Corporatiestelsel onder de loep

2 december 2014, debat - Wat kunnen we leren van het onderzoek van de parlementaire enquêtecommissie Woningcorporaties? De Kamer bespreekt het rapport Ver van huis.

Financieel uit de hand gelopen projecten. Exorbitante beloning van bestuurders. Corruptie. Speculatie met derivaten. Dit soort misstanden waren aanleiding voor het houden van een parlementaire enquête, onder leiding van commissievoorzitter Van Vliet. Daar was alle reden voor, aldus Van der Linde (VVD). Schouten (ChristenUnie) en Bisschop (SGP) stellen vast dat het ontbrak aan een moreel kompas. Het is volgens Karabulut (SP) fout gegaan doordat publieke taken in private handen kwamen. Verandering is nodig om huurders en belastingbetalers in bescherming te nemen, stelt Fritsma (PVV).

Woningcorporaties moeten zich weer richten op kerntaken

Baken de taken van woningcorporaties zodanig af dat zij zich weer richten op hun kerntaak: het huisvesten van lagere (midden)inkomens. Deze aanbeveling doet de enquêtecommissie. Zo kunnen commerciële capriolen, gegraai, corruptie en cliëntelisme voortaan voorkomen worden, hoopt Fritsma. Verschillende woordvoerders wijzen op de nadelen van een te strikte taakomschrijving. Die kan ervoor zorgen dat corporaties geen rol meer kunnen spelen bij de herstructurering van oude wijken en krimpgebieden, vreest Verhoeven (D66). Is het instellen van een stads- en dorpsvernieuwingsfonds daarvoor een oplossing?, vraagt Monasch (PvdA). De regels moeten niet doorslaan, zegt Knops (CDA), zodat corporaties zich kunnen blijven inzetten voor het leefbaar houden van wijken.

Woonautoriteit kan extern toezicht versterken

Het Centraal Fonds Volkshuisvesting, de toezichthouder op de woningcorporaties, was een "waakhond zonder tanden", stelt Karabulut vast. Te veel is vertrouwd op zelfregulering, zegt Monasch. Met het instellen van een onafhankelijke Woonautoriteit kan volgens de enquêtecommissie het toezicht worden verbeterd. Die autoriteit zou meer informatiebevoegdheden en een groter sanctie-instrumentarium moeten krijgen. Maar moet het wel een zelfstandig bestuursorgaan worden?, vragen Van der Linde en Verhoeven. Zij suggereren dat het toezicht ook rechtstreeks onder het ministerie kan vallen. Knops vindt het wel verstandig om een Woonautoriteit op meer afstand van de minister te plaatsen.

Grotere invloed huurders om bestuurders te controleren

De enquêtecommissie wil huurders een advies- of instemmingsrecht geven bij belangrijke beslissingen. Dit kan voorkomen dat idiote projecten worden gefinancierd met huurdersgeld, zegt Karabulut. Ook Monasch wil huurders een sterkere positie geven. Maar Van der Linde en Verhoeven vrezen een belangentegenstelling: zittende huurders (insiders) hebben geen belang bij de bouw van nieuwe woningen voor mensen op de wachtlijst (outsiders). Vergroting van de huurdersinvloed is een vergaande stap, zegt Schouten, die goed moet worden onderbouwd. De positie van huurders moet worden versterkt, vindt Knops, maar dat zou niet moeten doorslaan naar een absoluut vetorecht.

Het debat gaat op 3 december verder met het antwoord van de commissie.

Zie ook: