Kamer spreekt over cultuur en corona

28 april 2020, begroting - De Kamer spreekt met minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) over de steunmaatregelen voor de culturele sector vanwege de coronacrisis.

Alle musea, podia en zalen zijn dicht om ons te beschermen tegen het coronavirus. Dat is nodig en goed, maar het zorgt er volgens Asscher (PvdA) ook voor dat "onze manier van leven onder druk staat". En dat terwijl kunst en cultuur juist houvast kunnen bieden in tijden van onzekerheid, vult Belhaj (D66) aan.

Het kabinet trekt 300 miljoen euro uit om de culturele en creatieve sector door de eerste zware maanden van de coronacrisis te helpen. Wat is de minister precies van plan en wat gaat zij verder nog doen? De Kamer gaat daarover met haar in debat.

Infrastructuur

Het doel van de steunmaatregelen is de culturele basisinfrastructuur in stand houden, legt de minister uit. Daar zijn de woordvoerders blij mee, maar volgens sommigen is het niet genoeg. Die 300 miljoen is slechts een fractie van de nu al opgelopen schade, zeggen Kwint (SP) en Asscher (PvdA).

Van Raan (PvdD), Van den Berge (GroenLinks) en Kwint (SP) vinden de steunmaatregelen bovendien niet in verhouding staan tot de bedragen die zijn toegezegd aan bijvoorbeeld KLM, Schiphol en de sierteelt.

Van Engelshoven erkent dat het niet genoeg is, maar dit steunpakket is dan ook vooral bedoeld voor de eerste maanden. En, legt zij uit, de culturele sector kan ook gebruikmaken van de generieke maatregelen van het kabinet: de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW), de Beleidsregel tegemoetkoming ondernemers getroffen sectoren COVID-19 (TOGS) en de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo).

Dik (ChristenUnie) benadrukt dat er ook aandacht moet zijn voor mensen die tussen wal en schip vallen omdat geen van de regelingen voor hen van toepassing is.

Fiscale maatregelen

De culturele sector zou ook met fiscale maatregelen tegemoet gekomen kunnen worden. Van den Berge (GroenLinks) en Belhaj (D66) pleiten voor versoepelingen die met name de creatieve makers moeten helpen.

Dik (ChristenUnie) vraagt om een schenkingsvrijstelling voor bedrijven, zodat ondernemers bijvoorbeeld de lokale muziekvereniging kunnen steunen. De minister zegt toe dit met haar collega Vijlbrief, die over de belastingen gaat, te bespreken.

Gemeenten en provincies

In de verdeling van de steun is een grote rol weggelegd voor gemeenten en provincies. Dat is van belang, vindt Geluk (CDA), want ook harmonieorkesten, kastelen en immaterieel erfgoed als het zomercarnaval mogen niet verloren gaan.

Hoe gaat het verdelen van het geld in zijn werk, vraagt Van den Berge (GroenLinks). Is het wie het eerst komt, die het eerst maalt? De minister antwoordt dat ze nog met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het Interprovinciaal Overleg aan het verkennen is hoe ze het gaan doen. El Yassini (VVD) vraagt haar de gemeenten de regie te laten houden, omdat die zelf het beste weten wat van belang is.

Niet-gesubsidieerde instellingen

Het overgrote deel van de 300 miljoen komt terecht bij organisaties die subsidie krijgen. Dat is ironisch, constateren Asscher (PvdA) en Belhaj (D66), want de instellingen die normaal gesproken voor zichzelf konden zorgen, kunnen nu dus geen aanspraak maken op hulp.

Verschillende woordvoerders vragen de minister ook aandacht te hebben voor niet-gesubsidieerde makers en instellingen. Kwint (SP) neemt het in het bijzonder op voor de popcultuur die "ten onder dreigt te gaan aan zijn eigen succes".

De Kamer stemt op 7 mei over de gewijzigde begroting en de tijdens het debat ingediende moties.

Zie ook: