Plenair verslag Tweede Kamer, 16e vergadering
Dinsdag 24 oktober 2023

  • Aanvang
    14:00 uur
  • Sluiting
    1:44 uur
  • Status
    Gecorrigeerd

Opening

Voorzitter: Bergkamp

Aanwezig zijn 140 leden der Kamer, te weten:

Aartsen, Agema, Akerboom, Alkaya, Amhaouch, Azarkan, Van Baarle, Baudet, Becker, Beckerman, Belhaj, Van den Berg, Bergkamp, Bevers, Bijenhof, Bikker, Bisschop, Bontenbal, Martin Bosma, Boswijk, Boucke, Boulakjar, Brekelmans, Bromet, Bushoff, Van Campen, Ceder, Dassen, Dekker-Abdulaziz, Tony van Dijck, Dijk, Inge van Dijk, Jasper van Dijk, Eerdmans, El Yassini, Ellemeet, Ellian, Eppink, Erkens, Van Esch, Fritsma, Van Ginneken, De Graaf, Van der Graaf, Graus, Grevink, Grinwis, Peter de Groot, Tjeerd de Groot, Gündoğan, Den Haan, Van Haga, Hagen, Hammelburg, Haverkort, Rudmer Heerema, Pieter Heerma, Heinen, Hermans, Van den Hil, De Hoop, Van Houwelingen, Jansen, Léon de Jong, Romke de Jong, Kamminga, Kat, Kathmann, Van Kent, Klaver, Klink, Koekkoek, Koerhuis, Kops, De Kort, Kröger, Krul, Kuik, Kuiken, Kuzu, Kwint, Van der Laan, Van der Lee, Madlener, Maeijer, Marijnissen, Markuszower, Van Meijeren, Michon-Derkzen, Minhas, Mohandis, Edgar Mulder, Mutluer, Nijboer, Van Nispen, Omtzigt, Ouwehand, Palland, Paternotte, Paulusma, Peters, Piri, Van der Plas, Podt, Pouw-Verweij, Van Raan, Raemakers, Rahimi, Rajkowski, Richardson, De Roon, Sahla, Chris Simons, Sylvana Simons, Sjoerdsma, Slootweg, Smals, Smolders, Sneller, Van der Staaij, Stoffer, Van Strien, Strolenberg, Temmink, Christine Teunissen, Hans Teunissen, Thijssen, Tielen, Valstar, Vedder, Verkuijlen, Warmerdam, Wassenberg, Van Weerdenburg, Werner, Westerveld, Van Weyenberg, Wilders, Van der Woude en Wuite,

en de heer Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, de heer Van der Maat, staatssecretaris van Defensie, de heer Rutte, minister-president, minister van Algemene Zaken, mevrouw Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, en de heer Weerwind, minister voor Rechtsbescherming.

De voorzitter:
Ik open de vergadering van dinsdag 24 oktober 2023.

Vragenuur

Vragenuur

Aan de orde is het mondelinge vragenuur, overeenkomstig artikel 12.3 van het Reglement van Orde.


Vragen Eerdmans

Vragen van het lid Eerdmans aan de minister voor Rechtsbescherming, bij afwezigheid van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, over het bericht "Aantal asielaanvragen in Nederland loopt snel op".

De voorzitter:
Aan de orde is het mondelinge vragenuur. Ik heet de minister voor Rechtsbescherming van harte welkom, net als de woordvoerders in de zaal, de volle publieke tribune en de mensen die thuis kijken naar het mondelinge vragenuur. Het is het laatste mondelinge vragenuur voorlopig, zeg ik maar. Donderdag is de laatste Kamerdag en vervolgens is er verkiezingsreces, dus ik zei net tegen de Griffier: we gaan er even extra van genieten.

Om ermee te starten nodigen we de heer Eerdmans van JA21 uit. Hij heeft een vraag aan de minister voor Rechtsbescherming, bij afwezigheid van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, over het bericht "Aantal asielaanvragen in Nederland loopt snel op". Het woord is aan de heer Eerdmans van JA21.

De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter, dank u wel. Dank u zeer, collega's. Er kwamen afgelopen week 1.500 asielzoekers naar Nederland, 1.500 in zeven dagen tijd, de meesten uit Syrië. Het is het hoogste aantal van dit jaar. Het is ook hoger dan verleden jaar, het is hoger dan 2021 en toen al konden wij de opvang niet aan. We kennen allemaal de beelden uit Ter Apel waar mensen op een grasveld liggen te slapen.

Het kabinet heeft de afgelopen tweeënhalf jaar de tijd gehad om de permanente asielcrisis aan te pakken, maar die is dus eigenlijk alleen maar groter geworden. Ondanks telkens terugkerende beloftes over instroombeperking kwamen er alleen maar meer mensen naar Nederland toe. JA21 zegt dat als je serieus iets wilt doen aan de asielproblematiek, je de massale instroom moet gaan stoppen. Het kabinet heeft het omgekeerde gedaan: de instroom is aangejaagd. Dat komt natuurlijk omdat we altijd opvang hebben geregeld en dat blijven doen, inclusief een dwangwet, weer mede mogelijk gemaakt door staatssecretaris Van der Burg.

Volgens de prognoses gaan wij dit jaar tussen de 50.000 en 70.000 asielzoekers opvangen. Met elke dag dat we nietsdoen, dat we treuzelen, dat we niets doen aan de instroomkant, zal die bandbreedte hoger uitvallen. Volgende week gaat de Kamer inderdaad met verkiezingsreces. Bij JA21 zijn wij zeer bang dat de boel dan helemaal op slot gaat, dat er niets meer gebeurt en dat we de boel op zijn beloop laten. Daarom vraag ik het kabinet het volgende.

Eén. Erkent u dat deze instroom aan asielverzoeken totaal onhoudbaar is? Twee. Erkent de minister dat het onvoorstelbaar is dat het kabinet de afgelopen jaren heeft toegestaan dat deze crisis alleen maar is verergerd? Drie. Vindt u dat er nú acute maatregelen moeten worden getroffen omdat dit een noodsituatie is die om noodmaatregelen vraagt? De laatste vraag. Welke maatregelen kunt u op dit moment namens het kabinet bedenken om te voorkomen dat wij de komende maanden nog veel verder ontwricht raken?

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. Het woord is aan de minister voor Rechtsbescherming.

Minister Weerwind:
Voorzitter, dank u wel. Dank dat ik hier mag staan. Zoals u aangaf, mag ik mijn collega, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, vervangen. Er was een vraag ten aanzien van de houdbaarheid/onhoudbaarheid van de instroom. Dat is één. Ten tweede was er een vraag ten aanzien van de crisis. Ik hoorde de heer Eerdmans zeggen dat die verergert. Hij vroeg: hoe ga je daarmee om? Vraag drie was: hoe kijk je eigenlijk naar maatregelen, op de korte en lange termijn? Ik hoor de vragen.

Het aantal asielaanvragen is nog altijd hoog en de doorstroom en de uitstroom blijven achter bij wat nodig is. De hoge instroom zorgt daarbij ook voor druk op de opvang, met name op Ter Apel. In het nieuwsartikel wordt aangegeven dat de afgelopen week rond de 1.500 mensen asiel hebben aangevraagd in Nederland. Vorige week zijn er 1.500 personen geregistreerd voor de asielaanvragen. De afgelopen weken waren dit er inderdaad ongeveer 4.300. We mogen dan ook zeggen dat de huidige instroom daarmee hoog is.

Ik wijs u erop dat de instroom in september en oktober vaak hoger is dan in andere maanden. We spreken dan ook over een zogenoemde najaarspiek. Die is dit jaar, zoals de heer Eerdmans zei, ook hoger dan in 2022. Tot dit moment zijn er in heel 2023 38.500 asielaanvragen gedaan, waarvan ongeveer 8.000 nareizigers. Dit aantal ligt binnen de verwachting voor dit jaar. De hoge instroom van asielzoekers zorgt ervoor dat de gehele asielketen onder druk staat.

Voorzitter. Dat zorgt nadrukkelijk bij de IND voor oplopende voorraden en langere doorlooptijden. Ik zal dat nadrukkelijk toegeven. Asielzoekers, en eventuele familieleden in het buitenland, zitten daardoor ook langer in spanning over hun procedure. Het gevolg van de verwachte ontwikkelingen is dat de druk op de asielketen de komende jaren groot blijft. De toename van het aantal personen in de asielprocedure en de opvang in Nederland leidt ook tot een grotere vraag naar voorzieningen. Ik hoef dat niet te duiden, want in vorige debatten is dat uitputtend aan de orde geweest. Het moge duidelijk zijn dat de IND er alles aan doet om de doorstroom te bevorderen en oplopende voorraden te beperken. Ik wijs op de werving en selectie van nieuwe medewerkers. Ik wijs er ook op dat om hen goed op te leiden, je capaciteit uit de lijn moet weghalen. Je moet ze echt zo goed en zorgvuldig mogelijk opleiden, zodat ze hun werkzaamheden kunnen doen zoals we dat in Nederland gewend zijn. Zo zetten het COA en zijn medewerkers zich dagelijks in om iedereen van de juiste opvangfaciliteiten te voorzien. Mijn collega, de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, staat dan ook in nauw contact met de uitvoeringsorganisaties om waar mogelijk maatregelen op zowel de korte als de lange termijn te treffen. U kunt verwachten dat wij u binnenkort weer de zogenaamde MPP — ik zal dat helemaal uitspreken, ook in de richting van de tribune: de Meerjaren Productie Prognose — kunnen geven, zodat we u ook laten zien waar we op dit moment staan en hoe we daarmee omgaan.

De voorzitter:
Dank u wel. Het woord is weer aan de heer Eerdmans.

De heer Eerdmans (JA21):
De minister praat als een strenge huisvader tegen ons. Bij elk woord ligt de klemtoon hoog, en dit en dat. Maar wat er gezegd wordt op mijn vraag wat er nu voor maatregelen nodig zijn, valt dan een beetje in het niet. Behalve dat ik nu een meerjarenprognose krijg, wil ik graag weten wat het kabinet gaat doen aan de instroombeperking.

Minister Weerwind:
Ik kan dat duiden voor de korte en de lange termijn, want er zijn inderdaad maatregelen nodig. De staatssecretaris is daarover in gesprek met de IND en ook met het kabinet. Er wordt gekeken naar instroom, doorstroom en uitstroom. Ik ga de diepte in. Om de druk op de opvangcapaciteit te verminderen en de situatie in Ter Apel houdbaar te houden, worden diverse maatregelen genomen. Zo wijs ik voor de korte termijn op de zoektocht naar opvangplaatsen die de staatssecretaris onverminderd doorzet en de inzet van de noodopvang, en wijs ik erop dat die tijdelijke gemeentelijke opvang helaas nodig blijft. Daarnaast worden voorportalen voor ongeregistreerde personen gerealiseerd om Ter Apel te ontlasten. Om het uitplaatsen van vergunninghouders te bevorderen, worden de conceptlocaties gemeentelijke doorstroom momenteel uitgewerkt en zijn de gemeenten opgeroepen om nog dit jaar de 16.000 vergunninghouders te huisvesten. Het gaat bij de doorstroomlocaties om regionale locaties waar statushouders kunnen verblijven in afwachting van permanente huisvesting. Die bevinden zich in de gemeenten waar zij uiteindelijk komen te wonen of in de regio, zodat zij alvast een start kunnen maken met het vormgeven van hun toekomst in Nederland.

Voor de langeretermijnmaatregelen praat ik bijvoorbeeld over het versterken van de provinciale regietafels. Dat heeft alles te maken met het oppakken en aanpakken van de verschillende opvang- en huisvestingsopgaven. Het benutten van verplaatsbare woningen en tussenvoorzieningen kan ook een bijdrage leveren aan de huisvesting van vergunninghouders. Bovendien blijft de staatssecretaris voortdurend op zoek naar duurzame en kwalitatief goede opvanglocaties. Natuurlijk spelen hierbij randvoorwaardelijke aspecten een belangrijke rol, zoals medewerking van gemeenten aan de realisatie van duurzame opvanglocaties en het zo min mogelijk hanteren van allerlei andere aspecten, alsook de beschikbaarheid van voldoende personeel.

Het kabinet realiseert zich dat een duurzame oplossing van het opvangprobleem tegen de achtergrond van een toenemende opvangbehoefte niet van de ene op de andere dag is gerealiseerd. De heer Eerdmans sprak net ook over de spreidingswet, waar deze Kamer op 10 oktober met positief gevolg over heeft gestemd. Daarnaast zijn er sinds dit jaar financiële mogelijkheden gecreëerd om toe te werken naar 41.000 vaste opvangplekken waaraan ook vastgehouden wordt als de bezetting in de asielopvang lager zou worden. Zo bouwen wij een marge in om juist ook klaar te zijn voor de toekomst. Ik gebruik 'm maar even: si vis pacem, para bellum; als je de vrede wilt bewaren, moet je je voorbereiden op de toekomst.

De heer Eerdmans (JA21):
Op mijn vraag wat de minister gaat doen om die instroom te beperken, komt het antwoord: meer opvangplaatsen en meer doorstroming. Ik hoor: regietafels. Ik hoor: een dwangwet. De korte samenvatting van de staatssecretaris — u bent inderdaad een waardig vervanger van de heer Van der Burg — zoals we 'm kennen, is: meer opvang. Mijn vraag ging over instroombeperking. Ik ben afgelopen vrijdag met mijn collega Annabel Nanninga in Budel en Maarheeze geweest. Wij zien daar ondernemers die ermee willen stoppen. Wij zien burgers die tegen ons zeggen: wij zijn bang voor diefstallen en we durven onze fiets niet meer gewoon neer te zetten bij de supermarkt. Wij zien welke gevolgen het opengrenzenbeleid heeft voor Nederland, voor mensen die te maken hebben met een asielzoekerscentrum. Dat kunnen we niet doorzetten. Dat is onmogelijk. Wij willen een asielstop. Wij willen grensbewaking. Wij willen dat inwilligingspercentage omlaag. Dat zijn allemaal concrete JA21-maatregelen. We hebben die in de plannen neergelegd en die kunnen ook volgens het model van Denemarken, gewoon netjes binnen alle verdragen. We willen uiteindelijk ook dat Deense model invoeren. Als je dat niet doet, blijf je hangen in de plaat die blijft vastzitten, namelijk: meer opvang, meer plekken. Nee, we moeten iets aan die voorkant gaan doen. Dit gaat ook in Maarheeze fout. Daar is inmiddels een burgerwacht ingesteld door burgers die zeggen: "Wij pikken het niet meer. De politie komt niet meer als wij bellen vanwege overlast door asielzoekers. Wij gaan het gewoon zelf doen." En de bewoonde wereld is daar blij mee. Ik wil een antwoord op de vraag wat het kabinet nu gaat doen om deze enorme stijging van het aantal instromers naar Nederland in te perken. Op welke manier gaat het kabinet dat doen?

Minister Weerwind:
Ik dank de heer Eerdmans voor de kwalificaties die ik kreeg. Hij gaf eerst aan dat ik een strenge huisvader was. Vervolgens gaf hij aan dat ik een waarlijk opvolger ben van de staatssecretaris. Vervanger, zegt u? U geeft mij te veel eer wat dat betreft!

Ik heb aangegeven hoe wij hiermee omgaan. Ik heb de kortetermijnacties genoemd. Ik heb bewust ook de langetermijnacties genoemd. Ik weet dat mijn collega hier vaak met de heer Eerdmans en deze Kamer over heeft gediscussieerd. Dat is wat het kabinet ook nadrukkelijk doet. Mag ik één notie maken in dit debat? Nog los van de wenselijkheid is het demissionaire kabinet van mening dat vreemdelingen die asielbescherming behoeven, die ook moeten kunnen krijgen. Zoals wel vaker met uw Kamer is gedeeld, staan internationaal recht en internationale verdragen een asielstop niet toe. Ik heb de heer Eerdmans die bewoordingen niet horen gebruiken, maar ik gebruik die term even zelf; dit is dus op mijn conto. Ik weet dat uw Kamer hierover regelmatig van gedachten wisselt met de staatssecretaris.

De voorzitter:
Tot slot, meneer Eerdmans.

De heer Eerdmans (JA21):
Ik heb nog vijftien seconden. Een noodkreet van mijn kant: doe het niet voor mij, doe het niet voor de Kamer, maar doe het voor de mensen die daarmee te maken hebben, voor de mensen die asielzoekers rondom hun ondernemingen zien en die zien dat die asielzoekers niet weggaan bij hun hangplekken. Dat zijn met name de veiligelanders. Het is echt een groot, groot probleem. Die mensen zijn wanhopig en berichten ons. Dat gaat niet alleen om Budel, maar ook om andere plekken in het land waar die azc's komen. Dus alstublieft, minister, neem dat serieus. Graag nog een laatste reactie.

Minister Weerwind:
U hoorde mij zeggen dat ik wel degelijk kijk naar de personen die we opvangen in ons land. Ik heb net ook aangegeven waarom we ze opvangen. Ik hoef niet in herhaling te vallen. Ik ben het eens met de heer Eerdmans dat je ook moet bekijken hoe en waar je ze opvangt. Ik weet dat de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid zijn uiterste best doet om dat op een Nederlands gebruikelijke manier en zo humaan en correct mogelijk te doen. Daarom staat hij met alle lokale en regionale overheden actief in contact, en dat blijft hij ook.

De voorzitter:
Er is een aantal vervolgvragen. Graag kort en krachtig, want anders moet ik u helaas onderbreken. Allereerst de heer Bisschop van de SGP.

De heer Bisschop (SGP):
Met alle respect voor de minister, maar hij geeft antwoorden op vragen die niet gesteld zijn. De vraag die de heer Eerdmans stelt, is wat dit kabinet gaat doen om de instroom te beperken. Daar komt simpelweg geen antwoord op. De minister doet alsof de asielstroom een soort natuurverschijnsel is. Ziet de minister de asielstroom zo en, zo nee, wat kan het kabinet dan wél doen, even los van de papieren die de minister te zijner beschikking heeft? Dus gewoon eventjes recht uit het hart.

Minister Weerwind:
Asielzoekers die om allerhande redenen in oorlogsgebieden verblijven en aan de grens van Nederland aankloppen, vangen wij op. Ik hoef niet uit te weiden over het Dublinverdrag. Ik hoef ook niet uit te weiden over de activiteiten van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid in Europa om met zijn collega's heel nadrukkelijk na te denken over hoe om te gaan met de instroom. Wat zijn de mogelijkheden? Hoe blijven we dat op een humane manier doen? Al die activiteiten van de staatssecretaris zijn met uw Kamer gedeeld. Richting Kamerlid Bisschop zeg ik in dezen: het is welbekend. Anders val ik in herhaling.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Mensen die vluchten voor oorlog en geweld moet je een plek bieden. Ook Nederland moet daarin zijn eerlijke deel nemen. Maar als je vraagt hoe je de instroom moet beperken, moet je volgens mij kijken naar de grondoorzaken van migratie. Waarom vluchten mensen naar Nederland? Dat komt door oorlog, armoede en gebrek aan perspectief. Daar moet je dus iets aan doen. Dat betekent investeren in de regio, waar heel veel migranten en vluchtelingen zitten. Dat betekent dus niet bezuinigen op ontwikkelingshulp, terwijl het kabinet precies dat wel doet. Deelt u de mening dat dat buitengewoon onverstandig is, als je grip wil krijgen op migratie?

Minister Weerwind:
Nederland kijkt over de grens. We voeren met Buitenlandse Zaken actief beleid om de brandhaarden in de wereld te duiden, zoals de SP terecht aangeeft, en om internationale samenwerkingsverbanden aan te gaan waar die benodigd zijn. Zo houden we een conflict dat groot kan worden, klein. Daar zetten we ons voor in. Ik hoef alleen maar te verwijzen naar de reis van onze mp naar het conflict van dit moment. Daarbij zetten we ons op de diplomatieke manieren in. We zetten ons in aan de EU-tafels om juist daarnaar te kijken. Uw concrete vraag ten aanzien van BHOS kunt u rechtstreeks aan mijn collega stellen. Ik heb u net aangegeven hoe ik kijk naar het buitenlandbeleid van dit land.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Volgens mij is nu vier keer direct aan de minister gevraagd hoe we de instroom kunnen beperken. Er komt dan een riedeltje over meer opvangplaatsen, doorstroomlocaties en provinciale regietafels. Het is toch wel erg dat de minister de vraag gewoon niet beantwoordt. Laat ik de vraag namens BVNL anders stellen. Zweden, Denemarken, Finland en Oostenrijk lukt het allemaal wél om de instroom te beperken. Dat doen ze op allerlei verschillende manieren, bijvoorbeeld met grensbewaking en het uitvoeren van de Dublinakkoorden. Waarin verschilt Nederland zo veel van die andere landen dat het ons niet lukt, maar die andere landen allemaal wel?

Minister Weerwind:
In de richting van BVNL en de heer Van Haga zeg ik tegen u, voorzitter, het volgende. Ik heb net aangegeven hoe mijn collega aan de Europese tafel zit, om eenduidige, heldere en duidelijke afspraken te maken. Dat doen wij om Nederland. We kiezen daarin ook ons beleid. Dat beleid houdt in dat als mensen hier aan de deur kloppen omdat ze in oorlogsgeweld zitten, of om welke andere reden dan ook, wij dat beoordelen. We bekijken zorgvuldig of het juist is. Er vindt dan een heel zorgvuldig en punctueel onderzoek plaats. Daar staan we ook voor. Zó kijken we naar de instroom, niet anders.

De heer Eerdmans (JA21):
In België, in Brussel, kon een uitgeprocedeerde illegale Tunesiër onbekommerd leven. Hij pleegde vorige week een jihadistische aanslag op twee Zweedse voetbalsupporters. Kan het zo zijn dat wij serieuze problemen met onze nationale veiligheid krijgen als wij in Europa en Nederland niet weten wie we allemaal binnenlaten, omdat de instroom zo hoog is? Wij kunnen nou eenmaal niet iedereen controleren die hier aan de poort klopt. Kan het zo zijn dat wij net als België met dit soort gevolgen van ons opengrenzenbeleid geconfronteerd zullen worden? Hoe ziet de minister dat?

Minister Weerwind:
Ik kan geen honderd procent sluitend antwoord op de vraag van de heer Eerdmans geven. Ik zeg wel tegen de heer Eerdmans — ik val in herhaling, gezien wat ik net tegen de heer Van Haga zei — dat wij in Nederland juist een asielaanvraag op een zo zorgvuldig mogelijke manier behandelen, door te bekijken wie de persoon in kwestie is en of de feitelijkheden kloppen. Die controle vindt plaats. Ik kan geen garanties geven voor de toekomst, maar ik weet wel dat de organisaties nauw samenwerken om de nationale veiligheid in dezen continu te garanderen.

De heer Eerdmans (JA21):
Niemand vraagt u om garanties. Ik in ieder geval niet. Maar leven wij niet op een vulkaan als wij een opengrenzenbeleid hebben? Er komen 1.500 mensen uit verre bestemmingen, met name Syrië, Irak en Afghanistan, en veiligelanders hier binnen. Eenmaal hier krijgen we die niet meer weg. Illegaal betekent dus bij ons niet: vastzetten en uitzetten. Illegaal betekent: blijven rondhangen. Leven we niet op een vulkaan? Is dat geen probleem voor onze nationale veiligheid, minister?

Minister Weerwind:
De vraag wordt ietwat verbreed. Ik ga daar niet in mee. Ik heb net de zorgvuldige procedure genoemd. Natuurlijk wil je leren van zoiets verschrikkelijks als wat er gebeurd is in België. Laat ik daar heel helder over zijn. Het is nog in onderzoek, dus ik ga er geen kwalificaties aan geven. Maar laat ik wel zijn: we hebben nauw contact met de collega's daar. Dat doen we op alle niveaus, bijvoorbeeld op NCTV-niveau en op ministerieel niveau. Zo komen we te weten wat er daar gebeurd is en trekken we er lering uit.

Mevrouw Podt (D66):
Ik heb een vraag over de opvang. Het COA schreef deze week namelijk een vrij wanhopige brief naar het kabinet over het realiseren van voldoende opvang. Daarin schreven ze onder andere over het belang van ervoor zorgen dat gemeenten geen doelgroepenbeleid meer kunnen toepassen. Dat betekent dat je het overrulet als gemeenten bijvoorbeeld zeggen dat ze liever geen mannen in de opvang hebben. Dat kan namelijk gewoon niet. Je kan niet op deze manier eisen stellen. Nu is twee weken geleden bij de stemming over de spreidingswet ook mijn motie aangenomen. De Kamer heeft toen de uitspraak gedaan dat ze dat doelgroepenbeleid niet meer wil. Ik wil de minister dus vragen of hij in samenwerking met de staatssecretaris een brief wil schrijven over hoe we daar nou mee omgaan, om er echt voor te zorgen dat we dit niet meer toestaan bij gemeenten. Want de Kamer heeft die uitspraak gedaan ...

De voorzitter:
Voldoende. De minister.

Minister Weerwind:
Ik hoor de vraag die gesteld is. Ik ga de vraag en de opmerking ook doorgeleiden naar de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid.

De heer Brekelmans (VVD):
Het is natuurlijk niet voor niks dat het kabinet op dit onderwerp is gevallen. We kunnen de demissionair minister dus eindeloos vragen welke grote maatregelen genomen kunnen worden, maar ik begrijp heel goed dat hij daar terughoudend op moet antwoorden. Nu is het wel zo dat er in verband met de spreidingswet zes moties zijn aangenomen van het CDA en de VVD die binnen de huidige regels kunnen. Daarbij heeft de Kamer ook rekening gehouden met de demissionaire status van het kabinet. Die moties kunnen snel uitgevoerd worden. Denk aan een kleine aanscherping van het nareisbeleid, en het uitlezen van mobiele telefoons gebruiken voor het asielrelaas. Zo zijn het er zes in totaal. Het uitbreiden van de pbl-capaciteit is er ook een. Mijn vraag aan de minister is: is hij van mening, zeker gezien de hoge instroom op dit moment, dat die zes moties zo snel mogelijk moeten worden uitgevoerd?

Minister Weerwind:
Ik ga geen antwoord op deze vraag geven. Ik wil daarover in contact treden met mijn collega de staatssecretaris en de moties nauwgezet bestuderen. Ik heb net een brief toegezegd, althans ik ga aan mijn collega doorgeven dat hij een schriftelijke reactie richting deze Kamer geeft. Dan zal ik meteen vragen om hierop te reageren.

De voorzitter:
Dank u wel. Er komt een schriftelijke reactie naar aanleiding van de vragen van mevrouw Podt en de heer Brekelmans. Ik dank de minister voor zijn beantwoording. Hij blijft nog even in ons midden, want er gaat een tweede vraag aan hem gesteld worden.


Vragen Sjoerdsma

Vragen van het lid Sjoerdsma aan de minister voor Rechtsbescherming, bij afwezigheid van de minister van Justitie en Veiligheid, over het bericht "Tienduizenden Nederlanders met terrorismecode in politiesystemen: demonstreren kan al genoeg zijn".

De voorzitter:
De vraag van de heer Sjoerdsma van D66 is ook gericht aan de minister voor Rechtsbescherming, dit keer bij afwezigheid van de minister van Justitie en Veiligheid, en gaat over het bericht "Tienduizenden Nederlanders met terrorismecode in politiesystemen: demonstreren kan al genoeg zijn". Het woord is aan de heer Sjoerdsma van D66.

De heer Sjoerdsma (D66):
Voorzitter, dank. Ik vroeg mij eigenlijk af waar minister Yeşilgöz is. Ik dacht: misschien is ze flyeren. Maar daarna dacht ik: nee, dat kan niet; meestal duurt dat niet zo heel erg lang.

Voorzitter. Ik vind het mooi om hier nog één laatste keer te staan, ook al is de aanleiding misschien wat minder fraai. De aanleiding is namelijk een stil schandaal. Tienduizenden mensen zijn onterecht opgenomen in een terrorismeregister, ondanks dat zij nergens van worden verdacht. Dat blijkt uit onderzoek van Follow the Money. In een rechtsstaat is het cruciaal dat je onschuldig bent totdat het tegendeel is bewezen. Maar voor deze tienduizenden mensen geldt dat niet. Een mevrouw kwam op de terrorismelijst terecht nadat ze demonstreerde voor Artis om het leed van de dieren binnen. Dat microprotest leverde haar het stempel "terrorist" op, waarmee ze in Duitsland last had. Dat is slechts één voorbeeld van de tienduizenden. De organisatie Muslim Rights Watch staat tientallen moslims bij die door onterechte signaleringen vast kwamen te zitten in het buitenland. Deze zomer nog moest een onschuldige man zes weken in een Spaanse cel doorbrengen. Zo'n registratie heeft dus verregaande consequenties. Eerder probeerde minister Yeşilgöz dit klein te maken. Het zou om een enkeling gaan, zei ze bij het vragenuur op 4 oktober vorig jaar. Maar het gaat nu om tienduizenden mensen. Daar zit — ik zeg het maar eufemistisch — een klein beetje licht tussen.

Ik heb de volgende vragen. Wist de minister niet om wat voor aantallen het ging of hield zij die informatie voor de Kamer achter? De minister benadrukte ook dat alleen de inlichtingen- en veiligheidsdiensten informatie met het buitenland delen, maar nu blijkt dat het zogenaamde CTER-cluster van de politie en buitenlandse veiligheidsdiensten deze informatie wel degelijk hebben uitgewisseld. Ik wil deze minister vragen of bekend was dat ook die informatie werd achtergehouden.

De voorzitter:
Dank u wel. Het woord is aan de minister.

Minister Weerwind:
Voorzitter, dank u wel. Laat ik vooropstellen dat mijn collega, de minister van Justitie en Veiligheid, hier graag had gestaan om met de heer Sjoerdsma het debat te voeren. Zij heeft echter een werkreis, een werkverplichting in het buitenland. Derhalve zult u het helaas met mij moeten doen. "Helaas" is op mijn conto in dezen.

U stelt mij een x-aantal vragen. U stelt mij vragen naar aanleiding van de brieven die de minister u in mei en juni heeft doen toekomen over CTER. Dat is het Contraterrorisme, Extremisme en Radicalisering-register. Daarmee heb ik het één keer voluit uitgesproken. Laat ik vooropstellen dat ook ik het artikel van Follow the Money gelezen en bekeken heb. Ik heb me ook even goed laten bijpraten. Echter, ik wil benadrukken dat bevoegde instanties enkel binnen de geldende wettelijke kaders en het daarbij behorende toezicht informatie opvragen, bewaren of uitwisselen met andere bevoegde instanties. De politie mag en moet in het kader van haar politietaak gegevens over mensen vastleggen. De regels inzake verwerking hiervan zijn vastgelegd in de Wet politiegegevens. In het krantenartikel werd artikel 10 van de Wet politiegegevens aangehaald. Dat biedt de grondslag om inzicht te krijgen in de betrokkenheid van personen bij bepaalde ernstige bedreigingen van de rechtsorde. Aanpak hiervan vergt opbouwen en in stand houden van een permanente informatiepositie.

Een projectcode CTER wordt in de Basisvoorziening Handhaving van de politie gekoppeld aan een incident en niet aan een persoon. De projectcode wordt inderdaad gebruikt om signalen van radicalisering, extremisme en terrorisme te onderkennen. Als er sprake is van iets dergelijks, kijk je naar de CTER-inlichtingen zelf. Die heeft elke eenheid. Daar wordt gekeken naar registratie en wordt bekeken of de registratie verwijderd kan worden als gesteld wordt dat die niet CTER-waardig is. Het artikel legt bloot dat het zaak is dat deze themaregisters periodiek worden geschoond en dat mensen die geen kwaad in de zin hebben, verwijderd worden uit de registers. Mijn collega heeft al eerder laten weten dat de politie aandacht heeft voor het opschonen van dat themaregister. Ik kan ook aangeven dat mijn collega, gelet op dit artikel en dit debat, dit uiteraard weer zal bespreken met de korpschef.

Voorzitter. Ik kijk even naar de vragen. Daarin wordt heel nadrukkelijk gesteld dat er tienduizenden registraties zijn. Een van de vragen die ik in voorbereiding van dit debat heb gesteld is: over welke aantallen spreken wij nou, wat is nou het precieze aantal? U vraagt mij of de minister van Justitie en Veiligheid eerder het precieze aantal wist. Ik kan u daar geen antwoord op geven. Ik weet wel dat ik heb gevraagd hoe het eruitzag in 2021, 2022 en 2023 en waar we staan op dit moment. Ik denk dat we in een brief een nadere duiding moeten geven, zodat we geen gegoochel krijgen met cijfers, en dat we daar helder over moeten zijn.

De tweede vraag die mij gesteld is, luidt: als je een CTER-incident hebt geregistreerd, deel je dat dan met het buitenland, ja of nee? Die vraag stelde de heer Sjoerdsma. Ik lees in het artikel dat dat het geval is. Voordat ik daar uitspraken over doe, wil ik daarop terugkomen in de brief van de minister van Justitie en Veiligheid.

De heer Sjoerdsma (D66):
Ik proef voorzichtigheid bij deze minister. Dat lijkt er toch een beetje op te duiden dat er veel waarheid zit in het artikel van Follow the Money, anders zou dat misschien wel meteen ontkracht worden. Ik wil deze minister vragen om er in die brief dan ook echt heel helder over te zijn hoeveel mensen nou eigenlijk in deze registers staan. Follow the Money heeft met behulp van een Wob-verzoek bij de politie gecheckt: klopt deze lijst grosso modo? Het antwoord was toen bevestigend. Dat antwoord staat in schril contrast — ik herhaal het nog maar eens — met het antwoord van minister Yeşilgöz van 4 oktober. Zij zei: het gaat om een enkeling. Maar het gaat dus niet om een enkeling. Ik betwist de kaders die de minister hier stelt niet, maar ik betwist wel de manier waarop die kaders vervolgens worden gebruikt door de politie. Ik zou de minister het volgende willen vragen; dat staat los van deze brief. Hoe gaan we ervoor zorgen dat de mensen die op deze lijst staan, inzicht kunnen krijgen in zo'n lijst, om te zien of zij erop staan? Wat voor procedure krijgen mensen die het gevoel hebben dat ze ten onrechte op zo'n lijst staan, met vaak verregaande gevolgen — ik noem vastzitten in het buitenland zonder enige duidelijke reden — om van zo'n lijst af te komen? Waar kunnen zij nou verhaal halen? De vorige keer werd namelijk gezegd: dat moeten ze zelf maar uitzoeken. Dat lijkt mij onacceptabel.

Minister Weerwind:
Iedere Nederlander mag langskomen bij een politiefunctionaris, op het politiebureau, om te vragen: "Hoe kom ik voor in de politieregisters? Hoe kom ik voor in de BVH? Staan daar andere gegevens van mij in?" Dat verzoek tot inzage kan iedere Nederlander doen; laat ik dat vooropstellen. De termijn voor die inzage is ongeveer zes weken; ik gebruik even het normgetal. Vervolgens kun je concluderen: "Dit wil ik niet. Wat er hier over mij geregistreerd staat, is niet correct." Dan kun je wel degelijk — ik dacht dat ook te lezen in het artikel — een verzoek doen bij de rechter om dat als zodanig geschrapt te krijgen. Er is dus wel degelijk een zorgvuldige procedure in dezen voor iedere Nederlander om te kijken of diegene geregistreerd staat en, zo ja, om dat niet juist te vinden. Dan is er een rechtsgang mogelijk.

De heer Sjoerdsma (D66):
Die procedure is er niet. Die is er niet. Laat ik het gewoon even noemen. Je komt er pas achter dat je gesignaleerd bent als je ergens in het buitenland plotseling vast wordt gezet. Vervolgens moet je er zelf achter komen waar die signalering vandaan komt. Als je daarin slaagt en je bij de politie uitkomt, dan is de kans ook nog groot dat je te horen krijgt "de signalering is terecht, maar we zeggen niet waarom", of "er is een signalering en we zeggen er verder helemaal niets over". Dat zijn de woorden van minister Yeşilgöz. Die kwamen de vorige keer neer op: zoek het maar uit. Ik zou de minister willen vragen: geeft u deze mensen in de brief houvast als het gaat om hoe ze hiervan afkomen?

Minister Weerwind:
Er wordt mij gevraagd om de procedure te duiden die iemand kan volgen om te weten te komen: hoe sta ik in de BVH en in het CTER? Mij wordt gevraagd om dat scherp op te schrijven, zodat die procedure glashelder is. Dat vraagt de heer Sjoerdsma mij. Dat zal ik aan de minister van Justitie en Veiligheid vragen.

De voorzitter:
Tot slot.

De heer Sjoerdsma (D66):
Graag, want dit is een stil schandaal. Ik ben blij dat het de aandacht heeft van de collega's die hier nu voor mij staan. Het betreft veel te veel mensen. Veel te veel mensen hebben hier last van of weten misschien zelfs nog niet eens dat ze er in de toekomst last van gaan krijgen, omdat ze niet weten dat ze geregistreerd staan. Dus heel graag die brief en heel graag binnen een week.

Dank.

De voorzitter:
Dank u wel. Er is een aantal vervolgvragen. Allereerst mevrouw Michon-Derkzen, VVD.

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):
Voorzitter, u zei het al: we zijn hier vandaag voor het laatst voor het verkiezingsreces. Deze vraag horende, is dat ook verstandig. In het artikel gaat het over tienduizenden mensen uit een Woo-verzoek van 2018. Er worden in het artikel twee mensen aangehaald. Daar staat ook terecht: de Wet politiegegevens is de basis voor de politie om te registreren. Ik vind het dus kwalijk dat de politie hier in een kwaad daglicht wordt gezet alsof zij haar werk niet goed zou doen, terwijl we het juist in deze actuele en spannende tijd nodig hebben dat de politie samen met de NCTV en het Openbaar Ministerie optreedt waar dat kan en waar dat ook nodig is. Ik heb één vraag aan de minister. Is hij het ook met mij eens dat deze lijst hetzij opgeschoond wordt, omdat dat ook periodiek gebeurt, hetzij juist wordt opgeschaald waar dat nodig is? Want je ziet ook dat juist extremisme en terroristisch gedrag beginnen met geradicaliseerd gedrag. Heb ik dat zo goed gelezen?

Minister Weerwind:
Allereerst omarm ik de woorden ten aanzien van de rol en de positie van de politie. Daar horen we achter te staan. Daar sta ik ook volmondig achter, en met mij ook de minister van Justitie en Veiligheid. In mijn inleidende woorden heb ik ook aangegeven dat er wordt gewerkt binnen wettelijke kaders, niet anders dan dat; daarom heb ik ze ook genoemd. Ik heb ook gesproken over de verplichting om de CTER-lijst altijd binnen vijf jaar te schonen; dat is een wettelijke verplichting. Ik hoop dat ik nu antwoord heb gegeven op de vraag.

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):
Ik had het juist over opschonen óf opschalen, want het kan ook heel goed zo zijn dat er personen in zitten die je juist nog beter in de gaten moet houden, omdat zij van activisme of radicalisme naar extremisme gaan. Dat lijkt me in deze actuele situatie juist enorm belangrijk.

Minister Weerwind:
Om de vijf jaar wordt de lijst opgeschoond. Als je een CTER-indicatie achter je naam hebt op meerdere lijsten en als er echt sprake is van ernstige zaken, ga je richting een afstemmingsoverleg. Maar laat ik ook vooropstellen dat alles wat er ten aanzien van CTER gebeurt, als je op de lijst komt, in afstemming met het Openbaar Ministerie gebeurt. Dat gebeurt niet anders; de officier van justitie is altijd betrokken bij de procesgang.

Mevrouw Mutluer (PvdA):
Zo laag als de lat ligt om via zo'n CTER-registratie in dat politiesysteem te komen, zo moeilijk is het om dat ongedaan te maken. Het wordt mensen die onterecht verdacht zijn geweest, heel erg lastig gemaakt om uiteindelijk uit die systemen te komen; dat hebben we recent gezien bij een klimaatactie. Daar maak ik me zorgen over. Heel veel mensen weten niet eens dat ze in die systemen zitten. Nu komt mijn vraag: is de minister bereid om in ieder geval na te gaan of de regels zodanig aangepast kunnen worden dat de lat voor dat soort registraties iets hoger wordt en dat we straks ook met witte lijsten gaan werken, met name voor die onterecht geregistreerden?

Minister Weerwind:
Eigenlijk ben ik geneigd om daar in de richting van mevrouw Mutluer volmondig nee op te zeggen, gelet op het feit dat de net door mij beschreven procedure wel degelijk een zorgvuldige procedure is voor iedereen in Nederland om inzage te krijgen. Ik heb net ook aangegeven hoe wij daarop terugkomen in de brief, want de heer Sjoerdsma gaf mij aan dat hij daar andere gedachten over heeft; vandaar dat we daar in de brief op terugkomen.

De voorzitter:
Mevrouw Mutluer, tweede vraag.

Mevrouw Mutluer (PvdA):
Dan ga ik die toch gebruiken. We zien gewoon dat tienduizenden mensen in die registratie staan en dat dat voor een aantal van hen gewoon onterecht is. Ook door experts wordt gezegd dat die registratiemogelijkheid best vergaand is. Niemand controleert daarop. Ergens denk ik dat we toch zorgvuldig moeten gaan kijken hoe er op dit moment gewerkt wordt met die CTER-registraties. Is de minister toch bereid om ook met de betrokkenen in de justitiële keten na te gaan of die lat te laag is en of we daar wellicht andere afspraken met elkaar over moeten maken? Want zo'n …

De voorzitter:
Dat is voldoende, kijkend naar de tijd.

Minister Weerwind:
Ik zal kort zijn. Ik heb niet de indruk dat die lat laag is, maar we gaan de procedure even tegen het licht houden en aan papier toevertrouwen in antwoord op de heer Sjoerdsma. Vervolgens geef ik aan dat in CTER incidenten staan, geen personen. Dat heb ik net ook aangegeven in mijn inleidende tekst.

De heer Wassenberg (PvdD):
Het is al gememoreerd: vijf maanden geleden stonden we hier ook. Toen ging het over het Team Openbare Orde Inlichtingen, TOOI, dat gegevens van onschuldige burgers verzamelt. Nu heeft de minister het over CTER. Die afkorting wil ik toch nog even noemen. Die staat voor "Contraterrorisme, Extremisme en Radicalisering". Het gaat om mensen die met een bordje voor de dierentuin staan op de openbare weg. Die worden ineens geregistreerd als "terrorist". Dat is natuurlijk absurd. Dat gaat om tienduizenden mensen. Ik denk dat dat hele systeem helemaal nooit zo bedoeld kan zijn. Ik kende dat systeem niet. Toen was de Kamer ook overvallen door die registraties in TOOI. Nu is de Kamer overvallen door dat Contraterrorisme, Extremisme en Radicalisering. Ik noem het nog maar een keer. Ik zou van de minister graag een volledig overzicht willen van alle registratiesystemen die er bij justitie en politie zijn en waarin mensen die niet worden verdacht van strafbare feiten toch zijn geregistreerd. Ik wil van elk systeem ook de wettelijke basis en noodzaak beschreven zien.

Minister Weerwind:
Ik hoor een verzoek en een vraag ten aanzien van zo'n grondige inventarisatie met daarbij een wettelijke basis en noodzaak. Ik kan niet zien wat voor consequenties dat heeft en of wij dat heel snel kunnen geven en binnen welk tijdsbestek. Ik ga de vraag doorspelen aan de collega, de minister van Justitie en Veiligheid.

De voorzitter:
Meneer Wassenberg, geen tweede vraag? Ja, een tweede vraag.

De heer Wassenberg (PvdD):
Dan wil ik in elk geval wel beginnen met een inventarisatie. De bodem van de put kan misschien nog niet in zicht zijn, maar ik zou wel graag willen weten waar we dadelijk aan toe zijn. We zijn nu twee keer overvallen. Misschien hadden we het moeten weten. Ik kende die systemen niet. Ik heb het idee dat veel collega's ze ook niet kenden. Ik zou toch in elk geval een inventarisatie willen zien; die kan dan later worden uitgediept. Maar laten we in ieder geval inventariseren welke systemen er nog meer zijn. Dat kan toch niet zo moeilijk zijn?

De voorzitter:
Dank u wel. De minister neemt het mee. Volgens mij geleidt hij het verzoek door. De minister van Justitie en Veiligheid komt erop terug. Meneer Van Meijeren, gaat uw gang.

De heer Van Meijeren (FVD):
Het komt nogal eens voor dat de politie vreedzame demonstranten vordert om zich te legitimeren. Wanneer zij dat niet willen of kunnen, worden zij zelfs aangehouden en meegenomen naar het politiebureau. Nu wijzen niet alleen Forum voor Democratie, maar ook de Nationale ombudsman en Amnesty International erop dat deze werkwijze moet stoppen. Zo'n vordering van een legitimatiebewijs kan namelijk zelfs ontmoedigend of intimiderend werken. De Nationale ombudsman, Amnesty International en Forum voor Democratie wijzen erop dat een aanhouding om het enkele feit dat iemand zich niet legitimeert ook een buitensporige inbreuk is op het demonstratierecht. Ik vraag aan de minister hoe hij deze kritiek beoordeelt. Is hij bereid om er zorg voor te dragen dat vreedzame demonstranten die nergens van verdacht worden, voortaan niet meer worden gevorderd om zich te legitimeren?

Minister Weerwind:
Ik hoor allerlei kwalificaties. Ik ben het met Forum voor Democratie eens dat het demonstratierecht, een grondrecht in ons land, een belangrijk iets is. Dit is een recht waar het lokale gezag, de lokale driehoek, ook op toeziet en uitvoering aan geeft. Het is niet anders dan dat. Dat is in dit land gebonden in allerlei wettelijke kaders. Gelukkig, zeg ik maar even. Dus dat is positief. Hij spreekt wat mij betreft in absolute termen en vraagt mij of ik een uitspraak doe. Maar dat kan ik niet doen, want dit is contextafhankelijk. Het is situatieafhankelijk. Wat doet zich voor? Wat speelt zich af bij die demonstratie? Hoe gedraagt betrokkene zich? En dat kan er wel degelijk toe leiden dat je vraagt: met wie heb ik hier van doen en kunt u vertellen wie u bent? Dat lijkt mij een legitieme vraag vanuit de politieorganisatie.

De heer Van Meijeren (FVD):
Mijn vraag zag expliciet op vreedzame demonstranten, die nergens van verdacht worden. Ook Amnesty International en de Nationale ombudsman geven aan dat het ontmoedigend en zelfs intimiderend werkt wanneer deze demonstranten worden gevorderd om zich te legitimeren, en dat het ook een buitensporige inbreuk is op het demonstratierecht wanneer zij worden aangehouden. Dat demonstratierecht mag inderdaad beperkt worden, maar alleen als dat noodzakelijk en proportioneel is. Ik stel de vraag dus nogmaals. Heeft de minister kennisgenomen van deze kritiek van Amnesty International? En is hij bereid om deze aanbevelingen ook serieus te overwegen?

Minister Weerwind:
Ik heb zonet in mijn reactie aangegeven hoe ik kijk naar het demonstratierecht. De precieze kritiek van Amnesty International en de Nationale ombudsman die u noemde, kan ik hier niet even quoten en citeren, zeker niet. Ik ga deze vraag gewoon doorspelen aan mijn collega.

Mevrouw Temmink (SP):
In 2021 werd er een motie aangenomen van mevrouw Marijnissen en de heer Klaver over het opschonen van vervuilde data. Dat was naar aanleiding van het toeslagenschandaal, waaruit bleek dat het heel nadelige gevolgen kon hebben als je op een zwarte lijst stond bij de overheid. Dit bleek bij het ministerie van Justitie en Veiligheid nog niet zo heel erg voortvarend te worden opgepakt. Ook bleek de politie soms buitensporig veel bevragingen te doen bij toeslagenouders. Onlangs is ook nog gebleken dat algoritmes die zien op rechtshandhaving moesten worden uitgezonderd van het algoritmeregister. Tenminste, dat was de wens van het kabinet. Gelukkig was de Kamer wijzer en besloot zij die algoritmes wel toe te voegen. Als je namelijk zulke vervuilde data hebt en daar ook nog eens algoritmes op loslaat, kan dat wel heel erg nadelige gevolgen hebben voor mensen. Ik wil de minister eigenlijk vragen of hij in de brief die hij heeft toegezegd, ook mee kan nemen de stand van zaken rond algoritmes die zien op rechtshandhaving in het algoritmeregister.

Minister Weerwind:
Ik neem de vraag mee.

De voorzitter:
Dan wil ik de minister voor Rechtsbescherming danken voor zijn aanwezigheid hier bij twee mondelinge vragen.


Vragen Amhaouch

Vragen van het lid Amhaouch aan de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het bericht "Nederland heeft controle over export ASML-machines naar China verloren".

De voorzitter:
Ik heet de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van harte welkom. Ik nodig de heer Amhaouch van het CDA uit om zijn vraag te stellen, over het bericht "Nederland heeft controle over export ASML-machines naar China verloren". Het woord is aan de heer Amhaouch van het CDA.

De heer Amhaouch (CDA):
Voorzitter, dank."De EU is een financieel-economische reus, maar politiek gesproken zijn wij een puber die moet opgroeien. En militair zijn wij een dwerg." Dat zijn de woorden van oud-minister van Buitenlandse Zaken en oud-secretaris-generaal van de NAVO, Jaap de Hoop Scheffer, als reflectie op wat er geopolitiek in de laatste weken allemaal gebeurt.

Voorzitter. Met betrekking tot dit onderwerp: als we als onderdeel van de geopolitieke krachtmetingen ook nog onze economische kroonjuwelen te grabbel gooien en daar niets meer over te zeggen hebben, dan gaan we als Nederland en EU binnen afzienbare tijd financieel-economisch mank lopen. Eenzijdig de regels veranderen tijdens een wedstrijd waar concurrentievermogen en strategische autonomie op het spel staan, is zelfs van een goede bondgenoot moeilijk te pruimen, zeg ik hier. Dit geeft spanning op onze relatie maar het creëert ook veel onzekerheid voor onze Nederlandse en Europese bedrijven. We begrijpen dat Europa en de VS en China gezamenlijke belangen hebben, maar ook verschillende belangen.

Dan kom ik bij de vragen, voorzitter. Klopt het dat er eenzijdig Amerikaanse maatregelen zijn genomen om de export naar China te beperken, die er in feite voor zorgen dat, als er ook maar één Amerikaans schroefje in een Nederlands product zit, de VS de export al tegen kan houden? En verder: wat is de reactie van de minister hierop? Is ze hierover geïnformeerd? En belangrijker nog: heeft ze hier overleg over gevoerd en is ze daar überhaupt mee akkoord gegaan?

De voorzitter:
Dank u wel. Het woord is aan de minister.

Minister Schreinemacher:
Dank u wel, voorzitter. Ook dank aan de heer Amhaouch voor deze vraag. We hebben als Nederland natuurlijk eerder zelf exportmaatregelen genomen, waarbij je voor de export van bepaalde technologieën een vergunning aan moet vragen. Dat heeft Nederland gedaan op basis van de nationale veiligheid. De Amerikanen hebben dat vorig jaar in oktober gedaan; ze hebben eigenlijk nu hun maatregelen aangescherpt. De heer Amhaouch vroeg of het klopt dat, als er ook maar één enkel Nederlands schroefje in een apparaat zit, daar een vergunning voor moet aangevraagd worden. Het gaat eigenlijk maar om een aantal heel specifieke modellen van de zogenaamde duv-machines, waarmee je chips kunt maken. Het gaat ook maar om heel beperkt aantal bestemmingen. Nu is het zo dat wij inderdaad op dit terrein een bedrijf hebben in Nederland, waar we ontzettend trots op moeten zijn. De heer Amhaouch noemde het zelf een kroonjuweel. Wij hebben dus zelf eigenlijk heel chirurgisch die maatregelen genomen op basis van onze eigen nationaleveiligheidsanalyse. De Amerikanen hebben een andere veiligheidsanalyse gemaakt en op basis daarvan hun maatregelen genomen. Dat staat de Amerikanen vrij.

De heer Amhaouch (CDA):
In de eerste regels die we hadden — we zijn natuurlijk verschillende keren bijgepraat — ging het over een aandeel van ongeveer 25% in een bepaalde machine. Dan heb je iets proportioneels, iets waar je over kunt spreken. De belangen van Europa en Nederland staan hier ook op het spel. Als je de regels gedurende de wedstrijd eenzijdig aanpast, betekent dat nogal wat. Wij moeten natuurlijk ook balanceren. Dat punt van de minister begrijp ik. Maar de vraag is of de minister hier ook bezwaren tegen heeft gemaakt, want dit zijn eenzijdige aanpassingen van de regels die er lagen. Is de minister het met mij eens dat dit nu een probleem is van Nederland? Ik ben er zelfs van overtuigd dat dit probleem dadelijk ook andere lidstaten gaat raken. Waar het vandaag de dag gaat om producent A in Nederland, gaat het misschien morgen om producent S in Duitsland. Ik vraag me dus af hoe Europa hiermee omgaat. Is de minister bereid om het voortouw te nemen, samen met onze minister-president, die nog steeds goed aangeschreven staat in Europa, om dit bespreekbaar te maken? Het gaat om de strategische autonomie van Europa en om het beschermen van onze kroonjuwelen tegen een bondgenoot die soms ook andere belangen heeft.

Minister Schreinemacher:
Ik begin met de vraag of wij zijn meegenomen, geïnformeerd of geconsulteerd door de Verenigde Staten. Ik heb al eerder in verschillende debatten aangegeven dat wij inderdaad gesprekken voeren, onder andere met de VS, maar ook met Japan en Korea als het gaat om exportmaatregelen. De VS hebben ons op hoofdlijnen geïnformeerd over deze maatregelen. Als de VS een dreiging of risico zien voor de eigen nationale veiligheid, dan is het uiteindelijk aan de VS om daar maatregelen voor te nemen. Ik ben het absoluut met de heer Amhaouch eens dat dit veel Europeser aangepakt moet worden. Nederland heeft dat eerder eigenlijk alleen gedaan, maar het is natuurlijk veel beter om dat in coördinatie met andere lidstaten te doen. Ik heb daar al verschillende gesprekken over gevoerd met mijn collega's in andere landen. Ook heb ik daar verschillende keren over gesproken met Eurocommissaris Dombrovskis en Eurocommissaris Breton. Het is wel zo dat niet alle lidstaten staan te springen om dit naar het Europese niveau te tillen. Ik vind dat we daar realistisch over moeten zijn. Het is heel belangrijk dat we dat coördineren in Brussel, maar dat zal, in ieder geval vooralsnog, wel binnen de bestaande bevoegdheidsverdeling moeten gebeuren, omdat andere landen die competentie nou eenmaal niet aan de Commissie willen overdragen. Het betekent niet dat wij daar geen voorvechter van zijn. Ik maak me daar hard voor. Ik wil dat ook zeker met de minister-president opnemen, om ons daar samen voor in te zetten, want uiteindelijk — daar geef ik de heer Amhaouch ook helemaal gelijk in — is Europa met 430 miljoen consumenten een heel sterke kracht. Maar die moeten we dan wel inzetten.

De heer Amhaouch (CDA):
Voorzitter, ten slotte. Goed dat de minister zegt dat ze dat ook met de minister-president in Europa aan de orde wil stellen, want ook in Europa praten we natuurlijk, bijvoorbeeld met de European Round Table for Industry, over strategische autonomie. We hebben het over de Chips Act. Wat vandaag in Nederland gebeurt, kan morgen ook in een ander land gebeuren. Dat is van belang. Het antwoord op de vraag of Nederland bezwaar heeft gemaakt tegen wat de Amerikanen eenzijdig doen, heb ik nog niet gekregen, dus dat zou ik nog wel graag horen. Ik denk dat het heel belangrijk is als startpunt voor hoe we verdergaan met onderhandelingen of de discussie, want anders krijgen we morgen het volgende.

Minister Schreinemacher:
Nou ja, bezwaar maken ... Het maakt allemaal deel uit van de onderhandelingen en gesprekken met de Amerikanen hierover. Wat we in diplomatieke gesprekken zeggen, deel ik niet zomaar in het openbaar, zoals ik al eerder heb gezegd. Maar natuurlijk is het voor ons wel steeds belangrijk geweest om ook van de Amerikanen te horen waar hun zorgen nou precies zitten, ook om onze eigen maatregelen te kunnen nemen en ervoor te zorgen dat we de nationale veiligheid zo veel mogelijk kunnen garanderen door exportmaatregelen te nemen.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Amhaouch. Dan geef ik het woord aan de heer Hammelburg, D66.

De heer Hammelburg (D66):
Het bevalt mij geheel niet wat de Amerikanen hier aan het doen zijn. Eerder dit jaar, of zelfs vorig jaar al, gaf de minister aan dat wij en zij niet aan de leiband van de Amerikanen liggen. Daarna zijn er heldere afspraken gemaakt met de Amerikanen, de Zuid-Koreanen en de Japanners over een exportvergunning op bepaalde chipproducten. Wij vinden dat mooie afspraken. Nu zien we gewoon dat de Amerikanen unilateraal veel verder gaan, dat zij ons dwingen om daarin mee te gaan en dat zij onze strategische autonomie daarmee afpakken. Ik verwacht dus eigenlijk veel strengere woorden van de minister. Mijn vraag is dus: hoe heeft dit kunnen gebeuren, en welke tegenmaatregelen kunnen we van deze minister verwachten tegen deze Amerikaanse actie?

Minister Schreinemacher:
Volgens mij heb ik net heel duidelijk aangegeven dat het wel aan de Amerikanen is om op basis van hun eigen Amerikaanse veiligheidszorgen deze maatregelen te nemen, net zoals wij als Nederland gelukkig ook exportrestricties in het leven kunnen roepen wanneer wij gevaar zien voor onze eigen nationale veiligheid. Dat hebben we ook gedaan in juni. Dat is wat de Amerikanen hier doen. Ik wil toch nog een keer benadrukken dat onze lezing tot nu toe is — we zijn alleen op hoofdlijnen geïnformeerd en zijn nu ook nog bepaalde details aan het bestuderen — dat de maatregelen beperkt zijn, want het aantal bestemmingen waarvoor nu een exportvergunning aangevraagd moet worden, is beperkt. Dat is tot nu toe onze analyse. Natuurlijk bespreken we dat ook met het bedrijf in kwestie, met andere partners en vooral in Europa.

De heer Hammelburg vroeg ook naar tegenmaatregelen, bijvoorbeeld zo'n dwanginstrument. Je kunt tegenmaatregelen nemen, maar in dit geval is er geen sprake van economische dwang. Daar zouden we dat dwanginstrument dus ook helemaal niet voor kunnen inzetten, al zouden we het willen. In dit geval wil ik dat ook niet, want volgens mij is het belangrijk dat we juist de dialoog voeren met de Amerikanen. U krijgt later deze week nog een verslag van de informele EU-RBZ. Daar hebben we vorige week ook besproken dat we in ieder geval op het gebied van kritieke technologieën binnen Europa veel beter moeten coördineren, maar dat we dat ook in onze dialoog met de VS moeten doen namens Europa.

Mevrouw Koekkoek (Volt):
Ik hoor de minister ook spreken over de gevolgen voor de nationale veiligheid. Nu heb ik eerder in het jaar zelf een mondelinge vraag gesteld aan de minister, precies hierover, want hier schuurt het. Dit gaat niet alleen maar over nationale veiligheid. Het gaat over economische belangen. In de afspraken die zijn gemaakt, zo heb ik eerder tegen de minister gezegd, loopt Nederland economisch gezien het meeste risico. Dat is volgens mij nog steeds zo. Amerika interpreteert op dit moment een nationale wet op een bepaalde manier. Dat is er nu volgens mij aan de hand. Er is een minimale voorwaarde voor wanneer een wet toepasselijk zou zijn en Amerika zegt nu de minimale voorwaarden los te laten en deze wet van toepassing te maken — de heer Amhaouch zei dat mooi — zodat ze er rechtsmacht over hebben als er bij wijze van spreken een schroefje vanuit Nederland op zit. Dat is misschien een beetje technisch, maar het gaat eigenlijk over een actie van de VS die zeggen: buiten mijn rechtsmacht ga ik nu sturen op waar de rest van de wereld in mag handelen. Ik denk dat de vraag wat Europa hiertegen gaat doen, een vraag die ik zelf ook heb, hier wel toepasselijk is. Die gaat in mijn optiek verder dan het handelsrecht.

Minister Schreinemacher:
Mevrouw Koekkoek trekt eigenlijk de extraterritoriale werking van deze regels in twijfel of vraagt zich in ieder geval af hoe wij daarmee om zouden moeten gaan. Althans, zo interpreteer ik het. Nederland en Europa gebruiken dat niet, dus de exportvergunningen die ik afgeef, gelden alleen voor goederen die vanuit Nederland geëxporteerd moeten worden en niet de goederen die via een andere route, bijvoorbeeld via de VS, naar een ander land gaan. Ik zeg nogmaals dat dit uiteindelijk aan de VS is. Volgens mij is het wel heel belangrijk dat wij binnen Europa met onze partners het gesprek aangaan over hoe wij ervoor kunnen zorgen dat onze exportrestricties ongeveer gelijk zijn. Ook daar is het nog best lastig. Hier gaat het erom dat wij een andere veiligheidsanalyse maken dan de Amerikanen in dit geval. Als ik met mijn Europese counterparts spreek, zul je zien dat ook daar weer een andere veiligheidsanalyse wordt gemaakt. Daarom hecht ik er ook wel aan dat wij ook nationaal blijven kijken naar wat effect heeft op onze nationale veiligheid en hoe wij ervoor kunnen zorgen dat die gewaarborgd is, met de exportrestricties die we nemen.

De voorzitter:
Dank u wel. Een vervolgvraag, maar wel wat korter graag. Gaat uw gang, mevrouw Koekkoek.

Mevrouw Koekkoek (Volt):
Een kortere vervolgvraag. Nogmaals, ik begrijp de nationale veiligheid, maar hier zijn ook economische belangen in het geding. Zo analyseer ik de situatie. Een land dat de de-minimisvoorwaarden in een nationale wet loslaat, wordt gestuurd door economische belangen. Daar kan Nederland wel degelijk bezwaar tegen maken, onder andere door wat de minister zelf aangeeft. Dat is door de extraterritorialiteitskaart te trekken en aan te geven: VS, u gaat hier niet over. Gaat de minister dat ook doen?

Minister Schreinemacher:
Mevrouw Koekkoek neemt nu aan — althans, zo begrijp ik haar — dat de VS de maatregelen die zij hebben genomen, hebben genomen in het kader van hun economische belangen. Die analyse deel ik niet, want als dat zo zou zijn, zou dat ook niet WTO-conform zijn. In de gesprekken die wij met de Amerikanen hebben gevoerd, wijst niets erop dat dit gaat om economische belangen. Het gaat om hun eigen veiligheidsanalyse.

De heer Amhaouch (CDA):
Ik maak me wel een beetje zorgen. De minister zegt nu: het heeft specifiek betrekking op machine x of machine y en de impact is klein. Dat betekent dus dat we weer achter de feiten aanlopen, want een paar maanden geleden hadden we al andere spelregels en nu zijn die spelregels eenzijdig aangepast. Het gaat mij voornamelijk om de wederkerigheid. Op dit moment hanteren de Amerikanen het tolpoortje of wij Nederlandse producten mogen exporteren, maar andersom vragen de Amerikanen volgens mij niet aan de Europese Commissie of aan Nederland of een chipfabrikant in Amerika iets mag exporteren naar China. Dat is eenzijdig. Ik ben dus op zoek naar die wederkerigheid. Erkent de minister dat er op dit moment een scheve verhouding is?

Minister Schreinemacher:
Ik vind het wel belangrijk om te noemen dat het bedrijf waarover wij het nu hebben, ook een Amerikaanse vestiging heeft en Amerikaanse onderdelen gebruikt. Dat is de reden dat de Amerikaanse regelgeving van toepassing is. Dat gebeurde al. De Amerikanen hebben hun eigen regelgeving aangescherpt als het gaat om Amerikaanse onderdelen in Nederlandse producten. Dat is inmiddels op minder onderdelen van toepassing. De reden waarom het Amerikaans recht nu van toepassing is op dit bedrijf, is dat zij ook een Amerikaanse vestiging en Amerikaanse onderdelen hebben. Ik vind het wel belangrijk om dat nog even te benoemen. Ik denk dat het volgende altijd belangrijk is. Ik weet niet of we nou echt wederkerigheid moeten nastreven, want wij willen geen extraterritoriale werking op onze exportrestrictie. Maar ik denk dat het wel belangrijk is dat we met elkaar spreken over die veiligheidszorgen, niet alleen over hoe de Amerikanen en wij die zien, maar ook over hoe onze Europese partners, en andere partners en bondgenoten die zien.

De voorzitter:
Dank u wel. Ik wil de minister bedanken voor haar aanwezigheid hier. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van dit mondelinge vragenuur. Het was mijn laatste mondelinge vragenuur. Ik wil iedereen bedanken voor het kijken. Ik bedank bij dezen even speciaal mijn moeder, want ik weet dat zij bijna elke dinsdag kijkt. Dank, mam; dit was de laatste keer.

(Applaus)

De voorzitter:
Ik schors de vergadering voor een enkel moment en daarna gaan we over tot de stemmingen.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Mededelingen

Mededelingen

Mededelingen

De voorzitter:
Ik deel aan de Kamer mee dat het volgende lid zich heeft afgemeld:

Helder.

Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.

Regeling van werkzaamheden (stemmingen)

Regeling van werkzaamheden (stemmingen)

Regeling van werkzaamheden (stemmingen)

De voorzitter:
Aan de orde zijn de stemmingen van dinsdag 24 oktober 2023.

Ik stel voor zo dadelijk te stemmen over de volgende aangehouden moties:

  • de moties-Wassenberg: 24 (35892), 25 (35892), 244 (31532), 7 (35309), 1394 (21501-32), 1445 (21501-32);
  • de moties-Van Esch: 1209 (32813), 391 (29383), 65 (35925-XVI), 319 (22343), 80 (36200-XVI), 77 (36200-XII), 179 (32852), 195 (32852), 406 (30175), 425 (30175), 3561 (22112);
  • de moties-Vestering: 232 (33576), 234 (33576), 235 (33576);
  • de moties-Ouwehand: 24 (33576), 207 (31936), 117 (33400-XIII), 118 (33400-XIII), 34 (34041);
  • de motie-Sjoerdsma: 3 (36259);
  • de motie-Hammelburg/Boucke: 244 (31793);
  • de motie-Den Haan: 657 (25424);
  • de motie-Van der Plas: 2140 (25295).

Ik geef eerst het woord aan mevrouw Koekkoek van Volt en daarna aan mevrouw Van Esch van de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Koekkoek (Volt):
Dank, voorzitter. Onder punt 24, de stemming in verband met het voorstel van de leden Omtzigt, Eerdmans en Dassen tot wijziging van het Reglement van Orde, zou ik graag om uitstel van stemmingen vragen.

De voorzitter:
Dat gaat over punt 24. Ik kijk even of er bezwaar is tegen uitstel van stemming. Dat is niet het geval. Ik neem aan dat we daar donderdag over gaan stemmen, mevrouw Koekkoek. Ja. Gaat het ook om punt 25, de stemming over moties ingediend bij het debat over de verkennersfase in de formatie van 2021, of alleen om punt 24, mevrouw Koekkoek? Mevrouw Koekkoek zegt alleen punt 24. We gaan wel stemmen over punt 25.

Dan mevrouw Van Esch, Partij voor de Dieren.

Mevrouw Van Esch (PvdD):
Dank u, voorzitter. Ik wil onder agendapunt 55, over de begroting van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de motie op stuk nr. 80 toch nog weer even aanhouden.

De voorzitter:
Op verzoek van mevrouw Van Esch stel ik voor haar motie (36200-XVI, nr. 80) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:
Mevrouw Kröger, GroenLinks.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):
Onder punt 14, de stemming over moties ingediend bij de begrotingsbehandeling van Koninkrijksrelaties en het BES-fonds 2024, wil ik de moties op de stukken nrs. 26 en 19 aanhouden tot donderdag.

Op verzoek van mevrouw Kröger stel ik voor haar motie (36410-IV, nr. 19) en haar gewijzigde motie (36410-IV, nr. 26, was nr. 18) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:
De moties worden tot donderdag aangehouden. De administratie klopt weer.

Stemmingen

Stemmingen


Stemmingen Wijziging van de Wet kinderopvang in verband met een structurele regeling voor meertalige dagopvang

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Wet kinderopvang in verband met een structurele regeling voor meertalige dagopvang (36393).

(Zie wetgevingsoverleg van 16 oktober 2023.)

In stemming komt het amendement-Van den Hil/Palland (stuk nr. 9) tot het toevoegen van een onderdeel D.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor dit amendement hebben gestemd, zodat het is aangenomen.

Het is heel fijn dat u nu stiller bent. Dank aan degene die dat voorstelde.

In stemming komt het wetsvoorstel, zoals op onderdelen gewijzigd door de aanneming van het amendement-Van den Hil/Palland (stuk nr. 9).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga en BBB voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fracties van de PVV en FVD ertegen, zodat het is aangenomen.


Stemming motie Wijziging van de Wet kinderopvang in verband met een structurele regeling voor meertalige dagopvang

Aan de orde is de stemming over een motie, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de Wet kinderopvang in verband met een structurele regeling voor meertalige dagopvang,

te weten:

  • de motie-Van den Hil over onderzoeken hoe professionele zeggenschap in de kinderopvang vormgegeven kan worden als onderdeel van modern werkgeverschap (36393, nr. 10).

(Zie wetgevingsoverleg van 16 oktober 2023.)

In stemming komt de motie-Van den Hil (36393, nr. 10).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemmingen moties Groningen

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over het begrotingsonderdeel Mijnbouw/Groningen,

te weten:

  • de motie-Beckerman c.s. over de problemen rondom Marenland samen met huurders inventariseren en de corporaties financieel ondersteunen (33529, nr. 1179);
  • de motie-Beckerman c.s. over de waardevermeerderingsregel open laten staan tot 2025 en ook nieuwe groepen daarvoor in aanmerking laten komen (33529, nr. 1180);
  • de motie-Beckerman/Nijboer over komen tot een gelijkwaardige uitkomst via een deur-tot-deuraanpak waarbij woningen heel, veilig en duurzaam worden (33529, nr. 1181);
  • de motie-Beckerman/Nijboer over gedupeerden in batch 1588 schadeloosstellen of financieel ondersteunen en voor de verkiezingen met hen in gesprek gaan (33529, nr. 1182);
  • de motie-Beckerman/Nijboer over alle causaliteitsonderzoeken voor woningen boven het Groningenveld en de gasopslagen loslaten (33529, nr. 1183);
  • de motie-Beckerman/Nijboer over nog dit jaar komen tot compensatie van de waardedaling voor ondernemers (33529, nr. 1184);
  • de motie-Boulakjar over bij de participatietrajecten binnen de dorpenaanpak alle dorpsbewoners de mogelijkheid geven om te participeren (33529, nr. 1185);
  • de motie-Boulakjar over onderzoeken hoe sociale projecten binnen het Nationaal Programma Groningen zo veel mogelijk structureel gefinancierd kunnen worden (33529, nr. 1186);
  • de motie-Boulakjar over kennis op het gebied van aardgasvrij maken van woningen zo veel mogelijk bij elkaar brengen (33529, nr. 1187);
  • de motie-Boulakjar/Vedder over de mogelijkheden in kaart brengen voor financiering en uitvoering van het aardgasvrij-gereed maken van de woningen in het aardbevingsgebied (33529, nr. 1188);
  • de motie-Nijboer over alle inwoners van het aardbevingsgebied de mogelijkheid bieden om hun woningen aardgasvrij-gereed te maken (33529, nr. 1189);
  • de motie-Drost over het verwerken van de gebiedsgerichte deur-tot-deuraanpak in de voorgestelde versterkingsaanpak uit Nij begun (33529, nr. 1190);
  • de motie-Van Wijngaarden/Boulakjar over benefit sharing betrekken bij de herziening van de Mijnbouwwet (33529, nr. 1192);
  • de motie-Van Wijngaarden over het versneld mogelijk maken van gaswinning op de Noordzee (33529, nr. 1193).

(Zie wetgevingsoverleg van 16 oktober 2023.)

De voorzitter:
De motie-Beckerman c.s. (33529, nr. 1179) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat huurders van Marenland al jarenlang in problemen zitten;

constaterende dat de corporatie nu wordt opgeheven maar daarmee de problemen niet voorbij zijn;

verzoekt de regering de problemen niet te verplaatsen maar te helpen oplossen door de problemen, met huurders en anderen, te inventariseren en de corporaties waar nodig financieel te ondersteunen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 1197, was nr. 1179 (33529).

De motie-Beckerman c.s. (33529, nr. 1180) is in die zin gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Beckerman en Nijboer.

Zij krijgt nr. 1198, was nr. 1180 (33529).

Ik stel vast dat wij nu over deze gewijzigde moties kunnen stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Beckerman c.s. (33529, nr. 1197, was nr. 1179).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de fractie van JA21 ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Beckerman/Nijboer (33529, nr. 1198, was nr. 1180).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, de VVD en het CDA ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Beckerman/Nijboer (33529, nr. 1181).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Beckerman/Nijboer (33529, nr. 1182).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Beckerman/Nijboer (33529, nr. 1183).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Groep Van Haga, de PVV en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21 en FVD ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Beckerman/Nijboer (33529, nr. 1184).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Boulakjar (33529, nr. 1185).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Boulakjar (33529, nr. 1186).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, Groep Van Haga, de PVV en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van JA21 en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Boulakjar (33529, nr. 1187).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Boulakjar/Vedder (33529, nr. 1188).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Nijboer (33529, nr. 1189).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, de ChristenUnie en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, Lid Omtzigt, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Drost (33529, nr. 1190).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Wijngaarden/Boulakjar (33529, nr. 1192).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van de PvdD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Wijngaarden (33529, nr. 1193).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van Fractie Den Haan, Lid Gündoğan, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD en D66 ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemming motie Stikstof, NPLG en Natuur

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het tweeminutendebat Stikstof, NPLG en Natuur,

te weten:

  • de motie-Beckerman c.s. over het herzien van de Nedmagvergunning (35334, nr. 268).

(Zie vergadering van 11 oktober 2023.)

In stemming komt de motie-Beckerman c.s. (35334, nr. 268).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemming motie Brandweer en crisisbeheersing

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het tweeminutendebat Brandweer en crisisbeheersing,

te weten:

  • de motie-Wassenberg over landelijke richtlijnen opstellen met betrekking tot de hulp aan dieren bij rampen (29517, nr. 244).

(Zie vergadering van 18 april 2023.)

De voorzitter:
De motie-Wassenberg (29517, nr. 244) is in die zin gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Wassenberg, Sneller en Graus.

Zij krijgt nr. 249, was nr. 244 (29517).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Wassenberg c.s. (29517, nr. 249, was nr. 244).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, JA21, Groep Van Haga, de PVV en BBB voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SGP, het CDA en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemming motie Wijziging Besluit houders van dieren

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het VSO Wijziging Besluit houders van dieren vanwege een aanpassing van het verbod op het gebruik van stroomstootapparatuur (28286, nr. 1164),

te weten:

  • de motie-Wassenberg over een gezamenlijke trainingsschool voor overheidshonden (28286, nr. 1178).

(Zie vergadering van 14 april 2022.)

De voorzitter:
De motie-Wassenberg (28286, nr. 1178) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat uit uitzendingen van Zembla, Undercover in Nederland en Rambam blijkt dat dierenmishandeling door leden van de Koninklijke Nederlandse Politiehond Vereniging (KNPV) al jarenlang een structureel probleem is;

constaterende dat leden van deze vereniging honden nog steeds veelvuldig met stroomstootapparatuur trainen en dat daarop niet of nauwelijks toezicht is;

overwegende dat de KNPV de structurele dierenmishandelingen nooit heeft aangepakt en dat er geen vertrouwen is dat dit nu wel zal gebeuren;

constaterende dat politie en Defensie de wens hebben geuit om de mogelijkheid van een gezamenlijke trainingsschool voor overheidshonden te verkennen;

verzoekt de regering toe te werken naar een gezamenlijke trainingsschool voor overheidshonden, en de Kamer hierover zo spoedig mogelijk te informeren,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 1313, was nr. 1178 (28286).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Wassenberg (28286, nr. 1313, was nr. 1178).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, Lid Omtzigt, de SGP, JA21 en de PVV voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, de ChristenUnie, de VVD, het CDA, Groep Van Haga, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemmingen moties Initiatiefnota van het lid Verkuijlen over de aanwas van jongeren in de criminaliteit: Opvoeden die handel

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over de initiatiefnota van het lid Verkuijlen over de aanwas van jongeren in de criminaliteit: Opvoeden die handel,

te weten:

  • de motie-Raemakers over inventariseren hoe goede ervaringen met stichtingen en/of organisaties die gespecialiseerd zijn in jeugdcriminaliteit breder ingezet kunnen worden teneinde de werkdruk voor leraren te verlichten (36261, nr. 5);
  • de motie-Ellian/Verkuijlen over bevorderen dat gemeenten middelen en capaciteit vrijmaken om jeugdboa's in te zetten (36261, nr. 7);
  • de motie-Ellian/Verkuijlen over onderzoek naar de vormgeving van een effectieve gedragsinterventie voor jongeren onder de 12 die zich ernstig normoverschrijdend gedragen (36261, nr. 8);
  • de motie-Ellian/Verkuijlen over een pilot waarbij first offenders in de leeftijd van 18 tot 23 jaar met een lvb-diagnose een Halt-afdoening kunnen kiezen (36261, nr. 9).

(Zie notaoverleg van 16 oktober 2023.)

De voorzitter:
De heer Ellian wenst zijn aangehouden motie op stuk nr. 7 te wijzigen en verzoekt deze vervolgens in stemming te brengen.

De motie-Ellian/Verkuijlen (36261, nr. 7) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat naast wijkagenten, jeugdagenten en wijkrechercheurs ook jeugdboa's een sleutelrol vervullen bij het signaleren en voorkomen van de aanwas van jongeren in de criminaliteit;

overwegende dat jeugdboa's bij het bevorderen van de leefbaarheid in wijken een onmisbare schakel kunnen zijn tussen gemeenten, politie en jeugdhulpverleners;

constaterende dat jeugdboa's nog niet overal in Nederland alle Halt-waardige feiten zelf direct kunnen doorverwijzen naar Halt;

constaterende dat de SCIL-testen in de jeugdstrafrechtketen niet door jeugdboa's worden afgenomen;

van mening dat deze boa-bevoegdheden een landelijke aangelegenheid betreffen die de decentrale inzet van jeugdboa's maximaal moet ondersteunen;

verzoekt de regering te bevorderen dat gemeenten middelen en capaciteit vrijmaken om jeugdboa's in te zetten en ervoor te zorgen dat de jeugdboa voldoende bevoegd is om een effectieve bijdrage te kunnen leveren in de aanpak van aanwas van jongeren in de criminaliteit;

verzoekt de regering de Kamer vanaf juni 2024 jaarlijks te informeren over het aantal jeugdboa's verdeeld over de gemeenten en over de bevoegdheden die de jeugdboa's in de verschillende gemeenten hebben, en indien deze gegevens voor de regering niet beschikbaar zijn ze op te vragen via de VNG,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 10, was nr. 7 (36261).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

In stemming komt de motie-Raemakers (36261, nr. 5).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Ellian/Verkuijlen (36261, nr. 10, was nr. 7).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, de ChristenUnie, de VVD, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en BBB voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, Lid Omtzigt, de SGP en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Ellian/Verkuijlen (36261, nr. 8).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van BIJ1, Volt, D66 en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Ellian/Verkuijlen (36261, nr. 9).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, JA21 en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SGP, het CDA, Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemmingen Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma, bulkdatasets en overige specifieke voorzieningen

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma, bulkdatasets en overige specifieke voorzieningen (36263).

(Zie wetgevingsoverleg van 16 oktober 2023.)

De voorzitter:
Eerst geef ik het woord aan mevrouw Simons van BIJ1.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Ik zou het heel fijn vinden als in de Handelingen terug te lezen valt dat ook BIJ1 voorgestemd heeft bij de motie op stuk nr. 8 van de heer Ellian, bij het vorige punt op de stemmingslijst, over de initiatiefnota van het lid Verkuijlen.

De voorzitter:
U kan dat niet doen, want u was niet in de zaal bij de stemmingen.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Ik was in de zaal. Ik was echt in de zaal.

De voorzitter:
Bij de motie op stuk nr. 9?

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Ja. U was al verder met tellen, maar ik was echt al binnen.

De voorzitter:
Maar bij de motie op stuk nr. 9 heb ik u genoemd.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Dat klopt, maar bij de motie op stuk nr. 8 was ik ook in de zaal.

De voorzitter:
We gaan dat even terugkijken. Vertelt u even wat u in de Handelingen wil.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Ik zou graag willen hebben voorgestemd bij de motie op stuk nr. 8.

De voorzitter:
U wenst te hebben voorgestemd.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Graag.

De voorzitter:
Wij gaan dit in de Handelingen meenemen als wij hebben teruggekeken, maar ik vertrouw uw inschatting. U weet zelf het beste of u wel of niet in de zaal was.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Temmink/Van Esch (stuk nr. 19, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, BIJ1, DENK, de PvdD, Lid Gündoğan, JA21, Groep Van Haga en FVD voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, de PVV en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

Ik stel vast dat door de verwerping van dit gewijzigde amendement de overige op stuk nr. 19 voorkomende gewijzigde amendementen als verworpen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Van Houwelingen (stuk nr. 20).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, DENK, de PvdD, Groep Van Haga en FVD voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, de PVV en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Temmink/Van Esch (stuk nr. 13).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, BIJ1, DENK, de PvdD, JA21, Groep Van Haga en FVD voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, de PVV en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Hammelburg c.s. (stuk nr. 31).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor dit amendement hebben gestemd, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het amendement-Temmink/Van Esch (stuk nr. 12).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, BIJ1, DENK, de PvdD, Lid Omtzigt, JA21, Groep Van Haga en FVD voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, Lid Gündoğan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, de PVV en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Bisschop/Van der Graaf (stuk nr. 27).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, Lid Gündoğan, D66, de VVD en BBB ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het amendement-Hammelburg c.s. (stuk nr. 30).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor dit amendement hebben gestemd, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het amendement-Koekkoek (stuk nr. 17) tot het invoegen van een artikel 14da.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Gündoğan, D66, de VVD, het CDA en de PVV ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Van der Graaf/Bisschop (stuk nr. 24) tot het invoegen van een hoofdstuk 3a.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, JA21, Groep Van Haga en FVD voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, Lid Gündoğan, D66, de VVD, het CDA, de PVV en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het wetsvoorstel, zoals op onderdelen gewijzigd door de aanneming van het amendement-Hammelburg c.s. (stuk nr. 31), het gewijzigde amendement-Bisschop/Van der Graaf (stuk nr. 27) en het amendement-Hammelburg c.s. (stuk nr. 30).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, de PVV en BBB voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, BIJ1, DENK, de PvdD, Groep Van Haga en FVD ertegen, zodat het is aangenomen.


Stemmingen moties Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma, bulkdatasets en overige specifieke voorzieningen

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Tijdelijke wet onderzoeken AIVD en MIVD naar landen met een offensief cyberprogramma, bulkdatasets en overige specifieke voorzieningen,

te weten:

  • de motie-Hammelburg c.s. over na inwerkingtreding van de tijdelijke wet een uitvoeringstoets uitvoeren die ziet op de balans tussen passende waarborgen en effectieve taakuitvoering (36263, nr. 25);
  • de motie-Van Houwelingen over de Verenigde Staten toevoegen aan de lijst met landen met een offensief cyberprogramma tegen Nederland of Nederlandse belangen (36263, nr. 26).

(Zie wetgevingsoverleg van 16 oktober 2023.)

De voorzitter:
De motie-Hammelburg c.s. (36263, nr. 25) is in die zin gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Hammelburg, Koekkoek, Van der Graaf, Temmink, Rajkowski en Bushoff.

Zij krijgt nr. 32, was nr. 25 (36263).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Hammelburg c.s. (36263, nr. 32, was nr. 25).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze gewijzigde motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Houwelingen (36263, nr. 26).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van DENK, Groep Van Haga en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, de PVV en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemmingen moties Begroting Binnenlandse Zaken 2024 - Wonen en ruimtelijke ordening

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2024 - onderdeel Wonen en ruimtelijke ordening,

te weten:

  • de motie-Kops over de sociale huurprijzen verlagen (36410-VII, nr. 31);
  • de motie-Kops over de sociale huurprijzen niet verhogen (36410-VII, nr. 32);
  • de motie-Kops over geen voorrang meer geven aan statushouders bij de toewijzing van woonruimte (36410-VII, nr. 33);
  • de motie-Kops over voorrang geven aan de Nederlanders bij de toewijzing van woonruimte (36410-VII, nr. 34);
  • de motie-Peter de Groot c.s. over het afsluiten van bouwakkoorden om belemmeringen voor bouwprojecten weg te nemen (36410-VII, nr. 35);
  • de motie-Beckerman over sloop van woningen alleen toestaan met instemming van 70% van de huurders (36410-VII, nr. 36);
  • de motie-Beckerman over een pas op de plaats maken bij de verkoop van sociale huurwoningen door woningcorporaties (36410-VII, nr. 37);
  • de motie-Beckerman over het in het leven roepen van een opkoopfonds (36410-VII, nr. 38);
  • de motie-Beckerman over het bevriezen van de huren in de corporatiesector (36410-VII, nr. 39);
  • de motie-Boulakjar c.s. over een aanzienlijk deel betaalbare woningen als voorwaarde voor bouwsubsidies, impulsen en woonafspraken (36410-VII, nr. 40);
  • de motie-Boulakjar over hamsterhuurkoop door woningcorporaties mogelijk maken (36410-VII, nr. 41);
  • de motie-Boulakjar c.s. over een akkoord over het bouwen van zo veel mogelijk studentenwoningen in Kronenburg (36410-VII, nr. 42);
  • de motie-Nijboer over een premie op extra bouwvergunningen van gemeenten (36410-VII, nr. 43);
  • de motie-Nijboer/Grinwis over het sterk terugbrengen van de verkoop van sociale huurwoningen (36410-VII, nr. 44);
  • de motie-Nijboer over het alsnog invoeren van een tochtkorting (36410-VII, nr. 45);
  • de motie-Nijboer/Grinwis over een voorstel voor het uitwerken van een huurregister (36410-VII, nr. 46);
  • de motie-Nijboer over de maximale huurverhoging koppelen aan het laagste niveau van inflatie of loonontwikkeling (36410-VII, nr. 47);
  • de motie-Inge van Dijk/Grinwis over onderzoek naar een tijdelijke verlaging van het btw-tarief voor de bouw van sociale en middeldure koop- en huurwoningen (36410-VII, nr. 48);
  • de motie-Van Esch/Beckerman over het uitstellen en ordentelijk intrekken van de Omgevingswet (36410-VII, nr. 49);
  • de motie-Van Esch over uitspreken dat woningbouw door "een straatje erbij" alleen kan als dit de natuur niet schaadt (36410-VII, nr. 50);
  • de motie-Grinwis c.s. over het aanpassen van het Drinkwaterbesluit zodat niet alleen op het dak opgevangen regenwater kan worden gebruikt als huishoudwater (36410-VII, nr. 51);
  • de motie-Grinwis c.s. over gemeenten ondersteunen bij het opstellen van de pre-soortenmanagementplannen (36410-VII, nr. 52);
  • de motie-Van Haga over particuliere verhuurders vrijstellen van de regulering van de middenhuur (36410-VII, nr. 53);
  • de motie-Van Haga over een heroverweging van de regulering van de middenhuur waarin de rentabiliteit van nieuwbouw en bestaande huurwoningen wordt meegenomen (36410-VII, nr. 54);
  • de motie-Van Haga over woningcorporaties aanmoedigen om woningen te verkopen aan zittende huurders om zo kapitaal vrij te maken om nieuwe sociale woningen te bouwen (36410-VII, nr. 55);
  • de motie-Van Haga over maatregelen om het voor woningeigenaren aantrekkelijker te maken om hun woningen te blijven verhuren in plaats van te verkopen (36410-VII, nr. 56).

(Zie vergadering van 19 oktober 2023.)

In stemming komt de motie-Kops (36410-VII, nr. 31).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, DENK, de PvdA, de PvdD, de PVV en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Volt, Fractie Den Haan, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga en FVD ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Kops (36410-VII, nr. 32).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21 en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Kops (36410-VII, nr. 33).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de VVD, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Kops (36410-VII, nr. 34).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de VVD, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Peter de Groot c.s. (36410-VII, nr. 35).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van BIJ1 en de PvdD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Beckerman (36410-VII, nr. 36).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, DENK, de PvdA, de PvdD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Volt, Fractie Den Haan, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Beckerman (36410-VII, nr. 37).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, de ChristenUnie en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Volt, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Beckerman (36410-VII, nr. 38).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Beckerman (36410-VII, nr. 39).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, de PVV en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Boulakjar c.s. (36410-VII, nr. 40).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Boulakjar (36410-VII, nr. 41).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP en de PvdD ertegen, zodat zij is aangenomen.

Excuus. Toen ik zojuist de omschrijving van deze motie voorlas, had ik even een associatie met heel iets anders!

In stemming komt de motie-Boulakjar c.s. (36410-VII, nr. 42).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van de PvdD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Nijboer (36410-VII, nr. 43).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD en JA21 voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van BIJ1, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Nijboer/Grinwis (36410-VII, nr. 44).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de ChristenUnie en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Gündoğan, D66, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Nijboer (36410-VII, nr. 45).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de VVD en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Gündoğan, D66, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Nijboer/Grinwis (36410-VII, nr. 46).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, de PVV en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van JA21, Groep Van Haga en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Nijboer (36410-VII, nr. 47).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, de ChristenUnie en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Inge van Dijk/Grinwis (36410-VII, nr. 48).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Esch/Beckerman (36410-VII, nr. 49).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, BIJ1, Fractie Den Haan, de PvdD, Lid Omtzigt en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, Lid Gündoğan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Esch (36410-VII, nr. 50).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66 en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, Lid Omtzigt, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Grinwis c.s. (36410-VII, nr. 51).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Grinwis c.s. (36410-VII, nr. 52).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, de PvdD en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Haga (36410-VII, nr. 53).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Haga (36410-VII, nr. 54).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de VVD, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA en de PVV ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Haga (36410-VII, nr. 55).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de VVD, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Haga (36410-VII, nr. 56).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de VVD, de SGP, JA21, Groep Van Haga en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, het CDA, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemmingen Begroting Binnenlandse Zaken 2024 - Overige beleidsartikelen

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2024, het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2024 (B) en het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van het provinciefonds voor het jaar 2024 (C),

te weten:

  • de motie-Temmink over de weerbaarheidsscan alleen uitvoeren als deze ook bruikbaar is voor bewindspersonen en topbestuurders (36410-VII, nr. 59);
  • de motie-Hans Teunissen c.s. over het recht op begrijpelijke taal en duidelijke uitleg van besluiten vastleggen in de wet (36410-VII, nr. 60);
  • de motie-Sneller/Rahimi over het verzoek aan het Presidium om in overleg met de Eerste Kamer te komen tot structurele financiering van Parlement.com (36410-VII, nr. 61);
  • de motie-Nijboer over de consequenties van de financiële tekorten inzichtelijk maken (36410-VII, nr. 62);
  • de motie-Nijboer over een plan om de externe inhuur te beperken en zo spoedig mogelijk weer te voldoen aan de Roemernorm (36410-VII, nr. 63);
  • de motie-Nijboer over het nakomen van de belofte van het kabinet om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen (36410-VII, nr. 64);
  • de motie-Inge van Dijk/Van der Graaf over het structureel faciliteren van de Landelijke Vereniging voor Kleine Kernen (36410-VII, nr. 65);
  • de motie-Inge van Dijk over het Nationaal Verenigings Onderzoek eenmalig verbreden naar gemeenteniveau (36410-VII, nr. 66);
  • de motie-Inge van Dijk/Van der Graaf over naar de opschalingskorting kijken als onderdeel van de voorjaarsbesluitvorming (36410-VII, nr. 67);
  • de motie-Grinwis c.s. over uitwerken hoe in continuering van de Jettengelden voor politieke partijen kan worden voorzien (36410-VII, nr. 68);
  • de motie-Van Meijeren over geen bemoeienis van de regering met wat mensen zeggen of schrijven zolang het niet in strijd is met de wet (36410-VII, nr. 69);
  • de motie-Bisschop over in de verdere uitwerking van de kabinetsvisie op het advies "Elke regio telt!" ruim aandacht geven aan versterking van regionale economieën (36410-VII, nr. 70);
  • de motie-Van Baarle over mysteryguests inzetten bij banken om discriminatie in de uitvoering van de Wwft in kaart te brengen (36410-VII, nr. 71);
  • de motie-Van Baarle over het instellen van een nationaal coördinator moslimhaatbestrijding (36410-VII, nr. 73);
  • de motie-Van Baarle over het wettelijk verbieden van koranverbrandingen en -verscheuringen (36410-VII, nr. 74);
  • de motie-Van Baarle over het halfstok hangen van de Palestijnse vlag ter nagedachtenis van de Palestijnse burgerslachtoffers (36410-VII, nr. 75).

(Zie vergadering van 19 oktober 2023.)

De voorzitter:
De motie-Inge van Dijk/Van der Graaf (36410-VII, nr. 67) is in die zin gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Inge van Dijk, Van der Graaf en Hans Teunissen.

Zij krijgt nr. 77, was nr. 67 (36410-VII).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

De heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Ik zou graag geacht worden voor de motie op stuk nr. 33 gestemd te hebben bij het vorige punt, de stemmingen over moties ingediend bij de behandeling van de begroting van BZK, het onderdeel Wonen en ruimtelijke ordening.

De voorzitter:
Dank u wel. We zullen dit opnemen in de Handelingen.

In stemming komt de motie-Temmink (36410-VII, nr. 59).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, BIJ1, Volt, DENK, de PvdD, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, JA21 en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, Fractie Den Haan, de PvdA, Lid Gündoğan, D66, de VVD, de SGP, het CDA, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Hans Teunissen c.s. (36410-VII, nr. 60).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Sneller/Rahimi (36410-VII, nr. 61).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Nijboer (36410-VII, nr. 62).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, Lid Omtzigt, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, PVD en BBB voor deze motie hebben gestemd … O, en de ChristenUnie.

We doen deze even overnieuw. Excuus.

In stemming komt de motie-Nijboer (36410-VII, nr. 62).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, de VVD en het CDA ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Nijboer (36410-VII, nr. 63).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en Fractie Den Haan ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Nijboer (36410-VII, nr. 64).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Inge van Dijk/Van der Graaf (36410-VII, nr. 65).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Inge van Dijk (36410-VII, nr. 66).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van de VVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Inge van Dijk c.s. (36410-VII, nr. 77, was nr. 67).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze gewijzigde motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Grinwis c.s. (36410-VII, nr. 68).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Meijeren (36410-VII, nr. 69).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Bisschop (36410-VII, nr. 70).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Baarle (36410-VII, nr. 71).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66 en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Omtzigt, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Baarle (36410-VII, nr. 73).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA en de PvdD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, Volt, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Baarle (36410-VII, nr. 74).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, DENK, de PvdA en de PvdD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, Volt, Fractie Den Haan, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Baarle (36410-VII, nr. 75).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA en D66 voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Volt, de PvdD, Lid Gündoğan, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

De heer Nijboer, PvdA.

De heer Nijboer (PvdA):
Voorzitter. U vroeg twee keer om te stemmen over de motie op stuk nr. 62. Die is nipt aangenomen en is door het kabinet ontraden. Die motie gaat over gemeenten die financieel helemaal in het ravijn hangen. Ik vraag een reactie van het kabinet — laten we zeggen: voor 22 november — om deze motie uit te voeren.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Nijboer. We zullen dit doorgeleiden richting kabinet.


Stemmingen moties Begroting Binnenlandse Zaken 2024 - Overige beleidsartikelen

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2024,

te weten:

  • de motie-Wuite/Ceder over het wegnemen van de problemen bij de invoering, uitvoering en implementatie van de pilot Bijdrage Particuliere Verhuur op Sint-Eustatius en Saba (36410-IV, nr. 20);
  • de motie-Wuite/Ceder over de Kamer voor het einde van het jaar informeren over de uitkomsten van het gesprek over de Public Service Obligation (36410-IV, nr. 21);
  • de motie-Wuite over het aanstellen van een jongerenvertegenwoordiger Caribische Zaken (36410-IV, nr. 22);
  • de motie-Van den Berg over het meenemen van leefstijl- en gezondheidsproblemen in de uitwerking van het rapport Sociaal minimum BES (36410-IV, nr. 23);
  • de motie-Van den Berg c.s. over een voorstel over het versterken van de coördinerende rol van BZK (36410-IV, nr. 24);
  • de motie-Ceder/Wuite over een verkenning samen met de eilanden naar de meerwaarde van een Koninkrijkscanon (36410-IV, nr. 25).

(Zie vergadering van 19 oktober 2023.)

In stemming komt de motie-Wuite/Ceder (36410-IV, nr. 20).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, Groep Van Haga, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van JA21 en de PVV ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Wuite/Ceder (36410-IV, nr. 21).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van de PVV ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Wuite (36410-IV, nr. 22).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP en het CDA voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van den Berg (36410-IV, nr. 23).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van den Berg c.s. (36410-IV, nr. 24).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de PVV en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.

Dan nu de motie op stuk nr. 25, de motie-Ceder/Wuite over een verkenning samen met de eilanden naar de meerwaarde van een Koninkrijkscanon, of -kanon. Nee, het is canon. De goede uitspraak werd me toegeroepen als door een soort koor. Kunt u het nog één keer zeggen? Ca…

In stemming komt de motie-Ceder/Wuite (36410-IV, nr. 25).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

De heer Wassenberg gaat straks een stemverklaring afgeven. Daarom staat de heer Wassenberg al op. We gaan namelijk stemmen over de vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds voor het jaar 2024.


Stemming Begrotingen Koninkrijksrelaties en BES-fonds 2024

Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2024 (36410-IV).

(Zie vergadering van 19 oktober 2023.)

De voorzitter:
Voordat we gaan stemmen, geef ik het woord aan de heer Wassenberg voor een stemverklaring.

De heer Wassenberg (PvdD):
Dank, voorzitter. De rijksbegroting wordt doorgaans door een meerderheid van de Kamer gesteund, en dat gebeurt vaak ook door de oppositie. Maar in tijden van crisis, als er een radicale verandering nodig is, is het goed om opnieuw naar die gewoonte te kijken. Zes jaar geleden stemde de Partij voor de Dieren voor het eerst tegen de rijksbegroting, omdat daarin nog steeds werd gestuurd op een onverantwoorde opwarming van de aarde. Hoewel het kabinet op het gebied van bestaanszekerheid wel vooruitgang boekt, ook voor de mensen in Caribisch Nederland, vraagt deze tijd om veel meer politieke moed en om kantelpunten. Grootvervuilers moeten betalen voor de aangerichte klimaatschade. Er moet gestopt worden met subsidies die de fossiele economie in stand houden. Een radicale omschakeling in de landbouw is nodig voor dieren, natuur en schoon water. Maar opnieuw is het kabinet er niet in geslaagd om een dergelijke begroting naar de Kamer te sturen, en daarom zal de Partij voor de Dieren nu ook tegen de volledige Miljoenennota stemmen.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Wassenberg. Dan gaan we stemmen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en BBB voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fracties van de PvdD en FVD ertegen, zodat het is aangenomen.


Stemmingen Begroting Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2024

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2024 (36410-VII).

(Zie vergadering van 19 oktober 2023.)

De voorzitter:
Het amendement-Van der Graaf (stuk nr. 20) is ingetrokken.

Ik stel vast dat daarmee wordt ingestemd.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Sneller/Rahimi (stuk nr. 57).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en BBB voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP en FVD ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het amendement-Sneller c.s. (stuk nr. 18).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21 en BBB voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Inge van Dijk/Van der Graaf (stuk nr. 30, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit gewijzigde amendement het andere op stuk nr. 30 voorkomende gewijzigde amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Boulakjar (stuk nr. 26).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de fractie van BBB ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Beckerman c.s. (stuk nr. 29).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, Groep Van Haga, de PVV en FVD voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van JA21 en BBB ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het amendement-Nijboer/Grinwis (stuk nr. 14).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD, het CDA en BBB ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Grinwis/Peter de Groot (stuk nr. 25).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het amendement-Beckerman (stuk nr. 22).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan en de PVV voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Beckerman (stuk nr. 23).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD en de PVV voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van Volt, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Beckerman (stuk nr. 24).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD en de PVV voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van Volt, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het wetsvoorstel, zoals op onderdelen gewijzigd door de aanneming van het gewijzigde amendement-Sneller/Rahimi (stuk nr. 57), het amendement-Sneller c.s. (stuk nr. 18), de gewijzigde amendementen-Inge van Dijk/Van der Graaf (stuk nrs. 30, I en II), het gewijzigde amendement-Boulakjar (stuk nr. 26), het gewijzigde amendement-Beckerman c.s. (stuk nr. 29), het amendement-Nijboer/Grinwis (stuk nr. 14) en het gewijzigde amendement-Grinwis/Peter de Groot (stuk nr. 25).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fractie van de PvdD ertegen, zodat het is aangenomen.


Stemmingen Begroting Gemeentefonds 2024

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2024 (36410-B).

(Zie vergadering van 19 oktober 2023.)

In stemming komt het gewijzigde amendement-Kathmann/Van Kent (stuk nr. 9).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, de PVV en FVD voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, de PVV, FVD en BBB voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fracties van de PvdD en Groep Van Haga ertegen, zodat het is aangenomen.


Stemming Begroting Provinciefonds 2024

Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van het provinciefonds voor het jaar 2024 (36410-C).

(Zie vergadering van 19 oktober 2023.)

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, de PVV en BBB voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fracties van de PvdD, Groep Van Haga en FVD ertegen, zodat het is aangenomen.


Stemming Begroting Financiën en begroting Nationale Schuld 2024

Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2024 (36410-IX).

(Zie vergadering van 5 oktober 2023.)

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, de PVV en BBB voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fracties van BIJ1, de PvdD, Groep Van Haga en FVD ertegen, zodat het is aangenomen.


Stemmingen Begroting Economische Zaken en Klimaat 2024

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2024 (36410-XIII).

(Zie vergadering van 12 oktober 2023.)

De voorzitter:
Het amendement-Drost (stuk nr. 81) is ingetrokken.

Ik stel vast dat daarmee wordt ingestemd.

In stemming komt het amendement-Romke de Jong/Aartsen (stuk nr. 15).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga en BBB voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van de PVV en FVD ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van Strien c.s. (stuk nr. 19, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van BIJ1 en de PvdD ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit amendement het andere op stuk nr. 19 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

In stemming komt het amendement-Van der Plas/Pouw-Verweij (stuk nr. 6).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, DENK, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP en het CDA ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Eerdmans/Stoffer (stuk nr. 17).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van Lid Omtzigt, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66 en de ChristenUnie ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het amendement-Boswijk c.s. (stuk nr. 18).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21 en BBB voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Erkens c.s. (stuk nr. 20).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga en BBB voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, BIJ1, de PvdD, de PVV en FVD ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het amendement-Erkens c.s. (stuk nr. 26).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor dit amendement hebben gestemd en de fractie van BIJ1 ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Kröger/Boucke (stuk nr. 27).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, de ChristenUnie, de VVD en het CDA voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Omtzigt, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Boucke c.s. (stuk nr. 28).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP en het CDA voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, Lid Omtzigt, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Kröger/Grinwis (stuk nr. 57).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en BBB voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, Lid Omtzigt, JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het amendement-Eppink (stuk nr. 83).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, BIJ1, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP en het CDA ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Beckerman c.s. (stuk nr. 82).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van Volt, Lid Gündoğan, D66, de VVD, de SGP, het CDA en JA21 ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Beckerman/Nijboer (stuk nr. 23).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, de SGP, Groep Van Haga, de PVV en BBB voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, het CDA, JA21 en FVD ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Beckerman/Nijboer (stuk nr. 24).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, de ChristenUnie, JA21, Groep Van Haga, de PVV en BBB voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de VVD, de SGP, het CDA en FVD ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het amendement-Beckerman/Nijboer (stuk nr. 25, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, de ChristenUnie, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de VVD en het CDA ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit amendement het andere op stuk nr. 25 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

In stemming komt het wetsvoorstel, zoals op onderdelen gewijzigd door de aanneming van het amendement-Romke de Jong/Aartsen (stuk nr. 15), de amendementen-Van Strien c.s. (stuk nrs. 19, I en II), het amendement-Eerdmans/Stoffer (stuk nr. 17), het amendement-Boswijk c.s. (stuk nr. 18), het gewijzigde amendement-Erkens c.s. (stuk nr. 20), het amendement-Erkens c.s. (stuk nr. 26), het gewijzigde amendement-Kröger/Boucke (stuk nr. 27), het gewijzigde amendement-Boucke c.s. (stuk nr. 28), het gewijzigde amendement-Kröger/Grinwis (stuk nr. 57) en de amendementen-Beckerman/Nijboer (stuk nrs. 25, I en II).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, de PVV en BBB voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fracties van BIJ1, de PvdD, Groep Van Haga en FVD ertegen, zodat het is aangenomen.


Stemmingen Begroting Nationaal Groeifonds 2024

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van het Nationaal Groeifonds (L) voor het jaar 2024 (36410-L).

(Zie vergadering van 12 oktober 2023.)

De voorzitter:
Het amendement-Drost (stuk nr. 6) is ingetrokken.

Ik stel vast dat daarmee wordt ingestemd.

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, Lid Gündoğan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en BBB voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fracties van BIJ1, de PvdD, Lid Omtzigt, JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat het is aangenomen.


Stemmingen Begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid 2024

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2024 (36410-XV).

(Zie vergadering van 12 oktober 2023.)

In stemming komt het amendement-Van der Lee c.s. (stuk nr. 57, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, Groep Van Haga, de PVV en FVD voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21 en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

D66 was er net niet, was te laat. We hebben dat hier allemaal gezien. Het was te laat. Excuses daarvoor.

De heer Van der Lee (GroenLinks):
Met alle respect, maar dit is het amendement dat tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen, tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen uitgebreid is besproken. D66 is mede-indiener van het amendement. Het gaat om een cruciaal verschil voor de mensen in Nederland. Het kan dan niet zo zijn dat door niet goed te kijken, want ik zag de handen van D66 omhoog, het amendement niet wordt meegeteld. Dan moet het maar worden teruggekeken op de film, want dit kan zo niet gebeuren.

De voorzitter:
Ik schors de vergadering voor een enkel moment. We gaan het even terugkijken.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:
We hebben het even teruggezien, en ik zou een beroep willen doen op de Kamer. Ik was al helemaal aan voor mij de rechterkant. De handen gingen later omhoog, maar ze zijn wel omhooggegaan. Ik wil dus even wat souplesse vragen aan de Kamer om dit amendement opnieuw in stemming te brengen. Ik hoop op uw medewerking daarin. Maar ik wil wel aan de Kamerleden vragen om echt ... Het is een hele lange stemmingslijst, dus ik ben snel — dat realiseer ik me — maar de handen moeten wel echt tijdig omhoog. Ik ga het amendement nu opnieuw in stemming brengen. Het zijn er nu wel meer dan eerst, maar goed.

In stemming komt het amendement-Van der Lee c.s. (stuk nr. 57, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, de ChristenUnie, Groep Van Haga, de PVV en FVD voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Omtzigt, de VVD, de SGP, het CDA, JA21 en BBB ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit amendement het andere op stuk nr. 57 voorkomende amendement als aangenomen kan worden beschouwd.

Dan gaan we weer verder, nu we dit hoogtepunt van de stemmingen gehad hebben.

In stemming komt het amendement-Van Weyenberg c.s. (stuk nr. 13).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD en het CDA voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het amendement-Van Weyenberg c.s. (stuk nr. 22).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, de PVV en BBB voor dit amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van JA21, Groep Van Haga en FVD ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-De Kort c.s. (stuk nr. 28).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en BBB voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de fractie van FVD ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-De Kort (stuk nr. 29).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, DENK, Fractie Den Haan, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, de PvdA en de PvdD ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Klaver/Bikker (stuk nr. 59).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, Lid Omtzigt en de ChristenUnie voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Kathmann (stuk nr. 58).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, de ChristenUnie en de SGP voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Omtzigt, de VVD, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat het is verworpen.

In stemming komt het gewijzigde amendement-Ceder c.s. (stuk nr. 39).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en BBB voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat het is aangenomen.

In stemming komt het wetsvoorstel, zoals op onderdelen gewijzigd door de aanneming van de amendementen-Van der Lee c.s. (stuk nrs. 57, I en II), het amendement-Van Weyenberg c.s. (stuk nr. 13), het amendement-Van Weyenberg c.s. (stuk nr. 22), het gewijzigde amendement-De Kort c.s. (stuk nr. 28), het gewijzigde amendement-De Kort (stuk nr. 29) en het gewijzigde amendement-Ceder c.s. (stuk nr. 39).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en BBB voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fracties van de PvdD en FVD ertegen, zodat het is aangenomen.


Stemmingen moties Digitaliserende overheid

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Digitaliserende overheid,

te weten:

  • de motie-Dekker-Abdulaziz/Rajkowski over de instelling van een rapid response team op digitaal vlak (26643, nr. 1075);
  • de motie-Dekker-Abdulaziz over in kaart brengen wat de wettelijke, technische en financiële obstakels zijn die een mogelijke archivering van het .nl-domein in de weg staan (26643, nr. 1076);
  • de motie-Van Weerdenburg over uitspreken dat artificiële intelligentie thuishoort in de portefeuille van de bewindspersoon die verantwoordelijk is voor digitalisering (26643, nr. 1077).

(Zie vergadering van 18 oktober 2023.)

In stemming komt de motie-Dekker-Abdulaziz/Rajkowski (26643, nr. 1075).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Dekker-Abdulaziz (26643, nr. 1076).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Weerdenburg (26643, nr. 1077).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van het CDA ertegen, zodat zij is aangenomen.

Even kijken. De stemmingen onder punt 24, over de wijziging van het Reglement van Orde in verband met het invoeren van termijnen voor de opdrachten van (in)formateur(s), slaan we even over.


Stemmingen moties Gang van zaken tijdens de verkennersfase in de formatie van 2021 en hoe deze in de toekomst te voorkomen

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over de gang van zaken tijdens de verkennersfase in de formatie van 2021 en hoe deze in de toekomst te voorkomen,

te weten:

  • de motie-Van Haga/Smolders over het schrappen van de verkennersfase (35788, nr. 225);
  • de motie-Sneller over het organiseren van een openbare hoorzitting met kandidaat-bewindspersonen (35788, nr. 226);
  • de motie-Drost/Sneller over uitspreken dat jongeren aan de formatietafel zullen worden uitgenodigd (35788, nr. 227);
  • de motie-Van den Brink c.s. over uitspreken dat het wenselijk is dat de Koning in de verkenningsfase de gesprekken voert die moeten leiden tot het voordragen van een informateur (35788, nr. 228);
  • de motie-Klaver/Sneller over invulling van het formatieproces (35788, nr. 229).

(Zie vergadering van 18 oktober 2023.)

De voorzitter:
De motie-Van Haga/Smolders (35788, nr. 225) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit zowel de evaluatie van de formatie 2021 als de hoorzitting over de daarbij behorende verkennersfase naar voren komt dat de rol van de verkenner niet duidelijk gedefinieerd, niet per se noodzakelijk en bovendien niet politiek onafhankelijk is;

overwegende dat de verkennersfase weinig anders is dan een bureaucratische schakel in het formatieproces, die vooral tijd en gemeenschapsgeld kost en weinig oplevert voor de burgers van Nederland;

constaterende dat een verkennersfase een potentieel risico is voor de efficiency, betrouwbaarheid en integriteit van het formatieproces;

verzoekt de Kamer de verkennersfase bij de formatie van een nieuw kabinet te schrappen en het initiatief voor onderhandeling en coalitievorming aan de grootste partij te laten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 230, was nr. 225 (35788).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

Voordat we over deze moties gaan stemmen, geef ik het woord aan mevrouw Michon-Derkzen van de VVD voor een stemverklaring.

Mevrouw Michon-Derkzen (VVD):
Voorzitter. De VVD stemt tegen de motie op stuk nr. 228 van Van den Brink, waarin gevraagd wordt om de Koning de gesprekken te laten voeren in de verkennersfase, die over minder dan vijf weken start, kort na de verkiezingen op 22 november aanstaande. Mijn fractie is en blijft positief over een rol van de Koning in het formatieproces, maar de vraag is hoe en wat dit betekent. Zorgvuldigheid boven snelheid dus. Het advies van de Raad van State geeft een aanzet, maar een uitgebreide analyse is nodig. Daar zal ik dan ook om verzoeken bij de eerst mogelijke gelegenheid.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Michon-Derkzen. Dan gaan we stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Haga/Smolders (35788, nr. 230, was nr. 225).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fractie van Groep Van Haga voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Sneller (35788, nr. 226).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, Fractie Den Haan, de ChristenUnie, de VVD, de SGP en het CDA ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Drost/Sneller (35788, nr. 227).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, de ChristenUnie, de SGP en het CDA voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, Lid Omtzigt, de VVD, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van den Brink c.s. (35788, nr. 228).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van Fractie Den Haan, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, JA21 en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de VVD, Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Klaver/Sneller (35788, nr. 229).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt en de VVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemmingen moties Uitspraak Hoge Raad over het hinderpaalcriterium inzake de vrije artsenkeuze en het voornemen tot tariefverlaging door verzekeraars voor ongecontracteerde ggz- en wijkverplegingaanbieders

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Uitspraak Hoge Raad over het hinderpaalcriterium inzake de vrije artsenkeuze en het voornemen tot tariefverlaging door verzekeraars voor ongecontracteerde ggz- en wijkverplegingaanbieders,

te weten:

  • de motie-Agema over de vrije artsenkeuze handhaven (29689, nr. 1228);
  • de motie-Agema over bewerkstelligen dat nieuwe zorgaanbieders reeds in het eerste jaar gecontracteerd kunnen worden (29689, nr. 1229);
  • de motie-Dijk over onderzoeken hoe landelijke kostendekkende tarieven kunnen worden vastgesteld waarvan enkel kan worden afgeweken op basis van duidelijke criteria (29689, nr. 1230);
  • de motie-Bevers/Tielen over cowboygedrag in de zorg via zorgcontractering een halt toeroepen (29689, nr. 1231);
  • de motie-Van den Berg/Agema over zorgen dat zorgverzekeraars ook kleine zorgaanbieders een contract aanbieden (29689, nr. 1232).

(Zie vergadering van 18 oktober 2023.)

In stemming komt de motie-Agema (29689, nr. 1228).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, Lid Omtzigt, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, de ChristenUnie, de VVD en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Agema (29689, nr. 1229).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, Lid Omtzigt, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, de ChristenUnie, de VVD en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Dijk (29689, nr. 1230).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, Lid Omtzigt, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, de ChristenUnie, de VVD, het CDA en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Bevers/Tielen (29689, nr. 1231).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, Groep Van Haga, de PVV en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van JA21 en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van den Berg/Agema (29689, nr. 1232).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.


Stemmingen moties Arbeidsmarktbeleid in de zorg

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Arbeidsmarktbeleid in de zorg,

te weten:

  • de motie-Agema over het halveren van de tijd die zorgmedewerkers kwijt zijn aan administratie (29282, nr. 538);
  • de motie-Dijk over maximaal 10% externe inhuur als norm instellen voor de zorg (29282, nr. 539);
  • de motie-Van den Berg c.s. over zonder voorwaarden SEH-artsen erkennen als medisch specialist (29282, nr. 542);
  • de motie-Van den Berg over het stellen van eisen aan vrijgevestigde ggz-praktijken bij de toekenning van opleidingsplekken (29282, nr. 543);
  • de motie-Paulusma over het beter faciliteren van nieuwkomers met een zorgachtergrond om in de zorg aan de slag te gaan (29282, nr. 544);
  • de motie-Van Houwelingen over het overnemen of gemotiveerd afwijzen van suggesties van medewerkers voor het verbeteren van hun zorgorganisatie (29282, nr. 545);
  • de motie-Van Houwelingen over een onderzoek naar een jaarlijkse 360 gradenbeoordeling voor het hoger kader van het ministerie van VWS en van zorgorganisaties (29282, nr. 546);
  • de motie-Van den Hil/Agema over een verplicht anti-agressieprogramma voor mensen die agressief gedrag tegen zorgmedewerkers vertonen (29282, nr. 547).

(Zie vergadering van 18 oktober 2023.)

De voorzitter:
Op verzoek van mevrouw Van den Berg stel ik voor haar motie (29282, nr. 542) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

In stemming komt de motie-Agema (29282, nr. 538).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, Lid Omtzigt, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, de ChristenUnie en de VVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Dijk (29282, nr. 539).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, de PvdA, de PvdD, de SGP, de PVV en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, Fractie Den Haan, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, het CDA, JA21, Groep Van Haga en FVD ertegen, zodat zij is verworpen.

Mevrouw Agema, PVV.

Mevrouw Agema (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Ik dank mijn collega's voor het aannemen van de motie over het halveren van de administratietijd. Die was volgens mij ontraden door de minister, dus dan krijg ik graag een brief.

De voorzitter:
Dank u zeer. We gaan dit doorgeleiden naar het kabinet en vragen om een reactie.

In stemming komt de motie-Van den Berg (29282, nr. 543).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van de VVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Paulusma (29282, nr. 544).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

Mevrouw Van den Berg, CDA.

Mevrouw Van den Berg (CDA):
Dank u wel, voorzitter. Dank voor de steun voor mijn motie over ggz-opleidingsplekken. Die was ontraden, dus ik hoor graag van de minister hoe ze die gaat uitvoeren, graag voor de begroting.

De voorzitter:
Dank u wel. We zullen dit doorgeleiden richting het kabinet.

In stemming komt de motie-Van Houwelingen (29282, nr. 545).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, DENK, de PvdA, de PvdD, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Houwelingen (29282, nr. 546).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SGP, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, het CDA en de PVV ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van den Hil/Agema (29282, nr. 547).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van de ChristenUnie ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemmingen moties Gehandicaptenbeleid

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Gehandicaptenbeleid,

te weten:

  • de motie-Dijk/Kwint over gerichte maatregelen om verschraling in de gehandicaptenzorg te voorkomen (24170, nr. 289);
  • de motie-Dijk/Westerveld over een landelijk netwerk van invalpools waardoor uitzendbureaus niet langer worden ingezet in de gehandicaptenzorg (24170, nr. 290);
  • de motie-Dijk/Kwint over gemeenten alleen nog maar beschikkingen met een tijdsindicatie laten afgeven (24170, nr. 291);
  • de motie-Van der Plas over een overgangsregeling voor afbouw van het pgb na het overlijden van een kind met zeer ernstige en verstandelijke meervoudige beperkingen (24170, nr. 292);
  • de motie-Van der Plas c.s. over het ontwikkelen van landelijke normen voor de uitvoering van het sociaal domein (24170, nr. 293);
  • de motie-Van der Plas over onderzoek naar de Zweedse wetgeving voor gehandicapten (24170, nr. 294);
  • de motie-Westerveld c.s. over het vergoeden van spraakcomputers (24170, nr. 295);
  • de motie-Westerveld c.s. over het aantal inspecteurs voor de gehandicaptenzorg uitbreiden (24170, nr. 296);
  • de motie-Agema/Dijk over het afschaffen van de kilometerregistratie voor het Valysvervoer (24170, nr. 297);
  • de motie-Werner c.s. over een structureel interdepartementaal overleg in het kader van de meerjarige nationale strategie voor mensen met een beperking (24170, nr. 298);
  • de motie-Werner c.s. over verkennen waar de coördinerende verantwoordelijkheid voor de implementatie van het VN-verdrag Handicap het beste ondergebracht kan worden (24170, nr. 299);
  • de motie-Warmerdam c.s. over het uitwerken van een voorkeursscenario voor ouders die langdurig hebben gezorgd voor hun kind met een handicap (24170, nr. 300);
  • de motie-Warmerdam c.s. over bevorderen dat de berekening van het richttariefpercentage door zorgkantoren transparanter wordt (24170, nr. 301).

(Zie vergadering van 18 oktober 2023.)

De voorzitter:
De motie-Dijk/Kwint (24170, nr. 289) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat verschillende gehandicaptenzorginstellingen financiële tekorten hebben;

overwegende dat hierdoor de kwaliteit en de toegankelijkheid van de gehandicaptenzorg onder druk komen te staan;

verzoekt de regering om gerichte maatregelen te nemen om verschraling in de gehandicaptenzorg, zoals het wegvallen van dagbestedingsactiviteiten, minder persoonlijke aandacht voor cliënten, langere wachtlijsten en schaalvergroting, te voorkomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 302, was nr. 289 (24170).

De motie-Van der Plas (24170, nr. 294) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Zweedse wetgeving voor gehandicapten een gedeelde verantwoordelijkheid kent;

constaterende dat overheidsinstanties verantwoordelijk zijn voor specifieke sectoren;

constaterende dat de Zweedse wetgeving een onafhankelijk leven en gelijke levensomstandigheden waarborgt;

overwegende dat het van waarde is om te leren van andere landen en hun wetgeving op het gebied van gehandicaptenzorg;

verzoekt de regering een onderzoek uit te voeren naar de Zweedse wetgeving voor gehandicapten en hierover met de Zweedse overheid te overleggen;

verzoekt de regering de resultaten van dit onderzoek binnen een termijn van twaalf maanden aan de Kamer te rapporteren, vergezeld van een plan van aanpak voor eventuele aanpassingen van de Nederlandse wetgeving,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 303, was nr. 294 (24170).

De motie-Westerveld c.s. (24170, nr. 296) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat honderdduizenden mensen met een beperking zorg ontvangen;

overwegende dat veel mensen met een beperking zelf zich moeilijk kunnen uiten over misstanden en daar moeilijk melding van kunnen maken;

constaterende dat de IGJ nog nooit op bezoek was geweest bij zorgboerderij Aurora Borealis;

constaterende dat er veel meer aanbieders van gehandicaptenzorg zijn die niet in het zicht zijn van vertrouwenspersonen en waar ook geen regulier inspectiebezoek plaatsvindt, zodat er nauwelijks onafhankelijk toezicht is, terwijl bewoners in een afhankelijkheidsrelatie zitten;

constaterende dat het aantal meldingen in de gehandicaptenzorg desondanks is toegenomen van 530 in 2018 tot 610 in 2022;

constaterende dat de Inspectie Gezondheidzorg en Jeugd (IGJ) zes extra inspecteurs in dienst heeft voor de gehandicaptenzorg, waardoor het totaal op 29 inspecteurs uitkomt;

verzoekt de regering inspecteurs van de IGJ vrij te spelen zodat er proactief en regelmatig toezicht gehouden kan worden op alle intramurale gehandicaptenzorg en pgb-wooninitiatieven,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 304, was nr. 296 (24170).

Ik stel vast dat wij nu over deze gewijzigde moties kunnen stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Dijk/Kwint (24170, nr. 302, was nr. 289).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Gündoğan, D66, de VVD en het CDA ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Dijk/Westerveld (24170, nr. 290).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan en Lid Omtzigt voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Dijk/Kwint (24170, nr. 291).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan en JA21 ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van der Plas (24170, nr. 292).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, de SGP, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, het CDA en de PVV ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van der Plas c.s. (24170, nr. 293).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van der Plas (24170, nr. 303, was nr. 294).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga en BBB voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Westerveld c.s. (24170, nr. 295).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Westerveld c.s. (24170, nr. 304, was nr. 296).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van D66 en de VVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Agema/Dijk (24170, nr. 297).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, de ChristenUnie, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, Lid Omtzigt, de VVD en het CDA ertegen, zodat zij is aangenomen.

Nou, mevrouw Agema, kom maar door.

Mevrouw Agema (PVV):
Voorzitter. Ik ben echt onwijs dankbaar voor het aannemen van deze motie, en met mij natuurlijk al die gehandicapten die zich groen en geel ergerden aan alle administratie die zij moeten bijhouden voor het Valysvervoer. De minister heeft de motie ontraden, dus ik verwacht een brief van de minister met een streefdatum voor wanneer die ellende voorbij is.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Agema.

Mevrouw Westerveld, GroenLinks.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):
Voorzitter. Ik zou ook graag een brief willen met de uitwerking van de motie die ik samen met mevrouw Werner en de heer Dijk heb ingediend, want ook die motie was ontraden.

De voorzitter:
Dank u zeer. Ook dit zullen we doorgeleiden richting het kabinet.

In stemming komt de motie-Werner c.s. (24170, nr. 298).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Werner c.s. (24170, nr. 299).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, JA21 en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD, Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

Mevrouw Kuik.

Mevrouw Kuik (CDA):
Voorzitter. We zijn natuurlijk blij dat deze motie van mevrouw Werner is aangenomen. Die was ontraden en we zouden graag een brief zien om 'm ook te betrekken bij de begroting van VWS.

De voorzitter:
Dank u wel. Ik zal dit doorgeleiden richting het kabinet.

In stemming komt de motie-Warmerdam c.s. (24170, nr. 300).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Warmerdam c.s. (24170, nr. 301).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.


Stemmingen moties Erfgoed

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Erfgoed,

te weten:

  • de motie-Beckerman/Mohandis over het overnemen van de aanbevelingen van de Raad voor Cultuur om een breder publiek in aanraking te laten komen met archeologie (31511, nr. 54);
  • de gewijzigde motie-Beckerman over onderzoek naar de noodzaak van een reddingsplan voor de maritieme archeologie (31511, nr. 64, was nr. 55);
  • de motie-Beckerman over een plan voor een archeoloog of een regioarcheoloog voor alle gemeenten (31511, nr. 56);
  • de motie-Beckerman over de Seyss-Inquartbunker behouden als rijksvastgoed voor educatieve doeleinden (31511, nr. 57);
  • de motie-Martin Bosma over het per direct stoppen met het weggeven van ons koloniale erfgoed (31511, nr. 58);
  • de motie-Werner/Van Strien over het betrekken van het perspectief van vrijwilligers bij de vernieuwing van het financieringsstelsel voor monumentenzorg (31511, nr. 59);
  • de motie-Werner over fysieke toegankelijkheid van openbaar toegankelijke monumenten als toetsingscriterium in de subsidievoorwaarden (31511, nr. 60);
  • de motie-Van Strien c.s. over het opzetten van een garantiefonds van minimaal 1 miljoen euro voor de veertien bevrijdingsfestivals (31511, nr. 61);
  • de motie-Wuite/Van der Graaf over de restauratieopgave voor groot iconisch erfgoed voor de Voorjaarsnota aan de Kamer zenden (31511, nr. 62);
  • de motie-Wuite over een evaluatie in 2024 van de werking van de Monumentenwet BES (31511, nr. 63).

(Zie vergadering van 18 oktober 2023.)

In stemming komt de motie-Beckerman/Mohandis (31511, nr. 54).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van Groep Van Haga ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Beckerman (31511, nr. 64, was nr. 55).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de fractie van JA21 ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Beckerman (31511, nr. 56).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, de ChristenUnie, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, Fractie Den Haan, D66, Lid Omtzigt, de VVD, het CDA en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Beckerman (31511, nr. 57).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Fractie Den Haan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, het CDA en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Martin Bosma (31511, nr. 58).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Werner/Van Strien (31511, nr. 59).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en Fractie Den Haan ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Werner (31511, nr. 60).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, JA21 en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD, Groep Van Haga, FVD en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.

Mevrouw Kuik, CDA.

Mevrouw Kuik (CDA):
Voorzitter. Mevrouw Werner is on fire. De motie is aangenomen — dank daarvoor — maar ze was ontraden. Ik wil ook hiervoor graag een brief van de regering.

De voorzitter:
Dank u wel. Ook dit zullen we doorgeleiden richting kabinet.

In stemming komt de motie-Van Strien c.s. (31511, nr. 61).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van de SGP ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Wuite/Van der Graaf (31511, nr. 62).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Wuite (31511, nr. 63).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, Groep Van Haga, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van JA21 en de PVV ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemmingen moties Lokale, regionale en streekomroepen

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Lokale, regionale en streekomroepen,

te weten:

  • de motie-Van Strien c.s. over onderzoek naar versterking en professionalisering van het gehele lokale medialandschap (32827, nr. 288);
  • de motie-Werner over in gesprek gaan met ten minste VNG, NLPO en WOS over de overgangsproblematiek met betrekking tot het nieuwe stelsel (32827, nr. 289);
  • de motie-Werner/Van Strien over een vaste zenderpositie voor de regionale omroepen (32827, nr. 290).

(Zie vergadering van 18 oktober 2023.)

In stemming komt de motie-Van Strien c.s. (32827, nr. 288).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van Fractie Den Haan, Lid Gündoğan, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD en D66 ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Werner (32827, nr. 289).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.

De heer Van Strien, VVD.

De heer Van Strien (VVD):
Dank, voorzitter. De motie op stuk nr. 61 onder 29, de stemmingen over moties ingediend bij het tweeminutendebat Erfgoed, is zojuist aangenomen, ik geloof met 141 stemmen voor, als we goed hebben meegeteld. Goed dat de Kamer het initiatief om vrijheid te vieren breed ondersteunt. De motie was echter ontraden, dus we zouden graag een brief willen van de staatssecretaris over hoe ze die motie gaat uitvoeren. Dank.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Strien. Wij geleiden dit door richting kabinet.

In stemming komt de motie-Werner/Van Strien (32827, nr. 290).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.


Stemmingen moties Strafrechtelijke onderwerpen

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Strafrechtelijke onderwerpen,

te weten:

  • de motie-Helder/Ellian over het strafbaar stellen van het verwijderen dan wel onklaar maken van een enkelband (29279, nr. 816);
  • de motie-Helder over het teruggaan naar de situatie waarin een levenslanggestrafte zelf om gratie dient te verzoeken (29279, nr. 817);
  • de motie-Mutluer over onderzoek naar de invloed van de hoogte van het verkeersboetebedrag op de verkeersveiligheid (29279, nr. 818).

(Zie vergadering van 18 oktober 2023.)

In stemming komt de motie-Helder/Ellian (29279, nr. 816).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van Fractie Den Haan, Lid Gündoğan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD en Lid Omtzigt ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Helder (29279, nr. 817).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van Lid Omtzigt, de VVD, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, de ChristenUnie en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Mutluer (29279, nr. 818).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD en de SGP ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemmingen moties Gesubsidieerde rechtsbijstand

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Gesubsidieerde rechtsbijstand,

te weten:

  • de motie-Sneller c.s. over nog dit jaar een noodinvestering in de sociale advocatuur doen (31753, nr. 276);
  • de motie-Sneller c.s. over spoedig inzichtelijk maken hoe de vergoedingen voor sociaal advocaten kunnen meelopen in de reeds bestaande uitvoeringscorrecties (31753, nr. 277);
  • de motie-Temmink/Van Nispen over de bijstand voor klokkenluiders, Groningers en toeslagenouders betalen uit een speciaal fonds van het ministerie in plaats van uit de gesubsidieerde rechtsbijstand (31753, nr. 278);
  • de motie-Temmink/Van Nispen over stoppen met procederen tegen burgers die eerder in het gelijk zijn gesteld (31753, nr. 280);
  • de motie-Temmink/Van Nispen over structurele financiering voor het gratis telefoonnummer voor het Juridisch Loket (31753, nr. 281).

(Zie vergadering van 18 oktober 2023.)

De voorzitter:
De motie-Temmink/Van Nispen (31753, nr. 280) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat een van de conclusies van het WODC-rapport Rechtsbijstandverlening in kinderopvangtoeslagzaken is dat toeslagenouders onvoldoende werden ondersteund via het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand;

overwegende dat dit duidt op een behoorlijke mate van rechtsongelijkheid, aangezien de overheid zelf prima de weg wist te vinden, en ook geregeld ervoor koos door te procederen tegen deze mensen;

overwegende dat het onrechtvaardig en onredelijk is om deze machtsongelijkheid en rechtsongelijkheid zo te vergroten door er juist voor te kiezen om te gaan doorprocederen;

overwegende dat de conclusies uit dit WODC-rapport zich in de praktijk niet alleen beperken tot toeslagenouders maar ook op andere zaken waar de overheid lijnrecht tegenover de burger staat;

verzoekt de regering per direct te stoppen met het procederen in bestuursrechtelijke zaken die lopen tegen burgers die eerder in het gelijk zijn gesteld,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 282, was nr. 280 (31753).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

In stemming komt de motie-Sneller c.s. (31753, nr. 276).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, Groep Van Haga, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van JA21 en de PVV ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Sneller c.s. (31753, nr. 277).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, Groep Van Haga, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD, het CDA, JA21 en de PVV ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Temmink/Van Nispen (31753, nr. 278).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, DENK, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, Lid Omtzigt, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Volt, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en JA21 ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Temmink/Van Nispen (31753, nr. 282, was nr. 280).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, de ChristenUnie, de SGP, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Omtzigt, de VVD, het CDA en JA21 ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Temmink/Van Nispen (31753, nr. 281).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de PVV en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemmingen moties Femicide

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het tweeminutendebat Femicide,

te weten:

  • de motie-Mutluer c.s. over prioriteit geven aan een integrale aanpak femicide (28345, nr. 271);
  • de motie-Mutluer c.s. over het in kaart brengen van de bijdrage van het klachtvereiste aan de bescherming van slachtoffers van stalking (28345, nr. 272);
  • de motie-Temmink/Mutluer over een nader onderzoek naar het functioneren van het familie- en jeugdrecht (28345, nr. 273);
  • de motie-Temmink/Mutluer over het uitvoeren van de aanbevelingen van het comité dat toezicht houdt op het Verdrag van Istanbul (28345, nr. 274).

(Zie vergadering van 18 oktober 2023.)

De voorzitter:
De motie-Temmink/Mutluer (28345, nr. 273) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in februari 2023 de resultaten van het reflectierapport van familie- en jeugdrechters zijn gepubliceerd over de werkwijze van familie- en jeugdrechters in de rechtbanken en gerechtshoven;

constaterende dat voor dit rapport met name is gekeken naar de ervaringen van rechters, maar de stem van familierechtadvocaten, ouders en kinderen hier vrijwel niet aan bod is gekomen en er daarbij te weinig diversiteit was onder de ondervraagden;

overwegende dat slachtoffers van fysiek en psychisch geweld juist ook in het familie- en jeugdrecht bescherming verdienen en dit op dit moment niet altijd in voldoende mate gebeurt, waardoor het geweld onnodig lang voort kan duren;

verzoekt de regering nader onderzoek te doen naar de rol van het familie- en jeugdrecht bij fysiek en psychisch geweld, waarbij nadrukkelijk aandacht wordt besteed aan de ervaringen van familierechtadvocaten, ouders, kinderen en slachtoffers van fysiek en psychisch geweld,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 275, was nr. 273 (28345).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

In stemming komt de motie-Mutluer c.s. (28345, nr. 271).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Mutluer c.s. (28345, nr. 272).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Temmink/Mutluer (28345, nr. 275, was nr. 273).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en BBB voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SGP en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Temmink/Mutluer (28345, nr. 274).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

De heer Van Meijeren, Forum voor Democratie.

De heer Van Meijeren (FVD):
Forum voor Democratie wil graag geacht worden voor de motie op stuk nr. 273 te hebben gestemd.

De voorzitter:
Dank u zeer. We zullen het opnemen in de Handelingen.


Stemmingen Wijziging van de Woningwet in verband met verlengde opschorting van de marktverkenning

Aan de orde zijn de stemmingen in verband met het wetsvoorstel Wijziging van de Woningwet in verband met verlengde opschorting van de marktverkenning (36400).

(Zie vergadering van 19 oktober 2023.)

In stemming komt het gewijzigde amendement-Grinwis c.s. (stuk nr. 11, I).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA, JA21 en FVD voor dit gewijzigde amendement hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD, Groep Van Haga, de PVV en BBB ertegen, zodat het is aangenomen.

Ik stel vast dat door de aanneming van dit gewijzigde amendement de overige op stuk nr. 11 voorkomende gewijzigde amendementen als aangenomen kunnen worden beschouwd.

In stemming komt het wetsvoorstel, zoals op onderdelen gewijzigd door de aanneming van de gewijzigde amendementen-Grinwis c.s. (stuk nrs. 11, I tot en met III).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, de PVV, FVD en BBB voor dit wetsvoorstel hebben gestemd en de leden van de fractie van Groep Van Haga ertegen, zodat het is aangenomen.


Stemming Wet huurbescherming weeskinderen

Aan de orde is de stemming in verband met het Voorstel van wet van de leden Koerhuis, Van der Plas, Grinwis en Westerveld tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Woningwet in verband met het bieden van huurbescherming aan weeskinderen (Wet huurbescherming weeskinderen) (35999).

(Zie vergadering van 19 oktober 2023.)

In stemming komt het wetsvoorstel.

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor dit voorstel hebben gestemd, zodat het is aangenomen.

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:
Dan vraag ik aan de initiatiefnemers of zij bereid zijn hun wetsvoorstel te verdedigen in de Eerste Kamer.

De heer Koerhuis (VVD):
Ja, dat zijn wij, ik persoonlijk tot en met 5 december.


Stemming motie Wet huurbescherming weeskinderen

Aan de orde is de stemming over een motie, ingediend bij de behandeling van het Voorstel van wet van de leden Koerhuis, Van der Plas, Grinwis en Westerveld tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Woningwet in verband met het bieden van huurbescherming aan weeskinderen (Wet huurbescherming weeskinderen),

te weten:

  • de motie-Ceder c.s. over huurbescherming voor bepaalde tijd voor alle weeskinderen van 18 jaar en ouder, ook bij particuliere verhuurders (35999, nr. 15).

(Zie vergadering van 19 oktober 2023.)

In stemming komt de motie-Ceder c.s. (35999, nr. 15).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.


Stemming motie Integrale aanpak seksueel grensoverschrijdend gedrag

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het tweeminutendebat Integrale aanpak seksueel grensoverschrijdend gedrag,

te weten:

  • de motie-Westerveld over gespecialiseerde vertrouwenspersonen regelmatig langs laten komen bij mensen met een beperking die verblijven in zorginstellingen en zorgboerderijen (34843, nr. 82).

(Zie vergadering van 22 juni 2023.)

In stemming komt de motie-Westerveld (34843, nr. 82).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD en het CDA ertegen, zodat zij is aangenomen.

Mevrouw Westerveld, GroenLinks.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):
Voorzitter. Ik vroeg net al om een brief van de minister. Ik zou heel graag willen dat ze ook deze motie meeneemt in de uitwerking, omdat we nogal van mening verschilden over dit onderwerp. Ik ben heel blij dat deze motie is aangenomen.

De voorzitter:
Dank u wel. We zullen dit doorgeleiden naar het kabinet.


Stemmingen moties Wet aanpak dierenmishandeling en dierverwaarlozing

Aan de orde zijn de stemmingen over aangehouden moties, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en de Wet dieren met het oog op de versterking en aanvulling van het instrumentarium ten behoeve van de opsporing, vervolging en bestuursrechtelijke sanctionering van dierenmishandeling, dierverwaarlozing en overtreding van bepalingen inzake dierenwelzijn, dierengezondheid en het aanhitsen van dieren (Wet aanpak dierenmishandeling en dierverwaarlozing),

te weten:

  • de motie-Wassenberg/Van der Plas over toekomstige eigenaren van honden verplichten om een cursus bij een erkende instelling te volgen (35892, nr. 24);
  • de motie-Wassenberg c.s. over aparte regels voor de inbeslagname van dieren waarbij het welzijn en de intrinsieke waarde van dieren worden gewaarborgd (35892, nr. 25).

(Zie vergadering van 11 mei 2023.)

De voorzitter:
De motie-Wassenberg/Van der Plas (35892, nr. 24) is in die zin gewijzigd dat zij thans is ondertekend door het lid Wassenberg, en luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat een houder volgens de Wet dieren verplicht is om over voldoende kennis en vaardigheden te beschikken voor het houden van een dier;

constaterende dat het in de praktijk vaak aan die kennis ontbreekt;

constaterende dat veel gevallen van dierenverwaarlozing veroorzaakt worden door dit gebrek aan kennis;

overwegende dat het vooraf voorkomen van dierenverwaarlozing beter is dan achteraf moeten ingrijpen;

overwegende dat door het volgen van een cursus zowel dierenleed voorkomen kan worden alsook abnormaal en ongewenst gedrag van dieren;

verzoekt de regering om toekomstige nieuwe eigenaren van honden verplicht een cursus te laten volgen bij een erkende instelling;

verzoekt de regering tevens te onderzoeken of mensen met onvoldoende financiële draagkracht hiervoor deels vergoed kunnen worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 29, was nr. 24 (35892).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Wassenberg (35892, nr. 29, was nr. 24).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD en JA21 voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, Volt, DENK, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Wassenberg c.s. (35892, nr. 25).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD, het CDA en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemming motie Landbouw, klimaat en voedsel

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het VAO Landbouw, klimaat en voedsel,

te weten:

  • de motie-Wassenberg over standaard de vleesloze variant bij bijeenkomsten van de rijksoverheid (31532, nr. 244).

(Zie vergadering van 12 maart 2020.)

In stemming komt de motie-Wassenberg (31532, nr. 244).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66 en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, Lid Omtzigt, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemming motie Klimaatakkoord gebouwde omgeving

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het tweeminutendebat Klimaatakkoord gebouwde omgeving,

te weten:

  • de motie-Van Esch over garanderen dat de totale uitstoot van de bouwsector alleen nog maar zal afnemen (32813, nr. 1209).

(Zie vergadering van 11 april 2023.)

In stemming komt de motie-Van Esch (32813, nr. 1209).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, de PvdA, de PvdD, de ChristenUnie en de VVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, Fractie Den Haan, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemming motie Doorrekening door het PBL en het CPB van het klimaatakkoord

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het debat over de doorrekening door het PBL en het CPB van het Klimaatakkoord,

te weten:

  • de motie-Thieme/Klaver over maatregelen voor krimp van de veestapel (32813, nr. 312).

(Zie vergadering van 14 maart 2019.)

In stemming komt de motie-Thieme/Klaver (32813, nr. 312).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan en D66 voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

Zo, de motie-Thieme/Klaver! Dat is een oudje. Daar bedoel ik niets persoonlijks mee!


Stemming motie Landbouw, klimaat en voedsel

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het tweeminutendebat Landbouw, klimaat en voedsel,

te weten:

  • de motie-Vestering over uitspreken dat het onwenselijk is als de eendenhouderij in Nederland verder zal groeien (36200-XIV, nr. 106).

(Zie vergadering van 22 december 2022.)

In stemming komt de motie-Vestering (36200-XIV, nr. 106).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, FVD en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemmingen moties Natuur

Aan de orde zijn de stemmingen over aangehouden moties, ingediend bij het tweeminutendebat Natuur,

te weten:

  • de motie-Vestering over geen vervuild bouwpuin toestaan voor wandelpaden in natuurgebieden (33576, nr. 232);
  • de motie-Vestering over geen bomenkap met oppervlaktes van meer dan 0,1 hectare toestaan (33576, nr. 234);
  • de motie-Vestering over extra groengebieden bij de grote steden (33576, nr. 235).

(Zie vergadering van 21 april 2021.)

In stemming komt de motie-Vestering (33576, nr. 232).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, Groep Van Haga en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SGP, het CDA, JA21, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Vestering (33576, nr. 234).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van BIJ1, Fractie Den Haan en de PvdD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Vestering (33576, nr. 235).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, de ChristenUnie en JA21 voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Omtzigt, de VVD, de SGP, het CDA, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemming motie Initiatiefnota Nationaal Bomenplan van de leden Bromet en Futselaar

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het debat over de initiatiefnota van de leden Bromet en Futselaar over een Nationaal Bomenplan,

te weten:

  • de motie-Wassenberg over een substantieel deel van het multifunctionele bos aanwijzen als natuurbos (35309, nr. 7).

(Zie vergadering van 16 juni 2020.)

In stemming komt de motie-Wassenberg (35309, nr. 7).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66 en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, Lid Omtzigt, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemming motie Landbouw- en Visserijraad op 13 juni 2022

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het tweeminutendebat Landbouw- en Visserijraad op 13 juni 2022,

te weten:

  • de motie-Wassenberg over de bestaande maximaal toegestane foutmarges in rapportages niet verhogen (21501-32, nr. 1445).

(Zie vergadering van 21 juni 2022.)

De voorzitter:
Aangezien de motie-Wassenberg (21501-32, nr. 1445) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van behandeling meer uit.


Stemming motie Landbouw- en Visserijraad op 21 februari 2022

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het tweeminutendebat Landbouw- en Visserijraad op 21 februari 2022,

te weten:

  • de motie-Wassenberg/Teunissen over pleiten voor het behouden van de traceerbaarheidsverplichting (21501-32, nr. 1394).

(Zie vergadering van 21 juni 2022.)

In stemming komt de motie-Wassenberg/Teunissen (21501-32, nr. 1394).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie en de SGP voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemming motie Natuurbeleid

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het VAO Natuurbeleid,

te weten:

  • de motie-Ouwehand over intrekken van de vergunning voor zoutwinning onder de Waddenzee (33576, nr. 24).

(Zie vergadering van 16 december 2014.)

In stemming komt de motie-Ouwehand (33576, nr. 24).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA en de PvdD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemming motie Luchtvaart

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het VAO Luchtvaart,

te weten:

  • de motie-Ouwehand over geen luchthavens aanleggen of uitbreiden in of grenzend aan vogelrijke gebieden (31936, nr. 207).

(Zie vergadering van 3 juli 2014.)

In stemming komt de motie-Ouwehand (31936, nr. 207).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie en de SGP voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, de VVD, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemming motie Ontwerpbesluit ter bescherming van de fysieke leefomgeving BES

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het tweeminutendebat Ontwerpbesluit houdende inrichtingen- en activiteiten, milieueffectrapportage en de kwaliteit van toezicht en handhaving, ter bescherming van het fysieke leefomgeving op Bonaire, Sint Eustatius en Saba,

te weten:

  • de motie-Van Esch/Van Raan over borging van de handhaving op de BES-eilanden als voorwaarde voor de invoering van het IAS-BES (29383, nr. 391).

De voorzitter:
Op verzoek van mevrouw Van Esch stel ik voor haar motie (29383, nr. 391) opnieuw aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

(Zie vergadering van 28 maart 2023.)


Stemmingen moties Begroting Economische Zaken, Landbouw en Innovatie 2013

Aan de orde zijn de stemmingen over aangehouden moties, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (XIII) voor het jaar 2013,

te weten:

  • de motie-Ouwehand over de intrinsieke waarde van wilde dieren (33400-XIII, nr. 117);
  • de motie-Ouwehand over recht op natuur en een gezonde leefomgeving (33400-XIII, nr. 118).

(Zie vergadering van 29 januari 2013.)

De voorzitter:
De motie-Ouwehand (33400-XIII, nr. 117) is in die zin gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Ouwehand en Akerboom, en luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de intrinsieke waarde van de natuur wordt erkend in de huidige Wet natuurbescherming en de intrinsieke waarde van het dier als leidend beginsel is vastgelegd in de Wet dieren;

verzoekt de regering de intrinsieke waarde van wilde dieren op te nemen in de Wet natuurbeschermingswet / Omgevingswet,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 153, was nr. 117 (33400-XIII).

De motie-Ouwehand (33400-XIII, nr. 118) is in die zin gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Ouwehand en Akerboom, en luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in 2024 de Omgevingswet ingaat en dat de Natuurbeschermingswet daarin wordt opgenomen;

verzoekt de regering het recht op natuur en een gezonde leefomgeving, zoals opgenomen in de Grondwet, op te nemen in de Omgevingswet,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 154, was nr. 118 (33400-XIII).

Op verzoek van mevrouw Ouwehand stel ik voor haar gewijzigde motie (33400-XIII, nr. 153, was nr. 117) en haar gewijzigde motie (33400-XIII, nr. 154, was nr. 118) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.


Stemming motie Veiligheid offshore olie- en gasactiviteiten

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de Mijnbouwwet, de Wet milieubeheer en de Wet op de economische delicten in verband met implementatie van richtlijn nr. 2013/30/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende de veiligheid van offshore olie- en gasactiviteiten en tot wijziging van richtlijn 2004/35/EG (PbEU 2013, L 178),

te weten:

  • de motie-Ouwehand over uitsluiten van mijnbouw in Natura 2000-gebieden (34041, nr. 34).

(Zie vergadering van 22 april 2015.)

De voorzitter:
De motie-Ouwehand (34041, nr. 34) is in die zin gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Ouwehand en Van Raan, en luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het huidige beleid is om geen windturbines te plaatsen in of nabij Natura 2000-gebieden;

constaterende dat in de Structuurvisie Ondergrond beleid is ontwikkeld dat stelt dat op voorhand geen landschappelijke of cultureel waardevolle gebieden uitgesloten worden van (mijnbouw)activiteiten, maar dat deze activiteiten niet de uitzonderlijke universele waarde van het werelderfgoed mogen aantasten;

overwegende dat Natura 2000-gebieden niet alleen gevrijwaard moeten blijven van windturbines, maar ook van mijnbouwactiviteiten, waaronder gasboringen en zoutwinning;

verzoekt de regering om uitsluiting van mijnbouwactiviteiten in of nabij Natura 2000-gebieden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 44, was nr. 34 (34041).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

In stemming komt de motie-Ouwehand (34041, nr. 34).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66 en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, Lid Omtzigt, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemming motie Begroting Volksgezondheid, Welzijn en Sport 2022

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2022,

te weten:

  • de motie-Van Esch c.s. over een einde aan frisdrank- en snoepautomaten op scholen (35925-XVI, nr. 65).

(Zie vergadering van 28 oktober 2021.)

In stemming komt de motie-Van Esch c.s. (35925-XVI, nr. 65).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdD en Lid Gündoğan voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, de PvdA, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemming motie Toezicht en handhaving

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het tweeminutendebat Toezicht en handhaving,

te weten:

  • de motie-Van Esch c.s. over een landelijk toetsingskader waarmee ZZS-plannen van bedrijven kunnen worden gecontroleerd (22343, nr. 319).

(Zie vergadering van 20 april 2022.)

In stemming komt de motie-Van Esch c.s. (22343, nr. 319).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP, het CDA en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD, JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemming motie Staat van de Europese Unie

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het debat over de Staat van de Europese Unie,

te weten:

  • de motie-Sjoerdsma/Dassen over de Europese vlag in de plenaire zaal plaatsen (36259, nr. 3).

(Zie vergadering van 25 mei 2023.)

In stemming komt de motie-Sjoerdsma/Dassen (36259, nr. 3).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, Lid Gündoğan, D66 en het CDA voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, BIJ1, DENK, de PvdD, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

Ik heb net al geconcludeerd dat de motie-Van Esch op stuk nr. 80 (36200-XVI) aangehouden is. Dat was de motie onder punt 55 op de stemmingslijst, over moties ingediend bij de behandeling van de VWS-begroting 2023.


Stemming motie Internationale Klimaatstrategie

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het tweeminutendebat Internationale Klimaatstrategie,

te weten:

  • de motie-Hammelburg/Boucke over in de Internationale Klimaatstrategie een doel opnemen voor het verminderen van Nederlandse CO2-emissies buiten Nederland (31793, nr. 244).

(Zie vergadering van 5 juli 2023.)

In stemming komt de motie-Hammelburg/Boucke (31793, nr. 244).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie en de SGP voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, de VVD, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemming motie Ggz/Suïcidepreventie

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het tweeminutendebat Ggz/Suïcidepreventie,

te weten:

  • de motie-Den Haan over medewerkers van financiële uitvoeringsorganisaties met klantcontact standaard leren suïcidale gedachten te herkennen (25424, nr. 657).

(Zie vergadering van 16 mei 2023.)

In stemming komt de motie-Den Haan (25424, nr. 657).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fractie van het CDA ertegen, zodat zij is aangenomen.

Mevrouw Den Haan van de Fractie Den Haan.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):
Voorzitter, dank u wel. Ook dank aan de collega's. De staatssecretaris had mij gevraagd deze motie aan te houden omdat hij mij zou informeren over het verloop hiervan. Dat heeft hij niet gedaan. De motie is nu aangenomen, dus ik zou heel graag van de staatssecretaris willen horen hoe hij dit gaat regelen.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Den Haan. We zullen dit doorgeleiden richting kabinet.


Stemming motie Begroting Infrastructuur en Waterstaat 2023

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2023,

te weten:

  • de motie-Van Esch/Bouchallikh over voor het volgende stookseizoen handhaafbare normen ontwikkelen voor houtstook (36200-XII, nr. 77).

(Zie vergadering van 1 december 2022.)

De voorzitter:
De motie-Van Esch/Bouchallikh (36200-XII, nr. 77) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat er nog geen handhaafbare normen zijn vastgesteld waaraan gemeenten overlast door houtstook kunnen toetsen;

verzoekt de regering voor het volgende stookseizoen (2024/2025) handhaafbare normen te (laten) ontwikkelen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 118, was nr. 77 (36200-XII).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Esch/Bouchallikh (36200-XII, nr. 118, was nr. 77).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, de ChristenUnie en de SGP voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, DENK, Lid Omtzigt, de VVD, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemming motie Circulaire economie

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het tweeminutendebat Circulaire economie d.d. 3 februari 2022,

te weten:

  • de motie-Van Esch over een nationaal verbod op plastic in sigarettenfilters (32852, nr. 179).

(Zie vergadering van 3 februari 2022.)

De voorzitter:
De motie-Van Esch (32852, nr. 179) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er plastic zit in sigarettenfilters;

constaterende dat sigarettenfilters op nummer 1 staan in de top tien van gevonden zwerfafval en een belangrijk "ingrediënt" zijn van de plasticsoep;

constaterende dat sigarettenfilters in de natuur belanden en niet of nauwelijks afbreken, maar in plaats daarvan uiteenvallen in microplastics en chemicaliën lekken, met alle gevolgen van dien voor het milieu en de dieren die daarmee in aanraking komen;

overwegende dat het kabinet momenteel de mogelijkheden voor een nationaal verbod op sigarettenfilters onderzoekt;

verzoekt de regering om, als blijkt dat er een mogelijkheid is, een nationaal verbod in te stellen op sigarettenfilters,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 271, was nr. 179 (32852).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Esch (32852, nr. 271, was nr. 179).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, de ChristenUnie, de SGP en het CDA voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, Lid Omtzigt, de VVD, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemming motie Circulaire economie

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het tweeminutendebat Circulaire economie d.d. 1 juni 2022,

te weten:

  • de motie-Van Esch c.s. over refill-mogelijkheden in supermarkten met meer dan 400 vierkante meter oppervlakte (32852, nr. 195).

(Zie vergadering van 1 juni 2022.)

De voorzitter:
De motie-Van Esch c.s. (32852, nr. 195) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in Frankrijk een wet is aangenomen waarmee refill in de supermarkt wordt gestimuleerd;

overwegende dat refill-mogelijkheden het gebruik van eenmalige verpakkingen in de supermarkt drastisch zullen reduceren;

verzoekt de regering in navolging van Frankrijk ervoor te zorgen dat supermarkten met meer dan 400 vierkante meter oppervlakte hun klanten uiterlijk in 2030 moeten gaan voorzien van refill-mogelijkheden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 272, was nr. 195 (32852).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

Voordat wij over deze gewijzigde motie gaan stemmen, geef ik het woord aan mevrouw Van Esch, Partij voor de Dieren.

Mevrouw Van Esch (PvdD):
Voorzitter. Er zijn een aantal moties aangenomen waarvan het kabinet gevraagd heeft om die aan te houden. Buiten de vraag om deze aan te houden is er geen appreciatie van gegeven. Ik wil daarom toch een brief vragen. Dit gaat om de motie op stuk nr. 319 onder agendapunt 53, over het tweeminutendebat Toezicht en handhaving, en de gewijzigde motie op stuk nr. 271, over een nationaal verbod op sigarettenfilters, die zojuist is aangenomen. Het zou toch fijn zijn om in een brief te zien hoe deze moties worden uitgevoerd.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van Esch. We zullen dit doorgeleiden richting kabinet.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Esch c.s. (32852, nr. 272, was nr. 195).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66 en de ChristenUnie voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van Lid Omtzigt, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemming motie Leefomgeving

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het tweeminutendebat Leefomgeving d.d. 20 april 2022,

te weten:

  • de motie-Van Esch over in het Schone Lucht Akkoord een vooruitstrevend reductiedoel voor houtstook opnemen (30175, nr. 406).

(Zie vergadering van 20 april 2022.)

De voorzitter:
De motie-Van Esch (30175, nr. 406) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat houtstook zorgt voor veel overlast en gezondheidsschade;

constaterende dat in het Schone Lucht Akkoord voor houtstook enkel een doel is opgenomen om een "dalende trend van emissies naar de lucht" te realiseren;

constaterende dat voor andere sectoren, zoals mobiliteit, mobiele voertuigen, landbouw en binnenvaart en havens, wel specifieke reductiedoelen zijn opgenomen;

verzoekt de regering om in de uitvoeringsagenda 2024-2030 van het Schone Lucht Akkoord voor houtstook een vooruitstrevend reductiedoel op te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 450, was nr. 406 (30175).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

Mag ik iets meer stilte in de zaal?

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Esch (30175, nr. 450, was nr. 406).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van SP, GroenLinks, BIJ1, Volt … De SP niet? Ik doe de stemming weer even opnieuw.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Esch (30175, nr. 450, was nr. 406).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, BIJ1, Volt, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP en het CDA voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, DENK, de VVD, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.


Stemming motie Leefomgeving

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het tweeminutendebat Leefomgeving d.d. 8 december 2022,

te weten:

  • de motie-Van Esch c.s. over de effecten op gezondheid en milieu van de verschillende toekomstscenario's van Tata Steel alsnog onafhankelijk en transparant in beeld brengen (30175, nr. 425).

(Zie vergadering van 8 december 2022.)

De voorzitter:
De motie-Van Esch c.s. (30175, nr. 425) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de staatssecretaris in september 2021 heeft toegezegd dat er op zoek zou worden gegaan naar een partij die de effecten op gezondheid en milieu van de verschillende toekomstscenario's van Tata Steel onafhankelijk en transparant in beeld kan brengen;

constaterende dat hierbij ook werd verwezen naar de startnotitie MKBA toekomstvarianten Tata Steel IJmuiden, gemaakt door CE Delft;

constaterende dat de staatssecretaris deze toezegging tot nu toe niet nakomt;

verzoekt de regering alsnog de effecten op gezondheid en milieu van de verschillende toekomstscenario's van Tata Steel onafhankelijk en transparant in beeld te brengen, waaronder ook recycling en het afschalen van de fabriek,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 451, was nr. 425 (30175).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Esch c.s. (30175, nr. 451, was nr. 425).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, het CDA, JA21 en de PVV voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD, de SGP, Groep Van Haga, FVD en BBB ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemming motie Fiches over duurzame producten de norm maken

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het tweeminutendebat Fiches over duurzame producten de norm maken en de Europese strategie voor duurzaam en circulair textiel,

te weten:

  • de motie-Van Esch over een landelijke informatiecampagne voor het actief stimuleren van het verkrijgen van tweedehands kleding (22112, nr. 3561).

(Zie vergadering van 8 december 2022.)

De voorzitter:
De motie-Van Esch (22112, nr. 3561) is in die zin gewijzigd dat zij thans luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het massaal produceren, gebruiken en afdanken van kleding leidt tot CO2-uitstoot en vervuiling van grond en water met chemicaliën en microplastics;

overwegende dat de milieuschade van kleding kan worden beperkt door minder (nieuwe) kleding te kopen;

verzoekt de regering een landelijke informatiecampagne te starten waarmee het verkrijgen van tweedehands kleding actief wordt gestimuleerd, en hierbij in ieder geval actief kringlopen en kledingbibliotheken te betrekken,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 3812, was nr. 3561 (22112).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Esch (22112, nr. 3812, was nr. 3561).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie en de SGP voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB ertegen, zodat zij is verworpen.

Mevrouw Van Esch.

Mevrouw Van Esch (PvdD):
Voorzitter. De stemmarathon over mijn moties is volgens mij voorbij. Er is nog een motie aangenomen, onder punt 62, over het tweeminutendebat Leefomgeving. Die motie was wel ontraden door het kabinet. Ik ben benieuwd hoe deze motie wordt uitgevoerd. Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. We zullen dit doorgeleiden richting het kabinet.


Stemming motie Wijziging begroting Koninkrijksrelaties 2023 (herfinanciering covidleningen)

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij de behandeling van het wetsvoorstel Wijziging van de begrotingsstaat van Koninkrijksrelaties (IV) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de herfinanciering covidleningen),

te weten:

  • de motie-Wuite over een haalbaarheidsstudie naar de mogelijkheid van een regionale ontwikkelingsmaatschappij in het Caribische deel van het Koninkrijk (36200-IV, nr. 99).

(Zie vergadering van 13 september 2023.)

De voorzitter:
De motie-Wuite (36200-IV, nr. 99) is in die zin gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Wuite, Romke de Jong en Kröger, en luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de regering per brief op 17 mei jongstleden (Kamerstuk 16200-IV, nr. 89) heeft aangekondigd financiële middelen vrij te maken voor Aruba, Curaçao en Sint-Maarten die ertoe moeten leiden dat de energietransitie versnelt, de levensstandaard en werkgelegenheid verbetert en uiteindelijk zal leiden tot duurzame economische versterking en weerbaarheid;

constaterende dat regionale ontwikkelingsmaatschappijen succesvolle ondernemingen zijn met publieke aandeelhouders, gericht op het versterken van de economie en werkgelegenheid en dat er op dit moment in de ministeriële regeling geen regionale ontwikkelingsmaatschappij voor Caribisch Nederland wordt genoemd;

overwegende dat in Europees Nederland deze regionale ontwikkelingsmaatschappijen bekend staan als regionale aanjagers van innovatie- en (internationale) concurrentiekracht;

van mening dat een regionale ontwikkelingsmaatschappij een wezenlijke bijdrage zou kunnen leveren aan de duurzame sociaal-economische ontwikkeling in het Caribische deel van het Koninkrijk;

verzoekt de regering een haalbaarheidsstudie uit te voeren naar de mogelijkheid om een regionale ontwikkelingsmaatschappij in het Caribisch deel van het Koninkrijk op te richten, die zich toespitst op lokale business development ten aanzien van digitalisering, klimaat, duurzame landbouw en het (regionale) ondernemingsklimaat, en de Kamer voor de zomer van 2024 te infomeren over de uitkomsten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 101, was nr. 99 (36200-IV).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Wuite c.s. (36200-IV, nr. 101, was nr. 99).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de SGP en BBB voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemming motie Auto

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het tweeminutendebat Auto,

te weten:

  • de motie-Van Ginneken over verlenging van de tijdelijke vrijstelling voor de rijbewijs C-plicht voor zero-emissie bedrijfsvoertuigen (31305, nr. 421).

(Zie vergadering van 28 september 2023.)

De voorzitter:
De motie-Van Ginneken (31305, nr. 421) is in die zin gewijzigd dat zij thans is ondertekend door de leden Van Ginneken, De Hoop, Van der Graaf en Krul, en luidt:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de tijdelijke vrijstelling voor rijbewijs C-plicht voor nieuwe zero-emissie bedrijfsvoertuigen boven de 3.500 kg tot 4.250 kg op 1 oktober 2024 verlopen is;

constaterende dat een blijvende juridische oplossing er nog niet is en ondernemers hierdoor niet weten waar ze aan toe zijn en geremd kunnen worden in hun verduurzamingsambities;

van mening dat het een onwenselijke prikkel creëert tot aanschaf van fossiele bedrijfsvoertuigen;

verzoekt de regering de tijdelijke vrijstelling voor rijbewijs C-plicht voor zero-emissie bedrijfsvoertuigen te verlengen tot een blijvend Europees juridisch kader is vastgesteld,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt nr. 431, was nr. 421 (31305).

Ik stel vast dat wij hier nu over kunnen stemmen.

In stemming komt de gewijzigde motie-Van Ginneken c.s. (31305, nr. 431, was nr. 421).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, Groep Van Haga, de PVV en BBB voor deze gewijzigde motie hebben gestemd en de leden van de fracties van JA21 en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

Mevrouw Van Ginneken, D66.

Mevrouw Van Ginneken (D66):
Voorzitter. Dit is goed nieuws voor al die ondernemers die nu in onzekerheid zitten over hoe ze met de verduurzaming van hun mobiliteit aan de slag moeten. Ik had deze motie aanvankelijk aangehouden omdat de minister toen beloofde om snel duidelijkheid te geven. Dat heeft hij niet gedaan; vandaar dat ik 'm opnieuw in stemming heb gebracht. Ik zou graag binnen een week een brief krijgen van de minister waarin staat hoe hij deze motie gaat uitvoeren.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van Ginneken. We geleiden dit door richting het kabinet.


Stemming motie Voorhangprocedure besluit tot invoering van een register voor zeer zorgwekkende stoffen

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het tweeminutendebat Voorhangprocedure besluit tot invoering van een register voor zeer zorgwekkende stoffen,

te weten:

  • de motie-Haverkort c.s. over het register van zeer zorgwekkende stoffen baseren op reeds bij de omgevingsdiensten aanwezige informatie (22343, nr. 365).

(Zie vergadering van 3 oktober 2023.)

In stemming komt de motie-Haverkort c.s. (22343, nr. 365).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, D66, Lid Omtzigt, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, Groep Van Haga, de PVV, FVD en BBB voor deze motie hebben gestemd, zodat zij is aangenomen.


Stemming motie Maatschappelijke impact van het postcovidsyndroom

Aan de orde is de stemming over een aangehouden motie, ingediend bij het debat over de maatschappelijke impact van het postcovidsyndroom,

te weten:

  • de motie-Van der Plas over een verhoging van de financiële tegemoetkoming voor zorgmedewerkers met postcovid (25295, nr. 2140).

(Zie vergadering van 10 oktober 2023.)

De voorzitter:
De laatste motie voor vandaag.

In stemming komt de motie-Van der Plas (25295, nr. 2140).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, BIJ1, Volt, DENK, Fractie Den Haan, de PvdA, de PvdD, Lid Gündoğan, de ChristenUnie, de SGP, JA21, de PVV en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van D66, Lid Omtzigt, de VVD, het CDA, Groep Van Haga en FVD ertegen, zodat zij is verworpen.

De heer Wassenberg, Partij voor de Dieren.

De heer Wassenberg (PvdD):
Dank, voorzitter. Ik dacht: in verband met de snelheid bundel ik mijn verzoeken even. Maar ik heb er slechts twee; dat valt mee. Ik zou graag een brief van het kabinet willen over de aangenomen motie onder punt 7, over Brandweer en crisisbeheersing: de motie op stuk nr. 244 over het opstellen van landelijke richtlijnen met betrekking tot hulp aan dieren in crisisdraaiboeken. Daar zou ik graag een brief over willen.

Mijn tweede verzoek gaat over de stemmingen onder punt 38, over de Wet aanpak dierenmishandeling en dierverwaarlozing: de aangenomen motie op stuk nr. 25 over aparte regels voor de inbeslagname van dieren. Ook daarop krijg ik graag een reactie van het kabinet.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Wassenberg. We gaan dit doorgeleiden richting het kabinet.

Daarmee zijn we aan het einde gekomen van deze stemmingen. Wordt vervolgd deze week, zeg ik maar. We hebben nog twee stemmingsronden, donderdagmiddag en donderdagavond laat, verwacht ik. Ik dank de minister voor haar aanwezigheid hier. Ik schors de vergadering voor een enkel moment, en dan gaan we over tot de regeling van werkzaamheden.

O, de foto! Ik dacht al, waarom zit iedereen er nog? Dat komt door de foto. Ik schors de vergadering zodat we een foto kunnen nemen. Mevrouw Podt.

Mevrouw Podt (D66):
Voorzitter, de leden van de enquêtecommissie moeten ook nog hierheen komen voor de foto, denk ik. Of zijn ze er al?

De voorzitter:
Ja, ze zijn er al. Ik schors de vergadering voor een enkel moment. Dan gaan we over tot het maken van de foto.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Mededelingen

Mededelingen

Mededelingen

De voorzitter:
Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.

Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:
Ik deel aan de Kamer mee dat het lid Sjoerdsma zijn motie op stuk nr. 2588 (21501-02) intrekt.

Ik stel voor donderdag 26 oktober aanstaande ook te stemmen over de Wet coördinatie terrorismebestrijding en nationale veiligheid (35958) en de daarbij ingediende moties.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:
Ik deel aan de Kamer mee dat de fracties van GroenLinks en PvdA mij hebben bericht dat zij per 27 oktober 2023 samenvoegen tot één fractie. De heer Klaver is per die datum de fractievoorzitter van de fractie GroenLinks-PvdA.

We gaan meteen door. Ik geef het woord aan de heer Krul voor twee verzoeken.

De heer Krul (CDA):
Voorzitter. Ik heb het verzoek om twee commissiedebatten te laten vervolgen door twee tweeminutendebatten, deze week te houden. Het gaat om twee onderwerpen waar ook heel veel maatschappelijke organisaties bij betrokken zijn. Het is ook voor hen heel belangrijk dat we dit tot een bepaalde afronding kunnen brengen. Daarom het verzoek.

De voorzitter:
Kunt u aangeven welke tweeminutendebatten dat zijn?

De heer Krul (CDA):
Het gaat om het commissiedebat Elke regio telt en om het commissiedebat over de maatschappelijke diensttijd.

De voorzitter:
En dat betekent ook: stemmingen nog deze week. Ik kijk even of daar bezwaar tegen is. Dat is niet het geval. Dan gaan we dat doen.

De heer Dijk van de SP, ook een vooraankondiging.

De heer Dijk (SP):
Dank u wel, voorzitter. Morgen is het commissiedebat over ziekenhuiszorg. Daar is veel om te doen. Vooral bij ziekenhuizen in Zoetermeer en Heerlen spelen acute problemen. Wij zouden daar graag donderdag direct een tweeminutendebat en stemmingen over willen hebben.

De voorzitter:
Dank u zeer. Is daar bezwaar tegen? Dat is niet het geval. Dan gaan we dat doen.

Dan mevrouw Van Esch, Partij voor de Dieren, en dan de heer Nijboer.

Mevrouw Van Esch (PvdD):
Voorzitter, dank u wel. Dit gaat om een tweeminutendebat naar aanleiding van een schriftelijk overleg. Normaal zou je dat verzoek in de procedurevergadering van de commissie zelf kunnen doen, maar aangezien dit de laatste week is waarin we hier bij elkaar zijn en ik hier deze week graag toch nog een tweeminutendebat en stemmingen over wil, doe ik dat hier nu plenair.

De voorzitter:
Ik kijk even of daar bezwaar tegen is. Dat is niet het geval.

Dan de heer Nijboer, PvdA.

De heer Nijboer (PvdA):
Voorzitter. Donderdag hebben wij het debat over de funderingsproblematiek. Daar wil ik vooraf ook graag een tweeminutendebat over aankondigen en ook stemmingen, aanstaande donderdag.

De voorzitter:
Ik kijk even of daar bezwaar tegen is. Dat is niet het geval. Dan gaan we ons daarop voorbereiden.

Dan geef ik het woord aan mevrouw Agema, PVV. Ze heeft twee verzoeken.

Mevrouw Agema (PVV):
Dank u wel, voorzitter. Ik zou graag een debat willen aanvragen met de minister voor Langdurige Zorg en Sport en de minister van OCW, omdat zorgstudenten die een tweede hbo-opleiding willen doen, €21.000 moeten betalen, terwijl er een groot tekort is. Het lijkt me erg onverstandig om deze tekortsector tekort te doen. Daarom zou ik graag een debat willen aanvragen.

Mevrouw Kat (D66):
Namens mevrouw Paulusma willen we dit juist betrekken bij de begrotingsbehandeling. Dus geen steun.

Mevrouw Van den Hil (VVD):
Voorzitter. Ik ben het eens met mijn collega van D66. Die OCW- en VWS-begrotingen zijn heel snel en gaan hier allebei over, maar ik vind het wel een mooi onderwerp.

De heer Van Meijeren (FVD):
Wat mij betreft verdient dit wel een apart plenair debat. Dus steun.

De heer Bisschop (SGP):
Het lijkt mij heel goed om dit juist bij de begroting te betrekken. Dus steun voor de gedachte om hier wat aan te doen, maar via het begrotingsdebat.

Mevrouw Van den Berg (CDA):
Voorzitter, het kan prima bij de begroting.

De heer Dijk (SP):
Steun.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Steun voor een apart debat namens BVNL.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Steun voor een apart debat. Het is bizar dat we nog steeds niet begonnen zijn met de corona-enquête.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Ik sluit me aan bij de SGP.

De heer Eerdmans (JA21):
Wij steunen dit.

De voorzitter:
U heeft geen meerderheid voor uw verzoek, maar wel steun van dertig leden.

Mevrouw Agema (PVV):
Mevrouw Pouw-Verweij komt er nog aanrennen.

De voorzitter:
O, mevrouw Pouw-Verweij, BBB.

Mevrouw Pouw-Verweij (BBB):
Sorry.

De voorzitter:
Dat geeft niks.

Mevrouw Pouw-Verweij (BBB):
Ik weet niet of het net scheelt voor 30 leden, maar steun.

De voorzitter:
30 leden. We zetten 'm op de lijst.

Uw tweede verzoek.

Mevrouw Agema (PVV):
Volgens mij reageerde meneer Omtzigt net al op het volgende verzoek dat ik wil doen. Het derde rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid komt morgen uit. Daarin worden de grote conclusies getrokken. Ik ben dus heel benieuwd wat daarin staat. Ik zou graag een debat willen aanvragen met de minister van VWS, de minister voor Langdurige Zorg en Sport, de minister-president en de minister van JenV.

De voorzitter:
De heer Omtzigt. U had het net al een beetje verklapt, maar …

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Ja, voorzitter, ik zat er net naast. Maar ik steun dit debat van harte. Ik denk ook dat het tijdig ingepland moet worden. Ik ben overigens ook van mening dat we een keer een enquête naar het coronabeleid moeten starten.

Mevrouw Pouw-Verweij (BBB):
Wat de heer Omtzigt zegt. Steun.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Steun.

De heer Bisschop (SGP):
Steun.

De heer Van Meijeren (FVD):
Steun.

Mevrouw Tielen (VVD):
Het rapport is er nog niet. Ik ben er nooit zo dol op om debatten aan te vragen over rapporten die er nog niet zijn, maar mevrouw Agema weet dat ik dat derde OVV-debat graag wil doen. De lijst van VWS is volgens mij wel echt immens lang, dus laten we in de eerste weken van de nieuwe Kamer ook kijken hoe we die volgorde gaan zetten.

De voorzitter:
Maar u steunt het debat?

Mevrouw Tielen (VVD):
Ja, maar eigenlijk het liefst wel nadat het rapport er is.

De voorzitter:
Ik kijk even naar de collega's. Steunt iedereen dit debat?

De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Steun.

De voorzitter:
Ja? Dan heeft u … Ja, mevrouw Van den Berg.

Mevrouw Van den Berg (CDA):
Voorzitter, ik zou ook wel graag eerst een reactie van het kabinet willen voordat wij het debat gaan houden.

Mevrouw Agema (PVV):
Dat sowieso, voorzitter. Alle OVV-rapporten zijn getrakteerd op een kabinetsreactie, dus …

De voorzitter:
Ja. In ieder geval weten we zeker dat het na het verkiezingsreces is. Ja, mevrouw Kat?

Mevrouw Kat (D66):
Geen steun, voorzitter.

De voorzitter:
Geen steun. Oké. Maar er is een meerderheid voor uw verzoek, dus dat gaan we dan op termijn organiseren.

Dan geef ik het woord aan mevrouw Kröger van GroenLinks. Dat kunt u vanaf de interruptiemicrofoon doen.

Mevrouw Kröger (GroenLinks):
Voorzitter. Wij zouden graag deze week nog een tweeminutendebat met stemmingen naar aanleiding van het schriftelijk overleg Energieraad inplannen.

De voorzitter:
Dank u zeer. Is daar bezwaar tegen? Dat is niet het geval. Dan gaan we dat doen. Dan geef ik het woord aan de heer De Hoop namens de PvdA.

De heer De Hoop (PvdA):
Voorzitter. Ik wil graag nog deze week een tweeminutendebat Internationaal spoor houden inclusief stemmingen.

De voorzitter:
Dank u wel. Daar is geen bezwaar tegen. Dan gaan we dat doen.

U heeft nog een vooraankondiging.

De heer De Hoop (PvdA):
Op verzoek van mevrouw Westerveld doe ik de vooraankondiging voor een tweeminutendebat Jeugdbescherming inclusief stemmingen en ook voor deze week.

De voorzitter:
Ik kijk of daar bezwaar tegen is. Dat is niet het geval. Dan gaan we dat doen. Het wordt een drukke en intensieve week, zeg ik alvast maar.

De heer Van Haga, Groep Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Voorzitter. Afvalverwerker AEB Amsterdam verbrandt sinds april van dit jaar 900 ton afval uit Rome per week. 36% van dit afval bestaat uit gft en 22% uit papier en karton: de ideale voedingsbodem voor knutten, kleine vliegjes die blauwtong kunnen verspreiden. Inmiddels is door Farmers Defence Force een uitbraak van het blauwtongvirus type 3 vastgesteld in het gebied waar de afvaltreinen doorheen rijden. Dit is exact hetzelfde type dat in en rond Rome voorkomt. Maar liefst 2.428 Nederlandse bedrijven zijn inmiddels besmet, en de schade is niet te overzien. Om ervoor te zorgen dat deze besmettingen zo snel mogelijk stoppen wil BVNL graag een debat met de minister van LNV en de staatssecretaris van IenW over deze situatie.

De voorzitter:
Dank u wel. Ik kijk of er steun is. Mevrouw Akerboom, Partij voor de Dieren.

Mevrouw Akerboom (PvdD):
Dank u wel, voorzitter. Het blauwtongvirus is echt een drama, maar wetenschappers hebben inmiddels aangegeven dat het veel waarschijnlijker is dat het komt door de hoge schapendichtheid in ons land en klimaatverandering. Dus ja, steun voor een debat, maar alleen als dit breder wordt getrokken dan het verhaal over de Romeinse treinen.

De heer Bisschop (SGP):
Voorzitter. Zo'n verhaal over het afval vanuit Rome en de speculaties over de schapendichtheid geven aan dat het goed is dat er een brief komt. Daarna kijken we even verder wat mij betreft. Dus geen steun voor een debat.

De heer Kops (PVV):
Steun voor het verzoek.

Mevrouw Vedder (CDA):
Ik sluit me aan bij de heer Bisschop. Eerst graag een brief over dit thema en daarna beoordelen of er een debat nodig is.

De heer Van Meijeren (FVD):
Steun voor een debat over de volle breedte van het onderwerp.

Mevrouw Kamminga (VVD):
Ik sluit me aan bij de woorden van de heer Bisschop.

Mevrouw Pouw-Verweij (BBB):
Ik ook.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Voorzitter. Dat doet de ChristenUnie ook, maar wel met veel meeleven naar alle schapenhouders die hierdoor getroffen zijn, want het is gruwelijk.

Mevrouw Van Ginneken (D66):
D66 sluit zich aan bij het verzoek van de heer Bisschop.

De voorzitter:
Er is geen steun voor een debat, maar wel een informatieverzoek. Dat zal ik doorgeleiden richting kabinet.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Nou, dat wordt een mooie brief.

De voorzitter:
Dank u wel.

Dan geef ik het woord aan mevrouw Bikker, denk ik, in plaats van de heer Ceder.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Voorzitter. Namens de heer Ceder zou ik de aankondiging willen doen van een tweeminutendebat inzake Iran, inclusief stemmingen, deze week.

De voorzitter:
Ik kijk even of daar bezwaar tegen is. Dat is niet het geval. Dan gaan we dat doen.

Dan geef ik tot slot het woord aan de heer Omtzigt.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Voorzitter. Vorige week heeft de meerderheid van de Kamer een brief gevraagd van de minister voor Rechtsbescherming en de minister van Veiligheid en Justitie over de veroordeelde IS-terrorist die 30 maanden in de gevangenis had gezeten en onder zeven of acht voorwaarden voorlopig in vrijheid gesteld was en toch nog een verklaring van goed gedrag kreeg. Dat leek helemaal nergens op. Hij kon toen bij VluchtelingenWerk gaan werken en hij kon daar ook bij de gevoelige dossiers komen van mensen die waarschijnlijk vervolgd zijn door IS. Hoe erg wil je het veiligheidslek hebben? Wij vroegen om een brief met uitleg. Wij vroegen hoeveel mensen die uitgereisd zijn of een terroristische veroordeling hebben, een verklaring omtrent het gedrag gekregen hebben. Die brief vroegen we uiterlijk voor vrijdag, en als dat echt niet kon voor vandaag. Die brief is niet gekomen, dus ik vraag die brief met grote spoed, voor het eind van de dag. Als die er niet is, vraag ik een extra regeling van werkzaamheden aan voor donderdag bij aanvang middagvergadering. Dat kan ik nu alvast aankondigen. Die brief wil ik dus graag hebben. Omdat er nog geen brief ligt, vraag ik toch maar meteen om het debat in te plannen.

De voorzitter:
Helder. Ik kijk even … Het is een informatieverzoek.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
En een verzoek om een debat.

De voorzitter:
En om spoedig een debat in te plannen.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Ja, deze week in te plannen. Anders kan het niet meer. Het gaat om een kort debat.

De voorzitter:
Ik ga in ieder geval het informatieverzoek doorgeleiden. Is er ook steun voor de rest?

De heer Markuszower (PVV):
Van harte steun. Het is heel belangrijk dat de onderste steen snel boven komt en dat we de lekken kunnen dichten.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Steun voor het informatieverzoek en voor het debat.

De heer Bisschop (SGP):
Steun.

Mevrouw Bikker (ChristenUnie):
Veel steun voor het informatieverzoek; niet de wens om ook het debat per se in deze week te plannen. Het moet wel snel, maar dat kan ook kort na het verkiezingsreces.

Mevrouw Pouw-Verweij (BBB):
Steun voor het informatieverzoek en voor het debat.

Mevrouw Vedder (CDA):
Wij zouden dat debat graag zo snel mogelijk inplannen na de ontvangst van de brief.

De heer De Hoop (PvdA):
Steun voor de brief. Maar ik sluit me aan bij de woorden van mevrouw Bikker; het debat kan wat ons betreft ook zo snel mogelijk na de verkiezingen plaatsvinden.

De heer Van Meijeren (FVD):
Steun voor beide verzoeken.

De heer Ellian (VVD):
Steun voor het informatieverzoek. Het debat kan na het verkiezingsreces.

De heer Eerdmans (JA21):
Steun voor beide verzoeken.

Mevrouw Kat (D66):
Steun. Ik volg de woorden van de heer Ellian.

Mevrouw Akerboom (PvdD):
Ook van ons steun voor het informatieverzoek, maar het debat kan eventueel ook na het reces.

De voorzitter:
Er is nog geen meerderheid om het debat deze week te hebben, maar wel voor het informatieverzoek. Dat gaan we ook meteen doorgeleiden.

De heer Omtzigt (Lid Omtzigt):
Ik hoor wel een meerderheid die zegt dat we het spoedig na het verkiezingsreces moeten plannen. Ik verzoek u wel om dat in de weken na het verkiezingsreces, zeg uiterlijk half of eind januari, gepland te hebben.

De voorzitter:
Ja, correct. Dank u wel, meneer Omtzigt.

Daarmee zijn we aan het einde gekomen van deze regeling van werkzaamheden. Ik schors de vergadering voor een enkel moment, en dan wordt er gestart met een tweeminutendebat Personeel Defensie. Ik schors de vergadering voor een enkel moment.

De vergadering wordt van 17.03 uur tot 17.06 uur geschorst.

Personeel Defensie

Voorzitter: Peters

Personeel Defensie

Aan de orde is het tweeminutendebat Personeel Defensie (CD d.d. 13/06).


Termijn inbreng

De voorzitter:
Goedemiddag, allemaal. Aan de orde is het tweeminutendebat Personeel Defensie. Ik geef als eerste spreker het woord aan de heer Krul. Hij spreekt namens het CDA.

De heer Krul (CDA):
Voorzitter, dank u wel. Wij dienen vandaag één motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat vele reorganisaties bij Defensie in de afgelopen decennia het gevolg waren van bezuinigingen en krimp van de Defensieorganisatie;

constaterende dat de trend gekeerd is en Defensie sinds enige jaren weer fors kan investeren en dat nu lopende en aankomende reorganisaties voornamelijk ingegeven worden door benodigde groei van de Defensieorganisatie;

constaterende dat de sg-aanwijzing Uitvoering reorganisaties Defensie (URD) van toepassing is op reorganisaties die betrekking hebben op ten minste vijf arbeidsplaatsen;

overwegende dat URD-trajecten in het licht van bezuinigingen begrijpelijkerwijs voorzagen in grote betrokkenheid van centrales van overheidspersoneel en de betrokken medezeggenschapscommissies en waarborgen ten behoeve van het personeel;

overwegende dat bij reorganisaties die in het teken staan van investeringen en groei van de Defensieorganisatie meer tempo wenselijk is;

verzoekt de regering in samenspraak met de centrales van overheidspersoneel mogelijkheden te onderzoeken om URD-trajecten sneller te kunnen doorlopen en de Kamer hierover uiterlijk 1 maart 2024 te informeren en er minimaal op in te zetten dat, desnoods tijdelijk, reorganisaties gericht op groei met een omvang van minder dan 25 arbeidsplaatsen dispensatie krijgen van het URD-traject,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Krul en Valstar.

Zij krijgt nr. 9 (36410-X).

Dank u wel. Er hadden zich nog twee sprekers ingeschreven, maar die zie ik niet. Maar we kunnen meteen door. Ik geef het woord aan u, meneer Van der Maat. Gaat uw gang, meneer de staatssecretaris.


Termijn antwoord

Staatssecretaris Van der Maat:
Voorzitter, dank u wel. Dank ook aan de heer Krul, de heer Valstar en mevrouw Piri voor hun aanwezigheid. Een herkenbaar thema, waarvoor hier terecht aandacht wordt gevraagd.

De heer Krul en de heer Valstar schetsen terecht dat we na jaren van krimp nu in een proces van groei zitten, en dat bij groei ook andere spelregels en een andere manier van werken zouden moeten horen. We hebben heel veel vacatures en zijn er enorm op gericht om die zo snel als mogelijk gevuld te krijgen. De motie op stuk nr. 9 geef ik dus graag het oordeel Kamer, met dien verstande dat er niet de garantie bij wordt gegeven dat ik u ook kan bedienen met wat hier wordt gevraagd, maar in ieder geval wel met de informatie waarom wordt gevraagd en met de inspanning om het gesprek aan te gaan. Dat gesprek ben ik ook al met de bonden aangegaan. Daarover zal ik rapporteren. Ik voel zeer met de heer Krul mee dat we het hoogste tempo moeten realiseren om al de reorganisaties voor elkaar te krijgen om de groei te faciliteren.

De heer Krul (CDA):
Voorzitter, we lopen toch wat tijd in, dus daarom ...

De voorzitter:
Die hoeft niet op, meneer Krul.

De heer Krul (CDA):
... even een verduidelijkende vraag. We hebben een tijdje geleden een commissiedebat gehad. Ik weet dat er heel veel gebeurd is. Ik zou de staatssecretaris toch willen vragen of hij even kort kan schetsen wat er de afgelopen maanden gebeurd is en waar we nu ongeveer staan, ook indachtig deze motie. Dank ook voor de appreciatie.

Staatssecretaris Van der Maat:
Zeker. We hebben in het kalenderjaar 2023 om en nabij — het gaat even om het grove beeld — 90 reorganisaties gehad. Een reorganisatie heb je bij Defensie al als je een ontwikkeling in de organisatie hebt die meer dan vijf vte's, dus fulltimevacatures, betreft. Dan spreek je bij Defensie al over een reorganisatie. In totaal hebben we er dus zo'n 90 gehad. Met de bonden hebben we afspraken gemaakt over hoe we dat wat sneller kunnen doen. Vorige week heb ik het beeld gekregen dat van die 90 reorganisaties er om en nabij zo'n 75, 80 gaan lukken. Dat is dus best wel veel. Tegelijkertijd zie ik hoeveel tijd dat kost. Die tijd kunnen we ook besteden aan allerlei andere belangrijke zaken die we te regelen hebben voor de modernisering van de krijgsmacht. Precies daarover voer ik op dit moment ook het gesprek met de bonden. We moeten prioriteren over de volle breedte, met steun aan Oekraïne in een onzekere wereld. We moeten enorm veel tempo maken om onze eigen krijgsmacht te herstellen. Maar we moeten daar wel in kiezen, want niet alles kan tegelijk. Dat betekent dus ook dat we moeten kiezen waar we onze tijd aan besteden in het overleg met de bonden. Daarom ondersteun ik deze motie, om ervoor te zorgen dat we ook weer het gesprek aangaan over de vraag of we in 2024 weer onze tijd aan 90 reorganisaties — daarvan betreffen er heel veel dus onder de 25 vte's, maar wel boven de 5 vte's — of aan andere zaken moeten besteden. Ik ga dus met uw motie aan de slag als de Kamer die aanneemt, en trouwens sowieso, want ik ga het sowieso doen. Maar de steun in de rug is welkom.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer de staatssecretaris.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
Ik schors deze vergadering voor een enkel ogenblik voor we doorgaan naar het tweeminutendebat Mbo.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Mbo (basisvaardigheden / positie en medezeggenschap van studenten)

Mbo (basisvaardigheden / positie en medezeggenschap van studenten)

Aan de orde is het tweeminutendebat Mbo (basisvaardigheden / positie en medezeggenschap van studenten) (CD d.d. 13/09).


Termijn inbreng

De voorzitter:
Goedemiddag, allemaal. Ik heropen de vergadering voor het tweeminutendebat Mbo (basisvaardigheden / positie en medezeggenschap van studenten). De eerste spreker van de zijde van de Kamer is de heer Kwint. Hij spreekt namens de Socialistische Partij. Aan u het woord, meneer Kwint.

De heer Kwint (SP):
Dank, voorzitter. Dank, collega's en minister, voor een buitengewoon boeiend debat over mbo, moet ik eerlijk zeggen.

Maar dat betekent natuurlijk niet dat er niks meer te wensen overblijft. Ons eerste punt van zorg gaat over de zogenoemde groenpluk. We zien dat steeds meer werkgevers mbo'ers nog voordat zij een diploma halen, weghalen van hun opleiding. Waarom? Omdat het relatief goedkope werknemers zijn. Maar zij staan wel hun leven lang op achterstand als zij geen diploma halen. Daarom het volgende voorstel.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de uitval onder mbo-studenten hoger is dan deze in jaren was;

van mening dat het onverantwoord is om jongeren het mbo te laten verlaten zonder uitzicht op een startkwalificatie;

verzoekt de regering om in overleg met het bedrijfsleven te komen tot bindende afspraken om een jongere zonder startkwalificatie verplicht een leer-werktraject aan te bieden, teneinde zogenoemde groenpluk te voorkomen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Kwint en Westerveld.

Zij krijgt nr. 578 (31524).

De heer Kwint (SP):
De tweede motie gaat over iets waarvoor ik in het debat ook al aandacht heb gevraagd, samen met mevrouw Westerveld, namelijk de overgang van het voortgezet speciaal onderwijs naar het mbo. Ingrado heeft daar een goed onderzoek naar gedaan. We zien gewoon dat er juist bij deze kwetsbare leerlingen een verhoogd risico op uitval is wanneer zij de overgang maken van de relatief beschermde omgeving van het voortgezet speciaal onderwijs naar de nogal grote en soms ook wat intimiderende omgeving van een heel groot roc. In dat onderzoek staan ook een aantal goede voorstellen om dat te verbeteren. Daarvan hebben wij er één in een motie vervat, die als volgt luidt.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat zeker voor leerlingen van het voortgezet speciaal onderwijs de overstap naar het mbo een vergroot risico op uitval met zich meebrengt;

constaterende dat er in de uitvoering van de motie-Kwint/Özdil goede ervaringen zijn opgedaan met de verlengde begeleiding van mbo'ers door onder meer hun mentoren;

constaterende dat er in de uitvoering van de motie-Kwint/Westerveld suggesties zijn gedaan over de verlengde begeleiding van leerlingen uit het voortgezet speciaal onderwijs in de overstap naar het mbo om het vergrote risico op uitval te verminderen;

verzoekt de regering in overleg met het voortgezet speciaal onderwijs en mbo-instellingen deze verlengde begeleiding ook aan te bieden voor leerlingen uit het voortgezet speciaal onderwijs die de stap maken naar het mbo,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Kwint en Westerveld.

Zij krijgt nr. 579 (31524).

De heer Kwint (SP):
Zag u, voorzitter, hoe ik in die laatste motie heel subtiel een soort van "best off"-compilatie heb gemaakt van allerlei eerdere voorstellen die ik heb gedaan?

De voorzitter:
Inderdaad. Ik kan niet anders dan u complimenteren. Goed werk, meneer Kwint! Dan is het woord aan de heer Krul. Hij zal spreken namens de fractie van het CDA.

De heer Krul (CDA):
Een drietal moties, voorzitter.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat uit onderzoek blijkt dat ouders cruciaal zijn als het gaat om het succesvol verloop van de studie, want het draagt bij aan goede leerprestaties en het voorkomt schooluitval;

constaterende dat het mogelijk is om een ouderraad in te richten maar geen enkele mbo-instelling dit heeft;

van mening dat een relatie tussen school en de ouders nodig is en het goed zou zijn als er organen bestaan waarin leerkracht, leerling en ouders samenkomen om te praten over inhoudelijke onderwerpen die hen verbinden;

verzoekt de regering te verkennen op welke wijze ouderinspraak en -betrokkenheid steviger vormgegeven kan worden binnen het mbo, en de uitkomsten hiervan in het eerste kwartaal van 2024 naar de Kamer te sturen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Krul en Bisschop.

Zij krijgt nr. 580 (31524).

De heer Krul (CDA):
Dan de motie over de bereikbaarheid van onze mbo-instellingen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het met name voor het mbo belangrijk is om het onderwijsaanbod in de regio te behouden en goed ov hiervoor essentieel is;

overwegende dat de minister van OCW voornemens is om de bijdrage voor het ov-studentenreisproduct significant te korten, als gevolg van het gebruik van een niet-representatief ijkjaar, met grote gevolgen voor studenten, onderwijsinstellingen en openbaar vervoer in de regio;

verzoekt het kabinet te wachten met de definitieve besluitvorming totdat de Onderwijsbegroting voor het jaar 2024 in de Kamer is behandeld;

verzoekt het kabinet voorafgaand aan de behandeling van de Onderwijsbegroting met een brief te komen met daarin mogelijke oplossingen en financiële consequenties,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Krul, Van der Graaf, Pouw-Verweij en Westerveld.

Zij krijgt nr. 581 (31524).

De heer Krul (CDA):
Tot slot.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de minister een expertgroep burgerschapsonderwijs heeft samengesteld en deze adviesgroep geadviseerd heeft om de wettelijke burgerschapsopdracht aan scholen te expliciteren in de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) en dat de minister dit advies overneemt;

constaterende dat de expertgroep een instellingsexamen voor burgerschap wenselijk vindt maar de minister voornemens is om alleen een resultaatsverplichting in te voeren;

overwegende dat zonder instellingsexamen de kans groot wordt dat burgerschap, net zoals eerder ook bij rekenen het geval was, niet serieus genomen wordt door studenten;

overwegende dat bij het instellen van een instellingsexamen er nog veel vrije ruimte is voor de instellingen om te bepalen hoe ze dit examen vormgeven;

verzoekt de regering om bij de beoogde wetswijziging op te nemen dat voor burgerschap een instellingsexamen wordt ingevoerd,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Krul en Peters.

Zij krijgt nr. 582 (31524).

Dank u wel. U praat heel snel, maar het was wel net binnen de tijd.

Dan is het woord aan mevrouw Pouw-Verweij, die spreekt namens de BBB.

Mevrouw Pouw-Verweij (BBB):
Dank u wel, voorzitter. Ik weet niet of ik even snel kan praten als mijn collega, maar ik ga mijn best doen. Ik heb twee moties, eentje over het monitoren van basisvaardigheden en eentje over het aanpassen van referentiekaders.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat een opleiding aandacht vraagt voor de basisvaardigheden;

constaterende dat het mbo een beroepsopleiding is en geen opleiding om achterstanden van de vooropleiding weg te werken;

constaterende dat het nog altijd niet bekend is wat het gebrek aan beheersing van basisvaardigheden inhoudt;

constaterende dat het zicht op de beheersing van de basisvaardigheden taal, rekenen en burgerschap in het mbo op dit moment beperkt is;

verzoekt de regering om in het eerste kwartaal van 2024 de Kamer te voorzien van gegevens uit een eerste monitoring van het beheersingsniveau van basisvaardigheden in het mbo;

verzoekt de regering tevens de Kamer hierna periodiek te informeren over de voortgang van het monitoren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Pouw-Verweij en El Yassini.

Zij krijgt nr. 583 (31524).

Mevrouw Pouw-Verweij (BBB):
Dan de tweede motie.

De voorzitter:
U heeft eerst nog een vraag over deze motie, van de heer El Yassini.

Mevrouw Pouw-Verweij (BBB):
Dat is fijn, dan kan ik weer even …

De voorzitter:
Ja, dan kunt u weer even op adem komen. Stelt u rustig uw vraag, meneer El Yassini.

De heer El Yassini (VVD):
Ik zal heel rustig mijn vraag stellen, dan kan mevrouw Pouw-Verweij even op adem komen en een glaasje water drinken. Ik hoorde de motie zojuist. Daarin vraagt BBB om te kijken naar de monitoring. We hebben in het debat een discussie gehad over de inzichtelijkheid van de basisvaardigheden. We hebben het er met name over gehad dat de inspectie hier alleen naar kan kijken bij het centraal examen. De VVD heeft gezegd dat het juist belangrijk is om inzichtelijk te krijgen hoe de instellingsexamens worden gemaakt, omdat daar nu geen centrale vorm voor is. Is mevrouw Pouw-Verweij het met de VVD eens dat het niet alleen gaat om de monitoring van de beheersing van de basisvaardigheden bij de centrale examens, maar ook bij de instellingsexamens, en dat we dus ook daar inzicht in moeten krijgen?

Mevrouw Pouw-Verweij (BBB):
Ja, absoluut. Wij denken juist dat er grote verschillen zitten tussen hoe dat gemeten wordt bij instellingen en hoe vaak erover gerapporteerd wordt. Dat voegt ook iets toe aan de onduidelijkheid over het niveau van de basisvaardigheden. Dat ben ik dus met de heer El Yassini eens.

De voorzitter:
Afsluitend, meneer El Yassini.

De heer El Yassini (VVD):
Dan zou ik mevrouw Pouw-Verweij willen vragen of de VVD haar motie kan medeondertekenen.

Mevrouw Pouw-Verweij (BBB):
Zeker!

De voorzitter:
Zo is iedereen gelukkig. Dan de tweede motie, mevrouw Pouw-Verweij.

Mevrouw Pouw-Verweij (BBB):
De tweede motie gaat over het aanpassen van referentiekaders.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de referentieniveaus die beschrijven wat studenten moeten kennen en kunnen herhaaldelijk worden geëvalueerd;

constaterende dat veel docenten echter moeite hebben om de referentiekaders te vertalen naar hun eigen taal- en rekenonderwijs;

overwegende dat het mbo is gebaat met ondersteuning die aansluit bij de onderwijspraktijk;

verzoekt het kabinet de referentieniveaus beter en sneller te laten aansluiten bij de onderwijspraktijk, en de Kamer te informeren op welke wijze dat kan gebeuren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Pouw-Verweij en Krul.

Zij krijgt nr. 584 (31524).

Mevrouw Pouw-Verweij (BBB):
Als de heer El Yassini ook deze motie mede wil indienen, dan mag dat; van harte.

De voorzitter:
Nou, we moeten in ieder geval zeggen dat meneer El Yassini alles uit zijn Kamerlidmaatschap haalt.

Mevrouw Pouw-Verweij (BBB):
En terecht, voorzitter!

De heer El Yassini (VVD):
Ik kom naar de interruptiemicrofoon lopen omdat ik dacht — vergeef me als ik het verkeerd heb gehoord — dat ik mevrouw Pouw-Verweij "leerlingen" hoorde zeggen toen ze het over mbo'ers had. Volgens mij moet dat "studenten" zijn. Klopt het dat u het in de motie heeft over leerlingen in plaats van over mbo-studenten?

De voorzitter:
Als u dat niet aanpast, wil hij zijn naam er niet onder, hoor.

Mevrouw Pouw-Verweij (BBB):
Ik zie dat er geknikt wordt, dus ja, kennelijk wel. Ik zie aan het gezicht van de heer El Yassini dat ik daarmee een grote faux pas heb begaan.

De heer El Yassini (VVD):
Nou, nee, hoor.

Mevrouw Pouw-Verweij (BBB):
Excuses aan alle mbo-studenten in de zaal die nu meekijken. Ik zal het even aanpassen.

De heer El Yassini (VVD):
Het verzoek is inderdaad om de motie aan te passen zodat die straks gewijzigd naar de stemmingslijst kan, zodat er echt staat "studenten" op het mbo.

De voorzitter:
Dat doen we dan met terugwerkende kracht.

Mevrouw Pouw-Verweij (BBB):
Dat was 'm.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Pouw-Verweij. Dan is het woord aan de heer Teunissen, die spreekt namens Democraten 66.

De heer Hans Teunissen (D66):
Voorzitter. Ik vind het heel mooi om te zien hoe groot de betrokkenheid is bij het onderwijs en de studenten in het mbo. Dat geldt voor deze Kamer en voor deze minister. De betrokkenheid bij dat onderwijs is er ook bij de studenten zelf, maar studenten in het mbo hebben minder mogelijkheden om hierover mee te praten en mee te besluiten dan hun collega-studenten op hogescholen en universiteiten. Daar is inspraak op verschillende niveaus wettelijk verplicht, met specifieke taken en bevoegdheden: een trap van medezeggenschap. In het mbo is dit niet het geval. Daarom een motie om dit te regelen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat in de Wet hoger onderwijs diverse medezeggenschapsorganen voor studenten op verschillende niveaus — zoals opleiding, afdeling, faculteit en locatie — geregeld zijn met formele taken en bevoegdheden;

constaterende dat er in het middelbaar beroepsonderwijs enkel een verplichting tot een (centrale) studentenraad bestaat en medezeggenschap voor studenten op andere niveaus afhankelijk is van wat instellingen zelf decentraal organiseren;

overwegende dat het mbo gelijk is aan andere onderwijsrichtingen in een brede waaier van vervolgonderwijs;

overwegende dat getrapte medezeggenschap wenselijk is, zodat ook studenten in het mbo overal kunnen meepraten en meebeslissen over hun specifieke opleiding, afdeling en/of locatie;

verzoekt de regering mbo-studenten meer medezeggenschap te geven over hun eigen onderwijs door formele taken en bevoegdheden van medezeggenschapsorganen op verschillende niveaus in het mbo zoveel mogelijk gelijk te trekken met het hbo en wo, en daarbij rekening te houden met de sectorspecifieke structuur,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Hans Teunissen, El Yassini en Westerveld.

Zij krijgt nr. 585 (31524).

De heer Hans Teunissen (D66):
Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Teunissen. Dan is het woord aan mevrouw Westerveld, die spreekt namens GroenLinks en wellicht ook de Partij van de Arbeid. Ja, ook namens de Partij van de Arbeid. Aan u het woord.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):
Klopt, voorzitter. Ik vind het ook mooi dat de Kamer zich steeds harder maakt voor mbo-studenten, natuurlijk samen met de minister. We zijn er nog niet. Dat verklaart, denk ik, ook het hele aantal moties dat hier wordt ingediend. Maar er worden wel echt stappen gezet om mbo-studenten als volwaardig te behandelen. Daar ben ik blij om. Ik heb ook twee moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat voor studenten in het mbo strengere voorwaarden en een kortere periode gelden waarin ze lesgeld terug kunnen vragen als zij vroegtijdig stoppen dan voor studenten in het hbo en wo;

constaterende dat de minister in de Werkagenda mbo heeft opgenomen deze ongelijkheid te onderzoeken en al eerder is verzocht om actie te ondernemen op dit punt;

verzoekt de regering om voor de begrotingsbehandeling van OCW te komen met een verkenning hoe te komen tot een gelijkwaardige behandeling van alle studenten als het aankomt op restitutie van het lesgeld, zodat mbo-studenten hier zo snel mogelijk profijt van hebben,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Westerveld en Peters.

Zij krijgt nr. 586 (31524).

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):
Deze motie is mede ingediend namens de heer Peters van het CDA, zeg ik tegen de voorzitter.

De voorzitter:
Waarvoor dank. Gaat u verder.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):
Dan de tweede motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat mbo-, hbo- en wo-studenten een gelijkwaardige behandeling verdienen als het aankomt op het doen van extracurriculaire activiteiten;

constaterende dat de huidige wetgeving het moeilijk tot onmogelijk maakt voor minderjarige mbo-studenten om een vrijstelling te krijgen voor extracurriculaire activiteiten, in tegenstelling tot andere minderjarige studenten;

constaterende dat de huidige wetgeving het moeilijk tot onmogelijk maakt voor mbo-studenten zonder startkwalificatie om een vrijstelling te krijgen voor extracurriculaire activiteiten;

verzoekt de regering om te onderzoeken hoe het ook voor deze groep studenten mogelijk kan worden gemaakt om vrijstellingen te verkrijgen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Westerveld.

Zij krijgt nr. 587 (31524).

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):
Dan heb ik het natuurlijk over activiteiten die we allemaal belangrijk vinden, maar die soms niet primair tot het onderwijs behoren en waarvan we allemaal zeggen: dat zouden ook mbo-studenten moeten doen.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Westerveld. Dan is tot slot het woord aan de heer El Yassini, die spreekt namens de VVD.

De heer El Yassini (VVD):
Voorzitter, dank. Ook dank aan de minister voor de beantwoording in het debat en de beantwoording van de vragen, niet alleen die van de VVD, maar ook die van de collega's. Ik wil ook de collega's bedanken voor het debat dat we hebben gevoerd. Het is ook wel heel mooi om te zien dat we met z'n allen zo vol passie kijken naar het beroepsonderwijs en met name ook naar het mbo. Zoals ik al zei: dank voor de vele toezeggingen.

Er is één puntje dat ik graag nog als motie zou willen indienen. Dat heeft te maken met de experimenten met betrekking tot het oriëntatiejaar. Collega Kwint sprak al over de voortijdig schoolverlaters. Daarvoor hebben we al heel veel proberen te doen als Kamer, maar alle beetjes helpen. Daarom heb ik middels deze motie een specifiek verzoek aan de minister.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het aantal voortijdig schoolverlaters met 30.242 het hoogste aantal sinds tien jaar is;

constaterende dat het ministerie van OCW een heldere doelstelling heeft geformuleerd waarin het toewerkt naar minder dan 18.000 nieuwe vsv'ers in 2026;

constaterende dat jongeren niet alleen uitvallen door groenpluk, maar bijvoorbeeld ook doordat zij nog onvoldoende weten wat voor baan zij na de opleiding willen doen;

overwegende dat het ministerie van OCW voornemens is in de nabije toekomst te experimenteren met oriëntatiejaren;

overwegende dat de eenjarige opleiding PitstopMBO jongeren helpt bij zowel basisvaardigheden als hun persoonlijke ontwikkeling;

verzoekt de regering bij de invulling van het experiment en/of de pilot van het oriëntatiejaar het opleidingsproject PitstopMBO mee te nemen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid El Yassini.

Zij krijgt nr. 588 (31524).

De heer El Yassini (VVD):
Ik hoop in ieder geval dat we jongeren kunnen helpen een goede keus voor hun opleiding te maken, kunnen begeleiden tijdens de opleiding en kunnen klaarstomen, niet alleen voor de arbeidsmarkt en een baan, maar ook gewoon voor de samenleving. Ik hoop dat we daarbij met z'n allen de schouders eronder kunnen zetten, zodat we er wat moois van kunnen maken. Het mbo is namelijk de ruggengraat van de samenleving. We kunnen niet zonder ze. We hebben ze keihard nodig. Laten we ze blijven waarderen en voor ze opkomen.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer El Yassini. Na overleg met de minister schors ik voor twintig minuten tot 17.50 uur.

De vergadering wordt van 17.31 uur tot 17.49 uur geschorst.

De voorzitter:
Goedemiddag allemaal. Aan de orde is het tweeminutendebat Mbo (basisvaardigheden/positie en medezeggenschap van studenten). We gaan naar de reactie van en beantwoording door onze minister. Aan u het woord, minister.


Termijn antwoord

Minister Dijkgraaf:
Dank u wel, meneer de voorzitter. Ik kijk ook terug op een heel inhoudelijk debat dat we hebben gevoerd. Ik wil ook graag alle Kamerleden hier danken voor hun vele inbreng, en voor de hart en ziel die zij voor het mbo hebben laten zien. Het is ook mooi om dan bij deze gelegenheid nog met elkaar te kunnen spreken. Ik loop de moties door.

Ik begin bij de motie op stuk nr. 578, van de heer Kwint, over hoe groenpluk tegen te gaan. Vlak voor de coronapandemie zijn door mijn voorganger afspraken gemaakt in een convenant. De pandemie heeft dit naar de achtergrond geduwd. Ik wil ook zeker in overleg gaan met het bedrijfsleven. Ik kan dus de motie op stuk nr. 578 oordeel Kamer geven als ik die zo mag lezen dat het mijn inzet is om met het bedrijfsleven stevige afspraken te maken. Dat gaan we trouwens ook in het actieplan vsv doen, dat ik deze week nog naar de Kamer hoop te sturen. Als ik het zo mag lezen dat het mijn inzet is om deze stevige afspraken te maken, kan ik de motie op stuk nr. 578 oordeel Kamer geven. Het is wel zo dat juridisch bindende afspraken met werkgevers maken niet in mijn macht ligt.

De heer Kwint (SP):
Dat is nog wel een verbeterpuntje, denk ik. Natuurlijk mag dat, maar dan zou ik het wel fijn vinden als in die gesprekken en afspraken specifiek gestuurd wordt op het leer-werktraject. Stel dat een werkgever wel besluit om in zee te gaan met iemand die zijn mbo-diploma nog niet heeft. Over de juridische houdbaarheid kunnen we discussiëren, maar dan moet er wel een afspraak komen waarin staat: jij moet dat leer-werktraject traject aanbieden en ervoor zorgen dat uiteindelijk die startkwalificatie er ligt.

Minister Dijkgraaf:
Dat kan ik toezeggen. Ik ben het ook met de heer Kwint eens hoe belangrijk het is om die startkwalificatie te hebben. Daar hebben we ook uitgebreid over gesproken. Een werk-leertraject is een hele goede weg daartoe.

De voorzitter:
Akkoord. Dan de motie op stuk nr. 579. Nee, meneer El Yassini, we gaan er niet over dimdammen. Het is uw motie ook niet.

Minister Dijkgraaf:
De motie op stuk nr. 579 gaat over de overstap van vso naar mbo. Die kan ik oordeel Kamer geven. Vso heeft al een wettelijke plicht tot nazorg, maar in de praktijk kan het zeker nog beter. Met het actieplan vsv, dat ik net noemde, willen we ook dat afspraken over begeleiding van vso naar mbo onderdeel worden van de nieuwe regionale programma's. De uitvoering van wat al wettelijk mogelijk is, gaan we dan verstevigen. Dan kunnen ook afspraken worden gemaakt over de rol van monitoren zoals in de motie verwoord. Oordeel Kamer, wat mij betreft.

Oordeel Kamer geldt ook voor de motie op stuk nr. 580, van de heer Krul. Prima om dit te verkennen en te bekijken welke behoefte er bestaat bij ouders, studenten en docenten. Ik ga dan ook de resultaten hiervan naar uw Kamer sturen.

De motie op stuk nr. 581 gaat over het ov en vraagt om uitstel van de herijking. Deze moet ik ontraden. Op 1 december moeten namelijk de nieuwe normbedragen voor prestatiebeurzen en dus ook van het studentenreisproduct worden vastgesteld. Daar ben ik wettelijk toe verplicht. Als we dit niet doen, stellen we in feite deze herijking wat de studenten betreft een jaar uit. Mogelijkerwijs betalen ze dan ook te veel. Die herijking vloeit voort uit contractuele afspraken. Ik zie zelf geen aanleiding daarvan af te wijken. Ik moet zeggen dat ik wel bezwaar maak tegen enige formuleringen in de motie. We weten namelijk nog niet wat de uitkomst van deze herijking is. Ik ben het er ook niet mee eens dat het bij voorbaat een niet-representatief ijkjaar zou zijn. Wat betreft mogelijke ongewenste consequenties voor het ov vind ik dat het in eerste instantie aan mijn collega van Infrastructuur en Waterstaat is om hier beleid op te voeren. Daarom kan ik deze motie alleen maar ontraden.

De voorzitter:
Meneer Krul, u krijgt het woord van mij, maar wel kort alstublieft.

De heer Krul (CDA):
Nou breekt echt mijn klomp. De minister wil niet vooruitlopen op mogelijke gevolgen voor het ov, maar we proberen al sinds maart hierover het gesprek aan te gaan. De sector heeft de noodkreet geuit dat het voor regionale vervoerders gewoon desastreus is. We hebben Kamervragen gesteld, waar geen antwoord op komt. We hebben een schriftelijk overleg aangevraagd, waar we gewoon geen antwoord op krijgen. Net hebben we gehoord dat het debat ook gesaboteerd is. Er wordt getraineerd vanuit het ministerie. We weten heel goed wat de consequenties zijn voor de regionale vervoerders. Ze gaan namelijk gewoon kopje onder, en dus laten we ook de mbo-student in de regio in de kou staan. Dat moet niet de bedoeling zijn. Om je nu te beroepen op een deadline van 1 december terwijl wij zelf al maandenlang hiermee bezig zijn, vind ik echt goedkoop. Ik vind het ook een niet te volgen redenering van de minister.

Minister Dijkgraaf:
Ik zie de passie voor het regionaal openbaar vervoer, maar dit is echt te bediscussiëren met mijn collega van Infrastructuur en Waterstaat. Ik ben het contractueel verplicht om deze herijking uit te voeren. Ik bekijk deze zaak ook vanuit onderwijs. Laten we eerlijk zijn: actieve ingrepen van mijn kant op dit beleid betekenen dat ook de kosten voor OCW zullen zijn, en uiteindelijk voor studenten en scholieren; dat gaat over de algemene OCW-begroting. Dan worden we eigenlijk gevraagd om hiermee het ov te subsidiëren. Dit is een goede discussie om te hebben, maar niet met mij.

De voorzitter:
Kort en afsluitend, meneer Krul.

De heer Krul (CDA):
Wat hier gesteld wordt, klopt gewoon niet. We hebben een bedrag gereserveerd vanuit OCW. Dan wordt gezegd: dat gaan we herijken; we nemen een jaar in coronatijd als ijkjaar. Maar toen is er gewoon veel minder gereisd door studenten. Nou, oké, wat een verrassing: er blijft geld over, dat dan gelijk ergens anders naartoe geschoven wordt; een kasschuif binnen OCW. Dat heeft niks met IenW te maken. Die herijking hoeven we nu helemaal niet te doen. Die kan je ook volgend jaar doen. Dan hoeft dat niet ten koste te gaan van iets anders, want het geld is er gewoon. Op die manier kun je er toch voor zorgen dat de studenten, waarvan wij willen dat ze goed onderwijs kunnen volgen — we hebben straks ook nog een debat over de kwaliteit in het onderwijs — ook nog gewoon bij hun onderwijsinstelling kunnen komen. Ik doe met klem een beroep op de minister om hiernaar te kijken en deze herijking uit te stellen. Anders gaat het er echt toe leiden dat studenten in de regio niet meer bij hun instelling kunnen komen, want de regiovervoerders kunnen die 260 miljoen niet ophoesten, terwijl het gewoon bij de minister op de begroting staat.

Minister Dijkgraaf:
Nogmaals, ik ben contractueel verplicht iedere drie jaar deze herijking uit te voeren. In onze ogen is nu het juiste moment. Daar ben ik contractueel ook aan gehouden. Nogmaals, ik snap de zorgen over het regionaal vervoer, maar onderwijsmiddelen zijn niet bestemd om het openbaar vervoer te subsidiëren. Het is heel belangrijk dat studenten ook een eerlijke prijs betalen, gebaseerd op de actuele reisbewegingen. Daarvoor hebben we deze procedure. Ik weet niet wat de uitkomst daarvan is. Daar lopen we misschien op vooruit, maar we hebben daar een procedure voor afgesproken en daar ben ik contractueel aan gehouden.

De voorzitter:
Mevrouw Westerveld, als u echt nog een ander punt heeft, want … Oké. Kort dan. Aan u het woord.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):
Niemand in deze Kamer wil dat geld dat primair bestemd is voor onderwijs, gebruikt wordt om de kas van openbaarvervoersbedrijven te spekken. Tegelijkertijd is het wel onderdeel van de OCW-begroting. De vraag van een groot deel van de Kamer, in ieder geval van mijn fractie, is hoe het dan kan dat er op een moment is herijkt dat veel minder studenten gebruikmaakten van het openbaar vervoer en dat dat vervolgens deze consequenties heeft. Ik begrijp niet dat de minister, zoals de motie vraagt, dat besluit daarover niet wat naar voren schuift, omdat wij de kasschuif die momenteel wordt gedaan in de begroting, niet kunnen plaatsen.

Minister Dijkgraaf:
Allereerst gaat het niet over het aantal studenten die gebruikmaken van het openbaar vervoer. Het gaat om het gemiddeld aantal reiskilometers per student. Dat is niet hetzelfde. Nee, dat is absoluut niet hetzelfde. Je kan je heel goed voorstellen dat er demografische ontwikkelingen zijn waarbij het aantal studenten gaat teruglopen. Dat betekent dat hun reisgedrag anders kan zijn. Ik weet trouwens niet wat de uitkomsten zijn, maar we zien dat er na corona breed in de samenleving andere reisbewegingen en andere manieren van werken zijn, zoals het thuiswerken et cetera. Er zijn grote veranderingen in onze samenleving. Daar ga ik geen bespiegelingen over houden, maar dat is eigenlijk wat je hiermee probeert vast te stellen.

Nogmaals, als ik het OCW-beleid actief wijzig, dan zal de minister van Financiën zeggen dat ik daar verantwoordelijk voor ben en dat ik dat binnen de OCW-begroting moet opvangen. Dat betekent uiteindelijk toch dat deze mogelijke kosten ten laste komen van onze scholieren en studenten doordat we ons beleid binnen OCW concernbreed moeten opvangen.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 581 is ontraden. De motie op stuk nr. 582.

Minister Dijkgraaf:
Dan de motie op stuk nr. 582. Ik wil graag verzoeken om deze motie aan te houden. Ik heb de Kamer al eerder laten weten dat ik vooralsnog niet kies voor een instellingsexamen burgerschap, maar ik heb uw Kamer in het debat van 13 september toegezegd om te komen met een overzicht van de voor- en nadelen. Toen heb ik gezegd dat ik dat in de memorie van toelichting bij het wetsontwerp zal toesturen. Ik wil hier ook graag over in gesprek met de studentenorganisaties, de docenten, de MBO Raad en de NRTO. Maar ik denk dat het handig is dat we daar sneller een debat over hebben. Ik heb een voortgangsbrief basisvaardigheden begin 2024 toegezegd. Dan wil ik graag die voor- en tegenargumenten meenemen. Mijn vraag aan de heer Krul is of hij de motie kan aanhouden tot die voortgangsbrief.

De heer Krul (CDA):
Zo'n instellingsexamen voor burgerschap is heel belangrijk, maar we begrijpen ook het proces dat de minister schetst, dus wij houden haar aan.

De voorzitter:
Op verzoek van de heer Krul stel ik voor zijn motie (31524, nr. 582) aan te houden.

Daartoe wordt besloten.

De voorzitter:
De motie op stuk nr. 583.

Minister Dijkgraaf:
Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 583 van mevrouw Pouw-Verweij over monitoring basisvaardigheden. Die geef ik graag oordeel Kamer. Ik heb de inspectie al gevraagd een peilingsonderzoek te doen naar de beheersing van de basisvaardigheden. Ik start met rekenen, maar ik ben van plan om dat ook voor taal te gaan doen. Verder biedt de Coöperatie Examens MBO instellingen dit jaar een nulmeting aan. Ook voor taal wil ik zo'n nulmeting mogelijk maken, maar pas na de herijking van het referentiekader taal. Ik ga ook kijken hoe ik de Kamer hier periodiek over kan informeren. Dit alles komt tot u in de voortgangsbrief basisvaardigheden die ik begin 2024 naar de Kamer stuur.

Dan de motie op stuk nr. 584, over het aanpassen van de referentiekaders. Ook deze geef ik oordeel Kamer. Ik heb, zoals ik net al zei, een expertgroep herijking Nederlandse taal ingesteld. Die gaat begin 2024 een advies uitbrengen. Ook dat kan ik dan in de brief basisvaardigheden meenemen en er zo over aan uw Kamer berichten.

Dan de motie op stuk nr. 585. Ook deze geef ik oordeel Kamer. Tijdens het vorige commissiedebat hebben we hier uitvoerig over gesproken. Ik heb toen ook benadrukt het belangrijk te vinden om de formele medezeggenschap van het hoger onderwijs niet een-op-een over te nemen in het mbo. Maar bij de uitvoering van deze motie kunnen we zeker onderzoeken welke vormen van formele medezeggenschap passend zijn voor het mbo en daarmee de medezeggenschap van de mbo-student vergroten. Natuurlijk ga ik inzetten op het zo veel mogelijk gelijktrekken van de formele medezeggenschap in de verschillende vormen van het vervolgonderwijs.

Dan de motie op stuk nr. 586 van mevrouw Westerveld en de heer Peters om u voor de begrotingsbehandeling te informeren over de mogelijkheden voor restitutie van lesgeld. Ik ben het inhoudelijk met u eens en heb in het debat al gezegd dat ik het ga verkennen. Ik wil het vraagstuk zorgvuldig bekijken en ook de samenhang bezien met de andere verschillen tussen mbo, hbo en wo. Daarom komt het te vroeg om dat voor de begrotingsbehandeling te doen en moet ik de motie ontraden. Ik wil wel vasthouden aan mijn toezegging om de Kamer hierover in het voorjaar van 2024 te informeren.

Dan de motie op stuk nr. 587, ook van mevrouw Westerveld. Die geef ik oordeel Kamer. Ik heb al in het debat van 13 september gezegd dat minderjarige mbo-studenten zonder startkwalificatie momenteel geen fulltime bestuursjaar kunnen doen. Ze hebben kwalificatieplicht en moeten volledig dagonderwijs volgen. Ik heb wel toegezegd dat ik ga verkennen wat de mogelijkheden zijn om ze toch de ruimte te bieden zo'n bestuursjaar te doen. Voor de zomer kom ik daarop terug.

Ten slotte de motie op stuk nr. 588 van de heer El Yassini. Ook deze laatste motie geef ik graag oordeel Kamer. De oriëntatieprogramma's zitten in het actieplan vsv, dat deze week uitkomt. Eind 2023 komt er een beleidsregel om die oriëntatieprogramma's binnen wettelijke kaders vorm te geven. We nemen dan zeker bestaande maatregelen zoals de PitstopMBO mee.

Dat was mijn beoordeling en appreciatie van de moties.

De heer El Yassini (VVD):
Ik wil even terugkomen op de motie op stuk nr. 578. We hebben namelijk oprecht de vraag hoe we straks bij de stemmingen het beste kunnen stemmen. De minister geeft aan dat hij graag afspraken maakt met bedrijven om aan de slag te gaan met het aanbieden van een verplicht werk-leertraject. Dat was een toezegging richting de heer Kwint. We hebben in Nederland 200.000 leerbedrijven met certificaten binnen de SBB. Dat is maar een fractie van alle bedrijven die we in Nederland hebben. Als we straks voor een verplicht werk-leertraject gaan, hoe gaan we het dan doen met alle bedrijven die volgens de SBB geen officieel leerbedrijf zijn?

Minister Dijkgraaf:
Dat is een goed punt. Het zijn er meer dan 250.000; ik geloof ongeveer de helft van alle bedrijven. Dat is trouwens iets waar we best trots op mogen zijn, vind ik. Ik moet eigenlijk gewoon kijken wat we kunnen doen. Ik snap dat dit bij de leerbedrijven een bestaand pad is. U vraagt eigenlijk wat ik ga doen met de andere helft, waar dit niet bestaat. Ik moet, denk ik, toch in gesprek gaan met bedrijven om te kijken wat er mogelijk is.

De voorzitter:
Misschien kunt u er voor de stemmingen nog op terugkomen middels een briefje. Kan dat?

Minister Dijkgraaf:
Ik weet niet of dat nodig is. Ik zeg gewoon toe dat ik ga kijken wat we daar kunnen doen, binnen de mogelijkheden. Nogmaals, het mooiste zou zijn als al die bedrijven leer-werkbedrijven worden. Dat zijn ze nog niet, maar ik denk dat we in ieder geval over het eerste deel zonder meer afspraken kunnen proberen te maken. Ik kan nu natuurlijk niet al deze bedrijven ineens over de streep trekken, om ze allemaal leerbedrijven te laten worden.

De heer El Yassini (VVD):
Sorry, voorzitter, kort, heel kort. Dat is voor ons heel lastig. Deze motie komt in stemming. Daar moet over gestemd worden, maar het moet natuurlijk wel behapbaar zijn, want u heeft aan de heer Kwint toegezegd dat u ook echt gaat inzetten op het maken van afspraken met het bedrijfsleven. We komen er nu achter dat het leer-werktraject met bedrijven die geen leerbedrijf zijn, eigenlijk niet kan. Ik moet dus ook weten of het überhaupt uitvoerbaar is, om te bepalen of wij straks voor of tegen de motie stemmen.

Minister Dijkgraaf:
Ik vind dit een hele verhelderende vraag van de heer El Yassini. In mijn appreciatie had ik misschien moeten zeggen dat ik het zo lees dat het mijn inzet is om bij de leerbedrijven dat leer-werktraject dan te gebruiken als instrument. Dus ik zou zeggen "waar mogelijk, waar bestaand, het leer-werktraject aan te bieden". Maar ik ga natuurlijk een oproep doen aan álle bedrijven.

De voorzitter:
Daar wil meneer Kwint graag iets aan toevoegen.

De heer Kwint (SP):
In een poging wel degelijk om eruit te komen. Volgens mij kunnen bedrijven die zelf geen leer-werktraject zijn desnoods nog iemand een leer-werktraject aanbieden bij een ander bedrijf. Ik snap het punt van de heer El Yassini. Terecht, want soms is er simpelweg niet een bestaand leer-werktraject. Daarover ben ik het volkomen eens met de minister. Dan moeten ze dat inderdaad in eerste instantie maar worden. Het probleem zit 'm nu juist — laat ik het gewoon maar zeggen — bij de maaltijdbezorgers, bij de pakketbezorgers, die helemaal geen ambitie hebben om een leer-werkbedrijf te worden. Ik snap dat de bindendheid van sommige afspraken daarin beperkt zou zijn, maar als we het alleen maar beperken tot bedrijven waar al een leer-werktraject is, dan denk ik dat we mijn motie nodeloos te klein maken. Ik denk dat de minister er wel mee uit de voeten kan, maar ook dat het de inzet moet zijn om iets te doen voor die jongeren die nu door de maaltijd- en pakketbezorgers worden weggeplukt.

Minister Dijkgraaf:
Ik denk dat dat goed geformuleerd is, dus onze inzet is om wat aan de groenpluk te doen via leer-werktrajecten. Als je al een leerbedrijf bent, kan dat. Als je geen leerbedrijf bent, moeten we kijken wat voor andere wegen er zijn. Maar we gaan dit instrument wel nadrukkelijk onder de aandacht brengen. Ik denk dat de heer Kwint een mooie optie heeft gegeven om te kijken of dat een soortgelijke instelling of bedrijf kan zijn dat wel een leerbedrijf is.

De voorzitter:
Dank u wel. Dank voor de beantwoording en de appreciaties. Daarmee komen we aan het einde van het tweeminutendebat Mbo.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
Ik schors voor een enkele seconde, letterlijk, om direct daarna te beginnen met het tweeminutendebat Onderwijskwaliteit in het hoger onderwijs.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Onderwijskwaliteit in het hoger onderwijs

Onderwijskwaliteit in het hoger onderwijs

Aan de orde is het tweeminutendebat Onderwijskwaliteit in het hoger onderwijs (CD d.d. 11/10).


Termijn inbreng

De voorzitter:
Goedenavond. Ik heropen de vergadering, ditmaal voor het tweeminutendebat Onderwijskwaliteit in het hoger onderwijs. Aan het woord is de heer Kwint, die spreekt namens de Socialistische Partij.

De heer Kwint (SP):
Dank, voorzitter. We hebben een debat gehad over onderwijsvernieuwingen en vooral de mate waarin je die enigszins in goede banen kunt leiden. We hebben dat besproken aan de hand van een casus waarvan we kunnen constateren dat die niet goed gegaan is. Het is wel fijn om te horen van de docenten die de minister uiteindelijk gesproken hebben, dat zij zich door de minister erg gehoord voelden in hun grieven en hun klachten. Dat is alvast positief.

Wel heb ik nog een punt van zorg over waar een docent terechtkan als zoiets speelt. We merken dat die nu vaak van het kastje naar de muur wordt gestuurd tussen de instelling, de NVAO en de onderwijsinspectie. Dat lijkt me voor niemand goed. Daarom de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat docenten en studenten bij klachten over onderwijsvernieuwingen die naar hun mening slecht zijn voor het onderwijs vaak van het kastje naar de muur worden gestuurd tussen medezeggenschap, bestuur van de instelling, de NVAO en de onderwijsinspectie;

van mening dat draagvlak onder studenten en docenten een cruciale factor is in het slagen van eventuele onderwijsvernieuwingen;

verzoekt de regering in samenspraak met al deze partijen te komen tot een buiten de instelling gelegen plek die de slagingskans van een onderwijsvernieuwing zowel qua proces van draagvlak verzamelen als qua wetenschappelijke evidentie kan toetsen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Kwint.

Zij krijgt nr. 1082 (31288).

De heer Kwint (SP):
Voorzitter. Voor heel veel studenten is de verhoging van de rente op hun studieschuld een forse klap in hun gezicht. Ik had daarover een motie voorbereid; dat zal de minister niet verbazen. Maar ondertussen hebben wij samen met D66 een voorstel ingediend om dat geld elders te halen en om ervoor te zorgen dat voor die schuldengeneratie die rente echt permanent op nul komt te staan, zodat zij niet tot vele duizenden euro's extra moeten gaan betalen terwijl ze er niks meer aan kunnen doen. Ik ben heel benieuwd wat de minister van dit voorstel vindt.

De voorzitter:
Dan is het woord aan mevrouw Westerveld. Zij spreekt namens GroenLinks en de Partij van de Arbeid.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):
Dank, voorzitter. Ook ik heb in het debat dat we hadden onze zorgen geuit over de stijging van de rente, die bij veel studenten heel rauw op hun dak viel. Dat was trouwens ook niet voor het eerst. We hebben ook afgelopen voorjaar in deze Kamer een debat gehad over de herinvoering van de basisbeurs. Toen is ook door heel veel verschillende partijen in deze Kamer extra financiële ruimte gezocht. Die leek er toen niet te zijn, maar die lijkt er nu misschien wel te zijn. Ik heb de voorstellen van afgelopen week gezien. Ook heb ik een motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de rentes op studieschulden door de wettelijke koppeling met de obligatierente stijgen van respectievelijk 1,78% en 0,46% naar respectievelijk 2,95% en 2,56%;

van mening dat een verhoging van de rente op studieschuld onwenselijk is en er een pas op de plaats moet worden gemaakt;

overwegende dat aanpassingen een wetswijziging vergen en dat het aanpassen van de rente voor specifieke groepen hoogstwaarschijnlijk pas per 2025 mogelijk is;

verzoekt de regering om de rente op studieschulden voor alle studenten komend jaar te bevriezen op het niveau van 2023,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Westerveld.

Zij krijgt nr. 1083 (31288).

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):
Voorzitter. Dan heb ik nog een tweede motie. Die gaat over opleidingscommissies. In het debat hebben we er ook een punt van gemaakt dat soms alles op papier goed geregeld lijkt te zijn, terwijl het in de praktijk toch anders blijkt te zijn. Daar heb ik ook een motie over.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat opleidingscommissies veel taken hebben maar weinig uren en bevoegdheden;

overwegende dat draagvlak onder alle betrokkenen essentieel is;

verzoekt de regering om besturen te verplichten om specifiek bij onderwijsvernieuwingen te laten zien hoe medezeggenschap vanaf het begin is betrokken en om dat mee te nemen in het accreditatiekader,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Westerveld.

Zij krijgt nr. 1084 (31288).

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):
Voorzitter. Met deze motie beogen we dus dat het niet alleen op papier goed geregeld is, maar ook echt in de praktijk. We willen dat de mensen die ermee te maken hebben, de docenten en de studenten van een opleiding, vanaf het begin betrokken worden bij onderwijsvernieuwingen, als die al nodig zijn, en dat er ook externe controle op is.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. Van de zijde van de Kamer is nu het woord aan de heer Krul, die zal spreken namens het CDA.

De heer Krul (CDA):
Voorzitter. Ik heb twee moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat een grote groep studenten van de leenstelselgeneratie schulden heeft opgebouwd;

van mening dat er een plan moet komen waarbij zowel de overheid, werkgevers als (oud-)studenten aan de slag gaan met het tegengaan van studieschulden;

verzoekt de regering om binnen de financiële kaders van het studiefinancieringsstelsel opties uit te werken waarmee studenten die onder het studievoorschotstelsel vielen een korting op hun studieschuld krijgen wanneer ze versneld aflossen;

verzoekt de regering tevens om de informatievoorziening voor studenten te verbeteren, waaronder het opnemen van een banner "geld lenen kost geld" op de website van DUO;

verzoekt de regering om samen met in ieder geval VNO-NCW en MKB-Nederland opties uit te werken waarmee werkgevers de mogelijkheid hebben om oud-studenten te helpen bij het afbetalen van hun schulden;

verzoekt de regering om samen met (oud-)studenten opties uit te werken waardoor studenten geholpen worden om verstandige keuzes te maken bij het aangaan van een studielening en oud-studenten geholpen worden om verstandige keuzes te maken bij het (versneld) aflossen van hun lening;

verzoekt de regering om dit plan in het eerste kwartaal van 2024 naar de Kamer te sturen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Krul en Peters.

Zij krijgt nr. 1085 (31288).

De heer Krul (CDA):
Voorzitter. Waar ik "oud-studenten" zei, staat "oud" tussen haakjes. Het gaat dus om studenten én oud-studenten.

Voorzitter. Er is al veel gesproken over de verhoogde rente. Wij hebben hier ook een motie over.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat (oud-)studenten die onder het leenstelsel gestudeerd hebben zich gedupeerd voelen en financiële compensatie willen;

constaterende dat door verschillende partijen opties voorgesteld worden om de rente te beperken of te bevriezen;

constaterende dat de financiële gevolgen hiervan nog niet duidelijk zijn, maar dit in ieder geval honderden miljoenen of misschien zelfs wel miljarden kan kosten;

verzoekt de regering om voor 1 november in kaart te brengen wat de kosten zouden zijn als de rente voor de zogenoemde pechgeneratie voor de rest van de aflossingstijd bevroren zou worden op respectievelijk 0,46% voor het hbo en wo en 1,78% voor het mbo, of voor deze groep helemaal op 0% op de gehele aflossingsperiode wordt vastgesteld,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Krul en Peters.

Zij krijgt nr. 1086 (31288).

De heer Krul (CDA):
Voorzitter. Het is duidelijk nodig dat we weten waar we over praten voordat we over de voorstellen kunnen stemmen.

Dank u wel.

De heer Kwint (SP):
Volgens mij kunnen wij dit zelf berekenen. We weten hoeveel de studieschuld is toegenomen sinds het schuldenstelsel er is. We weten wat de gemiddelde schuld is. We weten dat er nog een klein deel bij zal komen — dat is de nasleep van het schuldenstelsel, zeg maar — maar dat gaat niet het grootste deel zijn. Je kunt gewoon berekenen hoe groot dat percentage is ten opzichte van het aantal studenten dat al onderdeel van het stelsel was. We weten hoe hoog de schuldenberg is. We weten wat het rentepercentage is. Ik heb slechts wiskunde A1 gedaan, maar volgens mij moet je met een bierviltje en een balpen een redelijke inschatting kunnen maken van wat dit gaat kosten. Ik vind dat eerlijk gezegd geen argument om nu te zeggen: wij willen voor november — toevallig zijn er dan ook geen Kamerdebatten of stemmingen meer — weten hoe het zit.

De heer Krul (CDA):
Een deel van de vraag van de heer Kwint was eigenlijk ook het antwoord, want we weten helemaal niet hoeveel studenten er nog bij komen. Maar ik zal hem in ieder geval geruststellen: wat ons betreft kan dit verzoek om informatie helemaal niet tegelijkertijd met het beoordelen van voorstellen die nu al iets doen. Wij denken dat het no regret is om hier meer informatie over te krijgen. We hebben ook heel veel voorstellen van andere partijen gezien. Daar kijken we met veel interesse naar, want er moet iets gebeuren voor deze groep. Dit verzoek om informatie, als het ware, kan daar los van bestaan.

De heer Kwint (SP):
Dan ben ik extra blij dat ik deze vraag gesteld heb.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):
Dit is wel een verzoek dat ik ook al tijdens het debat heb gedaan en waar al een toezegging op gedaan is door de minister: hij gaat met scenario's komen, zodat we hier verder over door kunnen praten bij de onderwijsbegroting. Ook in dat licht begrijp ik dus niet zo goed waarom deze vraag nog een keer gesteld moet worden door middel van een motie. Ik hoop in ieder geval dat dit er niet voor gaat zorgen dat er tegen plannen die er ook liggen, wordt gestemd.

De heer Krul (CDA):
Ik begrijp dat dat al lopende is en dat er al toezeggingen gedaan zijn. Ik heb in een vorig debat iets gezegd over studenten-ov. Daar zijn ook toezeggingen over gedaan, maar ook daarbij is sprake van uitstel, uitstel, uitstel. Dit verzoek vraagt specifiek om 1 november. Ken je pappenheimers: het zal mij niks verbazen als de informatie waar we met z'n allen op zitten te wachten, anders gewoon te laat komt.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan schors ik voor een kleine tien minuten voor de beantwoording door de minister.

De vergadering wordt van 18.19 uur tot 18.30 uur geschorst.

De voorzitter:
Goedenavond, inmiddels. We vervolgen het tweeminutendebat Onderwijskwaliteit in het hoger onderwijs voor de appreciatie van, als ik het goed heb, vijf moties door minister Dijkgraaf. Minister Dijkgraaf, het woord is aan u.


Termijn antwoord

Minister Dijkgraaf:
Voorzitter. Ik begin met de motie op stuk nr. 1082 van de heer Kwint. Ik deel de noodzaak van draagvlak voor, het kennis delen van en evidence bieden over onderwijsvernieuwingen, maar ik denk niet dat daar een extra toetsingsorgaan voor nodig is. Het is aan de instellingen om hun onderwijsvernieuwingen doordacht en zorgvuldig vorm te geven. Ook de medezeggenschap en de onderwijsgemeenschap moeten daar goed bij worden betrokken. Dat is ook wettelijk geregeld, met instemmings- en adviesrecht van de medezeggenschap. Zoals we vaak hebben besproken, investeer ik ook in het versterken van de medezeggenschap. Extern houden we natuurlijk ook nog via de accreditatie zicht op de onderwijskwaliteit om te zien of onderwijsprogramma's werken. Dat doen we bij nieuwe opleidingen en bij de heraccreditatie. Signalen over de onderwijskwaliteit deelt de inspectie ook met de NVAO, die die signalen weer betrekt bij de accreditatie. In het uiterste geval kan ik ook nader onderzoek laten doen door de NVAO en kan ik zo nodig de accreditatie zelfs intrekken.

Daarnaast zet ik in op de versterking van de kwaliteitscultuur bij de instellingen. Ik heb in de aanloop naar het stelsel met instellingsaccreditatie ook toegezegd met de Vereniging Hogescholen en met docenten in gesprek te gaan over de mogelijkheid van een protocol. Ik heb na afloop van ons commissiedebat een eerste goed gesprek gehad met de docenten van het manifest en ik heb dit direct de dag daarna ook geagendeerd in het bestuurlijk overleg met de Vereniging Hogescholen. Ik kom daar, zoals toegezegd, in het voorjaar op terug. Ik wil deze lijn op dit moment voortzetten en ik wil niet voorzien in een buiten de organisatie gelegen toetsingsorgaan voor vernieuwing.

Dan vroeg de heer Kwint wat ik vind van het voorstel van D66 en SP om de rente voor studenten uit de leenstelselgeneratie op 0% te zetten. Laat ik er eerst even iets over zeggen, want er waren een aantal vragen over. Er wordt op dit moment natuurlijk veel gesproken over de rente. Ik begrijp heel goed de zorgen van studenten en oud-studenten daarover. Het is gewoon echt belangrijk dat we daar met elkaar het gesprek over hebben. Ik wil wel een aantal dingen markeren. Dat geldt met name voor dat voorstel van D66 en SP. Al deze voorstellen zijn majeure voorstellen met grote financiële, uitvoeringstechnische en beleidsmatige gevolgen. Het is goed om ons dat te realiseren. Aan dit specifieke voorstel hangt een kostenplaatje van zo'n 9 miljard. Het is daarom ook moeilijk voor mij, en ook voor mijn ambtenaren, om op dit moment, ook waar het de uitvoeringstechnische en beleidsmatige gevolgen betreft, direct alle consequenties te overzien. En dat is zeker een risico.

Ik wil ook benoemen dat er de facto een nieuw terugbetaalregime ontstaat als de rente specifiek voor studenten uit de leenstelselgeneratie op 0% wordt gezet. Daar moet DUO, de uitvoeringsorganisatie, dan haar systemen op aanpassen. Zo'n systeem met 0% rente voor de leenstelselgeneratie zou dan op zijn vroegst op 1 januari 2026 in kunnen gaan. Het gaat hierbij om puur uitvoeringstechnische problematiek.

Daarnaast moeten we er natuurlijk ook altijd voor zorgen, ook gegeven een andere discussie die we straks misschien gaan hebben en die de heer Krul geagendeerd heeft, dat zittende studenten wel voorzichtig zijn met hoe ze gaan lenen. Als zij weer 0% rente zouden gaan betalen, dan gaat er ook weer een verschil ontstaan met de zittende mbo-studenten, die wel gewoon rente betalen. Er zijn dus allerlei consequenties; ik denk dat het belangrijk is dat we die goed in beeld krijgen. En zoals ik al zei: het is een kostbare maatregel van 9 miljard. Daar moet een deugdelijke dekking voor zijn. Mijn collega van Financiën zal daar ongetwijfeld meer over zeggen. Maar ik zie in ieder geval al dat het doen van extra uitgaven, als die gedekt moeten worden met extra inkomsten, tegen de begrotingsregels is. Dus dat zijn gewoon een paar kanttekeningen van mijn kant.

De voorzitter:
In orde, maar nog even voor onze administratie: is de motie op stuk nr. 1082 wel ontraden?

Minister Dijkgraaf:
Ja, de motie op stuk nr. 1082 is ontraden. Dit was de vraag die daarna volgde.

De voorzitter:
Ja. Dat laatste had ik begrepen. Het eerste had ik niet goed gehoord.

Minister Dijkgraaf:
O, sorry. Ja. Nee, absoluut.

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 1083 van mevrouw Westerveld. Ik kom eigenlijk terug op wat ik net heb gezegd: voor zo'n bevriezing van de rente is natuurlijk ook dekking nodig. Ik verwijs toch naar mijn collega's van Financiën om daarover verder iets te zeggen. Ik geef wel mee dat ik er binnen de Onderwijsbegroting geen ruimte voor zie. Ik moet de motie dan ook ontraden. Nogmaals, ik begrijp heel goed dat studenten en oud-studenten zich zorgen maken over die rente. Daar hebben we al eerder over gesproken. Natuurlijk blijft staan dat we een goede terugbetaalregeling hebben, maar het is zonder meer zo dat deze rente als een extra last ervaren wordt, en terecht. Het is ook belangrijk om te zeggen dat deze motie behalve dat die niet gedekt is, ook vraagt om een wetswijziging voor het einde van het jaar, wat geen realistisch doel is.

Dan kom ik bij de motie op stuk nr. 1084 van mevrouw Westerveld.

De voorzitter:
Er is over de motie op stuk nr. 1083 waarschijnlijk nog een korte vraag.

Mevrouw Westerveld (GroenLinks):
We hebben wel oog voor de uitvoeringskwesties. Dat wordt ook bewust benoemd in deze motie. Ook zijn wij, maar ook andere partijen in deze Kamer, natuurlijk al een paar weken bezig om te zoeken naar wat we kunnen doen zodat we geen valse verwachtingen wekken bij studenten maar we toch wat doen aan die gestegen rente. Ik zeg niet dat de minister dat beeld schept, maar ik wil wel laten zien dat ook wij aan het zoeken zijn naar hoe we een realistisch voorstel kunnen doen. Daarbij zitten we ermee dat we ook in het debat over de nieuwe basisbeurs al hebben gezocht naar die extra ruimte en dat die er toen ook al niet was. En daarbovenop worden studenten nog geconfronteerd met die hogere rente die ze moeten afsluiten, ook de studenten uit de pechgeneratie. Daar zit mijn dilemma. Er is toen al een macrobudget door dit kabinet afgesproken van 1 miljard, waar wij niet aan konden tornen, en nu krijgt de generatie die al zo gedupeerd is, nog eens extra schrik aangejaagd. En dat is terecht, want alle kosten zijn gestegen en dan gaat ook nog eens je rente omhoog. Dan vind ik het wel lastig dat we hier in de Kamer niet tot een oplossing kunnen komen terwijl zo veel partijen dit niet willen. Dat punt wil ik ook neerleggen bij de minister.

Minister Dijkgraaf:
Nogmaals, ik denk dat wij hier in de Kamer met elkaar delen dat wij de zorgen over de toenemende rente voelen. We zien gewoon wat het doet met studenten en oud-studenten. Voor de dekking zie ik niet de ruimte binnen mijn OCW-begroting. Ik denk dat ook niemand van ons wil dat dat ten koste gaat van de onderwijsmiddelen. Deze rentesystematiek zit wel in de wet, in zekere zin als een waarborg voor studenten. In de vele debatten die we hebben gehad over de herinvoering van de basisbeurs heb ik ook steeds gezegd dat de Raad van State ons heeft geadviseerd om uit te kijken. Er is door de tijd heen niets zo fluctuerend als studiefinanciering. Die is vaak ook kind van de rekening. Ik denk dat we hier allemaal zitten en staan met de intentie om de studenten te helpen. Dus als we dat willen veranderen, vereist het wel een wetswijziging. Ik moet hier vermelden dat het me geen realistisch scenario lijkt om dat voor het einde van het jaar te doen.

De voorzitter:
Even voordat we deze discussie lang gaan maken: we willen ook nog lunchen en dadelijk ook nog een ander debat hebben. We stoppen dus met dit punt. We gaan naar de motie op stuk nr. 1084.

Minister Dijkgraaf:
De motie op stuk nr. 1084 is de motie van mevrouw Westerveld, over de rol van de opleidingscommissie. Er gelden natuurlijk al wettelijke waarborgen voor de medezeggenschap, inzake instemmingsrecht en adviesrecht. Dat hoef ik mevrouw Westerveld niet uit te leggen. In de accreditatiestandaarden wordt al gekeken naar kwaliteitscultuur en betrokkenheid van de opleidingscommissie. Tegelijkertijd hebben we er ook over gesproken dat we in gesprek zijn met de koepels over de ontwikkeling van een protocol. Er wordt gevraagd naar verslaggeving van de betrokkenheid van de medezeggenschap in deze onderwijsvernieuwingen. Als ik de motie mag lezen als een oproep aan mij om toe te zeggen om dat in die protocollen op te nemen, dan wil ik haar oordeel Kamer geven.

De voorzitter:
Die krijgt oordeel Kamer. Ik zei net "lunch". Zo erg lopen we nu ook weer niet uit; ik bedoelde natuurlijk "diner". De motie op stuk nr. 1085, alstublieft.

Minister Dijkgraaf:
Voorzitter. Dan de motie op stuk nr. 1085 van de heer Krul. Die wil ik oordeel Kamer geven, met twee connotaties. Het eerste gaat over de passage die vraagt om de informatievoorziening voor studenten te verbeteren, op basis waarvan ze eventuele leningen op zich nemen. Er wordt heel nadrukkelijk opgeroepen om een banner met "Geld lenen lost geld" op te nemen. Ik denk dat het belangrijk is. Ik wil haar graag dan zo lezen dat het gaat om het doel, niet om dit specifieke middel. Ik begrijp dat onderzoek laat zien dat juist deze frase niet werkt. Dat is mijn eerste punt. Het tweede punt is dat er in de laatste paragraaf wordt gesproken over een plan, terwijl de motie eigenlijk ook vraagt om verschillende opties. Als ik haar dan zo mag lezen dat we deze opties in kaart brengen, wil ik de motie graag oordeel Kamer geven.

De heer Krul (CDA):
Met betrekking tot dat eerste punt: dat is prima. De boodschap is meer dat het dictum van de regering bij de invoering van het leenstelsel vooral was: heb geen leenangst, doe het vooral! We willen nu eigenlijk het tegenovergestelde. Hoe dat dan precies moet, laat ik aan de kundige mensen bij het ministerie. Het tweede verzoek is ook prima; bij dezen dus!

Minister Dijkgraaf:
Voorzitter. Dan kom ik bij de laatste motie. Dat is de motie van de heer Krul waarin hij verzoekt om het voor 1 november om in kaart te brengen. Ik kan deze motie alleen maar oordeel Kamer geven als ik het gevraagde mag doen voor de begrotingsbehandeling. Ik heb al toegezegd dat ik al deze versies en opties voor rente naar de Kamer wil sturen. Daar kan ik deze voorstellen van de heer Krul zeker bij meenemen. Het lukt me echter gewoon niet om dat voor 1 november te doen. Mocht de heer Krul er toch op staan dat de datum van 1 november hier gehandhaafd wordt, dan moet ik de motie helaas ontraden.

De heer Krul (CDA):
Dan is het eigenlijk gewoon de toezegging die ook al gedaan is. Ik heb begrepen dat de heer Kwint het nu even hier ter plekke in de zaal gewoon op een bierviltje kan. Dat zou het een stuk doen opschieten. Maar nee, dan denk ik dat ik de motie gewoon niet indien.

De voorzitter:
Of in ieder geval dat u die terugtrekt.

Aangezien de motie-Krul/Peters (31288, nr. 1086) is ingetrokken, maakt zij geen onderwerp van beraadslaging meer uit.

Minister Dijkgraaf:
Voorzitter. Dit is het einde van mijn appreciaties.

De voorzitter:
Dank u wel voor de beantwoording, minister Dijkgraaf. Dan zijn we aan het einde gekomen van het tweeminutendebat Onderwijskwaliteit in het hoger onderwijs.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
We stemmen aanstaande donderdag om 13.00 uur over de moties ingediend bij de afgelopen drie tweeminutendebatten. Dan schors ik de vergadering voor drie kwartier voor het diner. Daarna gaan we verder met het debat over de Europese top.

De vergadering wordt van 18.43 uur tot 19.32 uur geschorst.

Europese top van 26 en 27 oktober 2023

Voorzitter: Bergkamp

Europese top van 26 en 27 oktober 2023

Aan de orde is het debat over de Europese top van 26 en 27 oktober 2023.


Termijn antwoord

De voorzitter:
Aan de orde is het debat over de Europese top van 26 en 27 oktober 2023. Ik heet de minister-president van harte welkom, net als de woordvoerders, de mensen op de publieke tribune en de mensen die dit debat op een andere manier volgen. Ik wil met de Kamerleden vier vragen aan elkaar en zes aan het kabinet afspreken. De minister-president heeft gevraagd of hij eerst een verklaring mag afleggen naar aanleiding van de gesprekken die hij heeft gevoerd. Ik wil hem daar graag de gelegenheid voor geven. Daarna starten we met de eerste termijn. Het woord is aan de minister-president.

Minister Rutte:
Voorzitter. Dank dat u mij de gelegenheid wilt bieden om kort stil te staan bij mijn bezoek gisteren aan Israël en de Westelijke Jordaanoever, en ook over de situatie zoals die is ontstaan sinds 7 oktober. We leven inmiddels tweeënhalve week na de gruwelijke moordpartij in Israël. Tweeënhalve week van verwoesting en geweld, van diep menselijk leed, van intens verdriet en ook van grote bezorgdheid. Hoe gaat dit verder, hoe loopt dit af en wat is er nodig om de wapens weer te laten zwijgen? Dat is de vraag die iedereen bezighoudt. Wij in Nederland en mensen over de hele wereld treuren om de slachtoffers van de gruweldaden van Hamas. We treuren om de dood van onze 33-jarige landgenote, Islam al-Ashqar, en alle gewonden en doden in Gaza. We treuren ook over het onzekere lot van de Israëlische gijzelaars, onder wie Ofir Engel, wiens familie ik gisteren sprak. Dat was hartverscheurend. Elk slachtoffer is er een te veel. Elk mensenleven is evenveel waard. Er is geen gradatie tussen rouw en verlies.

Mevrouw de voorzitter. Ik zeg dat zo duidelijk, omdat na de aanslagen van Hamas op Israël bij sommigen het beeld heeft postgevat dat het kabinet Israël blind steunt in alles wat er nu gebeurt. Ik wil daar het volgende over zeggen. De gruwelijkheden van zaterdag 7 oktober zijn op geen enkele manier te rechtvaardigen en kunnen alleen in de scherpste bewoordingen worden veroordeeld. En ja, Israël heeft het volste recht zich te verdedigen tegen het terroristische geweld van Hamas, binnen de grenzen van het humanitair oorlogsrecht. Maar is dat dan het hele verhaal? Nee, dat is het niet. De tragiek van deze oorlog is dat het denken erover vaak zwart-wit is, voor of tegen, ook in ons land, terwijl de realiteit is dat zo veel dingen tegelijk waar zijn. Het is waar dat 7 oktober laat zien dat Israël niet veilig kan bestaan als het niet optreedt tegen Hamas. Het vermogen van Hamas om aanvallen uit te voeren, moet verdwijnen. Hamas moet een halt worden toegeroepen. Tegelijkertijd is het ook waar dat onschuldige mensen in Gaza hiervan niet het slachtoffer mogen worden. Het is waar dat zowel Israël als de Palestijnse bevolking recht heeft op een eigen, zelfstandige staat die veiligheid en een toekomstperspectief biedt. Het is ook waar dat een tweestatenoplossing uiteindelijk de enige uitweg is. Al die waarheden staan naast elkaar.

Gisteren sprak ik op de Westelijke Jordaanoever met Palestijnen die familie hebben in Gaza. Zij staan iedere dag doodsangsten uit. Hun familieleden kunnen geen kant op. Een vrouw die ik gisteren sprak, verloor vijf dierbaren bij één bombardement. In Israël sprak ik met mensen die vertelden hoe ze drie keer per dag in schuilkelders moeten vluchten bij het zoveelste luchtalarm. Honderdduizenden mensen in Israël zijn verdreven van huis en haard. Een meisje vertelde over haar opa, de enige Holocaustoverlevende in zijn familie, en hoe bang zij is dat het nog een keer kan gebeuren. Vanmorgen had ik een ontmoeting met families van Israëlische gegijzelden, van wie sommigen op 7 oktober op hun telefoon zagen hoe familieleden werden vermoord of ontvoerd. Een moment dat ze sindsdien keer op keer herbeleven, in angst voor het lot van hun geliefden. Barbaars, een ander woord is er niet voor. Vanmiddag sprak ik met Palestijnse Nederlanders, die soms al dagen niks horen van hun familie, die bang zijn voor elk appje, elk telefoontje, dat verschrikkelijk nieuws kan brengen. Deze mensen hebben de hoop op vrede en een einde aan het geweld bijna verloren. Het zijn gesprekken waar je stil van wordt en emotioneel. En je realiseert je opnieuw hoe belangrijk het is dat de menselijkheid uiteindelijk weer de overhand krijgt en hoe we daar hoop op moeten houden.

Mevrouw de voorzitter. Gisteren heb ik een openhartig gesprek gevoerd met de premier van Israël, Netanyahu. Ik heb nogmaals bevestigd dat Israëls militaire afschrikking tegen terreurdaden uit welke hoek dan ook moet worden hersteld. Ook heb ik benadrukt dat onschuldige burgers zo min mogelijk het slachtoffer mogen worden van de strijd tegen Hamas. Ik heb ervoor gepleit hulp en essentiële goederen door te laten naar Gaza, dus water, voedsel, medicijnen en ook brandstof. En dan niet één keer een konvooi vrachtwagens, maar een goed georganiseerde en duurzame corridor. Ik heb gepleit voor humanitaire pauzes om die hulp veilig aan te laten komen. Ik heb ook gepleit voor terughoudendheid bij het gebruik van geweld. Met president Abbas besprak ik dat de terreurdaden van Hamas helemaal niets positiefs doen voor de toekomst van de Palestijnen. We waren het daar volledig over eens. Het was goed om van hem zelf te horen dat ook hij de daden van Hamas veroordeeld. Het is nu zaak te voorkomen dat het geweld overslaat naar de Westelijke Jordaanoever. En terecht vroeg president Abbas daarbij aandacht voor de illegale nederzettingen en het geweld van kolonisten. Ook dat moet stoppen. Ik had daar eerder op de dag ook op aangedrongen bij premier Netanyahu.

Mevrouw de voorzitter. We moeten realistisch zijn: de Nederlandse invloed is beperkt. Maar we doen wat we kunnen, wij allemaal. Dat doen we in nauwe samenwerking met andere lidstaten van de Europese Unie, met de Verenigde Staten en met landen in de regio zoals Egypte, Qatar, Jordanië en de Verenigde Arabische Emiraten. Hoe eensgezinder de internationale gemeenschap is, des te groter de kans dat regionale escalatie kan worden voorkomen, des te groter ook de kans dat de humanitaire situatie in Gaza iets kan verbeteren en des te sneller de gijzelaars vrij kunnen komen — dat moet — en de daar aanwezige Nederlanders en de mensen uit andere landen uit Gaza kunnen vertrekken. We moeten daar alles maar dan ook alles op inzetten. Dat zal natuurlijk ook onze inzet zijn tijdens dat waar we vandaag over debatteren: de Europese Raad van aanstaande donderdag en vrijdag.

Dank u wel.

De voorzitter:
Ik wil de minister-president bedanken voor zijn verklaring. Dan starten we nu met de eerste termijn van de kant van de Kamer. Ik geef het woord aan de heer Sjoerdsma, D66.


Termijn inbreng

De heer Sjoerdsma (D66):
Voorzitter. Een moeder pakt een stift en schrijft in het Arabisch de naam van haar dochter op haar arm en been, om te zorgen dat die dochter geïdentificeerd kan worden na de bombardementen. Stel je even de wanhoop voor van een moeder die niks meer kan doen voor haar dochter, behalve dit: haar naam op een been schrijven. Of de wanhoop van een dokter die moet kiezen tussen twee kinderen, omdat hij ze niet beiden kan behandelen. En als hij de een behandelt, sterft de ander. Of de wanhoop van een VN-medewerker die al tientallen collega's is verloren en moet kiezen tussen het eigen gezin en de plicht. Of de wanhoop van de families van gegijzelden, die leven tussen hoop en vrees. Dat is de wanhoop van Gaza.

Voorzitter. Het aantal doden in Gaza loopt in de duizenden. Het aantal gewonden is nog groter. En het aantal ontheemden loopt in de honderdduizenden. Daar zitten heel veel onschuldige burgers bij. Het gaat om vrouwen, om kinderen, om mensen die niks te maken hebben met Hamas, maar die wel één ding gemeen hebben: ze zitten allemaal opgesloten in de openluchtgevangenis die Gaza heet, door Israël afgesloten van water, voedsel, medicatie en elektriciteit.

Voorzitter. Onze humaniteit, onze medemenselijkheid, kan niet selectief zijn. De premier zei dat net ook zeer treffend, vond ik. Ik ben hem daar ook dankbaar voor. Want zoals wij rouwden om vermoorde Israëli's en om de horrorbeelden van begin oktober, zo rouwen wij ook om vermoorde Palestijnen. Een mens is een mens. En een Palestijns kind is net zo goed een kind als een Israëlisch kind. Onze gedachten zijn uiteraard bij de nabestaanden van Islam al-Ashqar en de families van de gijzelaars.

Voorzitter. Onze steun aan het internationaal recht kan ook niet selectief zijn. Zo luidkeels en terecht als wij de verschrikkelijke terreurdaden van Hamas veroordeelden, zo zachtjes fluisteren wij of zwijgen wij over de schending van het internationaal recht door Israël. Dat kan niet. Ik snap goed hoe oneerlijk het voelt dat Israël deze regels wel moet volgen bij de eigen verdediging terwijl Hamas al die regels aan zijn laars lapt, maar dat is nu net hét onderscheid tussen een terreurgroep en een democratische rechtsstaat. Nederland is de hoeder van het internationaal recht. Het is het recht dat onderscheid maakt tussen menselijkheid en beestachtigheid. Daarom moeten wij ons uitspreken. Gelukkig heeft Israël de eigen grenzen weer onder controle en heeft het vele Hamasleiders gedood, maar nu komt wel voor Nederland het moment om te zeggen: het risico op nog meer onschuldige slachtoffers en op verdere escalatie is te groot.

Ik dank de premier voor zijn verklaring, maar ik heb nog wel de volgende vragen aan hem. Is de premier het ermee eens dat er onmiddellijke, duurzame en voldoende humanitaire toegang tot Gaza nodig is? Hij zegt dat hij dat heeft gevraagd aan de premier van Israël. Wat was dan de reactie van Israël? De VN hebben aangegeven dat er in Gaza nog maar tot morgenavond brandstof is; dan houdt het op en hebben de ziekenhuizen ook geen elektriciteit meer. Is de premier het ermee eens dat er met grote prioriteit voedsel, water en dus vooral ook brandstof naar Gaza moeten? Dat heeft de premier bepleit, maar wat was het antwoord van Israël? Gaat dit gebeuren? Is de premier het eens met de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, die zegt dat een onmiddellijk humanitair staakt-het-vuren noodzakelijk is? Is hij het ermee eens dat een grootschalig offensief niet alleen zou kunnen leiden tot veel meer onschuldige slachtoffers, maar ook tot regionale ontbranding, met verdere gevolgen voor de veiligheid van Israël? Is de premier het ermee eens dat álle schendingen van het internationaal recht moeten worden veroordeeld? Is hij het eens met het VN-mensenrechtenkantoor dat het onthouden van water, voedsel en elektriciteit een collectieve straf is? Heeft de premier aan Netanyahu gevraagd om daarmee te stoppen? Zo ja, wat was daarop dan het antwoord?

Is de premier het er ook mee eens dat Nederland en de Europese Unie alles moeten doen wat ze kunnen om Hamas tegen te houden? Waarom laten wij de politieke leiders van Hamas dan in Qatar een luxeleventje leiden? Waarom zeggen wij niet tegen Qatar: arresteren en uitleveren, want anders kan het Europese samenwerkingsverdrag met Qatar de shredder in?

Heeft de premier om opheldering gevraagd naar aanleiding van de gedode Nederlandse? Wanneer krijgen we die? Terecht — ik complimenteer hem daarmee — ontmoette de premier vanochtend familie van de gijzelaars. Ik kan me niet voorstellen hoe persoonlijk en emotioneel dat moet zijn geweest. Heel goed. Ik vraag hem ook om de families van andere Nederlanders die in Gaza vastzitten op zo kort mogelijke termijn te ontvangen. Zij hebben diezelfde zorgen.

De premier zei dat we naar een tweestatenoplossing moeten, naar een vrij en veilig Israël en een vrij en veilig Palestina. Is hij het met mij eens dat dat alleen maar kan als Nederland en de Europese Unie zich daar vol voor inzetten, en dan niet alleen met wortels, maar ook met druk? Want de afgelopen tien jaar — de premier en ik hebben samen drie Gazaoorlogen mee mogen maken — hebben we gezien dat wat we tot nu toe hebben geprobeerd, op geen enkele manier heeft gewerkt, dus ook onze opstelling zal moeten veranderen. Ik vraag de premier om een reactie.

Voorzitter. De overgang is wat bruut misschien, maar de vorige Europese Raad kwam bijeen om te praten over de toekomstige uitbreiding van de Europese Unie. Op 1 december zal het hier weer over gaan. Ik heb al vaker gezegd dat het in het belang van de veiligheid en stabiliteit van de Europese Unie is om uit te breiden. Oekraïne en de Westelijke Balkan zijn niet onze achtertuin, maar onze binnentuin. Als we die landen niet snel perspectief geven, zullen Rusland en China hun klauwen erin zetten, met alle onwenselijke gevolgen van dien.

Maar het uitbreidingsproces zoals het nu is, biedt geen perspectief. Landen haken af en de bevolking raakt gedesillusioneerd en wordt daardoor vatbaar voor verleidelijke beloftes en inmenging van autocratische regimes. Daarom zou ik de minister-president graag een alternatief aanbieden voor dat proces. Het is een voorstel van D66 om het toetredingsproces te hervormen. Dat is niet de hoofdmoot op deze Europese Raad, maar ik zou hem wel willen vragen om hier later schriftelijk op te reageren. Wij denken dat we het uitbreidingsproces moeten faseren en dat we ervoor moeten zorgen dat kandidaat-lidstaten al ruim voordat ze lid zijn van de Europese Unie een plek krijgen aan de onderhandelingstafel, eerst als observant en later in het integratieproces met stemrecht. Ook willen we de financiële ondersteuning geleidelijk laten oplopen, zodat het risico dat deze landen afhaken kleiner wordt, de toenadering groter en de kans op inmenging weer kleiner. Ik vraag de minister-president graag om een korte reactie. Ik wil dit graag via de bode aan de minister-president overhandigen.

Ondertussen praat ik gewoon door. Het laatste onderwerp dat ik zou willen aanraken, is Oekraïne. Dat staat gewoon terecht op de agenda. Wij worden breed getest. De democratieën worden breed getest, door Rusland in Oekraïne, door Rusland en Servië bij de grens met Kosovo, door Iran, opnieuw in Oekraïne, maar denk ook aan door Iran gesteunde proxymilities als Hamas. Dan is het van essentieel belang dat ons antwoord net zo breed is als de uitdagingen waarvoor wij ons gesteld zien. Ik vraag de minister-president dus om opnieuw — dat kan wat mij betreft niet vaak genoeg — heel duidelijk te maken dat Nederland er deze winter alles aan zal doen om de Oekraïense bevolking erdoorheen te helpen, of het nu gaat om luchtafweer of om steun om het elektriciteitsnetwerk omhoog te houden, en om ervoor te zorgen dat Oekraïne de militaire middelen heeft om zich te kunnen verdedigen tegen Rusland. Als het mogelijk is, vraag ik om onze F-16's over te dragen op het eerstvolgende moment, voorzien van alle munitie, bommen en lasergeleide raketten die wij hebben, om ervoor te zorgen dat Oekraïne de oorlog wint.

Ik zou de premier tot slot willen vragen of hij in dit kader ook een stevig woordje wil wisselen met Orbán, die een bezoek bracht aan Poetin en deed alsof dat een vriend was, die praat over de Europese Unie alsof zij onderdeel is van de Sovjet-Unie en die, als hij zo graag wil vertrekken, misschien maar gewoon moet vertrekken, maar die gewoon moet stoppen met het blokkeren van de geopolitieke macht en invloed die de Europese Unie zou moeten hebben. Dat is mijn laatste vraag aan de premier.

Voorzitter, dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. Er is een interruptie van de heer Ceder, ChristenUnie.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik heb een vraag aan de heer Sjoerdsma. De beelden van wat er in Gaza gebeurt, zijn verschrikkelijk. We hebben al eerder in een motie gezegd dat het belangrijk is dat er humanitaire hulp komt. Het dilemma is dat men niet weet wat er met die goederen gebeurt zodra ze de grens overgaan. Ik hoor wat de heer Sjoerdsma zegt. Ook wij als ChristenUnie overwegen een motie over een tijdelijke pauze — of welke wijze dan ook — om dat vorm te geven. Ik vraag me af of D66 de volgende zorg deelt. Te allen tijde moet voorkomen worden dat dit soort zaken, met name brandstof, in de handen van Hamas komen. Berichten, die ik niet kan verifiëren, zeggen dat de brandstof die er is en die bij ziekenhuizen zou zijn, wordt ingenomen. Is de heer Sjoerdsma het met mij eens dat we voor de goederen die gisteren doorgang hebben gevonden, ook een mechanisme moeten vinden waarmee dit gecontroleerd wordt, zodat de goederen ook echt bij de mensen komen die ze nodig hebben?

De heer Sjoerdsma (D66):
Ik vind het allereerst van het allergrootste belang dat wij politici een zekere terughoudendheid opbrengen als het gaat om niet-geverifieerde berichten. Als meneer Ceder hier komt met een bericht waarvan hij niet weet of het waar is, ga ik daar niet op reageren. Ik vind dat onverstandig. Ik vind het ook onverstandig om dat hier dan in de plenaire zaal te delen. Als het gaat over het algemene principe of wij kunnen accepteren dat er ook maar een cent van ons belastinggeld of een milligram van onze hulp bij Hamas terechtkomt, dan vindt de heer Ceder ons absoluut aan zijn zijde. D66 vindt het verschrikkelijk als er hulp bij Hamas terechtkomt. Maar ik zeg hier wel één ding. Als de VN zegt dat er vanaf morgenavond geen brandstof meer is en er geen brandstof komt, zullen alle VN-geleide ziekenhuizen uitschakelen. U weet net als ik wat voor beelden dat gaat opleveren. Dan zijn er geen operaties meer, zoals er nu zijn, bij het licht van mobiele telefoons. Dan gaan de couveuses uit en dan sterven ook daar onschuldige baby's, zoals ze nu al sterven door bombardementen. Dus als u mij in dit moeilijke dilemma vraagt of die hulp er moet komen of niet, met alle risico's van dien, dan zeg ik: ja, die moet er komen, en we moeten er vervolgens alles aan doen om te voorkomen dat die vervolgens in verkeerde handen valt.

De voorzitter:
Ik sta vier vragen aan elkaar toe.

De heer Brekelmans (VVD):
Ik heb de heer Sjoerdsma horen pleiten voor toegang voor humanitaire goederen. Uiteraard ben ik het daarmee eens. Door de premier werd gesproken over een humanitaire pauze om dat mogelijk te maken. Ik denk dat de heer Sjoerdsma het daar ook mee eens is.

De heer Sjoerdsma (D66):
Ja.

De heer Brekelmans (VVD):
Nou heeft hij eerder opgeroepen tot een algeheel staakt-het-vuren. Dat gaat natuurlijk een stuk verder, want dat zou betekenen dat Israël geen militaire middelen meer mag toepassen om Hamasstrijders uit te schakelen en ook niet om gijzelaars te bevrijden. Ik heb de heer Sjoerdsma dat woord nu niet horen gebruiken. Om duidelijkheid te krijgen over het standpunt van D66, vraag ik hem of het klopt dat hij voor een humanitaire pauze is, maar niet pleit voor een algeheel staakt-het-vuren waardoor Israël geen militaire middelen meer kan toepassen.

De heer Sjoerdsma (D66):
Heel precies: ik heb gepleit voor precies datgene waarvoor de secretaris-generaal van de Verenigde Naties ook pleit, namelijk een onmiddellijk humanitair staakt-het-vuren. Ik heb het kabinet horen zeggen dat er een gevechtspauze moet komen. Ook daar ben ik het overigens mee eens. Als ik heel eerlijk ben, vind ik dat zelf niet ver genoeg gaan. Ik zal u vertellen waarom. Het aantal onschuldige slachtoffers dat we nu al zien, is al hoger dan het aantal slachtoffers dat is gevallen tijdens de bijna twee maanden durende grondoorlog in 2014, terwijl de grondoorlog hier nog moet beginnen. Ik maak me hele grote zorgen, niet alleen over hoeveel slachtoffers — ik bedoel onschuldige slachtoffers, naast Hamas — er nog meer gaan vallen, maar ook over de veiligheid van Israël, omdat ik ervan overtuigd ben dat een grondoffensief van Israël in Gaza zal leiden tot regionale ontvlamming, de opening van een ander front, of dat nu vanuit Hezbollah of elders is, en tot opstanden in de bezette Westelijke Jordaanoever. Dus niet alleen vanuit het belang van onschuldige burgers, maar ook vanuit het belang van de veiligheid van Israël zou ik het verstandig vinden als ze overgaan tot een staakt-het-vuren.

De heer Brekelmans (VVD):
Die inschatting maakt Israël zelf niet. Israël zegt nu heel duidelijk: de militaire infrastructuur van Hamas is er nog steeds. Er zijn duizenden Hamasterroristen aan de grens met Israël, die nog steeds een bedreiging vormen. Het is ook niet mogelijk om alleen met diplomatieke middelen 200 gijzelaars vrij te krijgen. Daar is ook militaire actie voor nodig. Natuurlijk maakt iedereen de inschatting wat dat kan betekenen voor verdere escalatie, maar Israël zegt zelf: roep nou niet op tot een breed staakt-het-vuren, want wij hebben die militaire inzet gewoon nog nodig. Dan zegt de heer Sjoerdsma: nou, ik maak een andere inschatting en ik kan dat beter inschatten; Israël kan ook op een andere manier werken aan zijn veiligheid. Ik vind het nogal grotesk, zeg maar, om die inschatting voor Israël te maken. Is hij het niet met mij eens dat als die dreiging van Hamas weggenomen moet worden, het ook gewoon aan Israël is om de inschatting te maken wat daar nog voor nodig is, uiteraard binnen de grenzen van het humanitaire oorlogsrecht en met het oog op proportionaliteit?

De heer Sjoerdsma (D66):
Vragen of voor de derde keer hetzelfde proberen tot een ander resultaat zal leiden, is denk ik ook grotesk. Wij hebben namelijk eerder gezien, in de Gazaoorlogen in 2014 en daarna, dat Israël militair alles op alles heeft gezet om Hamas te vernietigen. Begrijp me niet verkeerd: Hamas moet uitgeschakeld worden. Maar ik denk dat de heer Brekelmans het ook met mij eens moet zijn dat de wijze waarop dat nu gebeurt een ongelofelijke hoeveelheid onschuldige slachtoffers met zich meebrengt. Als je kijkt naar veiligheid — ik kijk daar toch naar als een bondgenoot van Israël — vrees ik dat elke dode onschuldige Palestijn een rekruteringsmechanisme gaat zijn voor Hamas. Dat vrees ik echt. Er is geen betere rekrutering voor Hamas dan dode baby's in de straten van Gaza-stad, Khan Younis of elders. Dat is dus mijn grote zorg. Daarover kunnen we van mening verschillen. Ik denk overigens dat we voor de rest over vrij weinig van mening verschillen, maar ik denk echt, en ik begrijp ook, dat bondgenoten er op de achtergrond op aandringen dat Israël er echt verstandig aan zou doen om zich niet aan die grote grondoorlog, dat grote grondoffensief, te wagen. Ik denk ook dat dit onze oproep zou moeten zijn.

De voorzitter:
Ik zie dat de heer Ceder, van de ChristenUnie, nog een interruptie heeft.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik heb een interruptie naar aanleiding van het antwoord op de heer Brekelmans. Ik hoor D66 namelijk goede dingen zeggen, waar ik voor een groot deel ook in kan meegaan. Over de vraag wat dit zou moeten betekenen voor de 200 gijzelaars heb ik D66 nog niet gehoord. Er zijn geen makkelijke antwoorden, dus we moeten ook niet doen alsof dat het geval is. Maar ik vraag mij wel af of D66 kan uitleggen hoe in het geval van een staakt-het-vuren om te gaan met het feit dat Hamas 200 gijzelaars heeft. Ondanks meerdere oproepen heeft Hamas tot nu toe elke dag geweigerd die vrij te laten. Er is een aantal gijzelaars vrijgelaten, maar het merendeel zit nog steeds vast. Hoe moet daarmee omgegaan worden? Dat is namelijk wel een gegeven waartoe we ons te verhouden hebben.

De heer Sjoerdsma (D66):
Dat is een zeer terechte vraag. Ik kan mij echt niet voorstellen hoe moeilijk het voor de familie van de gijzelaars moet zijn om te moeten zien dat je geliefde, je kinderen, vrienden en familieleden vastzitten, en vast worden gehouden door een terreurorganisatie zoals Hamas. Ik denk dat je geen minuut, geen seconde, meer slaapt en dat je alleen maar nachtmerries hebt, ook al slaap je niet. Tegelijkertijd denk ik dat Nederland en de Europese Unie veel meer voor de gijzelaars kunnen doen dan we nu doen. We doen alsof Qatar een bondgenoot is, maar laten we gewoon reëel zijn: terwijl hun volk wordt gebombardeerd en crepeert, leiden de politiek leiders van Hamas een leven van luxe in Qatar met villa's, zwembaden en hotels, en de Europese Unie zegt daar niks van. We hebben een groot Europees samenwerkingsakkoord met Qatar met visumvrij reizen en allerlei voordelen. En wat doen we daarmee? Helemaal niks. Ik zeg: dat kan zo niet langer! Als wij serieus zijn over het bestrijden van Hamas, dan zetten wij ook de instrumenten die wij hebben in, en zorgen wij ervoor dat Qatar deze mensen arresteert en uitlevert.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Ook dat vind ik een terecht punt, over de rol van Qatar. Daar kan ik de heer Sjoerdsma in volgen. Toch krijg ik de indruk dat de heer Sjoerdsma de vraagt ontwijkt hoe nu om te gaan met die 200 gijzelaars. Ik snap dat we in een conflict zitten waarin er geen makkelijke antwoorden zijn. Ik snap ook dat er een lont is en dat er een geopolitiek grote instabiele situatie kan ontstaan, maar elke dag die voorbij strijkt kan fataal zijn. We weten niet hoeveel er nog in leven zijn. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat D66 eigenlijk geen antwoord heeft op de vraag hoe daarmee om te gaan. Dat kan, dat mag, maar dan is het de vraag of D66 aan zijn standpunt kan vasthouden dat een staakt-het-vuren wel nu de weg voorwaarts is.

De heer Sjoerdsma (D66):
Ja, dat is het. De secretaris-generaal van de Verenigde Naties vraagt daar niet voor niets om. De heer Ceder zegt: ik weet heel goed hoe we de gijzelaars moeten bevrijden. Ik zou hem willen vragen of hij dan vindt dat een grondoorlog, een grondoffensief, een verstandige zet zou zijn van Israël. Laat hem daar antwoord op geven. Mijn antwoord namens mijn fractie daarop is namelijk nee. Ik denk dat het niet goed zou zijn voor de gijzelaars, ik denk dat het niet goed zou zijn met het oog op onschuldige slachtoffers en ik denk dat het zeker niet goed zou zijn voor de veiligheid van Israël. Wat het gaat opleveren, is namelijk hele grote regionale instabiliteit. Ik maak me daar echt ongelofelijke zorgen over, ongelofelijke zorgen.

De heer Krul (CDA):
De heer Sjoerdsma heeft heel veel gezegd waar het CDA het mee eens is. Ik dank hem daarvoor, maar ik merk ook op dat hij ontzettend zijn best doet om deze vraag niet te beantwoorden. Ik ga toch even inzoomen. Israël geeft zelf aan: de beste manier die wij nu zien om de gijzelaars te bevrijden is militaire actie. Dat is de inschatting die zij maken. U geeft net zelf aan: we moeten niet een te grote broek aantrekken en het moet niet te grotesk. Dan kan het toch niet zo zijn dat wij hier even bedenken hoe dat beter zou kunnen? Ik heb de heer Sjoerdsma tegen de minister-president horen zeggen dat hij erop hoopt dat hij met meer families in gesprek gaat, dat hij die zorgen deelt en hij zich kan inleven in al die zorgen van die families. Dan is het toch gewoon onvoldoende als je antwoordt: we gaan het via Qatar regelen? Die families zitten elk uur, elke minuut, elke seconde in onzekerheid over of hun geliefde nog leeft. Die kunnen we toch niet met dit antwoord in die onzekerheid laten zitten?

De heer Sjoerdsma (D66):
Ik hoor ook heel graag of het CDA inderdaad bepleit dat Israël daar een grondoffensief uitvoert. Mijn fractie zegt, nogmaals — dat is klip-en-klaar en zeer helder — een grondoffensief onverstandig te vinden, onverstandig voor de gijzelaars, onverstandig met het oog op onschuldige burgerslachtoffers en onverstandig voor de veiligheid van Israël. Toch heel eventjes het volgende. De heer Krul heeft het terecht over de families van de gijzelaars. Daar hebben wij zo veel mogelijk oog voor. Maar ik vraag de heer Krul ook of hij oog heeft voor bijvoorbeeld de families van de Nederlanders die nu in Gaza zitten en die nergens heen kunnen. Die vragen zich af hoe militaire actie hen helpt. En heeft hij oog voor de families van al die Gazanen die nu met honderdduizenden van het noorden naar het zuiden zijn gevlucht, die ontheemd zijn en nergens heen kunnen? Ze kunnen alleen afwachten of de bommen ook hen bereiken. Heeft hij die mensen ook in gedachten?

Wat ik wil zeggen, is het volgende. Laten we elkaar niet te zeer de maat nemen als het gaat om of iets grotesk of anders is. Laten we goed nadenken over hoe we burgerslachtoffers en het voorkomen daarvan wegen. Daarbij moeten we absoluut de veiligheid van Israël in ogenschouw nemen, maar we moeten bovenal stellen dat wij als Nederland ons houden aan het internationaal recht. Dat moeten we als kompas nemen.

De heer Krul (CDA):
Het mooie van de woorden van de minister-president was dat die waarheden naast elkaar kunnen bestaan. Ja, we hebben ook de families in Gaza in onze gedachten. Het is verschrikkelijk. Dat geldt ook voor de families van de gijzelaars. Ik ga deze interruptie toch maar even verbranden om de vraag van de heer Sjoerdsma te beantwoorden. Het CDA gaat hier niet pretenderen te weten hoe de gijzelaars het beste bevrijd kunnen worden. Wij stellen dat Israël die afweging vooral zelf moet maken en dat wij ons daar niet al te veel in moeten mengen; contraproductief, zeg ik er maar even bij. Ik denk dat die balans mist in het betoog van de heer Sjoerdsma, want hij dicteert eigenlijk hoe een land zijn gijzelaars kan bevrijden en ontneemt dat de kans om zelf in te schatten met welke middelen men dat moet doen.

De heer Sjoerdsma (D66):
Ik vind dat nogal wat van de heer Krul, want hij zegt dit niet tegen mij, hè, voor de duidelijkheid. Hij zegt het niet tegen D66. Hij zegt dit tegen de secretaris-generaal van de Verenigde Naties, wiens plan, wiens voorstel, dit is, wiens taak het is om de veiligheid te wegen, wiens taak het is om de menselijke waardigheid van alle mensen op aarde te wegen. Hij zegt dat het absoluut essentieel is voor humanitaire hulp om zo'n staakt-het-vuren te hebben. Hij zegt dat het essentieel is dat er een staakt-het-vuren is om te voorkomen dat er massaal doden vallen in Gaza. Hij zegt dat een staakt-het-vuren noodzakelijk is voor humanitaire toegang. Dus als u mij de maat wilt nemen, neemt u indirect de secretaris-generaal van de Verenigde Naties de maat. Dat mag, maar ik heb nog steeds veel vertrouwen in het VN-systeem, hoe geblokkeerd dat ook is.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Sjoerdsma. Dan geef ik het woord aan de heer Jasper van Dijk, SP.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Dank, voorzitter. De verschrikkelijke aanslagen en moordpartijen van Hamas op onschuldige burgers moeten veroordeeld worden. Ze kennen geen enkele rechtvaardiging. De gegijzelde Israëliërs moeten onmiddellijk worden vrijgelaten. Inmiddels zien we al meer dan twee weken genadeloze bombardementen van het Israëlische leger op Gaza. Het leed is hartverscheurend. De Nederlandse regering gaf als reactie op de terreur door Hamas direct onvoorwaardelijke steun aan Israël. Die opstelling roept met de dag meer vragen op, want de inzet van het Israëlische leger is lang niet altijd in lijn met het internationaal recht. Dat stelt bijvoorbeeld dat burgerslachtoffers zo veel mogelijk voorkomen moeten worden. Ook het collectief straffen van een bevolking is niet toegestaan. Dat zijn twee zaken waar het Israëlische leger zich schuldig aan maakt.

Meer dan twee miljoen inwoners van Gaza lopen groot gevaar om gedood te worden door bombardementen. We zien dagelijks de beelden van kapotgeschoten woonwijken met veel doden, wanhopige mensen, bange kinderen. Door de blokkade van Gaza wordt slechts mondjesmaat hulp toegelaten. Primaire levensbehoeften als elektriciteit, water en medicijnen komen nauwelijks binnen. Het zorgt voor een humanitaire catastrofe. Cruciaal is dat er nu een duurzaam staakt-het-vuren komt en dat er een eind komt aan het bloedvergieten, wat ook de oproep is van de Verenigde Naties, en dat hulpgoederen worden toegelaten. De Nederlandse regering moet zich hier veel duidelijker en steviger voor inzetten. Er worden nu op grote schaal oorlogsmisdaden gepleegd. Nederland heeft altijd de mond vol van de bestrijding daarvan. Den Haag is niet voor niets stad van vrede en recht. We veroordelen Hamas terecht, zeer terecht, maar veroordeelt de regering ook de daden van het Israëlische leger als dat oorlogsmisdaden pleegt? Anders meet je toch met twee maten, vraag ik de regering.

Voorzitter. We moeten nu ook kijken naar een structurele oplossing. Wat ons betreft is dat de erkenning van een Palestijnse staat, die automatisch voortvloeit uit de tweestatenoplossing. Hierbij moeten de grenzen van 1967 zo veel mogelijk worden gevolgd, in overeenstemming met het internationaal recht. Nederland kan dit doen aangezien onze Grondwet van ons vraagt om de internationale rechtsorde te bevorderen. Hoewel dit gevoelsmatig mogelijk verder weg voelt dan ooit, is het waarschijnlijk de meest kansrijke route om vrede dichterbij te brengen en de voedingsbodem voor nog meer terreur te verkleinen. Want zowel de inwoners van Israël als de Palestijnen hebben recht op een veilige leefomgeving zonder geweld.

Een van de hoofdoorzaken van de voortdurende crisis in het Midden-Oosten is de structurele onbalans tussen Israël en Palestina. Beide landen worden door een meerderheid van VN-lidstaten erkend, maar Israël bezet een groot deel van Palestina, maakt zich schuldig aan illegale nederzettingen en is heer en meester over de Palestijnse grenzen. Dat maakt dat het ene land de facto de baas is over het andere land. Dat zorgt voortdurend voor spanningen in de regio en een situatie van totale uitzichtloosheid voor het Palestijnse volk, een voedingsbodem voor nieuw extremisme. Voorwaarde voor een eigen staat voor Palestina is wederzijdse erkenning van het bestaansrecht. Israël moet Palestina erkennen, Palestina moet Israël erkennen. Deelt de premier dat?

Israël moet worden opgeroepen de volgens de VN illegale bezetting van Palestina te stoppen. De Palestijnse overheid heeft dan de bevoegdheid en de mogelijkheid om de rechtsorde te herstellen. In Palestina zullen ook zo spoedig mogelijk vrije parlementsverkiezingen gehouden moeten worden. Maar liefst 138 van de 193 VN-landen zien de Palestijnse gebieden nu al als een staat. Ook in Nederland is eerder door de regering gezegd dat het niet de vraag is of, maar wanneer het daartoe overgaat. De premier sprak er behartenswaardige woorden over in zijn bezoek gisteren, zoals ik op het nieuws zag, en hij zei het zojuist weer: er moet perspectief zijn op een Palestijnse staat. Ik ben het daar zeer mee eens. Ik vraag de premier: als nu niet het moment is, wanneer dan wel? Dit wordt natuurlijk al heel lang gezegd. Het mag weleens een keer tijd worden voor daden in plaats van woorden.

Voorzitter. Dit debat gaat ook over de Europese Raad. Er staan hele reeksen enorm belangrijke onderwerpen op de agenda, zoals Oekraïne, het Meerjarig Financieel Kader en migratie. Ik zou over dat laatste nog één vraag willen stellen. De Europese Raad en de premier zijn voorstander van zogenaamde migratieafspraken of migratiedeals, zoals ze ook wel worden genoemd. Ik vraag de premier hoe hij vindt dat het gaat met de Tunesiëdeal. Hij weet wel waar ik op doel: er zijn enorme problemen mee. We weten allemaal nog dat de premier met de president van Tunesië een mooi fotomoment had, waarbij hij zei dat we het geregeld hadden met Tunesië en dat we de migratie gingen reguleren. Daar is helemaal niets van terechtgekomen. De Tunesiëdeal is een puinhoop. Deelt hij die mening? Wat is op dit moment de stand van zaken? Hoe gaat hij die overeenkomst herstellen tot een overeenkomst die de mensenrechten respecteert en waarmee daadwerkelijk resultaat wordt geboekt?

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Dijk. Ik geef het woord aan de heer Dassen, Volt.

De heer Dassen (Volt):
Dank, voorzitter. De ontwikkelingen van de afgelopen weken tonen ons dat de wereld in razendsnel tempo verandert. De verschrikkingen in Israël en Gaza, Poetin en Orbán die handenschuddend op de foto staan op een Chinese bijeenkomst, de VS die steeds verder afzwakken in een bestuurlijke crisis en de steun aan Oekraïne die rammelt. En Europa? Europa lijkt lamgeslagen door interne verdeeldheid. Zoals Jonathan Holslag afgelopen zondag bij Buitenhof zei: Europa staat erbij en kijkt ernaar, als een naakte keizer.

Voorzitter. In dat kader wil ik het allereerst natuurlijk hebben over de verschrikkelijke en uiterst pijnlijke situatie in Gaza. De beelden die bij ons binnenkomen via sociale media, kranten en televisie zijn verschrikkelijk. De horror, het verdriet en de angst van de Israëlische en Palestijnse burgers raken je tot in je ziel, de berichten uit Israël over de ontvoeringen benemen ons de adem, en de verhalen over Palestijnen in overvolle ziekenhuizen met gebombardeerde huizen en al veel te lang uitzichtloze levens zijn hartverscheurend. Het is een overstroming aan dood en verderf, wanhoop en angst.

Voorzitter. Commissievoorzitter Von der Leyen en Europarlementsvoorzitter Metsola spraken tijdens hun bezoek steun uit aan Israël na de afschuwelijke aanval van Hamas. Dat is goed. Maar ze hadden de Israëlische regering net zo stevig op moeten roepen tot terughoudendheid, de-escalatie, respect voor mensenrechten en het humanitair oorlogsrecht. Zij lieten dat na. Het is dit soort afwachtendheid die de internationale gemeenschap zich niet kan veroorloven. De Israëlische gijzelaars moeten zo snel mogelijk terug en er zitten 2 miljoen mensen afgesloten van voedsel en water. Cindy McCain van het VN-voedselprogramma slaakte deze noodkreet: "Deze mensen zullen verhongeren als we niet naar binnen kunnen." Dus vraag ik aan de minister-president wat de Europese Unie hieraan gaat doen. Hij gaf net aan waar hij toe opgeroepen had, maar de vraag is wat het antwoord daarop was.

Deze ellende zorgt voor meer wrok en trauma's, generaties lang: een voedingsbodem voor ellende en nog meer geweld. We moeten alles op alles zetten om verder leed en verdere escalatie te voorkomen. Volt wil daarom dat de EU inzet op de-escalatie en het opzetten van een VN-vredesmissie. Hoe kijkt de premier hiernaar?

Gisteren sprak hij met Abbas. Hoe versterken we de Palestijnse Autoriteit als alternatief voor Hamas?

Dan de zorgen over de kolonisten op de Westelijke Jordaanoever. Die vallen op dit moment de Palestijnen daar ook met geweld aan. Hoe is daar gisteren op gereageerd?

Voor de lange termijn zet de minister-president inderdaad in op een vredesconferentie, die uiteindelijk ertoe zal leiden dat er een tweestatenoplossing komt. Want dat is wat Volt betreft de enige oplossing.

Voorzitter. Hoe ziet de premier het dat ook gemeenschappen in Europa lijnrecht tegenover elkaar komen te staan? Moslims worden bedreigd, Joodse scholen blijven uit voorzorg dicht. Ook Europa raakt hierdoor verscheurd. Hoe zorgt de premier ervoor dat deze situatie tegengegaan wordt?

Voorzitter. Door naar het volgende onderwerp: de steun aan Oekraïne. Want de steun vanuit de VS staat op de tocht en ook hier in Europa is voldoende steun onzeker. Want premier Orbán van Hongarije gebruikte zijn ene hand om Poetin de hand te schudden en de andere om de steun aan Oekraïne af te knijpen. Wat ons betreft kan dit niet langer. Volt vindt het tijd om die artikel 7-procedure tegen Hongarije nu echt vorm te geven, zeker nu de PiS-regering in Polen ten einde is gekomen. Dus welke boodschap gaat de premier overbrengen in Brussel?

Voorzitter. Wat is de druppel voor de premier om te zeggen dat het Hongaars Raadsvoorzitterschap in 2024 eigenlijk geen goed idee is en dus niet door moet gaan? Want de risico's van Russische inmenging zijn groot. Dat zagen we ook vorige week in het Follow the Money-artikel over de banden tussen het Kremlin en politici waaronder de PVV. Welke risico's voor Russische inmenging ziet de premier dan ook met het oog op de Europese verkiezingen?

Voorzitter. Dan van Hongarije kort naar het nieuws uit Polen, want dat is wel positief. De PiS-regering is na jaren van ondemocratisch afbraakbeleid haar meerderheid kwijt. De Polen richten hun blik weer op Europa. Heeft de premier plannen om te zorgen dat we die banden met Polen weer op een goede manier aanhalen?

Voorzitter. Gezien de tijd zal ik even moeten opschieten. Ik heb nog een vraag over ASML. Hoe kan het dat de VS ineens een veiligheidsrisico zien, terwijl de machines volgens Nederlandse regels gewoon verscheept hadden kunnen worden? Wat is er dan nu veranderd? En hoe weten we nu zeker dat de VS handelen vanuit veiligheidsoverwegingen en niet vanuit economische motieven? Want dit gaat ook over de strategische autonomie van Europa.

Voorzitter. Dan tot slot de allerlaatste vraag, over de Tunesiëdeal. De Tunesische president weigerde Europarlementariërs toegang, hij weigerde een eerste betaling van de deal en hij stortte 60 miljoen euro terug. Wat Volt betreft is het heel duidelijk: de Tunesische president is helemaal niet van plan om zich op enige manier aan de deal te houden. De vraag aan de minister-president is daarom: wanneer stoppen we met deze deal?

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Dassen. Dan geef ik het woord aan mevrouw Piri, PvdA.

Mevrouw Piri (PvdA):
Voorzitter. De beelden uit Gaza komen hard binnen. Vanuit het ziekenhuis, waar hoofdwonden in het donker zonder verdoving worden gehecht. Getraumatiseerde kleuters die niet kunnen stoppen met beven bij het horen van raketinslagen. Een moeder de wanhoop nabij met in haar armen het levenloze, bebloede lichaam van haar dochtertje. Als dit een oorlog is tussen Hamas en Israël, waarom zijn onschuldige Palestijnse burgers dan het slachtoffer?

Op 7 oktober werden we wakker met de gruwelijke berichten uit Israël over hoe Hamas een slachtpartij heeft aangericht op een dansfestival, waar 250 jongeren zijn vermoord. De getuigenissen van de overlevenden in de kibboets Be'eri, waar mensen op gruwelijke wijze om het leven zijn gebracht, staan in ons geheugen gegrift. Elke avond zien we vanuit Israël het hartverscheurende leed van de families wier geliefden door Hamas worden gegijzeld, de Israëlische regering smekend om de veiligheid en de vrijlating van hun broer, oma of tante topprioriteit te laten zijn. Hoe erg men het beleid van Netanyahu's coalitie verafschuwt en hoe terecht men ook schande spreekt van de decennialange onderdrukking van de Palestijnen, voor deze terreur tegen Israëlische burgers is geen enkele rechtvaardiging.

Voorzitter. We verliezen onze menselijkheid als we alleen het leed van de een herkennen en blind zijn voor het leed van de ander. Net zomin als alle onschuldige slachtoffers die nu in Gaza vallen exclusief kunnen worden toegeschreven aan Hamas, kan ook niet worden gesteld dat alle Israëliërs verantwoordelijk zijn voor het beleid van de regering-Netanyahu. We mogen niet blind zijn voor de existentiële angst van veel Joden dat ze nergens veilig zijn, dat het bestaansrecht van Israël in gevaar is. En we mogen niet wegkijken van het verdriet van de Palestijnen over de jarenlange bezetting en hun gerechtvaardigde wens voor een eigen staat.

Voorzitter. Selectieve verontwaardiging heeft al helemaal geen plek als we het hebben over het oorlogsrecht. Als Rusland appartementsgebouwen beschiet in Oekraïne, energiecentrales bombardeert, waardoor mensen geen elektriciteit en verwarming hebben, spreken we in dit huis terecht van oorlogsmisdaden. Maar wanneer Israël Palestijnen in Gaza volledig afsluit van water, voedsel, medicijnen en brandstof, dan past ook daar geen "maar". Dubbele standaarden bij de toepassing van het humanitair recht leiden tot ernstige uitholling van de internationale rechtsorde. We hebben niet voor het niets het bevorderen van deze rechtsorde vastgelegd in onze eigen Grondwet. Dat is ook precies de waarschuwing die Nederlandse, Europese en Amerikaanse ambtenaren de afgelopen dagen hebben geuit. Mijn fractie verwacht van het kabinet een duidelijke toezegging dat er niet selectief wordt omgegaan met het internationaal recht en dat als wij vooroplopen als Nederland bij het vragen om berechting van oorlogsmisdaden tegen Oekraïne, we net zo principieel staan voor gerechtigheid voor oorlogsmisdaden die in dit conflict worden begaan.

De demissionair minister-president was gisteren op bezoek bij Netanyahu en Abbas. Ik dankte hem net voor zijn verklaring. Maar gisteren hoorde ik het de minister-president toch nog tegen de Israëlische premier zeggen: hij sprak weer zijn onvoorwaardelijke steun uit. Bij onvoorwaardelijke steun voor het bestaansrecht van Israël kan ik mij alles voorstellen, maar zeker niet bij een carte blanche voor het beleid van deze regering. Kan de minister-president toelichten wat hij bedoelt met het toezeggen van steun zonder voorwaarden? Welke consequenties verbindt het kabinet eraan als Israël doorgaat met de illegale nederzettingen in de Westbank en als coalitiepartijen van de Israëlische regering doorgaan met het bewapenen van kolonisten, waarbij we zien dat er de afgelopen dagen alweer 95 mensen zijn vermoord?

Voorzitter. De secretaris-generaal van de VN heeft een niet mis te verstane oproep gedaan tot een onmiddellijk staakt-het-vuren, zodat humanitaire hulp ongehinderd de mensen in Gaza kan bereiken en er politieke ruimte komt om te trachten de gijzelaars vrij te krijgen. Waarom steunt het Nederlandse kabinet deze oproep niet volmondig?

Voorzitter. Dit conflict kan de hele regio in vuur doen ontvlammen. We zien wat voor gevoelens van angst, woede en machteloosheid het ook in ons eigen land veroorzaakt, om nog maar niet te spreken over het grote leed ter plekke. Het is de plicht van de internationale gemeenschap om te komen tot de-escalatie. Elke dag dat er onschuldige doden vallen in Gaza door Israëlische bombardementen, dat gewapende kolonisten straffeloos Palestijnen kunnen vermoorden op de West Bank, dat gijzelaars door een terreurgroep worden vastgehouden en dat Hamas nog steeds de macht heeft in Gaza, brengt ons verder van het doel om te komen tot een rechtvaardige tweestatenoplossing.

Voorzitter. Dan nog drie vragen over andere onderwerpen. De Europese Commissie komt binnenkort met een beoordeling van de hervormingen die Oekraïne heeft doorgevoerd om de toetredingsonderhandelingen te laten starten. Ik vroeg me af of de Nederlandse regering een positief akkoord van de Commissie automatisch overneemt.

Dan de rechtsstaat in de EU. Er is natuurlijk goed nieuws uit Polen. Slecht nieuws is dat Orbán zijn veto blijkt in te zetten bij de EU-begroting. Ik hoor graag dat het kabinet vasthoudt aan de lijn die het altijd heeft gevolgd, namelijk niet toegeven aan deze politieke druk.

Ik zie dat mijn tijd erop zit, dus de derde vraag bewaar ik voor de interrupties. Maar misschien heeft de heer Brekelmans daar een vraag over.

De voorzitter:
We gaan het horen.

De heer Brekelmans (VVD):
Ik kan me vinden in behoorlijk wat dingen die mevrouw Piri zegt, maar er zat één element in haar betoog in het bijzonder waar ik wel een beetje van schrok. Dat was een vergelijking tussen Rusland en Israël. We zijn het natuurlijk met elkaar eens dat je ieder land in de wereld kunt aanspreken op een overtreding van het internationaal recht. Maar ik neem toch aan dat mevrouw Piri het wel met mij eens is dat er een groot verschil is tussen Rusland, dat een staat probeert te annexeren en lukraak burgerdoelen zonder enige militaire relevantie bombardeert, en Israël, dat zich verdedigt tegen een terreurorganisatie en vaak doelwitten aanvalt vanwaaruit het wordt beschoten? Dat zijn toch wel echt twee fundamenteel andere dingen, ook als het gaat om het internationaal recht, en daar moet je dus ook anders naar kijken. Je kunt dat niet op één lijn zetten zoals mevrouw Piri dat deed.

Mevrouw Piri (PvdA):
Ik kon me ook heel erg vinden in een deel van de vraag van de heer Brekelmans, eigenlijk tot de laatste zin. Een heel groot deel van de Kamer heeft zich — terecht, denk ik — absoluut uitgesproken tegen wat Rusland aan het doen is. Maar het maakt geen verschil of het bondgenoten zijn die het internationaal recht al dan niet toepassen, of dat dat anderen zijn. Dus met betrekking tot die laatste zin: ik denk dat wij juist ontzettend moeten oppassen met het hanteren van dubbele standaarden. Als Israël basale levensbehoeften volledig blokkeert en daarmee een collectieve straf oplegt aan de Palestijnen in Gaza, dan is het niet raar dat alle VN-organisaties zeggen: dit is een grove schending van het internationaal recht. Ik hoop dat dezelfde partijen die zo hard stelling nemen tegen schendingen van het internationaal recht door andere staten, zich nu ook uitspreken in deze Kamer.

De voorzitter:
Een laatste vraag van de heer Brekelmans.

De heer Brekelmans (VVD):
Het internationaal recht kijkt natuurlijk wel degelijk naar het doel en de intentie. Het doel en de intentie van Rusland, namelijk een buurland annexeren en zo veel mogelijk burgerslachtoffers maken, is anders dan het doel en de intentie van Israël, namelijk een terreurorganisatie uitschakelen. Om geen verkeerd beeld te laten ontstaan, zou ik in dit hele debat hier wel heel scherp dat onderscheid willen maken.

Ik wil nog een vraag stellen over de oproep van Guterres. Die heeft inderdaad gevraagd om een humanitair staakt-het-vuren, maar daarnaast ook om het vrijlaten van de gijzelaars. Ik geloof niet dat Hamas dat zomaar doet. Ik geloof niet dat als Israël morgen stopt met bombarderen, ze dan 200 gijzelaars vrijlaten. Als dat het geval is, is mevrouw Piri het dan met mij eens dat we Israël niet het recht en de mogelijkheid kunnen ontnemen om alsnog militaire middelen in te zetten om gijzelaars vrij te krijgen en Hamas te verzwakken?

Mevrouw Piri (PvdA):
Het wordt soms bijna een semantische discussie in een Nederlands parlement. We moeten ons ook afvragen hoever onze invloed nog reikt als het gaat om dit soort grote vraagstukken. Ik snap het volgende heel goed als het gaat om de veiligheid van Israël. Wij hebben ook altijd gezegd: natuurlijk heeft Israël het recht om zijn burgers te beschermen. Een van de grote dreigingen voor de veiligheid van Israël is Hamas; dat hebben we wel gezien op 7 oktober. Ik woon niet in Israël, maar elke avond zijn er families met familieleden die gegijzeld worden door Hamas; waarschijnlijk is dat vanavond weer zo in Tel Aviv. Als ik daarnaar luister, dan hoor ik dat een heel groot deel van die families Netanyahu juist oproept om niet te starten met dat grondoffensief en te komen tot een staakt-het-vuren. Dat doen ze in de hoop dat er misschien door landen als Egypte, Qatar en Turkije onderhandeld kan worden over de vrijlating van die gijzelaars. Ik denk dat iets waar we ons hopelijk wel in kunnen vinden, meneer Brekelmans, is dat we écht, écht toe moeten werken naar een de-escalatie van dit conflict. Een de-escalatie die nu mogelijk is en waar de VN volledig achter staat, is een de-escalatie waarbij er onmiddellijk sprake is van een staakt-het-vuren. Het gaat daarbij niet alleen om het überhaupt kunnen uitdelen van humanitaire hulp aan 2,2 miljoen mensen en om het weer laten draaien van de ziekenhuizen, maar ook om de hoop dat de gijzelaars dan misschien alsnog levend naar huis kunnen gaan.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Piri. Dan geef ik het woord aan de heer Van Baarle, DENK.

De heer Van Baarle (DENK):
Voorzitter, dank u wel. Hoelang moet het nog duren? Hoeveel onschuldig Palestijns bloed moet er nog vloeien? Hoelang kijken het kabinet en de wereld nog weg voor de gruwelijkheden die het Israëlische regime begaat? Inmiddels zijn er na de brute Israëlische vergelding meer dan 5.000 doden en 15.000 gewonden gevallen aan Palestijnse zijde. Elke vijftien minuten sterft er een Palestijns kind door luchtaanvallen van het Israëlische leger. Er vallen bommen op markten, scholen, ziekenhuizen en woningen. Mensen in Gaza zijn afgesloten van de wereld. 1 miljoen mensen worden door de Israëlische autoriteiten onder dreiging geïntimideerd om hun huis te verlaten. Het is 's werelds grootste openluchtgevangenis. Kolonisten worden bewapend en vallen mensen aan. Wat de Israëlische regering doet, is het plegen van oorlogsmisdaden. Er is geen ander woord voor. Amnesty International spreekt zelfs van "vernietigend bewijs" voor die oorlogsmisdaden.

Elke keer dat de Nederlandse regering weer zegt onvoorwaardelijk naast Israël te staan, steunt de Nederlandse regering dus politiek een regime dat oorlogsmisdaden pleegt. Elke keer dat de Nederlandse regering weer blijft hameren op het recht op zelfverdediging van Israël, kijkt de Nederlandse regering weg voor de brute Israëlische vergelding. Ik wil aan premier Rutte vragen: is dit zelfverdediging, of is dit een brute aanval? Mensen vluchtten naar de markt bij het vluchtelingenkamp Jabalia toen hun wijk werd gebombardeerd. Die werd zonder waarschuwing gebombardeerd. 69 mensen zijn overleden. Ik vraag aan de minister-president: is dit zelfverdediging, of is dit een oorlogsmisdaad? Het gooien van ontbrande fosformunitie op doelen. Ik vraag de minister-president: is dit zelfverdediging, of is dit een flagrante schending van het humanitair recht? Ik noem de wijk Al-Rimal. Niet gericht een actie doen, maar een hele wijk in Gaza van de kaart vegen.

Voorzitter. Helaas kennen we het antwoord van de premier al. Deze minister-president weigert over het optreden van Israël te zeggen dat het te ver gaat, zo zei hij gisteren. Met elk moment waarop de Nederlandse veroordeling van het optreden van de Israëlische regering uitblijft, legitimeert de Nederlandse regering daarmee het plegen van oorlogsmisdaden door Israël. Ik vraag de minister-president daarom om niet meer toe te kijken terwijl de Palestijnen worden uitgemoord en om Israël krachtig te veroordelen. Spreek u nou eens uit! U zei net in uw verklaring dat onschuldige mensen niet het slachtoffer mogen worden. Dat is op dit moment de dagelijkse realiteit in Gaza en dat vraagt om een veroordeling van de Nederlandse regering.

Ik vraag de minister-president om er ook voor te zorgen dat de criminele daden van het regime van Netanyahu niet onbestraft blijven. Terecht loopt Nederland voorop om Russische oorlogsmisdadigers te vervolgen voor oorlogsmisdaden in Oekraïne, maar waar blijft dat pleidooi voor handhaving van het internationaal recht als het gaat om het regime van Israël? Als door Rusland een ziekenhuis wordt gebombardeerd in Oekraïne, spreekt de voorzitter van de Europese Commissie van "een oorlogsmisdaad". Wanneer Israël dit soort daden begaat, worden rookgordijnen en mistwolken opgetrokken. Dat is volstrekt hypocriet en selectief. Israël komt al 75 jaar lang weg met het plegen van misdaden. Ik vraag daarom aan de premier: richt een speciaal tribunaal in voor Israëlische oorlogsmisdaden en zorg ervoor dat Netanyahu berecht wordt in Den Haag bij het Internationaal Strafhof. Sleep Netanyahu voor de rechter voor zijn oorlogsmisdaden.

De enige rechtvaardige weg uit deze verschrikkelijke situatie is onderkennen dat het geweld al 75 jaar duurt. Al 75 jaar bouwen Israëlische regeringen illegale nederzettingen. Al 75 jaar is er sprake van een bezetting van Palestijns grondgebied. Al 75 jaar worden onschuldige burgers vermoord door Israël. En elke keer maar weer dezelfde reactie van de internationale gemeenschap: dat recht op zelfverdediging. Dat deugt niet. Er is maar één weg om dit op te lossen: stop de al 75 jaar durende onderdrukking van de Palestijnen. Daarom moeten Nederland en de Europese Unie het enige alternatief bevorderen: één staat met gelijke rechten voor iedereen, of je nou joods bent of moslim. Die staat heet Palestina; from the river to the sea, Palestine will be free.

De voorzitter:
U weet dat die laatste opmerking ook een bepaalde associatie heeft. Het is ook niet nodig om dat te doen. Dat meen ik echt serieus.

De heer Van Baarle (DENK):
Ik maak daar bezwaar tegen.

De voorzitter:
Nee, het heeft ook een bepaalde associatie. Ik waak voor de waardigheid van het debat. Hier kan vrij gediscussieerd worden, maar u hoeft niet dit soort woorden in de mond te nemen als u weet dat ze ook een soort associaties hebben. Ik geef eerst even het woord aan uw collega's. De heer Eerdmans. Ja, u krijgt zo het woord.

De heer Eerdmans (JA21):
Ik sta er versteld van dat een collega van mij in deze Kamer openlijk Jodenhaat verkondigt …

De heer Van Baarle (DENK):
Dit is schandalig!

De voorzitter:
U mag straks reageren.

De heer Eerdmans (JA21):
… omdat daarmee maar één ding bedoeld wordt. Dat weten wij en daar wordt volgens mij inmiddels door het OM onderzoek naar gedaan. Het is antisemitisme, voorzitter, en ik vind dat we dat niet moeten toelaten in deze Kamer.

De voorzitter:
Ik heb daar ook iets over gezegd. De heer Eppink en dan mag u reageren, meneer Van Baarle.

De heer Eppink (BBB):
Ik moet zeggen dat hier op dit podium Israël wordt beschuldigd van oorlogsmisdaden en van genocide. Gebeurt dat door DENK zelf? Is DENK zelf de rechter of is er enig instituut of enige instelling die daarover gesproken heeft? Want ik moet zeggen dat dit boude beweringen zijn die niet worden gestaafd door de werkelijkheid. Israël probeert alles te doen om mensenleed te voorkomen.

De voorzitter:
Ik dacht even dat er een punt van orde of een persoonlijk feit zou zijn, maar ik ga u nu het woord geven, meneer Van Baarle.

De heer Eerdmans (JA21):
Dit was voor mij een punt van orde.

De voorzitter:
Ja. Dan mag u weer zitten en dan geef ik het woord aan de heer Van Baarle.

De heer Van Baarle (DENK):
Ik vind het echt stuitend hoe een legitieme roep om vrijheid en gelijkwaardigheid voor de Palestijnen direct in de hoek gedrukt wordt van antisemitisme of welke vorm van haat dan ook. Ik ben tegen antisemitisme, in alle toonaarden. Maar als ik zeg "from the river to the sea, Palestine will be free", dan bedoel ik dat de Palestijnen het recht hebben om in dat deel van de wereld in gelijkwaardigheid en vrijheid te leven, zonder dat hun land illegaal geannexeerd wordt, zonder dat ze onder een apartheidsregime moeten leven en zonder dat ze gediscrimineerd worden. Die 75 jaar lange onderdrukking van de Palestijnen moet stoppen.

De voorzitter:
Dat heeft u gezegd.

De heer Van Baarle (DENK):
Ik zie in de Tweede Kamer dat, op het moment dat je opkomt voor de rechten van Palestijnen, dat gelijk in een bepaalde hoek gedrukt wordt. Dat is stuitend, en daar zijn heel veel mensen in de samenleving ook klaar mee.

De heer Brekelmans (VVD):
De heer Van Baarle houdt een heel betoog waarin hij dit toelicht, maar hij gebruikt de laatste zin expliciet om te provoceren. Hij legt het op deze manier uit. Hij weet dondersgoed dat er op dit moment heel veel joden, heel veel mensen, zitten te kijken die dit als enorm bedreigend ervaren en hierdoor enorm geschokt zijn. Hij hoeft deze woorden hier niet te kiezen. Hij hoeft niet op deze manier te provoceren. Hij heeft een heel betoog gehouden. Hij heeft zijn punt willen maken. Dus ik zou aan hem willen vragen: neem deze laatste woorden alstublieft terug, want dit komt keihard aan bij de joodse gemeenschap in Nederland.

De heer Van Baarle (DENK):
Ik zou aan de heer Brekelmans willen vragen hoe hard de woorden in deze Kamer aankomen bij de Palestijnse gemeenschap, die al 75 jaar moet toekijken hoe haar land illegaal geannexeerd wordt, hoe de bewoners onder apartheid moeten leven en hoe de bewoners onder de meest gruwelijke misdaden moeten proberen daar te bestaan. Dit is een pleidooi voor gelijke rechten en rechtvaardigheid voor de Palestijnen. Ik heb u gezegd dat ik voor gelijke rechten ben voor zowel moslims als voor joodse mensen. Het direct in een hoek drukken, is censuur. Door het direct in een hoek te drukken, zet je het pleidooi voor de gelijke rechten van Palestijnen weg. Ik maar daar echt bezwaar tegen. Ik neem er niks van terug. Ik kom op voor de rechten van de Palestijnen, en ik doe dat op de manier hoe ik dat wil. En wij kiezen onze toon.

De voorzitter:
Ik zal u zeggen dat ik die laatste zin niet meer wil horen in deze Kamer. Dus ik heb u daarvoor gewaarschuwd.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Voorzitter, ik denk dat ik u teleur ga stellen, want zoals de heer Van Baarle stelt: Palestijnen zijn mensen en ook zij hebben recht op gelijke rechten, burgerschap, rechtvaardigheid en menswaardigheid. Mijn vraag aan de heer Van Baarle, en wellicht ook aan anderen in deze ruimte, is of hij op de hoogte is van het feit dat bij het aantreden van de huidige Israëlische regering in 2022 het de heer Netanyahu was die stelde dat, en ik quoot: "From the river to the sea …" Het was de heer Netanyahu, die ik nu quoot, voorzitter … Het was de heer Netanyahu, die ik nu quoot, die zei: "From the river t…"

De voorzitter:
Wacht even. Ik heb net gezegd … Ik bewaak hier de waardigheid. Deze zin is provocerend. Het heeft een bepaalde uitstraling. Netanyahu kan dit best hebben gezegd, maar zolang ik hier Voorzitter ben, wil ik deze zin niet horen in deze zaal.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

De voorzitter:
Ik zeg het u. We gaan verder. U kunt daar nog even op reageren, meneer Van Baarle, en dan gaan we naar de heer Eerdmans. Ik heb het gezegd.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):

De voorzitter:
Nee, we doen dit níét. Meneer Van Baarle, wilt u daar nog op reageren?

De heer Van Baarle (DENK):
Het is overduidelijk wat de beleidsplannen van de Israëlische regering zijn. In reactie op de vraag van mevrouw Simons: er is sprake van illegale annexatie en Israël gaat door met het inpikken van nog meer land van de Palestijnen. Ik maak toch wel ernstig bezwaar tegen hoe dit debat nu verloopt, omdat hier twee Kamerleden, die een legitiem pleidooi houden voor de gelijkwaardigheid van Palestijnen, door een deel van de Kamer en ook door de Kamervoorzitter op dit moment de meest verschrikkelijke dingen in de schoenen geschoven worden, dingen waar ik in mijn bijdrage ook afstand van heb genomen. Ik laat me niet in de schoenen schuiven dat mijn pleidooi voor gelijkwaardigheid van de Palestijnen te maken heeft met wat voor vorm van haat dan ook. De manier waarop dat in het debat hier in de Kamer en in het publieke debat wordt gedaan is het monddood maken van het opkomen voor die zaak. Daar neem ik echt afstand van.

De voorzitter:
Ja. Een persoonlijk feit, mevrouw Simons.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Ik lees hier een quote voor van de heer Netanyahu. Ik zal de zin nu niet herhalen, maar ik wil wel graag zeggen wat hij zei. Die frase die ik niet mag uitspreken, en ik quoot, is voor hem exact het gebied dat hij, met uitzondering van de Gazastrook, wil annexeren. Dus als wij kunnen spreken over mensen die stellen dat zij een bepaald gebied willen annexeren, koloniseren, oorlogsmisdaden plegen, vraag ik me echt af waarom een volksvertegenwoordiger in de Tweede Kamer het daar van u niet over mag hebben.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Simons. U heeft uw punt gemaakt. Dan de heer Eerdmans nog even, en dan … Ja, meneer Krul?

De heer Krul (CDA):
Voorzitter, ik zou graag een punt van orde willen maken, omdat inmiddels ook bij ons de berichten binnenstromen van mensen die zich zeer bedreigd voelen door wat hier zonet gebeurde. De emoties lopen hoog op. Ik zou echt nadrukkelijk willen vragen of het mogelijk is om even kort te schorsen, want ik denk niet dat het een goed signaal aan de samenleving geeft om het debat op deze manier en op deze toon te voeren, om wat voor reden dan ook. Wij krijgen nu al berichten binnen en ik zou het echt heel erg op prijs stellen als wij kort kunnen schorsen zodat we daar even op kunnen reageren. Want dit gaat helemaal niet goed.

De voorzitter:
Ik bewaak hier, nogmaals, de orde. Ik heb de heer Van Baarle aangesproken. Ik heb er geen bezwaar tegen om na de heer Van Baarle even kort te schorsen, want volgens mij was hij toch aan het einde van zijn betoog. Ik kijk even naar de heer Van Baarle. Volgens mij was u aan het einde van uw betoog. De heer Eerdmans dan nog even.

De heer Eerdmans (JA21):
Ik heb gewoon een interruptie voor de heer Van Baarle. Overigens vind ik het niveau in dit debat zakken tot een bedenkelijk peil. Ik hoor de anti-Israëlretoriek van DENK. Die zien we ook terug in het vanavond uitgelekte programma van DENK voor de komende jaren. Dat belooft weinig goeds. Mijn punt is het volgende. In Nederland worden joodse kinderen gepest. In Nederland zijn joodse scholen dicht of worden ze bewaakt. Synagoges zijn gebarricadeerd, geblokkeerd, vanwege de veiligheid. Wij zien mensen met Palestijnse spandoeken, sjaals en vlaggen lopen en dat is geen enkel probleem. Als je een Israëlische vlag bij je hebt, zegt de politie: berg 'm maar onder je trui, want je moet er niet mee over straat; dat is niet veilig. Hoe verklaart de heer Van Baarle dit?

De heer Van Baarle (DENK):
Antisemitisme, geweld tegen joodse mensen en het bedreigen van joodse mensen is verschrikkelijk. Dat valt in alle toonaarden af te keuren en dat moet aangepakt worden. Altijd, op elk moment. Wij hebben altijd gezegd dat wij in onze oplossing staan voor gelijke rechten voor zowel moslims als joodse mensen: in de eenstaatoplossing die wij bepleiten. Ik laat mij dus niet in de schoenen schuiven wat de heer Eerdmans hier naar voren brengt. Dat werp ik verre van mij. Ik constateer: als er één groep in de wereld is die al 75 jaar lang aan het kortste eind trekt, onderdrukt wordt en moet toezien hoe steeds meer van hun land illegaal geannexeerd wordt, dan zijn dat de Palestijnen. Ik kan de heer Eerdmans ook wijzen op een moskee die naar aanleiding van de gebeurtenissen die zich daar ontvouwen, inmiddels dreigementen heeft gehad. Ook dat is verschrikkelijk. Ik zou wensen dat de heer Eerdmans daar dan ook tegen optreedt en daar aandacht voor heeft. Wij roepen op tot de-escalatie daar en ook hier.

De heer Eerdmans (JA21):
Als DENK oproept tot de-escalatie, bevindt u zich op een andere planeet. De heer Krul zei het net: de berichten komen binnen; mensen voelen zich bedreigd. Dat voelen ze zich al jaren. Als je in Rotterdam, waar wij samen vandaan komen, met een keppeltje op gaat lopen, ben je je leven niet zeker. Dat is anders dan als je een hoofddoekje om hebt. Dat weten we maar al te goed. Als je het straatbeeld ziet, is dat voor niemand een probleem. Het gaat erom dat elke dreiging verkeerd is. Maar ik zeg u dat u met DENK aan de verkeerde kant staat. U zorgt met uw hele retoriek van net voor escalatie. Uw hele betoog is anti-Israël, is anti-Joods, is antisemitisme. Uw spreuk is grof, beledigend en provocerend. Dat is wat DENK doet in dit debat en ik vind het bijzonder teleurstellend om als volksvertegenwoordiger op die manier de boel te laten exploderen en te zorgen voor meer polarisatie. U zult zich moeten schamen, meneer Van Baarle.

De voorzitter:
Dank u wel. Voldoende, genoeg.

De heer Eerdmans (JA21):
Ik wil graag een reactie op de vraag hoe mensen die dit debat volgen, zich moeten voelen als ze de DENK-representant zo horen praten over de Joodse gemeenschap.

De heer Van Baarle (DENK):
Hoe zouden de Palestijnen en de Palestijnse gemeenschap in Nederland zich moeten voelen als hier in de Tweede Kamer een pleidooi voor hun gelijkwaardigheid monddood wordt gemaakt? Hoe zouden de Palestijnen in Nederland en in de wereld zich moeten voelen als hier in de Tweede Kamer en ook door het Nederlandse kabinet de oorlogsmisdaden die op dit moment door de regering van Israël gepleegd worden, niet eens veroordeeld of zelfs maar benoemd worden? Ik zie dat de heer Eerdmans een eenzijdige benadering heeft en met misvattingen komt. En daar gaat het mis in dit debat. Wij hebben altijd benadrukt dat wij staan voor de gelijke rechten van iedereen. Ik zou wensen dat de heer Eerdmans dat ook zou doen.

De voorzitter:
De heer Ceder. Laatste vraag.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Als ik goed luister, hoor ik uit de woorden van de heer Van Baarle dat de staat Israël geen bestaansrecht heeft. Hij heeft het erover dat er al 75 jaar illegaal geannexeerd is. Ik ben even aan het chargeren. Klopt dat? U gaat voorbij aan de tweestatenoplossing die misschien nog zou kunnen gebeuren. U gaat dan voorbij aan het standpunt van de Fatah, de PLO. U gaat daarin veel verder; u zegt "eenstaatoplossing". Maar begrijp ik dit goed? Ik vraag dit even voor het standpunt, zodat iedereen dit weet en ook begrijpt. Klopt het dat u het bestaansrecht van Israël niet erkent?

De heer Van Baarle (DENK):
Het is goed dat de heer Ceder begint met de 75 jaar lange onderdrukking van de Palestijnen. Ik hoop dat de ChristenUnie het ook als feit gaat onderkennen dat het land van de Palestijnen al 75 jaar wordt gestolen. Zij leven onder een apartheidsregime. Wij bepleiten dat de eenstaatoplossing de enige realistische weg is voor gelijkwaardigheid. Want wat hebben we gezien? Wij hebben gezien dat de Israëlische regering elke weg naar een tweestatenoplossing heeft geblokkeerd door illegaal handelen. Er werd illegaal steeds meer land ingepikt. Palestijnen moeten leven onder een discriminerend regime. Ze moeten lijden onder geweld door kolonisten. Zo een regime kan niet geloofwaardig onderdeel uitmaken van een tweestatenoplossing. Daarom zeggen wij dat een eenstaatoplossing met gelijke rechten de enige weg is. Die eenstaatoplossing heet wat ons betreft Palestina.

De voorzitter:
De heer Bisschop, SGP. Meneer Bisschop, gaat uw gang. Het was uw laatste vraag, meneer Ceder.

De heer Bisschop (SGP):
Ik heb vorige week in een interruptiedebat iets soortgelijks met de heer Van Baarle gewisseld. Nou doet hij het weer. Ik heb hem erop gewezen hoe nuttig het kan zijn om ieder geval de historische ontwikkeling even na te gaan: vanaf 1947 een tweestatenoplossing en wat daar allemaal op gevolgd is. Nu herhaalt de heer Van Baarle zijn betoog en voegt daar nog wat olie op het vuur aan toe onder het mom van "ik kom op voor de gelijke rechten van de Palestijnen". Ondertussen diskwalificeert hij de soevereine staat Israël door die op voorhand, zonder dat dit objectief is vastgesteld en een veroordeling daarop gevolgd is, te beschuldigen van oorlogsmisdaden. Daarbij worden die van Hamas tussen neus en lippen door eigenlijk een beetje gebagatelliseerd dan wel verzwegen. Bovendien wordt voortdurend gesmeten met de term "apartheidsregime", wetend welke historische geladenheid deze term heeft. Ik neem in ieder geval aan dat hij dat doet, wetend hoezeer dit enorm verschilt van de oorspronkelijke betekenis van dit woord.

De voorzitter:
Komt u tot een vraag?

De heer Bisschop (SGP):
Mijn vraag is: wat verstaat de heer Van Baarle nou precies onder de-escalatie? Dat de Joodse staat, Israël, verdwenen is, is dat de de-escalatie die hem voor ogen staat?

De heer Van Baarle (DENK):
Ik ben het niet die stelt dat de Israëlische regering oorlogsmisdaden pleegt, maar onder andere Amnesty International. "Vernietigend bewijs van oorlogsmisdaden Israël, hele families in Gaza gedood". Dat is wat Amnesty International zegt. De heer Bisschop kan daar zijn ogen voor sluiten, maar wij doen dat niet. Wij keuren die oorlogsmisdaden van de Israëlische regering wél af. Ik ben het niet die zegt dat de blokkade van Gaza in strijd is met alle vormen van mensenrechten. Mensenrechtenorganisaties zeggen dat. Als het gaat om feitelijkheid, zou ik de heer Bisschop dus willen vragen om zich te houden aan die feiten, want die liggen hier voor en zijn niet te ontkennen. De heer Bisschop vroeg mij naar de apartheidsstaat. Die is er, ook volgens mensenrechtenorganisaties, die aantonen dat Palestijnen zowel in de bezette gebieden als niet in de bezette gebieden te kampen hebben met illegale arrestaties, discriminatie, annexatie en geweld door kolonisten. Er is een naam voor als je mensen op basis van hun afkomst anders behandelt, namelijk discriminatie, en als dat geïnstitutionaliseerd is, is dat apartheid. En hoe komt er de-escalatie? Door een eenstaatoplossing, met gelijke rechten voor zowel joodse mensen als moslims. Die staat heet wat ons betreft Palestina.

De heer Bisschop (SGP):
Het is helder hoe de heer Van Baarle aan zijn informatie komt. Ik wil dat verder niet wegschuiven of diskwalificeren, maar we weten allemaal hoe eenzijdig dit soort informatie veelal is, tenzij je je ogen daarvoor sluit. Als je daar als enige op koerst, en dan ook nog eens een keer afgaat op filmpjes en informatie van Hamas, dan kom je tot ongenuanceerde stellingnames en dan houd je krampachtig vast aan de term "apartheidsstaat", terwijl dat eerder het probleem vergroot dan dat het tot een oplossing, tot de-escalatie leidt. Het stimuleert de vijandige houding over en weer alleen maar. Dan moet je eerlijk zijn en moet je zeggen: ik heb geen belang bij de-escalatie; de enige de-escalatie die ik wil, is Israël weg, en dat lost alles op. Nou, ik kan u verzekeren dat we daar in die omgeving dan een nog groter kruitvat krijgen.

De heer Van Baarle (DENK):
Dat de markt bij vluchtelingenkamp Jabalia is gebombardeerd door het Israëlische regime, waarna er 69 Palestijnse mensen in Gaza zijn gestorven, zuig ik niet uit mijn duim, zeg ik tegen de heer Bisschop. Het zijn de feiten. Dat de 2,2 miljoen Palestijnen in Gaza op dit moment afgesloten zijn van levensmiddelen, voedsel, elektriciteit en brandstof, en dat ze moeten creperen in 's werelds grootste openluchtgevangenis, zuig ik niet uit mijn duim. Dat zijn de feiten, zeg ik tegen de heer Bisschop. Dat afdoen als een soort eenzijdige mening, is het ontkennen van het humanitair recht en van mensenrechten. Ik zeg via u, mevrouw de voorzitter, dat een Tweede Kamerlid dat dit zegt, zich daarvoor zou moeten schamen.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):
De heer Van Baarle zegt dat hij tegen iedere vorm van haat is en dat er een oplossing moet komen waarbij iedereen gelukkig wordt. Maar de stellingname is toch wel wat gepolariseerd en in ieder geval eenzijdig. Ik vraag me af of de heer Van Baarle dan in ieder geval de terroristische aanval van Hamas die in eerste instantie werd uitgevoerd, kan veroordelen.

De heer Van Baarle (DENK):
Ik heb tot in den treure bij elk debat het maken van burgerslachtoffers en het aanvallen van weerloze mensen veroordeeld. Tot in den treure heb ik daar bij elk debat afstand van genomen. Maar de situatie daar is eenzijdig, want daarin trekken de Palestijnen al 75 jaar lang aan het kortste eind. Dat benadruk ik. Als ik die kant van het verhaal benadruk, dan doe ik dat omdat de situatie in de praktijk eenzijdig is. Een almachtige Israëlische overheid onderdrukt de Palestijnen met wapengeweld, al 75 jaar lang.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Dat hebben we natuurlijk al eerder gehoord, maar dat rechtvaardigt toch nog steeds niet die ongelofelijke terroristische aanval waarbij zo veel mensen gewoon zomaar werden vermoord? De poging om dat rechtvaardigen valt mij zwaar. Het onomstotelijk veroordelen van die terroristische aanval kan niet voorwaardelijk zijn of op de een of andere manier recht gepraat worden. Dat is de heer Van Baarle toch met mij eens?

De heer Van Baarle (DENK):
Maar volgens mij heb ik net in antwoord op de vraag van de heer Van Haga gezegd dat ik in elk debat het maken van burgerslachtoffers veroordeel, of het nou een weerloze Israëlische burger is of een Palestijns kind dat sneuvelt door een Israëlische bom. Ik ben daar heel helder over. Maar ik wijs ook op de omstandigheid dat er al 75 jaar sprake is van het schenden van de mensenrechten van de Palestijnen. Dat moet benoemd worden; nu, morgen en daarna. Dat zullen wij altijd doen.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Maar daarmee wordt het toch een beetje met elkaar in verband gebracht. Ik denk toch dat je het onconditioneel moet veroordelen. Maar dan mijn laatste vraag: kan de heer Van Baarle misschien ook invoelen hoe de joden in Israël zich voelen en hoe de joden in Nederland zich nu voelen? Want dat is dan toch ook iets wat in die hele vergelijking een grote rol moet spelen voor de heer Van Baarle?

De heer Van Baarle (DENK):
Als mensen op basis van hun geloof bedreigd, aangevallen of gediscrimineerd worden, dan neem ik daar in alle toonaarden afstand van, of het nou een joodse Nederlander is die bedreigd wordt of, zoals onlangs is gebeurd, een moskee die een dreigtekst heeft ontvangen. Dat is allebei even verschrikkelijk. Ik zou wensen dat wij ervoor zorgen dat er op deze plek van de wereld rust komt. Ik heb u geschetst wat de oplossing van DENK daarvoor is. Dat is een eenstaatoplossing met gelijke rechten voor zowel joodse mensen als moslims. Die staat heet dan wat ons betreft Palestina. Dat is ons oprechte pleidooi, om een einde te maken aan de al 75 jaar lang durende onderdrukking van de Palestijnen en om ook recht te doen aan de positie van joodse mensen.

De voorzitter:
De laatste vraag van de heer Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Ik denk dat het wat grotesk is om hier in deze plenaire zaal te denken dat we het hele probleem daar gaan oplossen. Daarom dus mijn laatste vraag aan de heer Van Baarle: hoe moeten we dan gaan ingrijpen in al dat geweld dat hier plaatsvindt? Daar kunnen we namelijk wel wat aan doen. Dat is toch voornamelijk geweld van rare mensen die toch een beetje boos zijn over dat de Palestijnen worden aangevallen en geweld plegen tegen joodse mensen. Dat kunt u toch niet ontkennen? Wat gaan we daar precies aan doen? Daar moeten we toch snoeihard in ingrijpen?

De heer Van Baarle (DENK):
Ik heb net aangegeven dat ik elke vorm van geweld tegen joodse Nederlanders, maar ook geweld tegen Nederlanders die het islamitische geloof aanhangen, verwerp. Ik heb u net ook gewezen op een dreigtekst die een moskee heeft gekregen. Daar moeten de instanties wat aan doen, om ervoor te zorgen dat er veiligheid is. Maar de heer Van Haga doet nu alsof alle intimidatie en alle bedreigingen alleen maar vanuit één hoek zouden komen, maar dat is niet waar. Ik kan daar legio voorbeelden van geven. De heer Eerdmans zei net: je kan in Nederland prima over straat met een hoofddoekje. Maar dat is niet waar. Vrouwen met een hoofddoek lijden ook onder de meest verschrikkelijke vormen van intimidatie en discriminatie. Ik zou willen dat we alle vormen van haat aanpakken. En daarbij maakt het mij niet uit in welke richting die haat gericht is.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Baarle. Dan stel ik voor dat we een paar minuten schorsen en om 21.00 uur weer verdergaan. Dan starten we met de heer Eppink.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:
Aan de orde is het debat over de Europese top. Ik geef het woord aan de heer Eppink van BBB.

De heer Eppink (BBB):
Dank u, voorzitter. De afgelopen dagen bracht de premier een bliksembezoek aan Israël en de Palestijnse Autoriteit. Dat draagt onze goedkeuring weg. De premier zei dat hij een stevig gesprek had met zijn Israëlische evenknie, maar wat is "stevig"? Hij reisde vanuit het rustige Nederland naar het onrustige Midden-Oosten voor een stevig gesprek met de Israëlische premier, wiens land in oorlog is. Misschien kan de premier het woord "stevig" nader preciseren. Wat is er allemaal gezegd? Hoe intens was het? En hoe was het gesprek met de president van de Palestijnse Autoriteit? Was dat ook zo stevig?

Voorzitter. Ik steun het uitgangspunt van het kabinet. Israël heeft na de brutale en weerzinwekkende moord op 1.400 mensen het recht op zelfverdediging. Daartoe behoort het uitschakelen van de organisatie Hamas, die een schrikbewind uitoefent in de Gazastrook, die Israël in 2005 zelf heeft verlaten, inclusief de nederzettingen. Dat bood Gaza de kans op een eigen ontwikkeling — sommigen dachten aan toerisme en dergelijke — maar het tegenovergestelde gebeurde: de landstrook werd de facto een lanceerplatform van Iran, met Hamas als onderaannemer; Iran is de regisseur van deze geweldsspiraal. Wij vragen de premier of hij dat ook zo ziet. Is hij het met mij eens dat de Iraanse Revolutionaire Garde op de sanctielijst van de EU moet komen, en dan niet alleen de top, maar alle leden?

Het verwijderen van Hamas is een hele klus. Ik ben het met de premier eens dat dit moet gebeuren, maar dan wel met inachtneming van het internationaal humanitair recht; de burgerbevolking moet zo veel mogelijk worden ontzien. Het is van belang dat de burgers worden voorzien van voedsel, water en medicijnen. Gelukkig helpt ook Egypte daarbij, al moet ik erop wijzen dat Egypte zelf geen Gazanen wil opvangen.

Voorzitter. Ik ben ook benieuwd naar de houding van de heer Abbas, de president van de Palestijnse Autoriteit. Heeft hij de aanslagen intussen veroordeeld? Dat zei de premier. In welke bewoordingen heeft hij dat gedaan? In het begin gaf hij vooral Israël de schuld en had hij het over agressie. Het moet duidelijk zijn dat er geen morele equivalentie bestaat tussen Israël en Hamas. Israël is een democratie, Hamas een terreurbende. Ziet president Abbas dat ook zo?

Hoe ziet de premier de koers van de EU? Spanje is momenteel EU-voorzitter en de Spaanse premier moet een sleutelrol vervullen. Maar zijn minister van Sociale Rechten, Ione Bellara, eist dat de Israëlische premier Netanyahu voor het Internationaal Strafhof in Den Haag wordt vervolgd — dat is ongeveer hetzelfde referaat dat we net hebben gehoord — wegens oorlogsmisdaden. Ze spreekt zelfs over genocide. Mijn vraag aan de premier is: kan het Spaanse voorzitterschap wel functioneren met dergelijke uitspraken?

Voorzitter. Het conflict is ook merkbaar in onze grote steden. Ik kan me nog herinneren dat we op christelijke scholen in gebed gingen voor Israël, zoals in 1967 en in 1973. Nu leidt het conflict ook tot spanningen hier, en tot toenemend antisemitisme. Berichtgeving speelt ook een cruciale rol. Verkeerde berichtgeving is spelen met vuur, ook hier. Bij de explosie bij een ziekenhuis in Gaza werd meteen gemeld dat deze het gevolg was van een Israëlische bomaanval, die 500 levens eiste. De gretigheid waarmee sommigen dit presenteerden, leek meer op een poging tot morele equivalentie tussen Israël en Hamas. Maar de berichtgeving klopte niet. Het effect ervan was echter desastreus. Is de premier het met mij eens dat berichtgeving voorzichtig moet zijn en dat ze bij ongecontroleerde informatie de journalistieke regel "bij twijfel niet doen" moet volgen?

Voorzitter. Als er één groot conflict is, zijn er altijd bad guys die dan ook maar beginnen, zoals de leider van Azerbeidzjan, die een aanval lanceerde op Armenië. Dat mogen we zeker niet uit het oog verliezen. Mijn vraag aan de premier is: ziet de premier dit ook zo? Wat doen Nederland en de EU om Armenië te helpen in deze donkere dagen? Ook dat wordt waarschijnlijk besproken op de Europese top.

Ik dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Eppink. Dan geef ik het woord aan de heer Brekelmans, VVD.

De heer Brekelmans (VVD):
Voorzitter. Vandaag vervang ik collega Van Wijngaarden, die helaas vanwege treurige persoonlijke omstandigheden niet bij dit debat kan zijn.

Het is nog maar iets meer dan twee weken geleden dat Hamas een terreuraanval pleegde op Israël die werkelijk ieder voorstellingsvermogen te buiten ging, zo sadistisch, zo beestachtig, zo vernederend. De beelden die we hebben gezien, de verhalen die we hebben gehoord, het verdriet en de angst van betrokken mensen; ze laten mij, en ik denk velen van ons, niet meer los. Daarom voelt het niet als twee weken geleden, maar als de dag van gisteren.

Toen de terroristen van Hamas dit deden, wisten zij wat ze over de bevolking van Gaza afriepen. Zij wisten dat Israël zou reageren om zich te verdedigen tegen terreur. De dood van duizenden onschuldige burgers in Gaza is voor hen bijzaak of, nog erger, zij zien het als een nobele zaak om voor te sterven. Het aantal slachtoffers onder de Palestijnen neemt toe. Dit zijn Hamasstrijders, maar ook onschuldige vrouwen en kinderen. Iedere onschuldige dode, iedere onschuldige gewonde doet pijn. Het gaat om gewone mensen met gewone levens die ineens worden verwoest. Dat ook een Nederlandse vrouw is omgekomen, maakt het extra pijnlijk en extra triest.

Israël heeft het recht zich te verdedigen tegen terreur. Israël kan zijn burgers geen veiligheid garanderen met tienduizenden terroristen aan zijn grens. Daarom is het nodig om Hamas fors te verzwakken. Dit kan niet zonder militaire middelen. Uiteraard moet Israël deze militaire middelen inzetten in overeenstemming met het humanitair oorlogsrecht en het principe van proportionaliteit.

We zien dat de omstandigheden in Gaza verslechteren. Meer water, meer voedsel en meer medicijnen zijn nodig. Ook moeten mensen met een andere nationaliteit Gaza veilig kunnen verlaten. Daarom zou het goed zijn als er humanitaire pauzes worden ingesteld, met een specifieke plaats en een specifieke tijd. Dan kan de levering van humanitaire goederen op een veilige manier plaatsvinden. Maar dit is iets anders dan een algeheel staakt-het-vuren, want als je dat zou doen, zeg je eigenlijk tegen Israël: het is nu genoeg geweest; je moet de bestaande dreiging van Hamasterroristen accepteren en je mag geen militaire middelen inzetten om 200 gijzelaars te bevrijden. Dat vinden wij als VVD niet verstandig. We zijn dus wel voor humanitaire pauzes, maar niet voor een algeheel staakt-het-vuren.

De heer Van Baarle (DENK):
De heer Brekelmans zei in zijn bijdrage dat ieder mensenleven evenveel waard is. Ik zou in dit kader aan de heer Brekelmans willen vragen of hij onderkent dat de Israëlische regering op dit moment bezig is met een vergeldingsactie die de Palestijnen in Gaza collectief straft, dat het afsluiten van die mensen van voedsel in strijd is met het internationaal recht en dat er alle aanleiding is om te veronderstellen dat er vele oorlogsmisdaden zitten tussen de bomaanvallen die op dit moment op Gaza plaatsvinden. Is de heer Brekelmans bereid om dat te onderkennen?

De heer Brekelmans (VVD):
Ik zou zelf andere woorden kiezen. Wat ik zie, is dat Israël Hamasdoelen aanvalt en probeert om Hamasmilitanten uit te schakelen, en dat daarbij inderdaad onschuldige burgerslachtoffers vallen. We weten de precieze aantallen niet, maar uit de beelden lijkt dat wel om grote aantallen te gaan. Inderdaad is het afsluiten van toegang tot humanitaire goederen in de meeste gevallen in strijd met het oorlogsrecht. Er zijn maar enkele uitzonderingen waarin dat is toegestaan. Als je wilt inschatten of er sprake is van oorlogsmisdaden, wat nog iets anders is dan het in strijd zijn met het humanitair oorlogsrecht, dan moet daar jarenlang onderzoek naar worden gedaan. Dan moet ook worden gekeken wat het doel was, wat de intentie was en welke burgerslachtoffers daarbij zijn gevallen. Dat kan ik niet vanuit Den Haag beoordelen terwijl de oorlog nog plaatsvindt.

De heer Van Baarle (DENK):
Eigenlijk vind ik dit een stuitend antwoord van de heer Brekelmans namens de VVD. Ik vraag me echt af hoe iemand te goeder trouw niet kan onderkennen dat het afsluiten van 2,2 miljoen mensen van voedsel een misdaad is. Hoe kunnen we hier in de Tweede Kamer nog geloofwaardig zeggen dat wij de internationale rechtsorde moeten bevorderen als hier niet wordt onderkend dat dat een misdaad is? Hoe kunnen we hier in de Tweede Kamer nog geloofwaardig zijn als de heer Brekelmans namens de VVD niet bereid is te onderkennen … De bewijzen zijn er. Ik heb net het rapport van Amnesty International aangehaald. Zonder waarschuwing zijn mensen die gevlucht waren naar een markt in de nabijheid van een vluchtelingenkamp gebombardeerd. Er zijn 69 mensen overleden. Ik vraag aan de heer Brekelmans: hoe kunnen we nou hier in de Tweede Kamer steeds maar weer niet zeggen dat de Israëlische regering alle perken te buiten gaat en misdaden pleegt? Waarom komt die veroordeling er niet, vraag ik aan de heer Brekelmans.

De heer Brekelmans (VVD):
De heer Van Baarle gooit alles op één hoop. Ik zou het onderscheid willen maken. Ik heb gezegd dat een bevolking de toegang onthouden tot humanitaire goederen, zoals water, voedsel en medicijnen, en geen humanitaire goederen toestaan in strijd is met het internationale recht. Daarom pleit ik ook voor humanitaire pauzes. Ik pleit voor een humanitaire corridor, juist om ervoor te zorgen dat die wel worden toegelaten. Bij bombardementen moet je heel specifiek per geval bekijken wat het doel was. We weten dat Hamas zich in heel veel gevallen vlak bij of zelfs in ziekenhuizen verschuilt en zelfs raketten afschiet van dat soort locaties. Iedere keer moet je bekijken wat het doel en de intentie waren, en hoeveel burgerslachtoffers erbij gevallen zijn en pas dan kun je beoordelen of het wel of niet in strijd was met het oorlogsrecht.

De heer Van Baarle (DENK):
Het is in ieder geval een winstpunt dat de heer Brekelmans namens de VVD aangeeft dat het afsluiten van de 2,2 miljoen Palestijnen in Gaza in strijd is met het internationaal recht. Ik zou de heer Brekelmans dan ook willen vragen om de Israëlische regering daarvoor te veroordelen. Als het gaat om die oorlogsmisdaden is er volgens mij geen sprake van nuance. Als de feiten laten zien dat niet individuele gebouwen zijn weggevaagd, maar dat er een hele woonwijk is weggevaagd in Gaza, gaat dat mantra "er zijn wellicht doelen daar", dat steeds wordt gevoerd, niet op. Er is een woonwijk weggevaagd. Ik gaf net het voorbeeld van de markt waar 69 mensen schuilden. Dit zijn de feiten. Ik vraag aan de heer Brekelmans om de Israëlische regering daarvoor te veroordelen en hier niet heel de tijd die nuance in te brengen. Deze feiten gebeuren namelijk voor onze ogen en we mogen daar niet van wegkijken.

De heer Brekelmans (VVD):
Ik breng wel nuance aan, omdat dit zeker in deze situatie heel belangrijk is. Iets kan in strijd zijn met het internationaal recht, maar dat maakt het niet automatisch een oorlogsmisdaad. Een oorlogsmisdaad is wel even een wat strengere kwalificatie, waarvoor ook aan bepaalde criteria moet worden voldaan. Ik heb gisteren ook gezien dat de premier Netanyahu daarop aangesproken heeft. Hij heeft ook gepleit voor toegang tot humanitaire goederen. Hij heeft gepleit voor humanitaire corridors. Ik herhaal dat. Ik vind dat ook heel goed. Er is nu toegang voor enkele tientallen vrachtwagens met goederen. Dat is natuurlijk veel te weinig. Er is veel meer nodig, laat dat geen misverstand zijn. Nogmaals, natuurlijk is het vreselijk als er veel burgerslachtoffers bij bombardementen vallen. Ik weet het niet, maar het kan zo zijn dat daar een militair doel zat, dat daar infrastructuur van Hamas zat, en dat er bijvoorbeeld op de plek van de bombardementen een raketopslag was en er een grote explosie is ontstaan met burgerslachtoffers. Ik zei al dat je bij dat soort situaties dus per geval moet bekijken wat de intentie en het doel waren, en wat daarvan de gevolgen zijn geweest. Dat moet je goed onderzoeken en pas dan kun je beoordelen of dat een oorlogsmisdaad was of niet. Dat kun je niet alleen doen op basis van het aantal slachtoffers of van verschrikkelijke beelden.

De voorzitter:
U vervolgt weer uw betoog.

De heer Brekelmans (VVD):
Er is afgelopen week wat onduidelijkheid ontstaan over het precieze standpunt van het kabinet. Ook hiervoor geldt dat de woorden die gebruikt worden, heel nauw luisteren. Ik zou daarom aan de premier willen vragen om te bevestigen dat de lijn van het kabinet de volgende is: wel een oproep tot humanitaire pauzes, maar niet tot een algeheel staakt-het-vuren.

De premier was gisteren op bezoek bij premier Netanyahu en president Abbas. Afgelopen vrijdag was er ook een grote diplomatieke top in Egypte. Na al deze gesprekken en deze top is mijn vraag welke diplomatieke vervolgstappen de premier ziet voor regionale de-escalatie, want dat willen we natuurlijk allemaal. Zoals de premier ook al zei, zouden we natuurlijk allemaal het liefste zien dat er weer stappen worden gezet richting een tweestatenoplossing. Dat is uiteindelijk de enige oplossing om weer wat lucht te krijgen in deze voor beide kanten verstikkende situatie. Maar mijn vraag aan de premier is of het nu realistisch is om dat pad in te zetten.

De voorzitter:
Voordat u verdergaat, heeft de heer Jasper van Dijk, SP, een vraag.

De heer Jasper van Dijk (SP):
De aanslagen van Hamas zijn gruwelijk. Daar zijn we het denk ik heel snel over eens. Tegelijkertijd heeft de premier gisteren gezegd: als je hier echt een structurele oplossing voor wil hebben, moet je toewerken naar een eigen staat voor de Palestijnen, net als dat Israël een eigen staat heeft. Terwijl wij dit debat voeren, is er een bericht van de NOS verschenen waarin staat dat kolonisten op de Westbank hun kans grijpen door de oorlog in Gaza. Ze jagen Palestijnen hun huizen uit en verjagen ze op de meest gruwelijke methodes, met groot geweld, met inmiddels al 90 doden tot gevolg. Heeft de heer Brekelmans dat bericht gezien? Is de heer Brekelmans het met mij eens dat als je naar zo'n eigen staat voor de Palestijnen wil toewerken, dat geweld onmiddellijk moet stoppen en de bezetting van de Westbank dus ook moet ophouden?

De heer Brekelmans (VVD):
In alle eerlijkheid heb ik dat bericht niet gezien, maar wij veroordelen de nederzettingenpolitiek, want die is in strijd met het internationaal recht.

De heer Jasper van Dijk (SP):
De premier participeert actief in het debat, de hele avond al. Het is ook niet niks, dit onderwerp.

De heer Brekelmans stelde wel een vraag aan de premier. Hij vroeg: is dat nou een realistische oplossing? Ik ben het er heel erg mee eens dat we juist dat perspectief moeten schetsen, sterker nog, dat we daar heel snel mee aan de slag moeten gaan. Anders is er voor de Palestijnen helemaal niets. Op dit moment wordt Gaza snoeihard gebombardeerd, wordt Hamas verjaagd en is er niets maar dan ook niets van perspectief voor de Palestijnen. Wat gaat de VVD voor perspectief bieden aan deze bevolkingsgroep?

De heer Brekelmans (VVD):
Het perspectief is uiteraard een tweestatenoplossing. Daar was, is en blijft de VVD voorstander van. De heer Van Dijk kent alleen ook de realiteit, namelijk dat we al twintig jaar, ook al sinds de Oslo-akkoorden, proberen om aan die kar te trekken en dat die behoorlijk ver in het moeras zit. Na de vreselijke terreuraanvallen heb ik geen indicatie om te denken dat de bereidwilligheid aan Israëlische zijde op dit moment heel groot is om hier concessies in te doen. Ze hebben nu met een ander probleem te dealen, namelijk met de dreiging van Hamas en een mogelijke escalatie richting het noorden. Ja, ik vind dat we dat perspectief moeten schetsen. Ik vind ook dat dat een tweestatenoplossing is, uiteraard. De premier heeft daar de afgelopen dagen gesprekken over gevoerd. Diplomaten zijn wellicht ook aanwezig geweest bij de grote top in Egypte afgelopen vrijdag, waar alle relevante spelers aanwezig waren. Mijn vraag is alleen: hoe realistisch is het? Wij kunnen hier nu allemaal voor pleiten — dat klinkt hartstikke goed; dat is inhoudelijk ook het juiste om te doen — maar misschien roepen we het toch een beetje in een holle ruimte op het moment dat er geen enkel draagvlak voor is om daaraan te werken. En die vraag stel ik aan de premier.

De heer Sjoerdsma (D66):
Een van mijn conclusies van de twee Gazaoorlogen die wij hier als Kamer hebben mogen meemaken, is de volgende. Vaak is het zo dat we Israël zolang het duurt zijn gang moeten laten gaan, vanwege de argumenten die de heer Brekelmans noemt, namelijk omdat we niet goed kunnen zien wat er gebeurt. We vragen om een onderzoek achteraf en daarna gebeurt er eigenlijk niks. Er wordt niemand veroordeeld, er verandert niks en de dreiging is ook niet weg voor Israël. De veiligheid blijft nog steeds onder druk staan. Ik hoop dat we dit keer iets anders kunnen doen. Los van dat we Hamas eronder moeten zien te krijgen, wil ik dat we ook tegen Israël duidelijk zijn. Tegen de heer Brekelmans zeg ik: daarvoor bent u ook nodig; u maakt daar de meerderheid. Ik zou u willen vragen of u op z'n minst bereid bent om het oordeel van de Commission of Inquiry of het kantoor van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten over te nemen dat het onthouden van brandstof, elektriciteit, water en voedsel een collectieve straf is. Ik zou ook willen dat u met ons tegen Israël zegt: ja, bescherm uw burgers, maar nee, doe dit niet; stop hiermee, onmiddellijk.

De heer Brekelmans (VVD):
De formulering moet dan wel precies zijn. Ik heb eerder in de beantwoording gezegd dat ik vind dat humanitaire goederen moeten worden toegelaten. Ik vind natuurlijk ook dat Gaza bijvoorbeeld weer elektriciteit zou moeten krijgen. Wat betreft brandstof vind ik het wel heel ingewikkeld. We zien aan de ene kant een hele duidelijke noodzaak. De heer Sjoerdsma heeft dat in zijn bijdrage gezegd. Tegelijkertijd zien we berichten dat Hamas brandstof van UNRWA steelt en die gebruikt om vervolgens weer meer raketten af te schieten. Dat is natuurlijk een hartstikke moeilijk dilemma. Aan de ene kant zijn er humanitaire noden waardoor die brandstof nodig is, maar aan de andere kant zien we dat terroristen dat misbruiken. Maar als het pleidooi is dat er humanitaire goederen moeten worden toegelaten — daarvoor is een humanitaire pauze nodig — dan ben ik daar voorstander van. Dat heb ik volgens mij ook duidelijk aangegeven.

De heer Sjoerdsma (D66):
U ontwijkt de vraag. Als wij echt vrienden zijn van Israël, van de staat Israël en haar inwoners, dan doen wij er alles aan om ervoor te zorgen dat het veilig is, maar ook dat het niet tegen het internationaal recht ingaat, omdat het daarmee onveiliger wordt, niet alleen voor zichzelf maar ook in de rest van de wereld. Het gaat hier niet om humanitaire doelen. Het gaat om iets wat Israël zelf doet: Gaza afsluiten van water, voedsel en elektriciteit. Daarmee wordt de bevolking collectief gestraft. Ik zeg het nog een keer tegen u: internationaal recht is geen buffet waar je uit kan kiezen. Ik hoop dat u en uw partij dit keer met ons willen zeggen: dat kan niet; Israël moet daarmee stoppen. U hoeft het nog niet eens te veroordelen — ik snap dat dit moeilijk ligt en dat voor andere partijen weer andere dingen moeilijk liggen — maar zegt u alstublieft met ons dat dat moet stoppen, want het gaat grote gevolgen hebben als het nog 24 uur lang doorgaat.

De heer Brekelmans (VVD):
Volgens mij vraagt de heer Sjoerdsma mij te zeggen wat ik net gezegd heb. Het enige wat ik zeg over de opsomming die hij maakt, is dat er rondom brandstof een dilemma is, omdat we zien dat brandstof ook wordt misbruikt door terroristen. Maar dat daar humanitaire nood is, zie ik terdege, dus als dat nodig is, vind ik ook dat de premier daarop moet aandringen. Dus volgens mij antwoord ik grotendeels in lijn met wat de heer Sjoerdsma zegt.

De voorzitter:
Vervolgt u uw betoog. O, er is toch nog een vraag van de heer Dassen, Volt. Gaat uw gang.

De heer Dassen (Volt):
Ik vind de heer Brekelmans hier te terughoudend. Ik heb daar best veel moeite mee, merk ik, omdat daar nu 2 miljoen mensen afgesloten zijn van water en brandstof. Daaronder zijn ongeveer 50.000 zwangere vrouwen. 5.500 daarvan gaan de komende maand mogelijk bevallen. Als je nu kijkt naar de tekorten in de ziekenhuizen en de waarschuwingen van Artsen zonder Grenzen dat, als dit zo doorgaat, de humanitaire consequenties ontzettend groot zullen zijn voor die 2 miljoen mensen, maar specifiek voor de vrouwen die op het punt staan te bevallen, dan zou ik toch ook verwachten van de heer Brekelmans dat hij hier vol overtuiging zegt dat die blokkade moet stoppen. Het is toch onbestaanbaar dat we dit met elkaar accepteren, dat we hiernaar kijken en dat we terughoudend antwoorden, zo van "ja, ja"? Ik hoop dat de heer Brekelmans hier heel duidelijk aangeeft dat dit niet kan, dat we dit niet accepteren en dat we ons hier als internationale gemeenschap heel hard over zullen uitspreken om ervoor te zorgen dat dit per direct stopt!

De heer Brekelmans (VVD):
De heer Dassen kan zijn stem verheffen — dat vind ik allemaal leuk — maar stel dat wij morgen zouden zeggen dat we brandstof toelaten tot Gaza en dat die brandstof in handen valt van Hamas. Ik heb de heer Sjoerdsma horen zeggen — ik hoop dat ik hem goed parafraseer — dat geen druppel in handen van Hamas terecht mag komen. Als er brandstof wordt geleverd, moet een voorwaarde zijn dat dat bij de ziekenhuizen komt, waar de heer Dassen zich zo druk om maakt, dat dat op de plekken terechtkomt die voor de Gazanen van belang zijn. Als dat rechtstreeks in de handen van Hamas komt en vervolgens niet bij de ziekenhuizen terechtkomt, maar wordt gebruikt om meer raketten af te schieten, dan schieten we daar allebei helemaal niks mee op. Dat is het enige wat ik zeg. Als het mogelijk is om die afspraken te maken en ervoor te zorgen dat de brandstof voor de juiste doelen wordt gebruikt, dan ben ik daar natuurlijk voorstander van. Ik heb natuurlijk geen enkele aanleiding om te zeggen dat een ziekenhuis niet mag functioneren of dat er geen elektriciteit in Gaza mag zijn. Dat lijkt me heel duidelijk. Maar de reden dat het nog niet is geleverd, is omdat niet kan worden gegarandeerd dat het niet alleen in de handen van terroristen valt. Want uiteindelijk geeft de heer Dassen om mensenlevens en geef ik om mensenlevens, maar Hamasterroristen geven om de dood. Dat is het probleem waar we mee te maken hebben.

De heer Dassen (Volt):
De voedingsbodem voor extremisme wordt op dit moment gelegd, want als je mensen in deze ellende laat voortbestaan, dan ben je bezig om de volgende geweldsescalatie te organiseren. Natuurlijk willen we allemaal af van Hamas en veroordelen we allemaal hun terreurdaden, maar het is nu ook vereist van de internationale gemeenschap om ervoor te zorgen dat alle onschuldige burgers in Gaza en op de Westelijke Jordaanoever ook bescherming genieten. Ik heb een vraag aan de heer Brekelmans. Hij zegt dat hij wel voor de-escalatie is, maar niet voor een volledig staakt-het-vuren. Maar volgens mij zijn we, gelet op de situatie daar op dit moment, op een punt aangekomen dat in internationaal verband pleiten voor een vredesmissie de enige manier is om tot een echt staakt-het-vuren te komen en nog enig perspectief te houden op een tweestatenoplossing. Zo zorgen we dat het geweld daar stopt.

De heer Brekelmans (VVD):
Om nog even op het eerste deel terug te komen: volgens mij is mijn pleidooi heel duidelijk. Natuurlijk moet er toegang zijn tot humanitaire goederen en brandstof. De enige opmerking die ik daarbij maak, is dat het wel in de juiste handen terecht moet komen. Volgens mij zijn de heer Dassen en ik het daarover eens. Natuurlijk hoop ik ook dat het zo snel mogelijk tot een staakt-het-vuren komt. Natuurlijk wil ik ook dat er zo min mogelijk burgerslachtoffers vallen. Alleen is de boodschap aan Israël, op het moment dat je als Nederland nu een stap verder gaat door als zo'n beetje het enige land in de Europese Unie op te roepen tot een staakt-het-vuren, in feite: u mag geen militaire middelen meer inzetten om Hamasterroristen uit te schakelen, de militaire infrastructuur van Hamas uit te schakelen en gijzelaars te bevrijden. Dit vind ik niet het juiste moment voor die boodschap. Daarom zeg ik dat ik voorstander ben van een humanitaire pauze om al die humanitaire goederen Gaza in te krijgen, dat we natuurlijk moeten inzetten op de-escalatie en dat we natuurlijk zo snel mogelijk moeten toewerken naar een oplossing met perspectief. Maar als Israël op dit moment zegt dat het voor zijn veiligheid en die van zijn burgers nodig is om de militaire infrastructuur van Hamas verder uit te schakelen en dat het militaire middelen nodig heeft om die 200 mensen vrij te krijgen, vind ik dat de internationale gemeenschap die ruimte ook moet geven. Daarbij moet ze Israël natuurlijk wijzen op proportionaliteit en het internationaal recht.

De heer Dassen (Volt):
Volgens mij zou de boodschap van de internationale gemeenschap juist moeten zijn dat we geen verdere burgerslachtoffers meer willen hebben. Maar ik ga nog even terug naar wat de heer Brekelmans aan het begin van zijn antwoord zei. Is zijn uitgangspunt dat de blokkade maar moet blijven bestaan als we niet honderd procent kunnen garanderen dat er geen druppel bij Hamas terechtkomt? Of begrijp ik hem dan verkeerd?

De heer Brekelmans (VVD):
Dan begrijpt u mij verkeerd. Natuurlijk is zo'n situatie nooit zo zwart-wit dat je kunt garanderen dat er helemaal niks in handen van Hamas valt. Maar het doel van de heer Dassen is volgens mij dat het in ieder geval voor een heel groot deel, verreweg het grootste deel, in de juiste handen terechtkomt. Dat zou ook mijn doel zijn. Het moet terechtkomen bij de ziekenhuizen waar de heer Dassen het over had en op andere plekken waar brandstof nodig is. Maar als daar geen enkele garantie voor gegeven kan worden, omdat we weten dat het overgrote deel rechtstreeks in handen van Hamas valt en dat ze dat uitsluitend gebruiken om raketten af te schieten, dan begrijp ik dat er terughoudendheid is. Maar uiteraard zie ik ook de humanitaire nood, dus ik hoop dat het mogelijk is om daar zo snel mogelijk toe over te gaan. Ik hoop ook dat er daarbij garanties kunnen worden gegeven dat het zo veel mogelijk op de juiste plek terechtkomt, misschien niet honderd procent, maar wel voor het overgrote deel.

Mevrouw Piri (PvdA):
Ik vraag me bij de heer Brekelmans het volgende af. Het gaat om de volledige blokkade van Gaza, dus het niet toelaten van water en medische spullen, het afsluiten van elektriciteit en het niet leveren van brandstof, met alle gevolgen van dien. Raakt dat volgens de heer Brekelmans nou Hamas of is het eigenlijk een collectieve bestraffing van de Palestijnen in Gaza?

De heer Brekelmans (VVD):
Het raakt beiden, uiteraard.

Mevrouw Piri (PvdA):
Als dit proportionaliteit is volgens de VVD, maak ik me wel echt heel erg zorgen.

De heer Brekelmans (VVD):
Ik heb niet het woord ... Het is flauw om me dat in de mond te leggen. Ik heb het niet over proportionaliteit. Mevrouw Piri stelt mij een of-ofvraag. Zwart-wit: raakt het de een of de ander? Het raakt allebei. Het is heel duidelijk, zoals ik een keer of vier of vijf in mijn bijdrage en nog eens vier of vijf keer in interrupties heb gezegd, dat ik vind dat er nu humanitaire pauzes en humanitaire corridors moeten komen, dat die goederen zo snel mogelijk geleverd moeten worden, dat het aantal vrachtwagens dat ernaartoe gaat veel te laag is en dat het gaat om zowel water als voedsel, elektriciteit en brandstof. Het enige wat ik daar als laatste bij heb gezegd, is dat ik hoop dat er garanties gegeven kunnen worden dat het in de juiste handen terechtkomt.

Mevrouw Piri (PvdA):
Dan hoop ik in ieder geval dat het niet een voorwaarde is voor de VVD voor het leveren van humanitaire hulp. Ik denk dat het goed is als u dat nog duidelijk maakt. Ik hoor ook de heer Brekelmans zeggen: wij zijn niet voor een staakt-het-vuren, want wij vinden het belangrijk dat Israël vindt dat het dat niet moet doen. Israël heeft ook gezegd: wij gaan die humanitaire hulp niet leveren zolang alle gegijzelden vastzitten. Staat u daar dan ook achter de Israëlische regering?

De heer Brekelmans (VVD):
Volgens mij heb ik net mijn standpunt over humanitaire goederen, humanitaire corridors en een humanitaire pauze heel duidelijk gemaakt.

Mevrouw Piri (PvdA):
Dan toch nog even over de semantische discussie waar dit debat over lijkt te gaan: wat is het verschil tussen een staakt-het-vuren en een humanitaire pauze? Als je hulp wilt leveren aan alle plekken in Gaza ... Daar leven toch 2,2 miljoen mensen. Een groot deel van Gaza ligt nu in puin. We hebben gezien wat de situatie in de ziekenhuizen is. Hoelang denkt u dat die humanitaire pauze, waar ú voor bent, moet duren?

De heer Brekelmans (VVD):
Volgens mij kun je die humanitaire pauze ook met regelmaat ... Je kunt zeggen: bepaalde delen van de dag of bepaalde weken. Het is niet zo dat ik nu kan zeggen: nou, als je dat twee dagen doet, dan is alles geleverd. Ik denk dat mevrouw Piri dat zelf ook niet kan zeggen. Er is volgens mij wel een onderscheid te maken met een algeheel staakt-het-vuren, waarbij Israël helemaal niks meer kan doen, geen enkel militair doel meer kan treffen. Volgens mij is er een tussenweg als je zegt: bepaalde delen van de dag of voor een bepaalde periode zijn gebieden in Gaza veilig, is dát een veilige corridor. Volgens mij is dat ook precies waar een heleboel landen, het overgrote deel van de internationale gemeenschap, voor pleit. Dus volgens mij hoef ik nu niet aan te geven hoeveel uren en dagen dat precies is. Ik zou zeggen: zo veel als nodig is om ervoor te zorgen dat de humanitaire situatie in Gaza verbetert.

De voorzitter:
Laatste vraag, mevrouw Piri.

Mevrouw Piri (PvdA):
Een fout die we niet moeten maken, is denken dat de Europese Unie nu staat voor de internationale gemeenschap. Volgens mij is het pleidooi, ook vandaag van de Wereldgezondheidsorganisatie — eerste bericht op NU.nl — dat er een humanitaire ramp dreigt in Gaza, nu er ziektes worden verspreid. We zien de oproepen van UNRWA. Duidelijker kunnen ze niet zijn, hè! Vanaf morgen kunnen ze gewoon de ziekenhuizen niet meer runnen. Er is geen schoon water. Daar hebben we het nu over. Dat is volgens mij een duidelijk geval van een hele grove schending van het internationaal recht. Wat je niet mag doen, is voorwaarden verbinden aan humanitaire hulp. Wat je niet mag doen, is, terwijl de bombardementen volgens de VVD door mogen gaan wanneer de hulpgoederen naar binnen komen, juist de hulpverleners ook nog eens in gevaar brengen.

De heer Brekelmans (VVD):
Ik vind dit, met alle respect voor mevrouw Piri, toch een hele rare manier om uit te leggen wat ik heb gezegd. Ik heb inmiddels al wel zeven keer gezegd dat er sprake moet zijn van veilige humanitaire corridors. Het heeft er natuurlijk helemaal niks mee te maken dat als er humanitaire goederen worden geleverd of als er water wordt geleverd, er gebombardeerd zou kunnen worden. Mijn hele punt is juist dat er een humanitaire pauze moet komen om de toegang van humanitaire goederen mogelijk te maken. Mevrouw Piri begon met de vraag of we een semantische discussie aan het voeren zijn. Ik heb heel duidelijk in mijn bijdrage aangegeven dat ik vind dat die humanitaire pauzes er moeten komen om ervoor te zorgen dat de goederen op een veilige manier geleverd kunnen worden en dat we, zoals ik tegen de heer Dassen zei, ook moeten zorgen dat ze in de juiste handen terechtkomen. Natuurlijk zie ik de humanitaire noden in Gaza met het uur toenemen. Ik zie die noodoproepen ook. Daarom pleit ik hier ook voor. Het enige wat ik niet zeg, is dat ik nu vind dat je tegen Israël kunt zeggen "u mag helemaal niks meer". Dat is wel de implicatie die in ieder geval door sommigen wordt gegeven aan een algeheel staakt-het-vuren. Ik denk niet dat je Israël nu het recht kan ontnemen om met militaire middelen zichzelf te verdedigen.

De voorzitter:
U vervolgt weer uw betoog.

De heer Brekelmans (VVD):
We zien ook dat alles waar wij het nu over hebben tot grote spanningen in Nederland leidt. De bedreiging en intimidatie van Joden in Nederland neemt toe. Joodse kinderen voelen zich niet meer veilig op school, Joodse gezinnen voelen zich niet meer veilig thuis. Er zijn nu zelfs voorbeelden van Joden in Nederland die zich verschuilen op een andere plek in Nederland of in het buitenland en niet meer zichtbaar joodse symbolen durven te dragen. Dat we deze Jodenhaat nog meemaken, 80 jaar na de Holocaust, is onacceptabel. En dat in Nederland, in ons vrije land. De Joodse gemeenschap verdient daarom steun. Dat begint natuurlijk door het gemeentebestuur en door de politie en door leerkrachten op school, maar ook internationale steun door regeringsleiders is daarbij een belangrijk signaal. Daarom vraag ik aan de premier of hij zich in de EU wil inzetten voor een krachtiger veroordeling van het toenemende antisemitisme en de toenemende bedreigingen en intimidatie van de Joodse gemeenschap in Europese lidstaten.

Onze aandacht voor Israël, Gaza en het Midden-Oosten mag niet leiden tot minder steun aan Oekraïne. De gevechten zijn nog net zo intensief als dat ze drie weken geleden waren en Oekraïne heeft onze steun nog net zo hard nodig. De VVD heeft al vaak de oproep gedaan tot een substantiële verhoging van de wapen- en munitieproductie, maar die komen helaas maar tergend langzaam van de grond. Mijn vraag aan de premier is of hij zich ervoor wil inzetten dat de initiatieven om Oekraïne tot maart 2024 van artilleriegranaten te voorzien, kunnen worden verlengd. Daarnaast stellen producenten dat zij meer garanties nodig hebben om hun productiecapaciteit van wapens en munitie substantieel en structureel te verhogen. Als VVD vragen wij hier al een jaar om, ook met brede steun in de Kamer. Mijn vraag aan de premier is waarom dit nu alsmaar niet gebeurt. Is de premier bereid om bij de aankomende EU-top te pleiten voor meer garanties aan producenten? Misschien kunnen we als Nederland ook zelf het voortouw nemen in het geven van gezamenlijke garanties en langjarige bestellingen richting wapen- en munitieproducenten.

Minder positief zijn de berichten dat in ruil voor Hongaarse goedkeuring van het Oekraïense steunpakket er ook geblokkeerde fondsen beschikbaar gemaakt zullen worden. Dat terwijl Hongarije zich nog lang niet houdt aan de Europese regels rond de rechtsstaat. Uiteraard willen we Oekraïne steunen, maar we mogen niet toegeven aan de Hongaarse chantage. Mijn vraag is of de minister-president deze positie deelt. Zijn er ook manieren om via andere wegen steun beschikbaar te maken aan Oekraïne, bijvoorbeeld via de Europese Vredesfaciliteit, zonder dat daar ook de Hongaarse steun voor nodig is?

Dan ga ik naar migratie. We zien de aanhoudende hoge asielinstroom. Het is daarom positief dat migratie weer op de agenda van de Europese Raad staat. Dat is in het verleden een aantal jaren nog wel anders geweest. Om de migratiestroom omlaag te brengen zijn twee dingen nodig. Ten eerste strengere grensbewaking en ten tweede migratiedeals. De manier waarop Tunesië weigert om eerder gemaakte afspraken op hoofdlijnen verder in te vullen en uit te voeren, is de VVD een doorn in het oog. Mijn vraag is wat de reactie van de premier hierop is. Vindt hij dat de EU moet proberen om de Tunesiëdeal alsnog tot leven te wekken? Of verdient een harde opstelling van Tunesië ook een harde reactie van de Europese Unie? Als Tunesië niet wil samenwerken, waarom zetten we dan ook geen visa, handelsvoordelen en ontwikkelingssamenwerking stop?

Afgelopen week hebben de VS nieuwe exportrestricties aangekondigd in de chipsindustrie, die met name gericht lijken tegen China. Daar werd eerder ook al aan gerefereerd. Eerder vond ik dat het kabinet bij dit soort restricties een goede lijn volgde. Maatregelen zijn nodig met het oog op de nationale veiligheid. Die moeten gezamenlijk met bondgenoten als de VS en Japan worden genomen. Ook de economische lasten moeten gelijk worden verdeeld. Mijn vraag aan de premier is of deze nieuwe aangekondigde restricties ook passen binnen deze lijn. Er waren namelijk ook mediaberichten die een andere indruk gaven, alsof de VS eenzijdig een ingrijpend nieuw pakket hebben aangekondigd. Mijn vraag aan de premier is of dit klopt. Als dat zo zou zijn, wat zou dan volgens de premier de reactie van Nederland en wellicht de Europese Unie moeten zijn?

Ik heb nog twintig seconden. Tot slot zou ik graag mijn zorgen willen uiten over de veiligheidssituatie in Kosovo. We zien dat de spanningen daar ook toenemen. Ik zou de premier willen vragen op welke manier de EU Kosovo kan ondersteunen in de dialoog met de Servische minderheid. Servië lijkt ook weer een eigen koers te varen. Het zoekt geen toenadering tot de EU en werkt samen met Iran en Rusland. Er zijn allerlei indicaties dat Servië zich niet houdt aan het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid. Mijn vraag is of premier ook hiervoor weer aandacht wil vragen bij de aankomende top.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Brekelmans. Dan geef ik het woord aan de heer Ceder van de ChristenUnie.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Voorzitter. Het is zeventien dagen geleden dat Hamas een gruwelijke pogrom uitvoerde, waarbij meer dan 1.400 Israëlische burgers omkwamen, velen onherkenbaar gemarteld, verkracht en verminkt. Sinds zeventien dagen leven tientallen families in grote onzekerheid over het lot van ongeveer 200 gegijzelden in Gaza. Inmiddels zijn ook vele families in Gaza al meer dan twee weken hun geliefden kwijt. Moeders rouwen om onschuldige kinderen die vast zijn komen te zitten tussen de raketaanvallen van Israël op Hamas en de terreurorganisatie die ervoor gekozen heeft om te midden van hun volk een strijd te voeren. Vanwege de nauwe contacten heeft ook het leed van specifiek Palestijnse christenen ons geraakt. Er is veel leed. Daar wil ik niet lichtvaardig overheen gaan, want elk onschuldig leven dat de afgelopen tijd verloren is gegaan, is er simpelweg een te veel. Tegelijkertijd lijkt ook in Europese steden de onrust toe te nemen. Hoe kan het toch dat de wereld in brand lijkt te staan en niemand elkaar meer lijkt aan te kunnen horen?

Voorzitter. Dehumaniseren is historisch gezien altijd een machtig wapen gebleken in menselijke handen. Het ontmenselijken van de ander in ons denken verdooft ons. Het verdooft ons vermogen tot empathie, het maakt ons onverschillig jegens leed van de ander en het maakt ons duister blind voor onrecht. Het dehumaniseren van de ander praat recht wat krom is en zoekt makkelijke, snelle antwoorden op complexe, ethische dilemma's. Het reduceert een mensenleven tot een hinderlijk object, een wegwerpproduct, minder waard dan dat van een ander.

Voorzitter. Ik begin hiermee omdat het besef van de waarde en gelijkwaardigheid van een mensenleven nooit iets vanzelfsprekends is, niet in dit parlement, niet in de Nederlandse wijken en straten, niet in Europa, niet in Israël, niet in Gaza, niet op social media en niet in de rest van de wereld. Wij zijn allen vatbaar voor de bedwelmende geest van het dehumaniseren van de ander. Daarom rust er ook een verantwoordelijkheid op ons allen om weloverwogen naar de situatie te blijven kijken en ons af te blijven vragen wat rechtvaardig is.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Ik zou graag aan de heer Ceder, die zojuist het woord "pogrom" gebruikte, willen vragen of een pogrom doorgaans zonder aanleiding gebeurt, en met welk doel. Ik zou van de heer Ceder namelijk graag iets meer willen horen over het gebruik van dat woord in deze context.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Het is al heel lang zo dat antisemitisme door verschillende culturen heen geheerst heeft: in Europa, in het Midden-Oosten, op heel veel plekken. Je ziet dat wat er laatst gebeurde, zeventien dagen geleden, een aanval was. Dat was niet alleen een aanval op Israëlische burgers. De wijze waarop dat is gegaan, ging verder dan alleen het uitschakelen van soldaten, het uitschakelen van een militair doel of twee staten die een conflict met elkaar hebben. Het ging juist om wat ik net zei: het dehumaniseren van het joodse leven, het verminken daarvan en het wegnemen van het leven en de vreugde. Volgens mij valt dit onder de kwalificaties van een pogrom. Volgens mij is wat ik nu zeg niet iets spannends. Het zit 'm niet alleen in de aanval, maar ook in wat de aanval beoogd heeft en de intensiteit erachter. De beelden die we volgens mij allemaal hebben kunnen zien, laten volgens mij weinig aan de verbeelding over. Dit was een aanval op het joodse leven. Volgens mij is dat iets wat weinig betwist wordt, maar u zal daar vast een reactie op hebben.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Ik stel een vraag omdat ik verduidelijking wil. Ik wilde begrijpen waarom de heer Ceder dat woord gebruikte. Zijn antwoord doet mij vermoeden dat de heer Ceder de huidige situatie in Israël en Gaza ziet als een religieuze strijd die, in ieder geval twee weken geleden, zonder aanleiding geïnitieerd is, in dit geval door Hamas. Dan vraag ik de heer Ceder of hij echt niet bekend is met de geschiedenis van de huidige situatie in Israël en Gaza.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Mevrouw Simons veronderstelt iets wat gewoon niet klopt. Volgens mij ken ik de geschiedenis. Pogroms zijn niet iets van na 1948. Er was een bekende pogrom in volgens mij 1929. Dat was in Hebron, dacht ik. Zoals ik net al zei: door de eeuwen heen, en ook in wat nu het Palestijnse gebied is, was het iets voordat de Israëlische staat bestond. Het is ook iets wat na het ontstaan van de Israëlische staat is ontstaan. Rond de vredesbesprekingen is het partitieplan in 1947 afgewezen en het vredesplan is in 2000 afgewezen. Dat zijn allemaal momenten geweest waarop volgens mij wel degelijk pogingen zijn gedaan, hoewel onvolmaakt, richting vrede, die helaas niet zijn gelukt. Ik pretendeer niet alles te weten, maar we hebben het hier vaak genoeg over. Ik denk echt wel dat dit conflict eerder dan zeventien dagen geleden begonnen is.

De voorzitter:
Laatste vraag, mevrouw Simons.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Mijn vraag was of de heer Ceder denkt dat de aanslag van Hamas ongeprovoceerd heeft plaatsgevonden, uit het niets, zonder aanleiding, en of hij denkt dat de situatie in Israël en dus ook in Gaza, er een is van religieuze onenigheid.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Hamas heeft de aanslag gepleegd. Misschien moeten we kijken naar wat Hamas er zelf over zegt. Er is een Hamasleider die heeft aangegeven dat zij de maandag voor de aanslag een akkoord hebben gekregen in Beiroet — daar was een samenkomst — en dat Iran daar ook bij betrokken is geweest. Wat ik hiermee probeer aan te geven, is het volgende. Mevrouw Simons lijkt te veronderstellen dat Hamas een vrijheidsbeweging zou zijn die nu een aanval gedaan heeft, en dat ik dat zo zou interpreteren. Maar zo zie ik het niet. Hamas is een terreurorganisatie. U kunt in het charter, het handvest van Hamas, lezen waar zij voor staan. Hamas gelooft niet in het bestaansrecht van Israël. Dat kan voor een deel religieus gemotiveerd zijn; dat kan. Maar er zitten ook heel veel andere sentimenten achter. Ik weet niet zozeer waar mevrouw Simons op doelt, maar als zij veronderstelt dat ik zeg dat er zeventien dagen geleden plotseling iets is ontstaan, dan is dat echt het bagatelliseren van de situatie en de complexiteit daarvan. Ik heb net herhaaldelijk aangegeven dat het veel dieper ligt. Ik leg ook niet eenzijdig ergens de schuld neer. Ik geef alleen aan dat er op meerdere wijzen, juridisch, historisch en misschien zelfs ook theologisch … Er zijn verschillende mensen die beiden het volgende zeggen. Of, beiden, je hebt ook Bedoeïenen, Israëlische Arabieren, en Palestijnen; dat is ook een verzamelgroep voor de verschillende mensen. Maar ze zeggen allemaal: dit is mijn thuis. Daar moeten we iets mee. Ik probeer dat dus niet te versimpelen.

De voorzitter:
U gaat verder. Vervolgt u uw betoog.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Ja.

De voorzitter:
Dank u zeer.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik eindigde met de vraag wat het pad naar vrede voor zowel de Palestijn als de Israëliër is. Ik wil premier Rutte ook bedanken voor een poging om het menselijke te blijven zien en omdat hij daarom gister met beide leiders in gesprek is gegaan. Het is niet vanzelfsprekend voor leiders om met beide partijen of leiders in gesprek te kunnen gaan. Daarmee heeft Nederland ook een unieke positie.

De uitgangspunten van de ChristenUnie zijn vergelijkbaar met de door het kabinet geuite uitgangspunten. Israël heeft het recht om zich te verdedigen tegen de terreur van Hamas. Het is voor Israël van existentieel belang dat de dreiging van Hamas wordt weggenomen. Wij snakken naar vrede in het Midden-Oosten, maar wij stellen dat vrede helaas niet mogelijk is zolang Hamas met terreur en gruweldaden Israël wenst te vernietigen. Daarnaast moeten we blijven kijken naar de humanitaire situatie in Gaza; daar is het debat net ook over gegaan. Het is goed dat de eerste hulp naar Gaza op gang is gekomen, maar laten we eerlijk zijn: er is meer nodig.

De oorlog tussen Israël en Hamas zal de Europese top ongetwijfeld domineren. Daarom roepen wij het kabinet op om de komende week ook te pleiten voor die humanitaire pauzes. Ik heb dat ook van andere partijen gehoord, maar wij hopen echt dat we dat mogelijk kunnen maken, zodat onschuldige burgers de goederen kunnen krijgen die zij noodzakelijk achten.

Voorzitter. Dan nog een paar vragen over de reis van de minister-president. Hoe kan ook hij zich inzetten voor het vrijlaten van alle gijzelaars? Welke mogelijkheden ziet hij in Europees verband wat dat betreft?

Voorzitter. Wij hebben een zorg, want het lijkt erop dat de Palestijnse Autoriteit familie van Hamasterroristen gaat uitbetalen als gevolg van pay for slay. Is dat iets wat besproken is en wat betekent dat voor onze steun? U kunt begrijpen dat het een pijnlijke aangelegenheid is als dit zou gebeuren.

De premier stelde volgens mij net dat Abbas deze aanslagen van Hamas veroordeelde. We vragen ons af of de premier ook op de hoogte is van een publieke veroordeling van de aanval van Hamas door Abbas, want die hebben wij nog niet gezien. Daarom is het belangrijk voor de wereld om dit van Abbas te horen.

Voorzitter. We zien ook dat de onveiligheid voor joden in Nederland inmiddels enorm is toegenomen, gezien het aantal antisemitische incidenten. In verschillende landen in Europa worden maatregelen genomen. Ik vraag mij af hoe de premier dit ziet. Bijvoorbeeld Duitsland en Frankrijk hebben maatregelen genomen tegen Hamasaanhangers, die ik expliciet wil onderscheiden van andere demonstranten. Vindt de premier niet dat Nederland dit voorbeeld zou moeten volgen?

Voorzitter, ik heb nog één vraag.

De voorzitter:
Heel kort.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Dat gaat over een andere kwestie. De bombardementen van Turkije in Noordoost-Syrië hebben ook te maken met onze veiligheid, want er zitten daar duizenden ISIS-terroristen vast. De instabiliteit daar als gevolg van de bombardementen kunnen ook iets voor onze veiligheid in Nederland betekenen. Wat gaat de premier wat dit betreft bespreken tijdens de EU-top? Wordt er ook bekeken hoe er met Turkije gekeken kan worden hoe die bombardementen juist daar, waar mensen ISIS-strijders vasthouden, ons ook veilig kunnen houden?

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Ceder. Dan geef ik het woord aan de heer Krul, CDA.

De heer Krul (CDA):
Voorzitter. Aan de randen van Europa woedt een gruwelijke brand. Veiligheid en vrijheid, pilaren onder het Europese project die altijd zo vanzelfsprekend lijken, zijn nog nooit zo kwetsbaar geweest. Er zijn verschillende brandhaarden die onze aandacht vragen: de oorlog in Oekraïne, Nagorno-Karabach, de humanitaire situatie in Marokko en Libië en natuurlijk de situatie in de Gazastrook. Deze instabiliteit in Europa heeft haar weerslag en verandert de geopolitieke situatie. Het lijkt soms lastig om tijdens deze onzekere tijden ook de lichtpunten te benoemen, maar dat is wel belangrijk, want ze zijn er. In een vorig debat in de voorbereiding van een Europese top spraken wij onze zorgen uit over de verkiezingen in Polen. Het is goed om te constateren dat het Poolse volk voor rechtsstatelijke partijen heeft gekozen.

Maar dan de situatie in de Gazastrook, een schaduw over dit debat. Allereerst wil ik mijn medeleven uiten aan zowel de Israëlische als de Palestijnse slachtoffers, de gijzelaars en de families van alle betrokken personen. Na de verschrikkelijke aanval van Hamas heeft Israël zijn recht op zelfverdediging ingezet en tegenaanvallen gepleegd. De minister-president heeft aangegeven dat hij Israël onvoorwaardelijk steunt. Staat hij daar nog steeds zo in, vraag ik hem.

Voorzitter. Mijn hart gaat ook uit naar de militairen die actief zijn in dit conflict, die van heinde en ver zijn teruggekeerd naar Israël om hun land te dienen. Als iemand die zelf tien jaar gediend heeft, weet ik hoe onzeker ook hun leven nu is, en dat van hun naasten. Toch voelen zij zich geroepen om op te komen voor hen die niet meer voor zichzelf kunnen opkomen, indachtig het feit dat dit ook van hen het grootste offer kan vragen. Dat is iets wat wij nooit onbenoemd moeten laten. Toch escaleert het conflict steeds maar verder. Het internationaal recht lijkt niet altijd nageleefd te worden. Er zijn indicaties dat dat van beide kanten het geval is. Mijn fractie vindt daarom dat het recht op zelfverdediging ingezet mag worden maar dat het humanitair oorlogsrecht, zoals afgesproken in het eerste Verdrag van Genève, altijd nageleefd moet worden.

Er moet ook onderscheid gemaakt worden tussen de terroristische organisatie Hamas en de Palestijnse burgers in het gebied. Daarom is het van het grootst mogelijke belang dat de grensovergang met Egypte duurzaam wordt geopend voor humanitaire hulp. De VN-organisatie geeft aan dat ze morgen haar activiteiten moet staken als er geen brandstof meer is in het gebied. Dit zal ervoor zorgen dat het voedseltekort en het drinkwatertekort alleen maar groter worden. Het beeld dat een arts straks de stekker moet trekken uit een couveuse omdat de generator uitvalt, is een beeld dat niet te bevatten is.

De heer Sjoerdsma (D66):
Terecht noemt het CDA dat er aan meerdere zijden schendingen van het internationaal recht zijn. Nou wilde het CDA zich in het verleden vaak wat minder duidelijk uitspreken over het internationaal recht als het ging over Israël. Ik zou u dus dit keer het volgende willen vragen. De Commission of Inquiry en de Hoge Commissaris voor Mensenrechten hebben geconstateerd dat Israël collectief straft door het onthouden van water, voedsel en elektriciteit. Wil het CDA in ieder geval dit keer zeggen: ja, dat is een schending van het internationaal recht en ja, dat moet stoppen wat het CDA betreft?

De heer Krul (CDA):
Laat er geen misverstand over bestaan: het internationaal recht geldt niet meer of minder voor verschillende partijen. Ik heb de minister-president ook horen zeggen dat hij er juist op aangedrongen heeft dat het afsluiten van mensen van al die levensmiddelen direct moet stoppen. Het CDA is daar ook heel duidelijk in. We moeten er echt direct voor zorgen dat dit stopt zo snel als dat kan, dat er een humanitaire pauze wordt ingelast en dat er een veilige corridor wordt ingesteld, omdat dit in strijd is met het internationaal recht. Ik constateer in de verschillende interruptiedebatten dat we toch een beetje moeten oppassen met de woorden die we gebruiken. Het risico bestaat namelijk dat we elkaar een hoek in schilderen waarin het lijkt alsof de een meer voor het internationaal recht is dan de ander. Het internationaal recht maakt namelijk zelf geen onderscheid.

De voorzitter:
De heer Sjoerdsma, laatste vraag.

De heer Sjoerdsma (D66):
Dan niet een vraag maar een welgemeend dankwoord aan het CDA, omdat ik echt denk dat het onze positie als politici hier in het eigen land is om te voorkomen dat we de vlammen verder laten opwaaien, om polarisatie tegen te gaan en om te proberen te verbinden. En internationaal moeten het internationaal recht en het mensenrecht ons kompas zijn. Daarin kunnen we niet kiezen. Ik wil dus grote complimenten geven voor wat het CDA nu doet. Ik heb dit geluid lang gemist.

De voorzitter:
U vervolgt uw betoog.

De heer Krul (CDA):
Voorzitter. Dat onschuldige Palestijnen lijden onder het geweld is meer dan schrijnend te noemen. De hulp moet ook bij hen terechtkomen. Wij delen de zorgen die de VVD al heeft geuit. Nederland heeft inmiddels wat geld vrijgemaakt, maar wat gaat Europa doen, zo vraag ik de minister-president. Welk Europees buitenlandbeleid richting het Midden-Oosten gaan wij eigenlijk voeren met elkaar? Hoe staat Europa in de tweestatenoplossing in de toekomst? En welke rol verwacht de minister-president dat Europa hierin kan spelen? Is er eensgezindheid onder de Europese lidstaten als het gaat om het bezoek van de minister-president aan Israël en de Westelijke Jordaanoever? Ik vraag de minister-president of hij daar signalen over heeft ontvangen.

Voorzitter. Uiteindelijk hoopt mijn fractie dat dit conflict ooit in de toekomst duurzaam opgelost kan worden. Wij hopen dat dat ook de ultieme inzet van de minister-president is binnen Europa. Denkt hij dat het een realistisch scenario is dat de partijen op korte termijn überhaupt bereid zijn om te onderhandelen? Hoe reflecteert hij op signalen die wij ontvangen hebben dat ook Qatar en de Verenigde Staten hier een rol in kunnen spelen?

Voorzitter. Door met meer haat te reageren op haat, komt vrede nooit dichterbij. In heel Europa zet deze polarisatie door. Het conflict in het Midden-Oosten slaat over naar Europa en naar Nederland. Welk effect heeft dit in onze samenleving? Er zijn joodse scholen die dicht blijven door dreiging. Er is polarisatie die letterlijk de schoolklassen binnenkomt. Er is polarisatie in de demonstraties waarbij aanhangers van Hamas, aanhangers van Palestina en aanhangers van de Israëli's tegenover elkaar komen te staan. Het recht op demonstreren is een groot goed. Maar als CDA trekken wij de grens bij het verheerlijken van terroristisch geweld. In een fatsoenlijk land is geen plek voor dit gedrag. Wat het CDA betreft is een wetsvoorstel om het verheerlijken van dit geweld strafbaar te maken, dan ook belangrijk. Er moet daarnaast ook een grondslag voor de NCTV zijn om ook op social media te kunnen kijken naar deze fenomenen: de verheerlijking van geweld, aanslagen en haat.

Voorzitter. De brandhaarden woeden ook nog elders op ons continent. Het conflict in Oekraïne gaat onverminderd door. We zouden het bijna als normaal gaan beschouwen, maar dat is het natuurlijk nooit. Al meer dan 600 dagen verdedigt Oekraïne zich tegen de agressie van Rusland. En al 600 dagen houdt Oekraïne zich staande, niet alleen voor Oekraïne maar ook voor de toekomst van Europa, om onze gemeenschap, veiligheid en manier van leven te beschermen, zodat ook onze volgende generatie in een fatsoenlijk land kan leven. Ik had het genoegen om te spreken met de nieuwe Oekraïense ambassadeur. Hij vertelde over hoe het leven in Oekraïne er nu uitziet, hoe men er alles aan doet om een zo normaal mogelijk leven te leiden, terwijl eigenlijk hele generaties jongvolwassenen inmiddels niet anders weten dan dat hun land in oorlog is. Hij vertelde dat er nu al een gigantisch tekort is aan psychiaters gespecialiseerd in traumaverwerking.

Het is daarom van groot belang om binnen de Europese Unie ook in gesprek te blijven met de Verenigde Staten, waar steeds meer discussie ontstaat over de steun aan Oekraïne. Wij moeten één zijn en één blijven. Mijn vraag aan de minister-president is dan ook of hij op de top het belang van de VS in de steun aan Oekraïne kan benadrukken, en of hij het ook bilateraal met de VS op wil pakken.

Voorzitter, ik ga afsluiten. Ik ga afsluiten met een initiatief dat mij deze week diep raakte, van de 25-jarige Selma en de 24-jarige Boaz, de een met een islamitische achtergrond, de ander met een Israëlische achtergrond. Zij gaven elkaar symbolisch een vredesduif en zij startten de actie #deeldeduif, om elkaar op social media letterlijk de vrede te wensen. Het is een klein gebaar met een onschatbare waarde. Laten we hoop en moed vatten en ons aansluiten bij de gedachten van deze jongeren, opdat vrede zal zegevieren.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Krul. Dan geef ik het woord aan de heer Van Haga van de Groep Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Voorzitter. Wordt het belang van Nederland nog wel gediend door onze premier als hij op de Europese top over ons geld, onze economie, onze veiligheid en onze soevereiniteit onderhandelt? Het antwoord is nee. In Nederland voltrekt zich een humanitaire ramp en onze buitenlandpremier gaat in Brussel gewoon weer zoete broodjes bakken. Onze premier is bezig met Oekraïne, terwijl we zelf nauwelijks meer wapens hebben. Onze premier is bezig met het klimaat en wat krijgen wij? Stupide stikstofregels, een suïcidale green deal en een torenhoge rekening voor het lidmaatschap van de EU! Onze premier praat zonder resultaat met Noord-Afrikaanse dictators, terwijl we onder de voet gelopen worden door illegalen. De EU faciliteert een grote, ongecontroleerde volksverhuizing met alle gevolgen van dien en Nederland doet hier vrolijk naïef aan mee. Kan de premier aangeven hoe hij ervoor gaat zorgen dat we de Nederlandse grenzen gaan bewaken en hoe we deze instroom van ongewenste infiltranten gaan stoppen? Kan de premier aangeven waarom het Oostenrijk bijvoorbeeld wel lukt om de grenzen te bewaken en daarmee het aantal asielaanvragen te halveren en Nederland niet?

Voorzitter. Dan Oekraïne. Kan de premier aan BVNL toezeggen dat hij nu eindelijk eens gaat pleiten voor vrede door middel van diplomatie in plaats van dat hij weer vervalt in oorlogsretoriek en onze veiligheid in gevaar brengt door als oorlogsprofeet onze schaarse wapens weg te geven?

Voorzitter. Hetzelfde geldt eigenlijk voor het conflict in Israël. Kan de premier bevestigen dat hij daar gaat pleiten voor vrede, diplomatie en het voorkomen van burgerslachtoffers?

Voorzitter. Het Meerjarige Financieel Kader dreigt weer verhoogd te worden. Daarom vraag ik de premier of dit niet een mooi moment is om een keer het Nederlandse veto in te zetten. "Geen geld meer naar Griekenland" is niet gelukt, maar geen extra geld naar de EU is gewoon mogelijk als hij zijn rug een keer recht houdt.

Voorzitter. Dan kom ik op de CSAM-verordening van EU-Commissaris Ylva Johansson om via client-side scanning alle berichten op sociale media te scannen voordat het bericht verstuurd wordt. Dit is een ongelofelijke inbreuk op onze privacy en op onze grondrechten en een directe opmaat naar een digitale controlestaat, waarbij de overheid 500 miljoen Europeanen aan massasurveillance onderwerpt. Al drie keer heeft deze Kamer uitgesproken dit niet te willen, en toch blijft minister Yeşilgöz proberen om dit door te drukken. Kan de premier bevestigen dat hij erop zal toezien dat de wil van de Kamer prevaleert boven dat wat de VVD wil? We hebben al genoeg van onze soevereiniteit ingeleverd, dus laten we onze resterende grondrechten niet verkwanselen, in het belang van Nederland.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Haga. Dan geef ik het woord aan de heer Bisschop, SGP.

De heer Bisschop (SGP):
Voorzitter, bedankt voor het woord. Ik wil namens de SGP een viertal punten aan de orde stellen, die alle op de agenda van de Europese top staan, namelijk Oekraïne, Israël, migratie en het Meerjarig Financieel Kader.

Allereerst Oekraïne. Er is sprake van een slepende oorlog. Voortdurende steun is gewoon noodzakelijk, net als een gericht sanctiepakket tegenover Rusland. De eerste vraag aan de minister-president: wat is de stand van zaken met betrekking tot het twaalfde sanctiepakket, en wat is de inbreng van het kabinet daarin? Daar worden in de brief behartenswaardige woorden aan gewijd, maar misschien kan de minister-president wat meer helderheid geven.

De SGP steunt het inzetten van bevroren Russische tegoeden ten bate van de Oekraïense wederopbouw waar dat mogelijk is, en voor de Europese Vredesfaciliteit. Dat laatste is echter geen normaal instrument op de begroting. Op welke wijze houdt Nederland er toezicht op als je dit instrument wilt inzetten? Kan de minister-president daar wat meer over zeggen?

Voorzitter. Dan over de graandeal en de Solidarity Lanes. Zowel Oekraïne als de mondiale voedselzekerheid is hier direct bij gebaat. Kan de minister-president de stand van zaken met betrekking tot dit akkoord aangeven, enerzijds ten aanzien van de graandeal en anderzijds van de Solidarity Lanes?

Dan Israël, voorzitter. Dat is vanavond zo ongeveer de hoofdmoot van het debat geweest. Ik wil er ook een paar woorden aan wijden. Ik deel de gevoelens van de collega's dat de situatie rond Israël een aanhoudende zorg is sinds de gruwelijke aanval met zo'n 1.400 doden aan Joodse zijde en ruim 200 gegijzelden. Het is goed dat de premier steun blijft uitspreken voor Israëls recht om zichzelf te verdedigen. Ik dank hem ook voor het korte verslag van de contacten die hij ter plaatse heeft gehad. Dank daarvoor.

Hij heeft ook gesproken met de Palestijnse leider Abbas. De Palestijnse Autoriteit betaalt echter nog steeds geld aan zogenaamde martelaren en hun families. Ik miste het in zijn verslag: heeft de premier in het gesprek met Abbas ook benadrukt dat de subsidie voor zogenaamde martelaren moet stoppen? Wij financieren de Palestijnse Autoriteit niet om de prikkels voor verdere moordpartijen in stand te houden.

Verder zou ik heel graag wat terughoudend willen zijn met allerlei tactische en strategische overwegingen en adviezen in de richting van Israël. Ik deel van harte de lijn die de heer Brekelmans heeft aangegeven ten aanzien van het internationale recht. Dat is denk ik de lijn die we moeten zoeken. Dat zal met vallen en opstaan gaan. Tastend en zoekend zullen we onze weg samen met de betrokken partijen daarin moeten vinden.

Voorzitter. Dan het punt van de asielzoekers. Vorige week werd een moordaanslag in Brussel gepleegd door een uitgeprocedeerde asielzoeker. Dat onderstreept dat terugkeer prioriteit moet hebben, in Nederland en in de EU. Mijn vraag aan de minister-president is: wat is zijn inbreng binnen de Europese Raad met het oog op aanscherping van de Terugkeerrichtlijn, in lijn met de motie-Van der Staaij/Bisschop, zodat uitgeprocedeerde asielzoekers die de openbare orde bedreigen direct kunnen worden uitgezet? En wat is de inzet voor deals met herkomstlanden over terugkeer? We kennen allemaal verhalen over Tunesië, maar dat hoeft niet de laatste deal te zijn of het laatste woord te hebben.

Tot slot kort over het Meerjarig Financieel Kader. Als dat aan herziening toe is, houdt de SGP het kabinet graag aan z'n intentie om het MFK niet te verruimen. Welke andere lidstaten vinden we hierin aan onze zijde? Ik denk dat het van belang is om dat van tevoren duidelijk te hebben.

Daarnaast bleek uit een recent rapport van de Europese Rekenkamer dat er een onaanvaardbaar hoog percentage fouten in de uitgaven zit. Wat is de reactie van het kabinet op dit kritische rapport van de Europese Rekenkamer? Wat gaat het kabinet hier concreet aan doen? Komt er simpelweg gezegd gewoon meer toezicht? Want dat is blijkbaar noodzakelijk.

Voorzitter, dank u zeer.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Bisschop. Dan geef ik het woord aan de heer Eerdmans, JA21.

De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter, ik ben blij dat u de microfoon dichtdraait bij Jodenhaat. Punt. Dat moet je gewoon niet doen; dat moeten we niet toestaan. Daar is geen enkele plek of rechtvaardiging voor. Dank voor uw ingrijpen daarbij. Dat om te beginnen, collega's en voorzitter.

De agenda beziende van de top in Brussel van donderdag en vrijdag zou je zeggen dat twee dagen best krap is voor het aantal onderwerpen, zoals Oekraïne, Midden-Oosten, Kosovo, migratie en de Europese economie. Er zijn in Brussel vele problemen het hoofd te bieden, ook voor ons als Nederland, maar ik denk dat de meest explosieve situatie op dit moment natuurlijk die in het Midden-Oosten is. Ik dank de premier voor zijn woorden aan het begin van dit debat en voor zijn goede inzet in Israël gisteren.

Voorzitter. JA21 wil de minister-president oproepen om zich in Brussel namens Nederland solidair te tonen met Israël na de verschrikkingen van 7 oktober en zich in te zetten voor de veiligheid van de Nederlanders in de regio, de vrijlating van de gegijzelden en het de-escaleren van het conflict. De terreur van Hamas heeft precies laten zien welke kwade bedoelingen men heeft: geen vrede, maar zo veel mogelijk slachtoffers en meer dood, verderf en oorlog, met uiteindelijk als ultieme doel de vernietiging van het Joodse volk van Israël. Het is verbijsterend om te zien hoe deze Jodenhaat inmiddels ook de straten van Nederland heeft bereikt. Het is verbijsterend om dat te horen en te zien, vanavond helaas zelfs tot in de Tweede Kamer. We zagen het zondag ook bij de pro-Palestinademonstratie in Amsterdam en elders ook. We zien veel radicalisering en veel antisemitisme in onze straten. We zagen de week ervoor in Rotterdam anti-Joodse leuzen, vlaggen van Hamas en verheerlijking van Hezbollah. Hoe kijkt de minister-president naar het oprukkende anti-Israëlsentiment in ons land en in Europa, en naar de aanwezige Jodenhaat? Wil hij dit pontificaal op de agenda zetten van de Europese meeting?

Voorzitter. Vorige week maandag werd Brussel opgeschrikt door een jihadistische terreuraanslag met twee doden en een zwaargewonde tot gevolg. De dader was een uitgeprocedeerde Tunesische asielzoeker die jarenlang onbekommerd in Brussel kon leven, ondanks dat hij geregistreerd stond als gevaarlijk voor de staatsveiligheid en ondanks een genegeerd uitleveringsverzoek van Tunesië. Vorige week vroeg ik bij de regeling naar aanleiding hiervan een brief met informatie. Die heb ik kort voor dit debat gekregen. Dank daarvoor, maar het echte probleem blijft daarin onbesproken. Dat is namelijk dat wij door onze ongecontroleerde grenzen geen idee meer hebben van wie wij hier binnenlaten en illegalen van de radar verdwijnen. JA21 maakt zich hier zorgen over en maakt zich ook zorgen over de nationale veiligheid in Nederland. Vandaar de volgende vragen aan de minister-president. Bevinden zich in Nederland illegalen waarvan bekend is dat ze jihadistische sympathieën hebben? Om hoeveel personen gaat het dan? Worden deze personen per direct actief opgespoord en vastgezet? Hoeveel uitgeprocedeerde asielzoekers met dergelijke sympathieën zijn de afgelopen jaren met onbekende bestemming vertrokken en dus mogelijk nog in Nederland? Hebben we de jihadisten en hun netwerken goed in beeld? Op basis waarvan blijkt dat er geen dreiging zou zijn en we het dreigingsniveau in Nederland niet hoeven te verhogen, zoals in de brief van Yeşilgöz van vanavond wordt gesteld? Welke antiterreurmaatregelen gaat u invoeren of opschroeven nu de terreur van Hamas tegen Israël en de terreur in Brussel ook de terreurdreiging in Nederland kan doen toenemen? Wij horen graag de antwoorden daarop. Wat vindt het kabinet van het idee van het Franse kabinet om zwaar geradicaliseerde jongeren van school te halen en in gesloten educatieve centra onder te brengen? Is er ook bij ons sprake van een lijst van zorgwekkende burgers, zoals ze dat in Frankrijk noemen? Ik ben erg benieuwd.

Voorzitter. Pim Fortuyn sprak twintig jaar geleden van een vijfde colonne hier in ons land. Dat zijn vijandige mensen die ons land, zoals hij het zei, naar de verdommenis willen helpen: islamisten, radicalen, salafisten. Hoelang, is mijn vraag, houden wij de deur voor hen open? Het is punt 7 op de Raadsagenda van donderdag: migratie. Er is een constante stroom naar Nederland van nu, pak 'm beet, 1.500 asielzoekers per week. Zelfs het COA luidt nu de alarmklok. Wil de minister-president in Brussel een overleg starten met gelijkgezinde EU-landen om zo spoedig mogelijk te spreken over het strikte, maar humane Deense asielbeleid, waarbij met partnerlanden gewerkt wordt aan asielopvang buiten de Europese Unie?

Voorzitter. Wij wensen de heer Rutte veel wijsheid toe in Brussel.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Eerdmans. Dan geef ik het woord aan mevrouw Teunissen van de Partij voor de Dieren.

Mevrouw Christine Teunissen (PvdD):
Voorzitter. Het geweld en het verdriet zijn immens: de gruwelijke misdaden van Hamas tegen onschuldige burgers, die op 7 oktober zijn gepleegd; de bombardementen van de Israëlische regering op onschuldige burgers. Wij wijzen het wrede geweld tegen gewone mensen, tegen onschuldige burgers, Israëli's en Palestijnen, ten sterkste af. Het leed van alle nabestaanden, van de mensen in Gaza en van de Joodse gemeenschap wereldwijd, gaat door merg en been. We leven mee met alle slachtoffers die er sinds 7 oktober zijn gevallen. We betreuren de dood van Islam al-Ashqar en leven mee met haar nabestaanden. We leven mee met de families van de gijzelaars. We realiseren ons ten volste en met afschuw dat op dit exacte moment, waarop wij hier in deze Kamer staan, mensen doodsangsten uitstaan, geen toegang tot water hebben of van verdriet niet kunnen slapen. Het menselijk leed is niet in woorden uit te drukken en de geweldsspiraal moet stoppen.

De Partij voor de Dieren wil dat alles op alles wordt gezet om te de-escaleren. Onderdeel daarvan zijn opheffing van de blokkade van de Gazastrook, toegang tot schoon water, elektriciteit en voedsel, en perspectief voor de mensen in Gaza, waar meer dan 2 miljoen Palestijnen gevangenzitten. En nu? Een staakt-het-vuren is de eerste stap. Daarbij is het essentieel dat er onmiddellijk veilige toegang voor humanitaire hulp komt. Afgelopen vrijdag pleitte minister Ollongren voor een staakt-het-vuren en dat bood perspectief. Nu pleit de premier voor een humanitaire pauze. Is de minister-president het met de Partij voor de Dieren eens dat een staakt-het-vuren nu het beste is? Want er vallen burgerslachtoffers en dat moet je stoppen in plaats van pauzeren. Is de minister-president bereid om binnen de Europese Raad aan te dringen op een staakt-het-vuren?

Voorzitter. Het kabinet zet in op het niet verder escaleren van het conflict in de regio, terwijl de-escalatie van het conflict zelf juist essentieel is. Is de premier het ermee eens dat we moeten inzetten op de-escalatie?

Voorzitter. De premier steunt een proportionele verdediging door Israël en wil voorkomen dat burgers het slachtoffer worden van de strijd tegen Hamas, maar we zien dat het voorkomen van burgerslachtoffers niet lukt. Inmiddels zijn er al meer dan 5.000 mensen omgekomen, waaronder meer dan 2.000 kinderen. Vindt de minister-president, net als de Partij voor de Dieren, dat dat onacceptabel en immoreel is? Waar ligt de grens van de steun van het kabinet? Is die onvoorwaardelijk?

Voorzitter. Afgelopen vrijdag sprak minister Ollongren over een humanitaire catastrofe in ontwikkeling. Hoe kunnen we nu nog niet spreken van een humanitaire catastrofe als er al meer dan 2.000 kinderen zijn omgekomen door bombardementen? Wat gaat het kabinet doen om een constante veilige doorgang voor humanitaire hulp te realiseren? Gaat de minister-president zich er in de EU hard voor maken om richting Israël als één blok voor humanitaire hulp te staan?

Voorzitter. Vrede vraagt om moed en om wederzijds begrip, context en het erkennen van elkaars pijn. Wegkijken van de situatie van burgers in Gaza draagt bij aan polarisatie, ook binnen onze eigen samenleving. Dat de gevolgen van het conflict voelbaar zijn in de Nederlandse klas is verschrikkelijk, verdrietig en onacceptabel. Is de premier het met ons eens dat hij daarin ook een rol kan spelen als verbinder, door te wijzen op de context en op structurele oplossingen, zoals perspectief voor de Palestijnen?

Voorzitter. Tot slot wil ik eindigen met iets hoopvols, namelijk de joodse en islamitische jongeren die in Nederland samenkomen en elkaar vinden in hun afkeer van alle burgerdoden en hoop op rechtvaardige oplossingen, maar ook de vredesmars die aanstaande zondag plaatsvindt voor verbinding, compassie en medemenselijkheid. Dat biedt hoop voor de toekomst. Ziet de premier mogelijkheden om deze initiatieven te ondersteunen? Ik wil graag afsluiten met dank aan al deze mensen die ondanks de pijn naast elkaar gaan staan.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Teunissen. Dan geef ik het woord aan mevrouw Sylvana Simons, BIJ1.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Dank u, voorzitter. Je hoort weleens: slechte vragen bestaan niet; durf altijd te vragen en te bevragen. Daar ben ik het vaker wel dan niet mee eens. De afgelopen weken lieten onverlet zien dat slechte vragen wel degelijk bestaan, want met regelmaat werd gevraagd wat BIJ1 nou vindt van de daden van Hamas. Dat is het schoolvoorbeeld van een slechte vraag; niet omdat die grammaticaal niet klopt of omdat men het antwoord al zou weten, maar omdat de vraag incompleet is. Natuurlijk is de aanval van Hamas op onschuldige mensen afschuwelijk en toch is elke vraag die stuurt op een veroordeling van Hamas zonder daarbij de context van 75 jaar etnische zuivering van Palestijnen te benoemen, incompleet. En iedere vraag die op zoek is naar een stempel van terreur, zonder daarbij het bestaan van de vestigingskolonie van Israël en de bezetting van Palestina te noemen, is incompleet.

De vraag is dan ook niet wat wij vinden van Hamas. De vraag is: wat vinden wij, allemaal, van gewelddadig verzet als reactie op bijna 100 jaar koloniale terreur? Dat is de nuance die de media, onze bewindspersonen en Europese leiders voor het gemak compleet aan de kant schuiven, niet alleen nu, niet alleen vorige week of de week ervoor, maar al 75 jaar lang. Sterker nog, zowel onze minister-president als onze Koning heeft uitgesproken dat ieder slachtoffer dat nu valt een slachtoffer is van Hamas.

En, voorzitter, dat is exact hoe kolonialisme werkt. We houden niet de onderdrukkers, maar de onderdrukten verantwoordelijk voor het ontstaan van terreur. Door de context van 75 jaar ontmenselijking, ontheemding, huizenroof, vernielingen, berovingen, etnische zuivering en moorden van de hand van Israël achterwege te laten, is Nederland niet alleen medeplichtig aan de dehumanisering van de Palestijnen, maar ook aan de legitimering van illegale koloniale nederzettingen. Door deze context decennialang toe te staan, heeft Nederland, in samenwerking met Europese en Amerikaanse bondgenoten, Israël eigenhandig boven de wet geplaatst, met alle gevolgen van dien. Elk slachtoffer dat nu valt, is een slachtoffer van kolonialisme en ook Nederland heeft daar weer schuld aan. Dat is ironisch, want bijna een jaar geleden bood onze regering excuses aan voor het Nederlandse slavernijverleden. Mijn vraag is weer: wat betekenen die excuses voor je, als je apartheid vandaag de dag nog ondersteunt? Het antwoord is: niets.

Wat Nederland zou moeten doen bij de Europese top, is het voortouw nemen in het afdwingen van een staakt-het-vuren. En Nederland zou moeten pleiten voor dekolonisatie, stoppen met de handel met illegale nederzettingen, pleiten voor opschorting van het EU-associatieverdrag en kappen met elke vorm van militaire samenwerking met Israël. Nederland moet oproepen tot vrijlating van alle ontvoerde en gegijzelde mensen en met "alle" bedoel ik dus die uit Gaza en die uit Israël. Daaronder zijn vele kinderen, die over de jaren zonder eerlijk proces zijn vastgezet en nog steeds vastgezet worden. Onderzoek door het Internationaal Strafhof moet bespoedigd worden, onderzoek naar oorlogsmisdaden die met onze militaire en financiële steun door Israël worden uitgevoerd en naar mogelijke vervolging van Netanyahu.

Voorzitter. Zoals de geschiedenis ons keer op keer heeft laten zien, is het altijd makkelijker om achteraf aan de goede kant van de geschiedenis te staan dan op het moment zelf, maar dit is nou echt zo'n moment om te erkennen dat de geschiedenis zich herhaalt. Dit is geen oorlog, geen religieus conflict. Dit gaat over overheersing en etnische zuivering en het verzet daartegen. Maar vergeet niet, van slavernij tot aan apartheid, van Indonesië tot Algerije, van Vietnam tot Haïti; iedere bevrijdingsstrijd werd getekend door geweld, getekend door het verlies van mensenlevens, waarvan ieder mensenleven er één te veel is. Het is aan ons om te beseffen dat geweld niet ontspringt bij hen die zich verzetten tegen hun ontmenselijking, maar bij degenen die ontmenselijken. Het is aan ons om ons te realiseren dat een eind aan geweld niet begint bij hen die bestolen zijn van iedere basale levensbehoefte, maar dat de bescherming van iedereen begint bij het afkeuren van degenen die anderen bestelen van precies die levensbehoeften. Hier in het parlement is ons verhaal wellicht impopulair, maar de afgelopen weken zijn tienduizenden mensen in Nederland de straat op gegaan om met gevaar voor eigen leven vreedzaam te demonstreren voor Palestina en voor het recht om vrij te zijn van kolonialisme. Tegen al die mensen wil ik het volgende zeggen. Weet dat jullie medemenselijkheid, moreel kompas en gevoel voor rechtvaardigheid gezien en gehoord worden. Haal kracht uit elkaar. Zorg goed voor jezelf en elkaar, de mensen om je heen en in het bijzonder je Palestijnse vrienden en familie. Blijf de Palestijnen zeggen: we staan aan jullie zijde. Jullie namen vergeten we niet. Jullie verhalen blijven we vertellen, opdat wij allemaal met jullie vrijheid dichter bij vrijheid voor iedereen zijn. Breek de ketens, beken kleur.

Dank u, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel. Er is een interruptie van de heer Van Baarle, DENK.

De heer Van Baarle (DENK):
Ik wil mevrouw Simons bedanken voor haar bijdrage. Ik zou mevrouw Simons willen vragen wat zij vindt van de brief die ambtenaren van Buitenlandse Zaken hebben geschreven aan de Nederlandse regering. Daarin geven de ambtenaren aan dat de regering de fundamenten van het internationaal recht loslaat in het geval van Gaza. We hebben het over 350 ambtenaren, die aangeven dat er sprake is van selectiviteit in het Nederlandse buitenlandbeleid en dat mede verklaren vanuit het institutionele racisme binnen de eigen organisatie. Dat vond ik wel een schokkende brief, maar in het licht van het eerdere onderzoek naar Buitenlandse Zaken is het geen verrassende conclusie. Wat vindt mevrouw Simons daar eigenlijk van?

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Dank aan de heer Van Baarle voor het stellen van deze vraag, die hij eigenlijk stiekem zelf ook al een beetje heeft beantwoord. Want juist uit dat onderzoek door het eigen ministerie kwamen op zich schokkende resultaten die verstrekkende gevolgen hebben. Omdat het een ministerie betreft dat zich niet alleen bezighoudt met binnenlandse zaken, maar dat juist op al die plekken in de wereld mensen heeft zitten en daar interacteert met lokale bewoners, is het schokkend om te ontdekken dat het institutioneel racisme, dat u eerder vandaag tijdens dit debat al ontzettend goed heeft uitgelegd, zo virulent is. Ik moet u zeggen dat ik trots ben op deze ambtenaren. We weten allemaal hoe moeilijk het is voor ambtenaren om vanuit hun rol, namelijk dienend aan de politiek en hun bewindspersoon, toch de ruimte te zoeken om moreel aan de bel te trekken du moment dat zij geen andere keus zien dan dat te doen. Het is moeilijk om dan de moed te vinden om dat te doen. Ik denk dat dit voor geen van de ambtenaren die de brief heeft ondertekend een makkelijk besluit is geweest.

Maar tegelijkertijd zou ik tegen de heer Van Baarle en tegen iedereen hier in de Kamer willen zeggen: wat ben ik dankbaar dat we zulke moedige mensen onder onze ambtenaren hebben. Hoe belangrijk is dat, juist op het moment dat je ziet dat een bewindspersoon zoals onze demissionair minister-president niet kan wachten om zijn onvoorwaardelijke steun uit te spreken? Onvoorwaardelijk! Die steun is onvoorwaardelijk, zo van: het maakt niet uit wat je doet; ik steun jou. Deze demissionair minister-president kon niet wachten om die steun uit te spreken. Er was geen spoortje van diplomatiek geduld, van het juiste moment afwachten of van zeggen: laten we kijken wat er gebeurt. Nee, het was hup, meteen onvoorwaardelijk. Ik denk dat deze ambtenaren een hele moedige daad hebben verricht en ik ben ze daar zeer dankbaar voor, zeg ik via de voorzitter tegen de heer Van Baarle.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Simons. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de eerste termijn van de kant van de Kamer. De minister-president heeft aangegeven twintig minuten nodig te hebben om zich voor te bereiden. Dat betekent dat we om circa 22.45 uur weer verdergaan.

De vergadering wordt van 22.26 uur tot 22.47 uur geschorst.

De voorzitter:
Aan de orde is het vervolg van het debat over de Europese top van 26 en 27 oktober. We gaan naar de eerste termijn van de kant van het kabinet. Het woord is aan de minister-president.


Termijn antwoord

Minister Rutte:
Voorzitter, dank. Er zijn heel veel vragen gesteld, ook veel vragen die enigszins op elkaar voortbouwen. Er is ook een vraag gesteld door de heer Eerdmans van JA21 naar aanleiding van recente communicatie vanuit het kabinet over de verschrikkelijke aanslag in Brussel. Die kan ik nu alleen niet beantwoorden, want ik heb me daar echt niet op voorbereid. Ik vraag er begrip voor om die vraag dan ook bij dat onderwerp te behandelen. Dat komt ook zeker niet bij deze Europese Raad aan de orde. Ik vraag daar dus begrip voor.

Voorzitter. Ik dacht te beginnen met de vragen over het Midden-Oosten. Later kom ik op de vragen over Oekraïne en de overige vragen.

De heer Eerdmans (JA21):
Ik begrijp wat de minister-president zegt. Toen ik bij de regeling dat debat aanvroeg over Brussel, werd er gezegd: we hebben een debat over de Europese top, dus daar kan de heer Eerdmans zijn vragen prima kwijt. Dat was het gevoel in de Tweede Kamer. Dat is voor mij de reden geweest om daar iets uitgebreider bij stil te staan.

Minister Rutte:
Sorry, dat heb ik totáál niet meegekregen.

De heer Eerdmans (JA21):
Dan is dat niet meegekomen. Ik werd erop gewezen dat ik dat juist in dit debat kwijt moest, omdat er geen tijd meer was voor een ander debat over dit onderwerp. Ik begrijp dat we er nu niet veel mee opschieten, maar dan zou ik de voorzitter wel graag willen verzoeken om een brief onze kant op te krijgen met daarin deze antwoorden. Ik vermoed namelijk dat er geen andere gelegenheid is voor 22 november om hierover van gedachten te wisselen.

De voorzitter:
We zullen dit doorgeleiden. We gaan even kijken waar het precies ligt. Ik zal de Griffier vragen om dit uit te zoeken en anders even contact op te nemen met het kabinet.

Minister-president, misschien kunt u nog even de volgorde aangeven van uw betoog.

Minister Rutte:
Ja. Ik zal eerst de vragen doen over de crisis in het Midden-Oosten na de verschrikkelijke terroristische aanslag van Hamas. Daarna behandel ik alle overige vragen, waaronder de vragen over Oekraïne, uitbreiding, het Stabiliteits- en Groeipact, het Meerjarig Financieel Kader et cetera.

De voorzitter:
Voordat u verdergaat: de heer Bisschop heeft zich verontschuldigd. Maar zijn medewerker is aanwezig om het debat te volgen.

Minister Rutte:
Ik ga in ieder geval ook zijn vragen beantwoorden.

Allereerst kom ik bij het hoofdpunt van het debat vanavond, dat mogelijk niet het hoofdpunt zal zijn aanstaande donderdag, wel qua beladenheid, denk ik, maar niet qua vergadertijd. Het is namelijk mijn verwachting dat de Europese leiders zich zullen verenigen als het gaat om humanitaire pauzes. Ik denk dat de kans groot is dat dat de uitkomst zal zijn in aanvulling op wat de Europese Raad afgelopen dinsdag in een videovergadering heeft gedaan. Die heeft toen namelijk de verschrikkelijke aanslag veroordeeld en het Israëlische recht op zelfbeschikking benadrukt, uiteraard binnen alle grenzen van het internationaal humanitair recht en gelet op proportionaliteit. Ik denk dat het daarop uit zal komen. Tegen die achtergrond doe ik de beantwoording van de vragen.

Eerst een aantal vragen over toegang tot Gaza en alles wat te maken heeft met de diplomatieke inspanningen. Ik ben het zeer eens met Sjoerdsma en anderen die zeggen: er moet onmiddellijk een duurzame toegang komen bij Gaza. Daartoe heb ik ook opgeroepen; anderen hebben dat ook gedaan. Dat gaat dus over de humanitaire corridor. Het gaat ook over het belang van humanitaire toegang en de noodzaak van pauzes waar die nodig zijn voor die humanitaire spullen. Dat gaat om medicijnen, water, elektriciteit, brandstof en alle overige zaken die noodzakelijk zijn. Dat gaat dus ook om een dramatische verhoging van wat er nu gebeurt via de doorgang bij Rafah tussen Egypte en het zuiden van Gaza.

Er is gerefereerd aan de uitspraken van de SGVN. Ik ben het daar niet helemaal mee eens en het kabinet ook niet. Wij zeggen: als je nu zou oproepen tot een staakt-het-vuren, dan zeg je eigenlijk dat Israël de dreiging van Hamas nu niet verder kan aanpakken. Uiteraard kun je daar weer verschillende interpretaties aan geven — ik snap dat — maar zo wordt daar toch in het algemeen naar gekeken. De analyse die het kabinet maakt, is dat het herstel van de afschrikking door Israël — in goed Nederlands: de deterrence — sine qua non is voor het overleven van de staat Israël. Aan het einde van de bijdrage van DENK — ik was overigens heel blij hoe de voorzitter daarop reageerde — moest ik heel even denken aan wat Golda Meir zei tegen Kissinger, wat ook in de recente film over Golda Meir weer was te horen, maar wat wij natuurlijk ook weten uit de geschiedenis, namelijk: wij hebben een geheim wapen; we kunnen nergens anders heen. Dat heeft ermee te maken dat het wegnemen van dit existentiële risico cruciaal is voor het langetermijnoverleven van Israël. Daarmee is de humanitaire pauze inderdaad zeer in lijn met het kabinet — de heer Brekelmans en anderen stelden daar vragen over — en daarmee zijn er dus ook kanttekeningen te plaatsen bij wat de SGVN daarover gezegd heeft.

