Bespreking Rijkswet Koninkrijksgeschillen

2 juli 2019, wetsvoorstel - De Kamer en vertegenwoordigers van Curaçao, Aruba en Sint-Maarten spreken met staatssecretaris Knops (Koninkrijksrelaties) over zijn conceptregeling voor de afhandeling van geschillen tussen de landen van het Koninkrijk.

Geschillen tussen de Koninkrijkslanden zullen met Knops' conceptregeling worden voorgelegd aan de Afdeling advisering van de Raad van State, die vervolgens een zwaarwegend advies uitbrengt.

Met zijn conceptregeling wijkt de staatssecretaris af van eerder in het Interparlementair Koninkrijksoverleg (IPKO) gestelde eisen, waar ook naar verwezen wordt in een in 2015 aangenomen motie van toenmalig PvdA-Kamerlid Van Laar. Volgens die motie zouden geschillen moeten worden voorgelegd aan een onafhankelijk orgaan dat alleen strikt juridische zaken behandelt en vervolgens een bindend advies uitbrengt.

Een geschillenregeling is pas echt effectief als de verantwoordelijkheidsdiscussie binnen het Koninkrijk is afgerond, benadrukt Bosman (VVD). Als de verantwoordelijkheden niet helder zijn, kun je ook geen helder oordeel geven over geschillen, meent Van Raak (SP).

De beste geschillenregeling is de ontmanteling van het Koninkrijk, meent De Graaf (PVV). Hij wil "alle Koninkrijkslanden soevereiniteit gunnen".

Draagvlak

Een geschillenregeling kan pas werken als er in alle landen draagvlak voor is, betoogt Van Dam (CDA). Hij constateert dat dat draagvlak er ook na intensief overleg niet is. Het draagvlak spat er niet af, erkent de staatssecretaris, maar draagvlak is voor hem geen eis. Hij wijst erop dat hij op grond van het Statuut met een geschillenregeling moet komen.

Het draagvlak kan volgens Tjon en Arends, bijzonder gedelegeerden van Aruba, vergroot worden met een góéde geschillenregeling, die kansen biedt om de banden binnen het Koninkrijk te verstevigen en conflicten te voorkomen.

Algemene kritiek

Mevrouw Mc William, bijzonder gedelegeerde van Curaçao, wijst op de lange geschiedenis van de totstandkoming van de geschillenregeling. Terwijl de meningen nog duidelijk verschillen, heeft de staatssecretaris toch zijn regeling gepresenteerd. Welke signaal geeft Nederland daarmee af aan zijn Koninkrijkspartners?

Zijn het Koninkrijk en de vier landen gebaat bij een geschillenregeling die op voorhand controversieel is, vraagt Drost (ChristenUnie) zich af. Met een geschillenregeling die tot geschillen leidt, kun je beter niet beginnen, zegt ook Moses, bijzonder gedelegeerde van Curaçao.

Sneek, bijzonder gedelegeerde van Aruba, wijst erop dat veel staatsrechtgeleerden aangeven dat de voorgestelde regeling niet voldoet aan de doelstellingen van het Statuut.

Bindend?

Dat de uitspraken van de Afdeling advisering van de Raad van State volgens de geschillenregeling niet bindend zullen zijn, vindt Pauletta, bijzonder gedelegeerde van Curaçao, een slechte keuze. Zij wil duidelijke regelgeving, want dat voorkomt willekeur. Het is te vrijblijvend, zegt ook Kuiken (PvdA).

Bindendheid van de uitspraken is een vereiste, zegt Wuite, gevolmachtigd minister van Sint-Maarten. Als een onafhankelijke instantie aangeeft dat een besluit juridisch niet voldoet, dan moet er van dat besluit worden afgezien. Die bindendheid van uitspraken hoort wat haar betreft hand in hand te gaan met geschillenpreventie.

Bisschop (SGP) vindt dat alleen in "zeer zwaarwegende gevallen" mag worden afgeweken van het oordeel van de Afdeling advisering van de Raad van State. De redenen daarvoor moeten naar zijn mening dan openbaar worden gemaakt.

In normale omstandigheden wordt het oordeel van de Afdeling advisering gevolgd, benadrukt Knops. Maar er zijn volgens hem "veiligheidskleppen" nodig: in abnormale omstandigheden moet het mogelijk zijn om af te wijken van dat oordeel. Hij wijst erop dat de toepassing van deze afwijkingsmogelijkheid onderdeel is van de evaluatie, die binnen vijf jaar na de inwerkingtreding zal worden gehouden.

Hoe moet het worden begrepen dat de geschillenregeling gaat over "zuiver juridische geschillen", vraagt Lopez-Tromp, bijzonder gedelegeerde van Aruba, zich af. Juridische adviezen hebben altijd een politiek-bestuurlijke context, zegt Van Raak (SP).

IPKO-eisen

Thijsen, bijzonder gedelegeerde van Curaçao, Kuiken (PvdA) en Diertens (D66) willen de geschillenregeling zo wijzigen dat alsnog aan de principiële uitgangspunten van het IPKO wordt voldaan. In hun voorstel wordt niet gekozen voor de Afdeling advisering, maar voor de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Die buigt zich dan over juridische geschillen, met name over de interpretatie van het Statuut, en geeft vervolgens een finaal oordeel.

Mediation

De onderlinge solidariteit binnen het Koninkrijk kan worden versterkt door geschillen in goed overleg onder leiding van mediators op te lossen, menen Özütok (GroenLinks) en Diertens (D66).

Knops wijst erop dat de zogenoemde voortgezet-overlegprocedure al als een vorm van bemiddeling kan worden gezien. Een apart mediationtraject zou volgens hem extra vertraging kunnen opleveren. Als partijen in het voortgezet overleg niet tot overeenstemming kunnen komen, dan zal dat ook niet lukken met mediation, vermoedt hij.

De Kamer zet de behandeling van het wetsvoorstel voort op 4 juli.

Zie ook:

  • Het overzicht van de laatste debatten in het kort

  • De geredigeerde woordelijke verslagen van Kamervergaderingen (het stenogram). Deze zijn maximaal vier uur na het uitspreken beschikbaar.

  • Kijk debatten terug via Debat Gemist