Kamer bespreekt handhaving Wet gedeeltelijk verbod gezichtsbedekkende kleding

26 september 2019, debat - Met een recente wet is het dragen van gezichtsbedekkende kleding verboden in sommige publieke instellingen en het openbaar vervoer. De Kamer bespreekt de handhaving van de wet met de betrokken bewindspersonen.

Sinds 1 augustus 2019 is het verboden om in overheidsgebouwen, scholen, ziekenhuizen en het openbaar vervoer (gedeeltelijk) gezichtsbedekkende kleding te dragen. In de praktijk gaat het daarbij vooral om de boerka en nikab. Onduidelijkheid over de uitvoering en handhaving van de wet leidde begin september al tot mondelinge vragen aan minister Ollongren van Binnenlandse Zaken.

Doel van de wet

Er is brede steun in de samenleving voor de wet, stellen Van der Molen (CDA) en Wiersma (VVD), want in Nederland vinden we het normaal om open met elkaar te communiceren. Dat versterkt het veiligheidsgevoel op straat en helpt bij de integratie. Ja, de wet moet de sociale veiligheid bevorderen, bevestigt minister Koolmees (Sociale Zaken), maar hij ziet het verbod niet als instrument in het integratiebeleid.

Een paar honderd draagsters van boerka of nikab voelen zich door de wet mogelijk in de hoek gedreven, vreest Özütok (GroenLinks). Kuzu (DENK) ziet de "pestwet" als "islamofobe bezigheidstherapie" en "symboolpolitiek in de reinste vorm". De wet probeert een probleem op te lossen dat geen probleem is, vindt Paternotte (D66), omdat het gaat om een kleine groep.

Laten we de wetsbehandeling niet overdoen, suggereert Van der Graaf (ChristenUnie): de wet is democratisch vastgesteld en moet worden gehandhaafd. We moeten overgaan tot nauwkeurige uitvoering en niet tot oogluikende ontduiking, zo valt Stoffer (SGP) haar bij.

Handhaving

Alleen de politie kan de wet handhaven, maar die wil daar niet toe overgaan, merkt Van der Molen (CDA) op. Onvoldoende politiecapaciteit maakt het volgens Özütok (GroenLinks) begrijpelijk dat de handhaving geen prioriteit krijgt. Tegelijkertijd werd een buschauffeur op de vingers getikt nadat hij een nikabdraagster weigerde mee te nemen, waarmee de wet een leeg stuk papier is geworden, stelt Bosma (PVV).

Minister Ollongren ziet bereidheid bij instellingen om bijvoorbeeld hun huisregels en dienstverlening aan te passen en de wet te handhaven, maar wil als wetgever "niet te veel in praktijksituaties treden".

Medewerkers in bijvoorbeeld het openbaar vervoer voelen zich niet gesteund door het gebrek aan eenduidige afspraken over de handhaving, zegt Wiersma (VVD). Hij wil boa's ook bevoegdheden geven om de wet te handhaven. Minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid is niet van plan de instructies aan boa's aan te passen.

De communicatiestrategie bij de wetsinvoering was niet erg succesvol, blikt Van Dijk (SP) terug. Hij vraagt om een helder plan van aanpak voor de toekomst, zodat intimidatie of een heksenjacht op straat voorkomen kunnen worden.

Onafhankelijk Kamerlid Van Kooten maakt zich zorgen over burgerarresten bij overtreding van het verbod. Die werden in de media als optie genoemd. Over daadwerkelijke burgerarresten zijn minister Grapperhaus geen signalen bekend.

De Kamer stemt op 1 oktober over de tijdens het debat ingediende moties.

Zie ook:

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort

  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.

  • Kijk debatten terug via Debat Gemist