Debat over voorstellen tot grondwetsherziening

25 mei 2020, wetsvoorstellen – De Kamer debatteert met minister Ollongren (Binnenlandse Zaken) over drie voorstellen voor wijziging van de Grondwet.

Een gestroomlijnde procedure voor grondwetsherziening, invloed van Nederlanders in het buitenland op de samenstelling van de Eerste Kamer, en het schrappen van overbodige artikelen. Minister Ollongren legt de Kamer drie wetsvoorstellen voor om de Grondwet aan te passen. Met het schrappen van de artikelen gaan alle woordvoerders akkoord. De twee andere voorstellen roepen wel discussie op.

Procedure tweede lezing

Een voorstel tot wijziging van de Grondwet moet eerst door Tweede en Eerste Kamer worden aangenomen en vervolgens, na Tweede Kamerverkiezingen, door beide Kamers met een tweederdemeerderheid.

Minister Ollongren wil dat die behandeling in tweede lezing, dus na de verkiezingen, sneller verloopt. In haar voorstel legt zij het initiatief voor die tweede lezing bij de Kamer. Bovendien kan alleen de nieuwe Kamer over de grondwetswijziging beslissen. Neemt die geen besluit, dan vervalt het voorstel automatisch.

Özütok (GroenLinks) vindt het te rigide dat een voorstel automatisch vervalt. Zij wil dat de nieuwe Kamer een voorstel kan doorschuiven tot na de eerstvolgende verkiezingen. Geen goed idee, vindt Ollongren. Zij wil "politiek opportunisme" van kabinet en Kamer zo veel mogelijk voorkomen.

Laat de Raad van State advies geven over een grondwetsherzieningsvoorstel in tweede lezing, adviseert Van der Graaf (ChristenUnie). Daartoe kan de Kamer zelf beslissen, reageert Van Gent (VVD). Bij grondwetswijzigingen wordt niet over één nacht ijs gegaan, benadrukt de minister. Een advies van de Raad van State lijkt haar daarom niet altijd noodzakelijk.

Verkiezing Eerste Kamer

De Eerste Kamer wordt gekozen door de leden van Provinciale Staten. Nederlanders in het buitenland kunnen niet meedoen aan PS-verkiezingen. Zij wonen immers niet in een provincie. Daarom hebben zij geen invloed op de samenstelling van de Eerste Kamer.

Minister Ollongren wil nu een kiescollege oprichten voor Nederlanders die in het buitenland wonen. Zo krijgen zij een stem in de samenstelling van de Eerste Kamer.

Dit voorstel "schuurt vreselijk met de Grondwet", vindt Van Raak (SP), want voor de indirecte verkiezing van de Eerste Kamer moet iemand Nederlands ingezetene zijn. En dat zijn Nederlanders die in het buitenland wonen niet. Maar de Staten-Generaal horen alle Nederlanders te vertegenwoordigen, werpt Ollongren tegen. Het geven van een stem aan Nederlanders in het buitenland vindt zij daarom juist in lijn met de Grondwet.

Sneller (D66) wil de stemwaarde voor Nederlanders in het buitenland verhogen. Met het voorstel zouden zij volgens hem invloed hebben op "ongeveer een halve Eerste Kamerzetel". Dat zouden er zijns inziens minstens drie moeten zijn. Ook Van der Molen (CDA) vindt dat de stemwaarde "nadere doordenking" vereist. Laten we daarover advies vragen aan de Raad van State, stelt Kuiken (PvdA) voor.

De Kamer stemt op 26 mei over de wetsvoorstellen.