Debat over de opvang van Oekraïense vluchtelingen

21 april 2022, debat - De Kamer debatteert over de opvang van Oekraïense vluchtelingen met minister Yeşilgöz (Justitie en Veiligheid), staatssecretaris Van der Burg (Justitie en Veiligheid), minister De Jonge (Volkshuisvesting), minister Wiersma (Primair en Voortgezet Onderwijs) en minister Schouten (Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen).

Zo'n 5 miljoen Oekraïners zijn in zeer korte tijd hun land ontvlucht. In Nederland zijn inmiddels ongeveer 40.000 van hen opgevangen. De Kamer bespreekt de gevolgen van deze instroom.

Noodwetgeving

De bijzondere omstandigheden hebben het kabinet genoopt noodrecht in te zetten, zegt Van der Burg. Dat houdt in dat er een taak wordt neergelegd bij de burgemeesters. Het vorderen van huisvesting is volgens de staatssecretaris niet aan de orde. Hij wijst erop dat de Kamer beslist over de voortduring van het noodrecht.

Het gebruik van noodrecht om de opvang van Oekraïners rond te krijgen, noemt Bisschop (SGP) een paardenmiddel. Is het wel verstandig om het brede draagvlak in gevaar te brengen door dwang toe te passen? Minister Yesilgöz vindt dat de discussie hierover moet worden gevoerd bij het debat over het wetsvoorstel.

Geen opvangdwang, maar uitzetdwang, zegt Van Haga (Groep Van Haga). Hij vindt het onbegrijpelijk dat Nederlandse grondrechten worden aangetast, terwijl het tegelijkertijd niet lukt om kansloze asielzoekers terug te sturen. Markuszower (PVV) wil tijdelijk en beperkt ruimte maken voor Oekraïners, maar alleen als de instroom van "indringers" uit het Midden-Oosten en Afrika wordt gestopt.

Is er een limiet aan wat Nederland aankan, vraagt Eerdmans (JA21). Oekraïners mogen vrij reizen in Europa, benadrukt Van der Burg: Polen, Hongarije en Moldavië zijn voor de opvang misschien "iets meer regio" dan Nederland, maar ook Nederland is de regio. Dat laat onverlet dat het steeds meer zal "piepen en kraken" als er meer Oekraïners naar Nederland komen, aldus de staatssecretaris.

Status vluchtelingen

Waarom krijgen Oekraïners geen tijdelijke verblijfsvergunning, vraagt Piri (PvdA). Zij wijst de politieke keuze van het kabinet af. Maar volgens Brekelmans (VVD) is het geen politieke, maar een uitvoeringskeuze: bij een tijdelijke verblijfsstatus zouden Oekraïners direct recht op een woning krijgen.

Jansen (FVD) vindt het onbegrijpelijk dat gepleit wordt voor een tijdelijke verblijfsvergunning voor Oekraïners. Hij vreest dat zij permanent in Nederland zullen willen blijven, terwijl Nederland al vol is.

Een tijdelijke verblijfsvergunning levert geen bijdrage aan de oplossing van de problemen waarvoor we staan, reageert Van der Burg. Hij wijst erop dat ook zonder zo'n vergunning sociale zekerheid en onderwijs voor Oekraïense kinderen gewaarborgd zijn.

Azarkan (DENK) is blij met de getoonde solidariteit met de Oekraïense vluchtelingen. Maar die staat volgens hem wel in een schril contrast met het falen in de opvang van andere vluchtelingen en met de "giftige retoriek" die in het parlement soms te horen is.

Huisvesting

Kröger (GroenLinks) vindt verplichtende afspraken met gemeenten noodzakelijk, maar het Rijk moet de gemeenten dan wel met geld en mankracht bijstaan. Doorzettingsmacht is nodig, vindt ook Kuik (CDA), want "we hebben Ter Apel te lang aan zijn lot overgelaten".

Voor de huisvesting is transformatie van gebouwen nodig, net als het bouwen van flexwoningen, zegt minister De Jonge. Het Rijksvastgoedbedrijf heeft een inventarisatie gemaakt van 285.000 m2 aan tranformatiemogelijkheden. Die ruimte komt volgens de minister niet alleen beschikbaar voor de huisvesting van Oekraïners, maar ook voor het COA.

Dat tijdelijke bewoners soms hun huis uit moeten voor de huisvesting van Oekraïners, zal volgens Van Dijk (SP) niet bijdragen aan het behouden van draagvlak. Dit komt heel weinig voor, meent De Jonge. Het zal voornamelijk optreden bij antikraak, maar dat is volgens de minister sowieso een onzekere manier van wonen.

Onderwijs, zorg, sociale zekerheid

Van der Plas (BBB) maakt zich zorgen over de druk op nieuwkomerscholen. En is het mogelijk om de procedure voor het aanvragen van een verklaring omtrent het gedrag (vog) voor Oekraïense leerkrachten te versnellen?

Ceder (ChristenUnie) benadrukt het belang van goed (taal)onderwijs en goede medische en psychosociale zorg. Om de coördinatie te verbeteren, bepleit hij één landelijk aanspreekpunt voor gemeenten.

Minister Wiersma zegt dat de onderwijssector het "best pittig" heeft met het opvangen van Oekraïense leerlingen. Er wordt af en toe geïmproviseerd om op heel veel plekken onderwijs te bieden. Het programma bestaat over het algemeen uit een derde taal, een derde vakonderwijs en een derde lessen gericht op een veilige en gezellige omgeving. Het vog-traject wordt volgens de minister versneld.

We doen ons best om Oekraïners op de hoogte te brengen van hun rechten, zegt minister Schouten. Werkgevers hebben een meldplicht als zij Oekraïners in dienst nemen. De inspectie heeft een rol bij het voorkomen van arbeidsuitbuiting. En de website Working in the Netherlands wordt vertaald in het Oekraïens.

Asielbeleid

Een aantal leden doet voorstellen voor een toekomstig asielbeleid. Zo oppert Koekkoek (Volt) om Europees geld te gebruiken om extra aanmeldcentra te creëren. Asielzoekers moeten zich in de toekomst vrijer kunnen bewegen, zegt Podt (D66). Zij wil dat de autonomie van de gevluchte Oekraïners ook voor andere asielzoekers gaat gelden.

De Kamer stemt 10 mei over de moties die tijdens het debat zijn ingediend.

Zie ook: