Begroting Algemene Zaken en begroting Koning besproken

7 oktober 2020, begroting - De Kamer debatteert met premier Rutte over de begroting van zijn eigen ministerie, Algemene Zaken, en de begroting van het Koninklijk Huis, waarvoor hij ook verantwoordelijk is.

Behalve premier is Rutte ook minister van Algemene Zaken en krijgt hij dus vragen over dit, weliswaar kleine, ministerie. Ook valt de begroting van het Koninklijk Huis onder zijn verantwoordelijkheid. Deze twee onderwerpen worden door de Kamer tegelijkertijd behandeld.

Tien jaar Rutte

Özütok (GroenLinks) feliciteert Rutte met het feit dat hij bijna tien jaar minister-president is. Haar vraag: hoe kijkt hij nou zelf aan tegen het premierschap en de ontwikkelingen van de afgelopen tien jaar?

Rutte is niet van plan "zichzelf een rapportcijfer te geven", maar merkt op dat vooral op Europees vlak zijn functie sterk is veranderd omdat de wereld zo is veranderd.

"Een icoon van het neoliberalisme", noemt Van Raak (SP) de premier. Als Rutte doorgaat na de verkiezingen moet hij wel meer een klassiek liberaal worden met meer aandacht voor de publieke zaak en minder voor de markt, is zijn advies.

Toegankelijke overheidscommunicatie

Als eerstverantwoordelijke krijgt Rutte verschillende vragen over de overheidscommunicatie in brede zin. Van der Molen (CDA) vraagt aandacht voor de toegankelijkheid van overheidswebsites, bijvoorbeeld coronatest.nl, want iedereen moet, ongeacht zijn of haar beperking, de site kunnen gebruiken. Rutte geeft toe dat dit nog niet altijd perfect is, maar dat het aan de hand van een plan wel wordt verbeterd.

Kuiken (PvdA) en Van der Molen (CDA) willen ook vaker gebarentolken inzetten bij de communicatie van de rijksoverheid. Volgens de premier gebeurt dit in samenspraak met de belangenorganisaties en wordt de inzet per keer bekeken.

Ook het inhuren van influencers door de overheid komt ter sprake. Volgens Sneller (D66) moet altijd duidelijk zijn dat ze door de overheid betaald zijn. Bisschop (SGP) stelt voor om in ieder geval "enigszins stabiele" influencers in de arm te nemen. Rutte antwoordt dat er altijd randvoorwaarden worden meegegeven. Hij benadrukt dat het werken met influencers nuttig is om bredere groepen mensen te bereiken.

Koninklijk Huis

Hoewel de waardering voor de koning en zijn familie breed gedeeld wordt, juist ook vanwege hun optreden tijdens de coronacrisis, zijn er wel kritische vragen over de financiën van het Koninklijk Huis.

Iedereen die met publiek geld betaald wordt, zou niet meer mogen verdienen dan de premier, vindt Van Raak (SP), maar het Koninklijk Huis krijgt heel wat meer en wordt ook nog eens anders behandeld in de belastingen.

Sneller (D66) en Kuiken (PvdA) vinden dat de Kamer in ieder geval meer inzicht zou moeten krijgen in de zogenaamde B-component: de 5,1 miljoen die de koning ontvangt voor personele en materiële uitgaven. Rutte zal daar in het najaar een brief over sturen aan de Kamer, belooft hij.

Volgens Smals (VVD) en Van der Molen (CDA) maakt terugkerende ophef over de uitkering aan de leden van het Koninklijk Huis de koning kwetsbaar, terwijl de regelingen daarvoor gewoon vastliggen en ook door de Kamer zijn goedgekeurd. Iets wat Rutte beaamt.

Overige vragen

Daarnaast zijn er nog vragen over het optreden van de koning in Indonesië, de gouden koets en Kroondomein Het Loo. Bosma (PVV) vindt het vreemd dat de koning tijdens het staatsbezoek aan Indonesië excuses heeft gemaakt voor het koloniale verleden. De premier specificeert dat het excuses waren voor "de geweldsontsporingen".

Bisschop (SGP) vindt het jammer dat de gouden koets voorlopig naar een museum gaat. Hij zou hem graag weer terugzien op Prinsjesdag. Maar volgens Rutte is het aan de koning zelf om te beslissen hoe hij naar de Verenigde Vergadering komt.

Aan Kroondomein Het Loo wordt een subsidie toegekend, maar Wassenberg (PvdD) vermoedt dat dit op onterechte gronden gebeurt. Hij wil daarom dat de Kamer wordt betrokken bij een eventuele nieuwe subsidieaanvraag. Het huidige beleid valt onder minister Schouten van Landbouw, antwoordt Rutte, maar bij een eventuele nieuwe aanvraag en een eventuele toekenning zal de Kamer geïnformeerd worden.

De Kamer stemt op 13 oktober over de tijdens het debat ingediende moties en op 1 december over de begroting.

Zie ook