Kwaliteit beroepsonderwijs moet verder omhoog

29 september 2016, wetsvoorstel - Hoe kunnen we de organisatie en de kwaliteit van het beroepsonderwijs verbeteren? Minister Bussemaker (Onderwijs) voert met een wetsvoorstel een aantal maatregelen door.

Bussemaker regelt met haar wetsvoorstel de volgende zaken:

  • adviesrecht voor deelnemersraden over het schoolkostenbeleid

  • aangescherpte erkenningsprocedure voor niet-bekostigde instellingen

  • verankering van het klachtrecht

  • inkorten van sanctietrajecten

Alle woordvoerders streven naar kwaliteitsverbetering, maar hun insteek is anders.

  • Van der Ree (VVD) en Rog (CDA): een gelijk(er) speelveld voor publiek en privaat onderwijs

  • Mohandis (PvdA), Van Meenen (D66) en Van Dijk (SP): versterk de positie van mbo-studenten

  • Beertema (PVV): geef schoolbestuurders duidelijke verantwoordelijkheden en spreek ze daarop zo nodig aan

  • Bisschop (SGP): belast het mbo niet met onnodige bureaucratie en een stapeling van nieuwe wetgeving

Schoolkosten

Deelnemersraden (bestaande uit mbo-studenten) krijgen met Bussemakers wetsvoorstel een adviesrecht over het schoolkostenbeleid van onderwijsinstellingen. Studenten hebben er namelijk last van als die onverantwoord hoog zijn.

Een apart adviesrecht over het schoolkostenbeleid is overbodig, betogen Rog en Bisschop. Zij willen regelen dat mbo-instellingen de noodzakelijke schoolkosten opnemen in de onderwijsovereenkomsten. Deelnemersraden hebben daarover al een adviesrecht.

Een advies kunnen schoolbesturen naast zich neerleggen. Mohandis en Van Meenen willen daarom dat deelnemersraden instemmingsrecht krijgen over het schoolkostenbeleid. Hopelijk helpt dit om te voorkomen dat schoolkosten "gierend uit de hand lopen", zegt Van Dijk. Dat gebeurt volgens hem nu te vaak.

Erkenningsprocedure

Het is ongewenst als private onderwijsinstellingen erkende opleidingen niet aanbieden, vindt Bussemaker. Zij wil ook voorkomen dat private opleidingen niet voldoen aan de wettelijke regels of van onvoldoende kwaliteit zijn. Daarom scherpt zij de erkenningsprocedure voor niet-bekostigde instellingen aan.

De regels voor het private onderwijs moeten niet strenger zijn dan voor het publieke onderwijs, betogen Van der Ree en Rog. Het is dan ook onterecht dat de erkenning sneller, al na een jaar, vervalt als een opleiding niet wordt aangeboden. Dit zou drie jaar moeten worden, net als bij publieke onderwijsinstellingen. Beertema en Bisschop steunen dit voorstel.

Klachtrecht

De minister legt het klachtrecht van mbo-studenten wettelijk vast. Dit beschermt hen tegen mbo-instellingen die hun beloftes niet nakomen. Bovendien zijn klachten een indicatie voor de (slechte) kwaliteit van het onderwijs.

Is de onafhankelijkheid van de klachtencommissie goed geregeld? Van Meenen en Van Dijk zetten daar vraagtekens bij. Daarom zou het goed zijn als studenten in beroep kunnen gaan bij een externe instantie. Ook Beertema ziet wel iets in een landelijke klachtencommissie.

Het klachtrecht moet niet alleen gelden voor met publiek geld betaalde onderwijsinstellingen, vindt Van Dijk, maar ook voor het private onderwijs. Mohandis en Van Meenen vallen hem daarin bij.

Sanctieprocedure

De tijd tussen de vaststelling dat de kwaliteit onvoldoende is en het stopzetten van een opleiding, is nu te lang. Bussemaker versnelt daarom de sanctieprocedure.

Het is goed dat wantoestanden sneller aan het licht komen, zegt Beertema.

De Kamer stemt op 4 oktober over het wetsvoorstel en de moties.

Zie ook:

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort
  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.