Debat over het pensioenakkoord

19 juni 2019, debat - Na negen jaar onderhandelen bereikten kabinet en sociale partners een principeakkoord over een vernieuwd pensioenstelsel. De Kamer bespreekt de hoofdlijnen met minister Koolmees (Sociale Zaken) in aanwezigheid van premier Rutte.

Al sinds 2010 werd er onderhandeld. Verschillende malen lag er bijna een akkoord, maar trok een van de partners op het laatste moment toch de steun in. Maar twee weken geleden was het zover: het kabinet, werkgevers en werknemers bereikten een akkoord over een herziening van het pensioenstelsel. Inmiddels hebben ook de leden van de vakbonden hun steun voor het akkoord uitgesproken.

Van Weyenberg (D66) is blij met het nieuwe pensioenakkoord: pensioenen worden beter, eerlijker en persoonlijker. Niet typisch liberaal, typisch christendemocratisch of typisch socialistisch, maar gewoon een goed pensioenakkoord: fair, solidair en verstandig, vindt Van der Linde (VVD). Ook andere woordvoerders juichen het akkoord toe:

  • Omtzigt (CDA): goed nieuws dat de polder tot een akkoord is gekomen
  • Klaver (GroenLinks): een prestatie van jewelste
  • Asscher (PvdA): positief dat werkgevers en werknemers het eens geworden zijn
  • Bruins (ChristenUnie): een van de laatste kansen voor het redelijke en moedige midden
  • Stoffer (SGP): het akkoord neemt een groot stuk onzekerheid weg

Maar er klinken ook kritische geluiden:

  • Van Kent (SP): niet de route naar een rechtvaardig pensioen
  • Mulder (PVV): een flutakkoord met alleen maar losse eindjes
  • Van Raan (PvdD): een pokerpensioen, waarbij wordt ingezet op de roulettetafel van de economische groei
  • Van Brenk (50PLUS): een akkoord over de problemen, maar niet over de oplossingen
  • Azarkan (DENK): gemiste kans dat er niks gedaan is met hervorming van de rekenrente
  • Baudet (FvD): pensioenen zijn niet te garanderen met dit akkoord

Regeling voor zware beroepen

Werkgevers die oudere werknemers een vertrekregeling aanbieden, liepen kans dat ze daarover een heffing van 52% moesten betalen. In het pensioenakkoord is nu afgesproken dat oudere werknemers eventueel drie jaar eerder mogen stoppen. De werkgever mag ze daarvoor tot €19.000 per jaar betalen zonder daarover een heffing te moeten betalen. Om dit mogelijk te maken is de eerste vijf jaar 800 miljoen beschikbaar.

Asscher (PvdA) is blij dat mensen met zwaar werk straks drie jaar eerder kunnen stoppen. Maar bij de uitwerking gaan we het kabinet aan de afspraken houden, benadrukt de PvdA-leider. Blij dat er afspraken zijn, maar het echte werk begint nu pas, meent ook Klaver (GroenLinks). De regeling voor zware beroepen duurt vijf jaar, constateert Stoffer (SGP), maar is er ook perspectief op verlenging?

Het pensioenakkoord geeft geen enkele zekerheid voor zware beroepen, stelt Mulder (PVV). Krijgen ze een sigaar uit eigen doos? Ook Van Kent (SP) is sceptisch: gaan werkgevers hier echt in investeren als ze niet gedwongen worden? Verleng de tijdelijke regeling op z'n minst totdat er een structurele afspraak ligt over vroegpensioen, luidt zijn pleidooi.

Meer werknemers moeten gezond de eindstreep halen, vindt Koolmees. Daarom liggen er afspraken over duurzame inzetbaarheid, nu en in de toekomst. De vijfjarige regeling voor zware beroepen is een van de maatregelen op korte termijn. Intussen onderzoekt de minister met sociale partners de mogelijkheid om mensen na bijvoorbeeld 45 dienstjaren onder voorwaarden te laten uittreden.

Lage rekenrente

Pensioenfondsen moeten genoeg geld in kas hebben om toekomstige betalingen te garanderen. Hoe rijk ze zich mogen rekenen, hangt onder meer af van de zogeheten rekenrente. Die is al jaren erg laag, mede door het beleid van de Europese Centrale Bank. De Nederlandse rente nadert inmiddels de 0%. Verhoging van de pensioenen lijkt daardoor voor veel fondsen uit te blijven, ook met het nieuwe akkoord.

We hebben het beste pensioenstelsel ter wereld, er zit bijna 1.500 miljard in de pensioenpotten: laat de gepensioneerden dat ook eens merken, bepleit Azarkan (DENK). Hij ageert tegen de "hysterisch lage rekenrente". We rekenen ons bewust arm, stelt ook Van Brenk (50PLUS): het EU-gemiddelde is 2,1%, maar de Nederlandse rekenrente gaat naar de 0%, dus wie is hier nu gek?

Baudet (FvD) ziet voor alle zorgen over pensioenen één simpele oorzaak: "de dramatische euromunt". Heb het lef om ongehoorzaam te zijn aan de ECB en verhoog de rekenrente naar minimaal 2%, luidt zijn voorstel. Dat kan volgens hem zonder risico's als je geen geld uitgeeft aan "zinloos klimaatbeleid".

Omtzigt (CDA) is eveneens kritisch op het monetaire beleid van de Europese Centrale Bank. Als de rente langdurig 0% is, dan is geen kapitaalgedekt pensioenstelsel daartegen bestand, is zijn stelling. Dus wanneer gaat de regering een standpunt innemen over het ECB-beleid dat ons stelsel uitholt?

Het gaat te ver om de lage rekenrente volledig aan de Europese Centrale Bank te wijten, vindt Koolmees: de rente is al 30 jaar structureel aan het dalen. Daarnaast spelen veel andere factoren een rol, zoals internationale vetes en handelsoorlogen. Bovendien wordt de impact van de rekenrente in het nieuwe pensioenstelsel op onderdelen minder groot, voegt Koolmees daar nog aan toe.

De Kamer stemt op 25 juni over de ingediende moties.

Zie ook:

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort
  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.
  • Kijk debatten terug via Debat Gemist