Debat over versterking functies van en omgangsvormen in de Kamer

9 maart 2022, debat - De Kamer debatteert over haar eigen werkwijze en functioneren. Aanleiding vormen het rapport van een werkgroep onder leiding van Kamerlid Van der Staaij en de notitie van Voorzitter Bergkamp over de omgangsvormen in debatten.

De werkgroep onder leiding van Van der Staaij had als opdracht om praktische voorstellen te doen om de wetgevende, controlerende en vertegenwoordigende functies van de Kamer te versterken. Voorzitter Bergkamp heeft haar notitie geschreven naar aanleiding van de discussie over verruwing van het parlementaire debat.

Omgangsvormen Kamer

Bevolkingsgroepen worden verdacht gemaakt op grond van hun afkomst of geloof. Journalisten worden betiteld als tuig van de richel. Collega-Kamerleden worden bedreigd met tribunalen. Paternotte (D66) vindt dat sommige Kamerleden veel te ver gaan. Scherpe en verhitte discussies zijn goed, zegt Hermans (VVD), maar die moeten wel plaatsvinden met respect voor elkaar en voor de democratie. De grens ligt in ieder geval bij beledigen, bedreigen en intimideren.

De Tweede Kamer is als een familie, zegt Van der Plas (BBB): we hebben elkaar niet uitgekozen maar moeten het wel met elkaar doen. Zij heeft zich het afgelopen jaar verbaasd over hoe de Kamer zich presenteert aan de samenleving. Bisschop (SGP) benadrukt dat Kamerleden een voorbeeldfunctie hebben. Hij vindt dat vulgaire taal en vloeken niet in het parlementaire bedrijf en het verslag thuishoren.

In principe moet alles in debatten kunnen worden gezegd, vindt Eerdmans (JA21), afgezien van bedreigingen of oproepen tot geweld. Het verbieden van woorden is in zijn ogen een slecht idee.

De grenzen van wat geoorloofd is, zijn al jaren verschoven, constateert Bergkamp. We gaan geen verboden-woordenlijst maken, maar "knettergek" is toch echt een scheldwoord, zegt zij. Luisteren we nog wel naar elkaar? Heeft een debat nog impact op onze mening? Die achterliggende vragen zijn volgens Bergkamp relevant.

"Ophef over de ophef." Leijten (SP) heeft gemengde gevoelens over het voeren van een debat over de omgangsvormen in de Kamer. Naar haar idee leidt dat tot navelstaarderij. Het zou volgens haar minder moeten gaan over vorm en beeldvorming en meer over de inhoud.

Vrijheid van meningsuiting

Het vrije parlementaire debat is het fundament van onze democratie, benadrukt Van Meijeren (FVD). De Grondwet bepaalt dat parlementariërs een grotere vrijheid van meningsuiting hebben, maar de regels die de Voorzitter toepast zorgen ervoor dat bepaalde zaken niet meer gezegd mogen worden.

De grens van de vrijheid van meningsuiting ligt bij racisme, fascisme, seksisme en validisme, betoogt Simons (BIJ1). Uitspraken van bepaalde politici maken van migranten, moslims en allochtonen de zondebok. En ze dragen bij aan de acceptatie van racisme, xenofobie en ongelijkheid.

Uitlatingen die de democratische rechtsstaat ondermijnen of in strijd zijn met de Grondwet, zouden buiten de orde van het debat moeten vallen, vindt Wassenberg (PvdD). Dat geldt ook voor discriminerende opmerkingen, want die zijn in strijd met artikel 1.

Het vrije woord is van onschatbare waarde, juist in de Tweede Kamer, zegt Bergkamp. Maar het vrije woord heeft niets te maken met het beledigen van mensen. Het kan juist ook gesmoord worden door beledigingen. Zij signaleert dat sommige Kamerleden uit vrees hiervoor zelfcensuur toepassen. En we moeten ook zorgvuldiger omgaan met spreken over mensen die niet aanwezig zijn, zegt Bergkamp.

Democratische rechtsstaat en samenleving

Als de democratische rechtsstaat door Kamerleden van binnenuit wordt aangevallen, dan moet de Voorzitter ingrijpen, vindt Klaver (GroenLinks). Partijen die geen afstand nemen van het optreden van Rusland, zouden bijvoorbeeld geen toegang moeten krijgen tot geheime informatie.

Aanvallen op de democratie vanuit de Kamer voeden het wantrouwen in de samenleving, stelt Ploumen (PvdA) vast. Het antwoord op antidemocratische retoriek is de democratie beter verdedigen en weerbaarder maken. Dat kan volgens haar bijvoorbeeld door het invoeren van bindende referenda en stemrecht vanaf 16 jaar.

Als uitspraken in de Kamer leiden tot intimidatie van bijvoorbeeld journalisten en wetenschappers, dan zou de Voorzitter daarop moeten kunnen ingrijpen, vindt Heerma (CDA). Hoe we binnen de Kamer met elkaar omgaan, heeft zijn effect in de samenleving, denkt ook Dassen (Volt). Hij bepleit een gedragscode voor hoe Kamerleden omgaan met sociale media.

Niet alleen de Voorzitter, maar alle Kamerleden zijn hoeder van de democratie en de rechtsorde, zegt Bergkamp. Zij erkent dat er zorgen zijn over de veiligheid van Kamerleden. Zodra zij meer weet over de stand van zaken van een onderzoek hiernaar, informeert zij de Kamer daarover.

Debatten en taken

Hoe kunnen we de debatten in de Kamer beter maken? Segers (ChristenUnie) wil dat de Kamer één dag per week aan wetgeving besteedt. Maar een vaste dag kan juist ook beperkend werken voor de ruimte voor wetgeving, denkt Bergkamp. Een vast blok voor wetgeving lijkt haar wel gemakkelijker te plannen.

Zijn wij als Kamer in staat om onze belangrijkste taken, wetten maken en de regering controleren, goed uit te voeren? De toeslagenaffaire geeft volgens Omtzigt reden om daaraan te twijfelen. De regering heeft in die zaak volgens hem veel verborgen kunnen houden.

De Kamer kan eerder betrokken worden bij wetgeving, meent Van der Staaij. En het Reglement van Orde is een gereedschapskist die strategischer kan worden ingezet, bijvoorbeeld door minder moties in te dienen en de uitvoering van toezeggingen en aangenomen moties beter te controleren. Hij pleit ook voor beter contact met uitvoeringsorganisaties en ministeries.

Afsplitsingen

Afsplitsingen krijgen veel minder geld en spreektijd in debatten. Ephraim (Groep Van Haga) vindt dat onrechtvaardig en pleit voor gelijke wapens en een gelijk speelveld. Omtzigt sluit zich daarbij aan. Als de Kamer dat anders wil, dan moet daar een duidelijke uitspraak over gedaan worden, zegt Bergkamp. De Kamer kan vragen om een evaluatie van wat hierover eerder is afgesproken, aldus Van der Staaij.

De Kamer stemt op 15 maart over de tijdens het debat ingediende moties.

Zie ook: