigen visie op het leven ontwikkelen, vindt Vermue (PvdA). Kinderen kunnen goed toegerust de samenleving in, vult Bisschop (SGP) aan.

Kwaliteit

Om godsdienstig en humanistisch vormingsonderwijs van goed niveau te kunnen geven, moet er structureel budget voor zijn, vindt Amhaouch (CDA). Pas dan kunnen leraren zich voldoende specialiseren en zijn zij zeker van hun baan. Het levensbeschouwelijk onderwijs wordt namelijk niet gegeven door de school zelf, maar door speciale leraren.

Een wettelijke grondslag voor levensbeschouwelijk en godsdienstonderwijs geeft zekerheid en duidelijkheid, oordeelt Bruins (ChristenUnie). Volgens hem voorziet het in een behoefte.

Aparte groepjes

Kinderen volgen het levensbeschouwelijk onderwijs in een aparte groep. Ze krijgen het immers alleen als hun ouders dat willen. Dat vindt Van Dijk (SP) een nadeel, want "dan doen ze het juist niet meer samen". Ook Straus (VVD) ziet niets in aparte lessen over een specifieke stroming: wie dat wil kan naar een bijzondere school.

Godsdienstlessen door een pastoor, dominee, imam of rabbi gaan waarschijnlijk gepaard met zendingsdrift of misschien zelfs met bekeringsdrang, vreest Beertema (PVV). Hij is voorstander van algemene lessen over levensbeschouwing, maar in de variant die de initiatiefnemers voorstellen, heeft hij geen vertrouwen.

De initiatiefnemers en staatssecretaris Dekker (Onderwijs) reageren op een later moment op de inbreng van de Kamer.

Zie ook:

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort

  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.