Meer in het bijzonder hebben Dassen en anderen ook gevraagd naar de situatie in Gaza zelf en naar wat wij daar doen, wat de Europese Unie daar doet. Er is intensief overleg met de ministers van Buitenlandse Zaken, de regeringsleiders en presidenten, voor zover ze executief zijn. Dat heeft er onder andere toe geleid dat de Europese Unie de humanitaire hulp aan Gaza heeft verdrievoudigd. Het gaat om 78 miljoen euro steun. Er is ook een luchtbrug ingesteld om hulpgoederen vanuit de Unie naar Egypte te krijgen. We zullen daar op de top ongetwijfeld verder over doorspreken.

Dan was de vraag of een grootschalig offensief zou kunnen leiden tot slachtoffers en tot escalatie. Eens. Dat risico is er. Dat risico is er natuurlijk. Een grootschalig offensief brengt grote risico's met zich mee. Dit is ook een duivels dilemma. Het duivels dilemma is het langetermijnoverleven van Israël, het alles eraan doen om zo veel mogelijk burgerslachtoffers te voorkomen, een totale toegang van humanitaire goederen et cetera, het voorkomen van regionale escalatie en daarom ook de oproep tot restraint, tot terughoudendheid richting Israël.

Dan de top in Egypte. Misschien is het goed, voorzitter, als ik eerst even de antwoorden afmaak over de diplomatieke vervolgstappen en dat ik dan de vragen in één keer doe?

De voorzitter:
Prima. Ik zie dat mevrouw Piri daar begrip voor heeft. Gaat u verder.

Minister Rutte:
Althans, zij gooit haar pasje neer maar ze lacht ook weer. Oké.

Wij waren niet bij de top in Egypte. Er worden op dit moment wel heel veel diplomatieke vervolgstappen gezet. Vanavond is de Veiligheidsraad. Daar zal ook onze minister van Buitenlandse Zaken spreken of die heeft daar misschien al gesproken, ik dacht om 22.00 uur Nederlandse tijd. We krijgen de Europese Raad. De EU-speciaal gezant voor het Midden-Oosten speelt een rol. En we hebben alle bilaterale gesprekken die ook gaande zijn. Nederland staat intensief in contact met Egypte, Qatar, de VAE, Jordanië en uiteraard met de West Bank, de PA en Israël.

Specifiek over Abbas. Hij heeft publiekelijk afstand genomen van de aanslagen van Hamas. Hij heeft ook gezegd dat die de Palestijnse bevolking niet vertegenwoordigen. De PLO en Fatah, waar Abbas de leider van is, hebben al decennia geleden alle vormen van terrorisme publiekelijk afgezworen. Natuurlijk, wij moedigen hem aan tot alles wat er nog meer kan gebeuren om volstrekt helder te zijn.

Specifiek was ook de vraag wat ik bedoel met "stevig", wat er is gezegd en hoe intens het was. Het was een stevig gesprek. Waarom is dat? Dat is omdat Israël de militaire reus is in een regio van militaire … nou in ieder geval niet reuzen. Laat ik het nou maar vriendelijk zeggen. Dat betekent dat Israël gebaseerd op de waarden van het humanisme en de democratie een bijzondere verantwoordelijkheid heeft wanneer het uiteraard gerechtvaardigd de eigen veiligheid zeker stelt na deze verschrikkelijke aanslag. Vanuit dat perspectief heb ik gisteren het gesprek proberen te voeren met Netanyahu. Als ik het kort mag samenvatten: tough love. We kennen elkaar al heel lang.

De Israëlische staat heeft een collectief trauma, zoals ook alle Palestijnen zeker ook de afgelopen twee weken door de verschrikkelijke berichten uit de Gazastrook een collectief trauma hebben. En toch moet op een of andere manier de temperatuur omlaag, moeten de minds weer koeler worden, hoe moeilijk dat nu ook is. Daar hoort bij dat je heel zorgvuldig de volgende afwegingen maakt. Hoe krijg je de gijzelaars vrij? Hoe bereik je het herstel van de afschrikkingsmacht van Israël? Hoe minimaliseer je de burgerslachtoffers? Hoe zorg je voor de maximale humanitaire toegang? Hoe zorg je ervoor dat je de stabiliteit op de West Bank bereikt en herstelt? Hoe voorkom je dat de settlers, de kolonisten — ik heb het in mijn korte inleiding voor het debat ook gezegd — en de aanslagen die zij plegen op Palestijnen op de West Bank waar berichten over zijn, een halt wordt toegeroepen, omdat dat totaal onacceptabel is, net zoals overigens de nederzettingen niet acceptabel zijn? Maar het is bekend dat wij dat vinden.

Dat dus over stevig. Dat was ook een stevig gesprek. Daarbij ben ik het in de kern natuurlijk met Israël eens, en vind ik ook dat overleven op de lange termijn niet mogelijk is zonder deze dreiging weg te nemen. Maar dat moet wel binnen al deze kaders. Wij hebben als Nederland niet alle militaire feiten en plannen op tafel liggen. Wij kunnen dat niet in detail bepalen en Israël regeren op dit punt. Wij kunnen wel reageren en de zorgen overbrengen. Natuurlijk wordt er dan gevraagd hoe daarop is gereageerd. Natuurlijk is dat een robuust gesprek, maar mijn indruk is heel stellig ... Dat is ook wat de Verenigde Staten doen, en misschien achter de schermen nog meer dan zichtbaar is, namelijk aandringen op restraint, op het voorkomen van regionale escalatie, op het voorkomen van burgerslachtoffers. Daarbij is er tegelijkertijd erkenning van het belang dat Israël zijn afschrikking weer kan herstellen richting het terrorisme dat in de regio, helaas ook direct op Israël gericht, zo welig tiert.

Dan waren er nog een paar vragen over de hulp aan de bevolking van Gaza. Wat gaat de Europese Unie doen? Ik heb al even de 78 miljoen genoemd. De EU is een van de grootste donoren van de Palestijnse gebieden. De humanitaire luchtbrug naar Egypte is opgetuigd door de Europese Unie. Ik denk dat dat helder is. Ook Nederland geeft dus 10 miljoen extra voor Gaza via UNRWA en Red Crescent, en daarnaast zijn er uiteraard de bestaande middelen voor de Westbank.

Ik denk dat dat in de kern de vragen zijn over een humanitaire pauze versus een verdergaand staakt-het-vuren, plus alles daaromheen. Apart wil ik zo meteen ingaan op de vragen rondom het al dan niet schenden van het humanitair oorlogsrecht en op de vragen over de toekomst van het Midden-Oosten Vredesproces en de tweestatenoplossing.

Ik heb nog een enkele laatste vraag op dít specifieke punt: hoe versterken we de Palestijnse Autoriteit als alternatief voor Hamas? Dat is een zeer wezenlijke vraag. Daarvoor gelden in de eerste plaats de diplomatieke banden. Ik was ontzettend blij dat het gisteren wél gelukt is om daarheen te gaan. Ik heb ook van tevoren gezegd: als wij niet naar Abbas kunnen, wil ik ook niet naar Netanyahu. Zouden wij na landing gehoord hebben, zoals anderen was overkomen, dat we toch niet naar Abbas konden hoewel dat eerder was toegezegd, dan was ik ook niet naar Netanyahu gegaan. Dan hadden wij de dag doorgebracht bij de fantastische mensen op de ambassade in Tel Aviv, waar uiteraard ook de lokale staf, en trouwens de hele staf, verschrikkelijk geraakt is door wat er gebeurd is, ook in hun privéleven. Dan had ik gezoomd of gewebext met de mensen in Ramallah. Ik was ontzettend blij dat dat bezoek wél kon doorgaan. Vandaag is gelukkig ook president Macron naar Ramallah geweest. Maar dat is essentieel en dus ook niet het stopzetten van de hulp.

Voorzitter. Dan de verschrikkelijke berichten over de gijzelaars. Gisteravond stond de teller inmiddels op 222. Wij werken internationaal nauw samen om er alles aan te doen om de gijzelaars vrij te krijgen. Het gaat zoals bekend in het geval van Nederland om Ofir Engel. Ik heb gisteren de familie gesproken. Daarbij is belangrijk de emir van Qatar, de president van Egypte en uiteraard ieder ander die daarbij kan helpen. Daar wordt dus aan alle kanten aan gewerkt. Dat dus in antwoord op de vragen die in de kern gaan over wat nou wordt bedoeld met die humanitaire pauze en waarom geen staakt-het-vuren.

Mevrouw Piri (PvdA):
Ik hoor de minister-president de redenen noemen waarom het kabinet niet voor een staakt-het-vuren is. Als eerste zegt hij: wij staan pal voor het bestaansrecht van Israël. Mijn fractie staat daar ook pal voor.

Minister Rutte:
Absoluut, dat weet ik.

Mevrouw Piri (PvdA):
Het aanpakken van Hamas; ook daar staat mijn fractie pal voor. En natuurlijk respect voor het internationaal recht. Maar de conclusie van het kabinet is vervolgens: dus zijn wij niet voor een staakt-het-vuren. Mijn fractie is wél voor een staakt-het-vuren. Vandaar dus ook mijn vraag. Misschien is dan het verschil dat wij ernstige zorgen hebben dat de huidige aanpak van de Israëlische regering met zoveel duizenden doden in Gaza en met die volledige blokkade, niet meer proportioneel is. Dan komen we dus toch uit bij een verschillende interpretatie van het internationaal recht. Is dat ook de opvatting van de minister-president?

Minister Rutte:
Nee, ik weet niet of het per se over het internationaal recht gaat. Misschien ook, maar het gaat in eerste plaats denk ik om de vraag: wat nu te doen? Ik probeer het dilemma te schetsen, wat volgens mij ook het dilemma is dat ik gisteren bemerkte in de vertrouwelijkheid van de gesprekken met de Israëlische gesprekspartners en ook merk in alle contacten van collega's met de Israëli's. Dat dilemma is niet simpelweg: aanslag door Hamas en dus nu een grondoorlog. Er vindt een veel meer ingewikkelde afweging plaats. Hoe beperk je het aantal burgerslachtoffers? Hoe voorkom je, zoals Sjoerdsma en anderen zeiden, dat je door de manier waarop je hier ermee omgaat, alleen nog maar meer aanhang creëert of dat daardoor meer normale Palestijnen misschien bereid zouden zijn om voor die verschrikkelijke terreurorganisatie te gaan werken, vanuit een gevoel van "er is eigenlijk geen alternatief meer"? Dat alles in samenhang met de regionale stabiliteit. Al die aspecten spelen hierbij een rol. Maar in de kern is het wel zo dat het kabinet de taxatie maakt, en eigenlijk ook wel de meeste van onze internationale partners, dat het niet wegnemen van deze bedreiging uiteindelijk misschien wel zelfs op de middellange termijn het einde van Israël is.

Mevrouw Piri (PvdA):
Ik wil echt niet dat er een contrast komt tussen het standpunt van de minister-president en dat van mijn fractie als het gaat om het bestaansrecht van Israël, maar we hebben het hier ook over de veiligheid van Israël. Kan de minister-president zich dan ook het volgende voorstellen? De Arabische wereld en de rest van de wereld zien de beelden van Gaza ook. We weten dat er een kruitvat is in het hele Midden-Oosten. Ik denk — en de minister-president weet dat ook heel goed — dat achter de schermen, niet publiekelijk, heel veel partners Israël proberen te weerhouden van een grondoffensief. Dan is het toch niet zo raar om je aan te sluiten bij de oproep vanuit de Verenigde Naties dat we nu moeten komen tot een de-escalatie? Niemand zegt dat dit een staakt-het-vuren is en dat Israël vervolgens niks meer kan doen en Hamas niet meer kan aanraken. Kan de minister-president zich voorstellen dat als het op deze manier verdergaat, dit voor de veiligheid van Israël misschien net zo gevaarlijk is?

Minister Rutte:
Ik respecteer die afweging. Alleen, daarin zit wel een verschil van mening. Dat is niet om dat tegenover elkaar te plaatsen. Laten we proberen, juist ook in een zekere mate van hoe we dat in Nederland doen, dat naast elkaar te leggen. Het zijn verschillende perspectieven die uiteindelijk starten vanuit de gezamenlijke analyse. Volgens mij zijn we het er allemaal over eens dat Israël zich mag verdedigen en dat Israël op de lange termijn overeind moet blijven. Op onderdelen verschillen we van mening, en dat mag ook in een debat. Mijn overtuiging is de volgende. Stel dat je zegt tegen Israël dat er een staakt-het-vuren moet komen. Dat nog even los van alle rechtelijke implicaties en met wie je dat moet afspreken: hoezo met Hamas en hoe praat je daar dan mee? Maar goed, dat is allemaal nog even de techniek. In de kern betekent dit dat je nu deze dreiging niet kunt wegnemen. Die dreiging niet wegnemen is niet verstandig, zelfs heel onverstandig.

Mevrouw Piri (PvdA):
Ik wil dat toch niet als laatste laten hangen, maar ik kom nog tot een vraag. Natuurlijk moet je militair ook iets doen tegen Hamas. Maar zelfs onze eigen Commandant der Strijdkrachten heeft afgelopen weekend op tv gezegd dat er uiteindelijk ook een politieke oplossing moet zijn en dat je voor zo'n dreiging niet alleen militaire middelen moet hebben. Dat we nog niet in die fase zitten, daar zijn de minister-president en ik het ook over eens. Ik merk een beetje dat er heel veel verschillende uitspraken worden gedaan vanuit het kabinet over wat ze nou precies bedoelen. We hoorden eerder de minister van Defensie wel spreken over een staakt-het-vuren.

Minister Rutte:
Dat heeft ze niet gedaan. Dat werd geconstateerd in Nieuwsuur, maar zij heeft later heel duidelijk gezegd: "Dat zijn niet mijn woorden. Wij kijken wat je moet doen om humanitair die toegang mogelijk te maken."

Mevrouw Piri (PvdA):
Oké. Dan hebben we het nu over de minister van Buitenlandse Zaken, die op dit moment bij de VN in New York is. Zij heeft het net over een permanente humanitaire corridor.

Minister Rutte:
Dat is wat anders. Dat is de corridor in het zuiden die nodig is.

Mevrouw Piri (PvdA):
Ik heb mijn vraag nog niet gesteld.

Minister Rutte:
Sorry, excuus.

De voorzitter:
Mevrouw Piri is aan het woord.

Mevrouw Piri (PvdA):
Ik bedoel, ook voor de mensen thuis: wat wil het kabinet nou eigenlijk? Een permanente humanitaire corridor is volgens mij niet wat ik net de heer Brekelmans hoorde zeggen toen hij het had over "met pauzes" en "sommige uren wel, sommige uren niet". Begrijpt de minister-president dat het inmiddels een beetje verwarrend wordt waar dit kabinet nu eigenlijk wel en niet voor pleit?

Minister Rutte:
Nee, eerlijk gezegd snap ik dat niet. Het is ook niet het Nederlandse kabinet. Het is in de westerse wereld, ook met Amerika, toch een communis opinio dat er in de eerste plaats een noodzaak is van een humanitaire corridor. Dat is in de kern nu het zuiden van Gaza en de toegang vanuit Egypte naar Gaza en het massief vergroten van de toegang via de Rafah-grensopening Gaza in. Dat is dat stuk. Daarnaast wil je ook iets op een breder front, bijvoorbeeld als het gaat om fuel. Bij brandstof spelen er toch overigens wel het serieuze vraagstuk en dilemma — ik dacht dat Brekelmans en anderen daaraan refereerden — dat je dat ook voor iets anders kan gebruiken. Tegelijkertijd weten we ook dat je de ziekenhuizen niet kunt laten runnen zonder. Het opereren bij kaarslicht, dat we nu zien, en alle andere berichten zijn verschrikkelijk. Maar het is wel een dilemma. Zonder dat ik daar nu over in details kan treden, is mijn indruk dat Israël zoekt naar wegen om dat te organiseren op zo'n manier dat het niet kan worden gebruikt. Maar het hoe en wat is aan hen. Daar heb ik ook alleen maar scattered informatie over. Maar fuel, brandstof, is dus belangrijk, en water, elektriciteit et cetera zijn dat uiteraard ook. Dat geldt ook voor het herstel van de toegang tot medicijnen. Je wilt dus een permanente corridor, maar het kan ook nodig zijn om af en toe humanitaire pauzes in te lassen om dat over een breder front mogelijk te maken. Zo hangt het samen. Dat is niet wat het Nederlandse kabinet vindt; dat is een communis opinio in de westerse wereld.

De heer Sjoerdsma (D66):
Ik denk dat ook uit het vorige debatje blijkt dat er veel overeenstemming bestaat tussen de premier en de Kamer over de noodzaak om burgers aan beide zijden te beschermen en om terreur tegen te gaan. Maar de minister-president zegt ook: Israël moet die afschrikking herstellen. Ik zou zeggen: Israël moet in staat zijn om ervoor te zorgen dat zijn burgers veilig zijn. Gelukkig zijn de grenzen nu veilig. Die zijn weer in bezit van Israël. Israël is erin geslaagd om behoorlijk wat Hamasleiders uit te schakelen. Maar de prijs daarvan is 600.000 ontheemden — 600.000! — die nu schuilen in 150 VN-faciliteiten. De prijs daarvan zijn 35 doden onder de VN-staf en duizenden dode Gazanen. Er zijn 40 VN-installaties aangevallen. Mijn vraag zou dan zijn: wanneer is die afschrikking voor de premier hersteld? En hoeveel mag het nog meer kosten voordat dat het geval is?

Minister Rutte:
Dat kunnen wij hier niet vaststellen. In de eerste plaats is het echt aan Israël om te kijken wat nodig is om die deterrence, die afschrikking, op de lange termijn te herstellen. Ik vrees dat er meer nodig is dan er tot nu toe gebeurd is, maar uiteindelijk is dat aan Israël. Dat heeft ook te maken met de vraag of de aanvallen op Israël dan ook daadwerkelijk stoppen. Op dit moment zien we nog steeds massieve raketaanvallen op Israël.

De heer Sjoerdsma (D66):
Die raketaanvallen zijn verschrikkelijk, en als Nederland nog Patriotsystemen of andere systemen kan leveren om ervoor te zorgen dat de Israëlische bevolking nog veiliger is dan met de zeer hoogwaardige eigen systemen, dan doen we dat wat mij betreft. Maar ik schrik toch een klein beetje van het antwoord van de premier. Hij zegt: ik weet niet wanneer dat het geval is. Er moeten toch voorwaarden zijn aan wat Israël doet? Er moeten beperkingen zijn. Dat heb ik de premier ook horen zeggen in zijn verklaring. Ik heb hem horen oproepen tot terughoudendheid. Maar dan kan hij volgens mij niet een carte blanche geven en zeggen: nou ja, het is helemaal aan Israël om te bepalen wanneer die afschrikking weer is hersteld. Ik neem daarbij niet een maximale hoeveelheid kosten mee. Ik wijs de premier erop wat de kosten nu zijn, en niet alleen in termen van mensenlevens. Over de weging daarvan zijn we het hopelijk eens; dat is verschrikkelijk. Maar ik wijs hem er ook op dat de mensenlevens die hier worden verwoest de best denkbare rekruteringsmachine voor Hamas zijn. Ik waarschuw daar echt voor. Dat hebben we bij de vorige Gazaoorlogen gezien. Het is levensgevaarlijk, misschien wel nóg gevaarlijker voor de veiligheid van Israël dat het staakt-het-vuren dat de minister-president nu ontraadt.

Minister Rutte:
Dan lopen er twee dingen door elkaar, maar dat kan aan mij liggen. Er is absoluut géén carte blanche voor Israël. Wij staan natuurlijk onvoorwaardelijk naast Israël na deze verschrikkelijke aanslag. Ik blijf dat ook zeggen. Maar dat betekent geen carte blanche. Israël heeft zich nog steeds te houden aan alle voorwaarden van bijvoorbeeld het internationaal oorlogsrecht. Het heeft dus geen carte blanche. Daar hoort ook humanitaire toegang bij. Daar hoort terughoudendheid bij. Daar hoort het voorkomen van escalatie bij. Dat is één discussie. Die gaat over de hoe-vraag: hoe doe je het zodanig dat je met een minimum aan burgerslachtoffers je doel bereikt? Ik dacht dat de vraag ging over het doel. Wil Israël op de lange termijn overleven in een situatie waarin er tienduizenden terroristen in de regio actief zijn, die zich voor een belangrijk deel tegen deze staat richten, inclusief Hezbollah, Islamic Jihad en in de eerste plaats uiteraard Hamas, dan moeten die organisaties weten: als we Israël ook maar met een vinger aanraken, dan hebben wij heel grote problemen. Dat is het doel. Het zal altijd verschrikkelijk zijn, maar het gaat erom dat je je doel bereikt terwijl je in ieder geval de risico's van escalatie en burgerslachtoffers minimaliseert.

De heer Van Baarle (DENK):
In zijn beantwoording gaf de minister-president aan dat het optreden van de Israëlische regering terughoudend zou moeten zijn, en in lijn met het humanitair recht. Ik zou aan de minister-president willen vragen of hij het optreden van de Israëlische regering tot nu toe terughoudend acht en in lijn met het humanitair recht.

Minister Rutte:
Het feit dat ik oproep tot terughoudendheid heeft natuurlijk ook te maken met de volgende stappen die Israël zal moeten zetten om het doel te bereiken. Dat heeft ook te maken met de discussies die ook binnen Israël ongetwijfeld gaande zijn, waar wij niet privy op zijn. Wij zullen daar nooit alle toegang toe krijgen. Die zijn natuurlijk heel vertrouwelijk en zullen binnen het Israëlische oorlogskabinet worden besproken, waaronder vraagstukken rond het grondoffensief. Leidt een grondoffensief tot meer of minder burgerdoden? Met een grondoffensief kun je burgerdoden misschien eenvoudiger voorkomen dan met luchtbombardementen. Dat zijn natuurlijk allemaal afwegingen die daar in de eerste plaats moeten plaatsvinden. Wij kunnen alleen oproepen tot die terughoudendheid. Israël zelf heeft ook een enorm belang: geen regionale escalatie. Want dat zou kunnen betekenen dat er een tweefrontenoorlog ontstaat, ook met Hezbollah. Het tweede waar Israël belang bij heeft, is natuurlijk het vrij krijgen van de hostages, de gijzelaars. In dat spanningsveld is Israël natuurlijk aan het bewegen.

De heer Van Baarle (DENK):
De minister-president gaf geen antwoord op mijn vraag. Ik vroeg namelijk om een oordeel van de minister-president. We zien dat de Israëlische regering 2,2 miljoen Palestijnen in Gaza heeft afgesloten van levensmiddelen en van de wereld. We zien dat Amnesty International zegt dat er schrikbarende bewijzen zijn voor oorlogsmisdaden. We zien dat zonder waarschuwing hele appartementen gebombardeerd zijn en dat er een markt gebombardeerd is, waarbij 69 Palestijnen zijn overleden. Mensenrechtenorganisaties geven aan dat er nog meer schendingen van het humanitair recht zijn. Ik vraag nogmaals aan de premier: vindt hij het optreden van de Israëlische regering tot dusver terughoudend en in lijn met het humanitair recht? Wat is zijn oordeel?

Minister Rutte:
Ik heb net antwoord gegeven op de helft van de vraag; daar heeft de heer Van Baarle gelijk in. De vraag was namelijk: is het terughoudend of niet? Dat was mijn antwoord net. Dan ten aanzien van het al dan niet schenden van het humanitair oorlogsrecht. Ik heb natuurlijk zorgen ten aanzien van de blokkade, omdat deze humanitaire toegang essentieel is, inclusief natuurlijk de toegang tot brandstof et cetera. Uiteraard moet het worden onderzocht als er schendingen zouden zijn. Wij kunnen dat nooit vaststellen. Ik heb net bijvoorbeeld het dilemma genoemd op het gebied van brandstof. Brandstof kan ook voor andere dingen worden gebruikt, bijvoorbeeld voor raketten. Er is dus niet zomaar zwart-wit vast te stellen of dat een schending is van het internationaal humanitair oorlogsrecht. Wat ik Israël nu zie doen, is het toestaan van de toegang via het zuiden, via Egypte. Men is op alle mogelijke manieren bezig om te kijken hoe we de toegang tot water, stroom en brandstof, maar dan misschien in een vorm waarin die niet kan worden gebruikt voor de raketten, kunnen herstellen. Natuurlijk zijn er zorgen, maar wij kunnen dat nooit zelf vaststellen. In het internationaal humanitair recht is ook voorzien wie dat uiteindelijk zou moeten doen. Het is natuurlijk altijd een verplichting van partijen om dat onafhankelijk te laten vaststellen. We kunnen dat niet hier vanuit onze leunstoel in de Tweede Kamer bepalen; dat gaat niet.

De heer Van Baarle (DENK):
Het inzetten van honger als wapen is een oorlogsmisdaad. Dat staat in de internationale verdragen. Als honger ingezet wordt als wapen, dan past het niet dat deze minister-president niet verder komt dan alleen uitspreken dat hij zich zorgen maakt. Er lijden daar honderdduizenden, miljoenen mensen honger. Die hebben geen stroom en geen water. Ik vraag me af waarom de minister-president na het gesprek met Netanyahu zegt "ik ga er niet over oordelen of iets te ver gaat of niet" wanneer het overduidelijk alle perken te buiten gaat en alle mensenrechtenorganisaties aangeven: dit is gewoon een schending van mensenrechten en een schending van het humanitair recht. Ik vraag nogmaals aan de premier: waarom weigert hij dit optreden van de Israëlische regering te veroordelen?

Minister Rutte:
Omdat we ook het volkenrecht moeten volgen. Dan moet je er ook naar kijken wie uiteindelijk bepaalt of het internationaal humanitair recht wordt geschonden. Ik spreek mijn zorgen uit. Ik heb gisteren niet voor niks een groot deel van het gesprek gebruikt om het met de Israëlische premier te hebben over het belang van het massief vergroten van de toegang via de crossing bij Egypte, bij het zuiden van Gaza. Het gaat om het toelaten van water, stroom, brandstof en medicijnen, en uiteraard voedsel, voor zover dat niet beschikbaar is. Dat moet inderdaad in belangrijke mate worden geïmporteerd. Er is het belang van een humanitaire corridor, zodat er een continue stroom kan zijn van een essentiële goederen via het zuiden en die ook geregeld is. Ik heb er ook over gesproken — dat hoort ook bij het humanitair oorlogsrecht — dat als je mensen vraagt te verplaatsen, je ervoor moet zorgen dat de weg waarover ze dat moeten doen, die strip van 40 kilometer die Gaza in feite is, twee keer Texel, veilig is en dat je die niet bombardeert. Al die aspecten hebben we gisteren natuurlijk besproken. Maar ik zeg er wel bij dat als we de discussie willen voeren over de vraag of het wel of geen schending is, het humanitair oorlogsrecht heel duidelijk is over wie dat wel of niet moet vaststellen. Dat zijn niet wij hier. Dat is echt aan partijen en uiteindelijk aan rechters. Ik vind het veel relevanter om te zeggen "ja, we hebben die zorg" en om ten tweede het gesprek te voeren over hoe je ervoor kunt zorgen dat die essentiële spullen Gaza weer in komen.

De heer Van Baarle (DENK):
In andere gevallen maken deze minister-president en de Nederlandse regering al die voorbehouden niet. Daar steunen wij de regering ook in. Ik noem de illegale annexatie van Oekraïens grondgebied door Rusland en de oorlogsmisdaden die daar gepleegd worden. Dan zegt de regering niet: het is aan een internationaal tribunaal om dat vast te stellen. Nee, dan veroordeelt de regering dat per direct. Als het gaat om mensenrechtenschendingen in landen in de wereld waarin daar evident sprake van is, dan veroordeelt de Nederlandse regering die. Dan maakt die deze voorbehouden niet. Ik constateer dat de minister-president zichzelf omhult met voorbehouden als het gaat om de Israëlische regering. In zijn terminologie weigert hij te veroordelen dat er gewoon pertinent sprake is van schendingen van het internationaal recht. Ik constateer dat er daarmee sprake is van selectiviteit. Ik verzoek de minister-president om de lijn die terecht wordt gehanteerd in de richting van andere regeringen, ook te hanteren in de richting van de Israëlische regering en een veroordeling uit te spreken in lijn met het internationaal recht, omdat wij hier allemaal hebben gezworen de internationale rechtsorde te bevorderen.

Minister Rutte:
Hier gaat de discussie precies fout: de vergelijking met Oekraïne of de vergelijking met Hamas. Een terroristische aanval is per definitie een schending van het internationaal humanitair recht. Het totaal unprovoked binnenvallen van een ander land, wat Rusland heeft gedaan bij Oekraïne, is per definitie een schending van het internationaal humanitair oorlogsrecht. Wat Israël hier doet, is gebruikmaken van het recht op zelfverdediging. Volgens mij erkennen we hier breed, ik geloof behalve DENK, dat Israël dat heeft. Dat is cruciaal voor deze staat om te overleven. Het internationaal humanitair oorlogsrecht zegt dan: je mag niet humanitaire werkers raken, je moet ervoor zorgen dat humanitaire goederen naar binnen kunnen, je moet ervoor zorgen dat die humanitaire werkers daar ook naartoe kunnen en je moet er alles aan doen om burgerslachtoffers te voorkomen. Dat heeft dus te maken met toegang van de noodzakelijke goederen en met het zo veel mogelijk voorkomen van onnodige burgerslachtoffers. Het vaststellen of dat wel of niet het geval is, is niet iets wat wij hier kunnen doen. De parallelliteit die hier wordt aangebracht met Oekraïne/Rusland leg ik écht terzijde. Ik ben het daar zéér mee oneens. Dat is een totaal andere situatie. De Hamasaanslag op Israël, een terroristische aanslag op een land, is een totaal andere situatie. Dan is er een onmiddellijk oordeel mogelijk. Hier ligt het anders, omdat hier een land gebruikmaakt van zijn recht op zelfverdediging.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Om hier dan maar direct even op door te gaan: als de minister-president eraan vasthoudt dat dit vastgesteld moet worden, heeft hij dan gisteren bij Netanyahu ook aangedrongen op middelen om dat vast te stellen, oftewel om mensen toe te laten die dat kunnen doen, zoals waarnemers van de VN of andere organisaties?

Minister Rutte:
Dat is een verantwoordelijkheid van partijen. Die informatie hebben wij dus niet. Dat is een verantwoordelijkheid van partijen. Onderdeel van het internationaal humanitair oorlogsrecht is dat je ervoor moet zorgen dat die toegang er is, dat je dat uitzoekt en dat je daar met de tegenstander … In dit geval is dat geen land maar een terroristische organisatie, dus dat gaat niet. Maar het is dus uiteraard ook de verplichting van Israël om dat te doen. Ik heb daar gisteren niet specifiek over gesproken, maar het is de normale procedure dat zij in eerste instantie de verantwoordelijkheid hebben als partij. Uiteindelijk kan er ook een oordeel van de rechter zijn om vast te stellen of daar sprake van is.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Toch roept de opstelling van de premier heel veel vragen op, hoor. Het collectief straffen van een bevolkingsgroep, zoals gebeurt met de blokkade van Gaza, ís in strijd met het internationaal recht. Volgens mij hoeven we daar niet lang over te discussiëren. De eerste reactie van de premier na de aanslagen van Hamas was dat hij onvoorwaardelijke steun geeft aan Israël. Hij zegt nu: dat is geen carte blanche voor Israël.

Minister Rutte:
Ja, precies.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Kan hij uitleggen hoe ik dat met elkaar moet rijmen?

Minister Rutte:
Eerst op dat eerste punt, het collectief straffen van een bevolking. Wat men hier doet, is zichzelf verdedigen. En ik heb daar zorgen over; ik heb dat zonet gezegd. De vraag is of dat wel of niet in strijd is met het internationaal humanitair oorlogsrecht. Ik vind dat een legitieme vraag. Het is nu in de eerste plaats aan Israël zelf en aan andere partijen om dat met elkaar vast te stellen en daar onderzoek naar te doen. Dat is wel in het belang van Israël, om zichzelf te kunnen verdedigen tegen het feit dat 1.400 Israëli op 7 oktober zijn afgeslacht door een terroristische organisatie. Dat is hier dus wel heel essentieel, en dat is ook het grote verschil met de andere gevallen die we aan de orde hadden.

De voorzitter:
U vervolgt … Nee, nog een keer de heer Jasper van Dijk.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Maar het recht op zelfverdediging betekent niet dat je het internationaal recht mag overtreden.

Minister Rutte:
Nee, eens.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Het collectief straffen van een bevolkingsgroep is dat wel, en volgens mij is dat wat wij dagelijks op televisie zien. Onschuldige burgers wordt structureel voedsel en water onthouden, nog los van brandstof en elektriciteit. Voedsel en water, dat is wat deze bevolkingsgroep nu niet krijgt. Dat kan niet. Het is in strijd met het internationaal recht. Waarom veroordeelt u dat niet?

Minister Rutte:
Ik heb al gezegd: ik heb daar zorgen over. Ik heb dat gisteren ook besproken, indringend. Ik heb ook het belang besproken van toegang tot Gaza van voedsel, van water, van brandstof, van medische hulpmiddelen en van alles wat daarvoor noodzakelijk is. Ik heb dat zonet uitvoerig toegelicht.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Er was nog een andere vraag, hè. Onvoorwaardelijke steun is geen carte blanche.

Minister Rutte:
Ja, die onvoorwaardelijke steun staat nog steeds recht overeind. Dat is onvoorwaardelijke steun als een democratie, een beschaafd land, wordt aangevallen door een terroristische organisatie. Ja, dan is er onvoorwaardelijke steun voor dat land. Dat betekent geen carte blanche. Het betekent niet dat het land zich niet hoeft te houden aan alle internationale afspraken en verdragen die we gemaakt hebben. Natuurlijk moet Israël zich daaraan houden. Het moet lessen trekken uit de geschiedenis, zoals ook Joe Biden zei, dus uit hoe Amerika reageerde op 9/11 en de fouten die daarbij gemaakt zijn. Het moet uiteraard de tradities in acht nemen waar het land in staat, van democratie en van humaniteit. Dat verwachten we ook van Israël, en uiteraard praten we daar met elkaar over.

De heer Dassen (Volt):
Ik heb even een vraag over wat "onvoorwaardelijk" dan precies betekent. Is onvoorwaardelijk niet hetzelfde als een carte blanche?

Minister Rutte:
Nee. Dat heb ik net uitgelegd.

De heer Dassen (Volt):
Ik wil daar even op doorgaan, want de minister-president noemde zonet ook de stappen om het doel te bereiken. Wat zijn dan de stappen om het doel te bereiken en wanneer is het doel bereikt? En vooral ook: wat is daarna dan het plan, dus als dat doel bereikt is?

Minister Rutte:
Daar kom ik later op. Dat heeft natuurlijk uiteindelijk ook te maken met het perspectief. Daar wilde ik dadelijk apart op terugkomen, want daar zijn een aantal vragen over gesteld. Anders wordt het heel rommelig in de beantwoording.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Ik zou aan de demissionair minister-president willen vragen of ik het goed heb gehoord toen ik hem hoorde zeggen dat het collectief straffen van een bevolking zelfverdediging is.

Minister Rutte:
Nee, dat heb ik niet gezegd.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Voorzitter, misschien kunt u zich mijn wanhoop een beetje voorstellen. Ik ben hier in debat met een minister-president — demissionair, what else is new? — die letterlijk nog geen minuut geleden zei: het collectief straffen is zelfverdediging. En als ik hem ernaar vraag, nog geen minuut later, zegt hij: heb ik niet gezegd.

Minister Rutte:
Nee, dan moet u de Handelingen teruglezen. Dat heb ik niet gezegd, nee.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Misschien moet de minister-president de Handelingen teruglezen, en misschien, voorzitter, moet de minister-president, net als iedereen in deze ruimte, wachten tot hij het woord van de voorzitter krijgt. Ik denk dat dat op zich een goede afspraak zou zijn.

De voorzitter:
Daar ben ik het met mevrouw Simons over eens.

Minister Rutte:
Ik ook.

De voorzitter:
De minister-president wacht even totdat mevrouw Simons een punt heeft gemaakt.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Dank u wel, voorzitter. Als volgens deze minister-president het collectief straffen van een bevolking geen zelfverdediging is, wat is het dan wel, zou ik hem willen vragen.

Minister Rutte:
De woorden over het collectief straffen van de bevolking heb ik niet in de mond genomen. Ik heb ook nooit gezegd dat dat in lijn zou zijn met het internationaal humanitair oorlogsrecht. Dat heb ik niet gezegd. Die woorden komen dus niet van mij.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Voorzitter, misschien kunt u aan de minister-president — demissionair, what else is new? — vragen of hij antwoord wil geven op de vraag. Als het collectief straffen van een gehele bevolking geen zelfverdediging is, dan is mijn vraag aan de demissionaire minister-president: wat is het dan wel?

Minister Rutte:
Dan gaan we een college in over het internationale humanitaire oorlogsrecht en wat je zou doen als een land vanwege een terroristische aanslag of wat dan ook, zou besluiten om een heel land te gaan straffen, collectief. Dat is een vrij theoretische discussie. Ik ben er niet over begonnen.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Als Kamerlid is een van mijn taken het bevragen van het kabinet. We voeren hier een debat voorafgaand aan het bezoek van deze demissionaire minister-president aan de Europese top. Zowel deze minister-president — demissionair, what else is new? — als mevrouw Von der Leyen hebben daags na de aanval van Hamas hun onvoorwaardelijke steun aan Israël uitgesproken. Nu heb ik een vraag aan de minister-president. Ik zal niet herhalen wat ik net zei, ook al vind ik het zelf heel grappig, namelijk "demissionair, what else is new?"

Minister Rutte:
Er zit wel een zekere herhaling in.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Ik hoor dat het in de zaal ook gewaardeerd wordt. Heel leuk! Heel leuk! Als het collectief straffen van een bevolking ... We hebben het nog niet eens over het feit dat het kan, dat Israël dat heel makkelijk kan doen. Israël kan de elektriciteit afsluiten en het water afsluiten. We hebben het er niet eens over dat die machtsverhouding er is. Ik vraag niet om een college. Ik stel als volksvertegenwoordiger aan de meneer die daarover gaat, de volgende vraag: als het geen zelfverdediging is, wat is het dan wel volgens de demissionaire minister-president in de persoon van Mark Rutte?

Minister Rutte:
Het probleem zit 'm erin dat mevrouw Simons de term "het collectief straffen van een bevolking" blijft herhalen. Die term laat ik echt bij haar. Dat is een constatering die ik niet kan doen op basis van de feiten. Op basis van de feiten kan ik vaststellen dat er in Gaza een humanitaire ramp ontstaat door het feit dat Israël, op dit moment gebruikmakend van zijn recht op zelfverdediging, reden heeft gevonden om een aantal essentiële voorzieningen af te sluiten. Overigens zijn ze niet alleen van Israël afhankelijk. Een heel aantal voorzieningen zijn ook zelf in Gaza aanwezig, maar ze zijn zeker ook belangrijke mate afhankelijk van toegang vanuit Israël. Dat was niet voor niks de reden voor het feit dat wij het daar gisteren uitgebreid over gehad hebben.

Tegen de heer Sjoerdsma heb ik net gezegd dat je naar mijn overtuiging een onderscheid moet maken op basis van het doel. Wat is je doel? Het doel van Israël moet het herstellen van de afschrikking zijn. Dat is essentieel voor het op lange termijn overleven en zelfs voor het op de middellange termijn overleven van deze staat. Vervolgens bekijk je hoe je dat op een manier doet dat het een minimumeffect heeft op de gewone burgerbevolking.

Mevrouw Christine Teunissen (PvdD):
Ik vind het stuitend dat de premier zich weigert uit te spreken over misdaden die in Gaza zijn begaan. Dat is niet een oordeel dat wij zelf hoeven te vellen. Dat is gewoon wat de Verenigde Naties zeggen. Hoe bijvoorbeeld de evacuatie van mensen uit Gaza is gegaan, hebben de VN aangemerkt als een internationale schending van het oorlogsrecht. Over mensen onthouden van voedsel en van water hebben de VN gezegd: dat mag niet! Er is niet gezegd dat het een schending is van het internationaal oorlogsrecht, maar het is wel veroordeeld. Over het staakt-het-vuren hebben de VN zich heel duidelijk uitgesproken. Mijn vraag is dan waarom de premier daar omheen lijkt te draaien. Waarom gaat hij daar niet pal achter staan?

Minister Rutte:
Ik heb dat daarnet uitgelegd. Ik ben tegen de oproep tot een staakt-het-vuren. Ik heb de reden daarvoor genoemd. Dat is volgens mij ook het enige punt waarover we echt van mening verschillen vanavond, althans met een deel van de Kamer. Ik vind dat er opgeroepen moet worden tot humanitaire pauzes, maar dat een oproep tot staakt-het-vuren niet verstandig is om de redenen die ik uitvoerig heb toegelicht. Ik respecteer volledig iedereen die zegt daar anders naar te kijken. Dat respecteer ik, maar je mag daarover van mening verschillen.

Mevrouw Christine Teunissen (PvdD):
Maar dan ga ik nog even terug naar het eerste punt, de gedwongen evacuatie uit Gaza. De VN zeggen daarvan heel duidelijk dat dit een schending is van het internationaal recht. Waarom sluit de premier zich daar niet bij aan, maar gaat hij zelfstandig oordelen en zeggen: daar moet eerst nog een onderzoek naar komen?

Minister Rutte:
Nee, daar oordeel ik dus niet zelfstandig over. Ik wijs erop hoe het internationaal humanitair recht geregeld is. Een land dat gebruikmaakt van het recht op zelfverdediging is er ook aan gehouden om er zelf alles aan te doen om te komen tot een vaststelling, ook via onderzoek, op basis waarvan je kunt vaststellen of het land zich gehouden heeft aan het internationaal oorlogsrecht. Uiteindelijk kan de rechter daarover oordelen. Ik heb ook gezegd dat ik natuurlijk zeer bezorgd ben over de signalen die we allemaal zien, over het feit dat de toegang van een heel aantal essentiële voorzieningen is afgeknepen vanuit Israël. Daar heb ik grote zorgen over. Een deel van de burgerbevolking waarschuwen om zich te verplaatsen omdat het in de ogen van Israël nodig zou zijn om de dreiging van Hamas uit te schakelen, is niet per definitie in strijd met het internationale oorlogsrecht.

Mevrouw Christine Teunissen (PvdD):
Ik constateer dat de premier wegkijkt, in tegenstelling tot de Verenigde Naties. Hij zegt dat hij zich zorgen maakt over geen toegang tot voedsel en schoon water, maar hij veroordeelt het niet. Dat is wegkijken. Het is niet: opkomen voor de onschuldige burgers, die dat op dit moment keihard nodig hebben.

Minister Rutte:
Als ik van een land dat gebruikmaakt van zijn recht op zelfverdediging ga vaststellen of het wel of geen schending is, dan houd ik mezelf ook niet aan het oorlogsrecht. Het is uiteindelijk in de eerste plaats aan het land om dat te onderzoeken, en eventueel aan de rechter om er een uitspraak over te doen. Zo is het geregeld. Wat ik veel relevanter vind, is om ervoor te zorgen dat dit hersteld wordt en dat er dus weer toegang is tot al dit soort essentiële voorzieningen. Daar wordt vreselijk hard aan gewerkt, door Amerika voorop.

De heer Sjoerdsma (D66):
De CAVV zou dat, denk ik, hartgrondig met de minister-president oneens zijn, want zij vindt dat het internationaal recht gemaakt wordt door staten en dat enkel door gerechtshoven bepaald wordt hoe er gestraft moet worden. Dat is een significant verschil. Dat legt een grote verantwoordelijkheid bij een staat om zichzelf uit te spreken als er schendingen geconstateerd worden. Dan mijn vraag. We kunnen lang van mening verschillen, maar ik ben het wel met de minister-president eens dat we ervoor moeten zorgen dat die blokkade opgelost wordt en dat de humanitaire goederen naar binnen komen. De minister-president heeft dit terecht opgebracht, en ferm ook, zegt hij zelf. Maar de deadline loopt wel heel duidelijk af, ergens morgenavond, en misschien eigenlijk wel eerder als het gaat over dingen als water, voedsel en medicijnen.

Minister Rutte:
Misschien al gisteren of eergisteren.

De heer Sjoerdsma (D66):
Ja, precies. Mijn vraag aan de minister-president is dan: wat nu als er niet naar u geluisterd wordt?

Minister Rutte:
Dat is natuurlijk de volgende stap. We zullen er alles aan doen. En nogmaals, daar heeft Nederland natuurlijk een beperkte stem in. In de eerste plaats lopen de Verenigde Staten daarin voorop; zij benadrukken het belang hiervan met de meest grote stevigheid. Het is niet voor niks Joe Biden, de Amerikaanse president, geweest die vorige week de opening in het zuiden heeft kunnen veroorzaken. Maar twintig vrachtauto's is te weinig. Het is een druppel op de gloeiende plaat. Maar ik kan niet in een "what if" spreken over de komende dagen. Dan zullen we opnieuw moeten bekijken wat we kunnen doen om alles te bereiken waardoor de humanitaire situatie in Gaza verbetert. Er is op dit moment in ieder geval weer sprake van enige toevoer van spullen, maar het moet veel meer zijn. Er is enig herstel van voorzieningen, maar ook dat moet veel meer. De corridor begint zich te vormen in het zuiden. Er worden dus stappen gezet, maar er moet natuurlijk veel meer.

De heer Sjoerdsma (D66):
"What if" klinkt natuurlijk alsof ik een heel onredelijke vraag stel, over een scenario dat zich waarschijnlijk niet gaat voordoen, maar ik denk dat we ook redelijk moeten zijn en moeten kijken naar hoe de situatie nu is. Ik ken veel mensen van de VN op de grond. Zij gebruiken in hun rapporten eufemistische, zakelijke termen, maar de menselijke vertaling van de situatie is dat het een hel is, op elk front. De minister-president heeft gesproken met Netanyahu. Hij heeft hem in de ogen gekeken. Gaat er nu iets veranderen aan de Israëlische zijde in de komende dagen, of niet? En als hij, zonder in te gaan op de precieze woorden van Netanyahu, die garanties niet heeft gekregen, wat gaat Nederland dan doen om ervoor te zorgen dat de Palestijnen wel geholpen worden, dat er niet massaal doden vallen, dat de gewonden verzorgd kunnen worden, dat er geen besmettelijke ziektes uitbreken en dat kinderen niet sterven in couveuses? Dat is mijn vraag aan de minister-president.

Minister Rutte:
Dat doen wij door heel nauw te coördineren met onze internationale partners, uiteraard binnen Europa en met de Verenigde Staten. Vandaag heeft president Macron van Frankrijk eigenlijk exact hetzelfde gesprek gehad, voor zover ik dat nu zo snel uit de media kan halen, want ik heb hem zelf nog niet gesproken, als wij gisteren gevoerd hebben, met daarbij nog de gedachte om de anti-ISIS-coalitie hierin ook een rol te laten spelen. Dat lijkt mij op zich een heel goede gedachte. Dat is meer dan ik gisteren deed, maar zeker op al die humanitaire aspecten heeft hij dezelfde dingen benadrukt. We staan in zeer nauw contact. We zullen opnieuw alles doen om te zorgen dat humanitaire situatie verbetert. Ook hiervoor zal natuurlijk gelden: met de Verenigde Staten voorop. Maar ik kan geen garanties geven. Zo tragisch is het ook.

De heer Sjoerdsma (D66):
Dan constateer ik dus dat de minister-president geen garanties heeft gekregen van de Israëli's. Anders had hij dat hier vast gezegd. Hij heeft dus geen bevestiging gekregen dat de blokkade eraf gaat en dat de humanitaire hulp niet alleen voorspelbaar en van de juiste omvang is, maar ook voortdurend zal plaatsvinden. Dat moet ik constateren. Als de minister-president het nu gaat hebben over Macron en de anti-ISIS-coalitie, is dat mijn enige conclusie, tenzij de minister-president nu zegt: nee, u hebt dit fout en ik heb er vertrouwen in dat het goed gaat komen.

Minister Rutte:
Voor Israël zal gelden dat de toegang tot al dit soort goederen et cetera inderdaad bij de bevolking terechtkomt — dat is ook al opgemerkt in het debat — en niet bij de verkeerde elementen. Dat is essentieel om dit te organiseren, essentieel.

Mevrouw Piri (PvdA):
De suggestie wordt gewekt dat ... Het gebeurde ook al toen de minister-president wat over brandstof zei en ik hoorde het ook de woordvoerder van de VVD zeggen, maar een van de angsten is dat hulpmiddelen zoals brandstof in handen vallen van Hamas. De minister van Buitenlandse Zaken heeft het vorige week nog bevestigd en de Kamer is er volgens mij al jaren heel fel in: er moeten standaardchecks zijn op de hulpgoederen die naar UNRWA gaan. Vanuit de EU heeft Josep Borrell, de EU-buitenlandchef, bevestigd dat hij persoonlijk politieke verantwoordelijkheid gaat nemen als zou blijken dat geld dat de afgelopen vier jaar vanuit de EU naar UNRWA is gegaan, in handen is gevallen van Hamas. Sterker nog, de Israëlische ambassadeur in Brussel heeft gezegd dat er geen enkel bewijs is dat hulpgoederen, inclusief brandstof, die in de afgelopen jaren aan UNRWA zijn geleverd, ooit in handen zijn gevallen van Hamas. Dan vraag ik me dus toch af of de minister-president nu andere informatie heeft.

Minister Rutte:
Ik zeg niet dat ik vind dat Israël die angst zou moeten hebben. Ik schets alleen ... Ik bestuur Israël niet. Wij zijn niet het parlement van Israël. Dan zou het namelijk makkelijk zijn. Alhoewel, dan zou het heel moeilijk zijn, maar dan zou je op dit soort punten in ieder geval een executieve bevoegdheid hebben. Ik schets alleen wat naar mijn beeld het dilemma is waar de Israëli's zelf voor menen te staan. En natuurlijk heb ik gisteren, ondanks dat dilemma, zeer aangedrongen op een toegang tot brandstof voor Gaza. Dat is cruciaal, bijvoorbeeld voor de ziekenhuizen. Ik heb zelfs gezegd: het is prioritair voor de ziekenhuizen. Er voltrekt zich namelijk een humanitaire ramp in de ziekenhuizen: het opereren bij kaarslicht, het niet hebben van toegang tot stroom en brandstof en alle gevolgen die dat heeft voor de medische voorzieningen. Daar is dus wat ons betreft geen discussie over.

De voorzitter:
U vervolgt uw betoog.

Minister Rutte:
Voorzitter. Dan een vraag over de vrijlating van gegijzelden. Ik heb daar al iets over gezegd. Onze ambassade staat in zeer nauw contact met de familieleden van de Nederlandse betrokkenen. Ik heb al verteld dat ik zelf ook gesprekken met hen heb gehad, maar het geldt natuurlijk niet alleen voor hen, maar voor alle 220. Dat is overigens de telling van gisterenavond. Gisteren zijn er natuurlijk twee vrijgekomen. De telling van gisteren was 220, maar dat verandert natuurlijk ook weer per uur. Maar wij dringen aan op niet alleen de vrijlating van de Nederlandse gegijzelden maar op de vrijlating van alle gegijzelden. We proberen via alle diplomatieke kanalen die druk uit te oefenen.

Voorzitter. Dan zijn er vragen gesteld over de toekomst van de Palestijnen. Ik denk dat we het er met elkaar over eens zijn, maar naar mijn mening is het cruciaal dat er een veilige Palestijnse staat komt naast een veilig Israël. Dan kun je natuurlijk denken: daar is dit het moment niet voor. Maar misschien is dit wél het moment. Misschien is dat de enige silver lining bij die gitzwarte wolk die op dit moment boven Israël en de Palestijnse gebieden hangt: om nu juist wél te kijken wat er mogelijk is. Als zich daarin dus kansen of mogelijkheden voordoen, zullen wij dat natuurlijk doen. Nederland was een van de zeer weinige landen of eigenlijk nog zo'n beetje de enige in Europa dat een redelijk equilibrium heeft gehouden met zowel de Palestijnse Autoriteit als met Israël. We hebben eigenlijk sinds 2012 gezegd: "Wat heeft het voor zin om de hele dag declaratoir te zeggen dat we voor Israël zijn of voor de Palestijnen? Laten we nou gewoon proberen te helpen bij de contacten tussen die twee." Daar hebben we ook een kleine niche in kunnen opbouwen via de samenwerkingsraden die zijn ontstaan, back-to-back, met zowel de PA als met Israël. Dat geeft ons ook, hoewel we niet bepaald het grootste land van Europa zijn, een zekere geloofwaardigheid. Dus als wij kansen zien, dan zullen we daarop inspringen. Ik heb dat natuurlijk gisteren ook bij beide gesprekspartners aan de orde gesteld. Ik moet wel zeggen: door het trauma op dit moment aan zowel Palestijnse kant als aan Israëlische kant over de gebeurtenissen van de afgelopen weken en de vele doden in Gaza en op de West Bank en de 1.400 doden in Israël, merk je niet dat men nu onmiddellijk helemaal openstaat voor die gedachte. Maar we zullen daar natuurlijk op blijven aandringen.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Ik ben het er zeker mee eens dat het op dit moment natuurlijk enorm ingewikkeld is allemaal, maar het is wel interessant dat de minister-president zegt: misschien is het nu wél het juiste moment. Dat is in mijn termijn precies mijn pleidooi geweest. 138 landen gingen Nederland al voor, een meerderheid van de VN. Hetzelfde geldt voor Israël. Het is een standpunt van de Nederlandse regering. Er is al eerder gezegd dat het niet de vraag is óf maar wanneer Nederland Palestina gaat erkennen als een zelfstandige staat. De vraag is inderdaad: wat let u om nu in ieder geval stappen te zetten om die kant op te gaan?

Minister Rutte:
Ik denk dat het nu erkennen van Palestina als een zelfstandige staat niet gaat helpen. Volgens mij is dat niet de oplossing voor het vraagstuk van hoe we een leefbare, veilige, Palestijnse staat krijgen naast een veilig Israël. Daarvoor is een gezamenlijke oplossing nodig. Er zijn twee woorden waar iedereen volgens mij zo langzamerhand helemaal tabak van heeft. Het ene is het deel "proces" in het woord "vredesproces", want een proces hoeft nooit te stoppen. Het andere is die hele uitgekauwde formule uit 1967 van land swaps, borders en een two-state solution. Maar het is wel de enige show in town die er op dit moment is. Het is het enige wat we hebben, dus je zult daarvandaan moeten vertrekken. Als je het echt wilt lanceren, zul je ook opnieuw moeten kijken naar de vraag hoe je dit snel kunt doen. Op dit moment merk ik daarvoor nog geen draagvlak. Ik ben het eens met de SP dat er nu wel een kans ligt, maar niet om nu als Nederland Palestina te gaan erkennen. Volgens mij gaat dat niet helpen.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Maar de vraag is: waar is het nu dan wel tijd voor? Volgens mij zitten we dicht bij elkaar. Ik ben het zeker eens met de woorden van de minister-president dat als je dat niet doet, dus als je geen perspectief biedt, er voor de Palestijnen ook echt helemaal niets meer is om naartoe te leven. Dan zal de voedingsbodem voor Hamas alleen maar toenemen. Welke stap kunnen wij dan concreet zetten, ofwel in Europees verband, ofwel …?

Minister Rutte:
Op dit moment is mijn conclusie: niet vandaag en ook niet morgen, maar misschien overmorgen. En dan bedoel ik "overmorgen" dus niet letterlijk. Ik ben het eens met de heer Van Dijk dat … Kijk, er is ook een belang bij Israël om nog scherper neer te zetten dat er een verschil is tussen Hamas en de normale Palestijnen, de miljoenen Palestijnen die evenzeer lijden onder Hamas en alles, en nu ook onder de verschrikkelijke gevolgen van de aanslag van Hamas en wat die betekent in Gaza. Er is dus zo'n belang om dat nog veel duidelijker te doen en wel dat perspectief te schetsen. Maar ik zeg er eerlijk bij: dat is niet iets wat gisteren onmiddellijk resoneerde. Dat is dus niet voor vandaag, maar misschien voor morgen en ik denk zelfs voor overmorgen. Maar dat zeg ik wel in figuurlijke zin.

Er waren nog specifieke vragen over Hamas. Ja, dat is een terroristische organisatie. Daarover zijn vragen gesteld. Er is gevraagd naar Qatar. We hebben Qatar op dit moment echt hard nodig, erg hard. Het is een van de partners in de regio, juist waar het gaat om diplomatieke inspanningen gericht op twee zaken. Eén: de rol die zij kunnen spelen in het voorkomen van een spill-over. Twee: de rol die zij kunnen spelen in het vrij krijgen van de gijzelaars.

De suggestie van de heer Sjoerdsma om ook de families van de andere Nederlanders die vastzitten in Gaza te ontvangen, vind ik erg goed. Dat had ik nog niet gepland, maar dat ga ik doen. Ik heb al gevraagd om dat in gang te zetten. Dank voor de suggestie. We praten met heel veel groepen, maar ik vind het heel goed om dat ook met deze groep te doen.

Zoals ik al zei, hebben we natuurlijk gevraagd om opheldering over het lot … Nee, niet over het lot, want helaas weten we wat het lot is. We hebben gevraagd om opheldering over het tragische nieuws over Islam al-Ashqar. Onze gedachten zijn bij de nabestaanden. We leven met hen mee. De minister van Buitenlandse Zaken heeft ook gesproken met een aantal van haar nabestaanden. Het is echt verschrikkelijk. We weten dat er op dit moment nog 23 mensen — dat is de telling nu — ter plaatse zijn, met wie Buitenlandse Zaken contact onderhoudt voor consulaire steun. Ik heb Netanyahu inderdaad gevraagd om duidelijkheid te bieden over wat deze vrouw is overkomen. Dat heeft de minister van Buitenlandse Zaken overigens ook gedaan bij haar collega Cohen. Ze hebben inmiddels toegezegd alle beschikbare informatie te zullen delen. In antwoord op die concrete vraag kan ik dus zeggen: ja, dat is gebeurd. Wij hopen die informatie zo snel mogelijk te krijgen.

De voorzitter:
De laatste vraag van de heer Sjoerdsma.

De heer Sjoerdsma (D66):
Dank aan de premier voor de toezegging die hij net deed om die andere families ook uit te nodigen. Dat wordt zeer gewaardeerd.

Toch nog eventjes over dat onderzoek naar Islam al-Ashqar en eventuele andere Nederlandse slachtoffers. Laten we hopen dat die er niet komen, maar als dat wel het geval zou zijn, zou ik de minister-president twee dingen willen vragen. Eén: dat er voor elk Nederlands slachtoffer om zo'n onderzoek wordt gevraagd. Twee: dat deze onderzoeken gedeeld zullen worden met de Tweede Kamer. Ook even over de zwaarte hiervan: er is geen hiërarchie in het lijden tussen Palestijnen, Israëli's en Nederlanders, maar de Nederlandse Staat draagt voor Nederlanders een andere verantwoordelijkheid dan voor Palestijnen. Dat geldt ook voor de Tweede Kamer. Vandaar deze vraag.

Minister Rutte:
Het eerste zeker. Het tweede ten principale. Je moet alleen wel kijken wat voor informatie je krijgt. Als daar informatie in zit die staatsgeheim gedeeld wordt, dan moet dat misschien op een vertrouwelijke manier met de Kamer worden gedeeld. Daar gaan we dan naar zoeken. Maar nee, uiteraard.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik had ook nog een vraag over Abbas en dat volgens mij het pay-to-slayprogramma gewoon doorgaat.

Minister Rutte:
Daar kom ik nog op terug.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Daar komt u nog op terug.

Minister Rutte:
Ja, dat zit verderop in mijn stapel. Ja, daar kom ik op terug, absoluut.

Voorzitter. Dan inderdaad nog een aantal vragen. Er was ook een vraag over de Revolutionaire Garde, the Iranian Revolutionary Guard Corps. Ik wil wel eerst zeggen, specifiek over de betrokkenheid van Iran, dat we daar meer inzicht in moeten krijgen. Daarover is ook intensief contact met de collega's in de Europese Unie. Er is op dit moment geen bewijs, in ieder geval nog geen bewijs, dat Iran direct betrokken was bij deze aanval. Dat zie je ook in de verklaringen van de Verenigde Staten en van Israël. Dat dus in algemene zin over Iran.

Dan specifiek over de IRGC, want we weten dat zowel Hezbollah als Hamas gesteund worden door deze organisatie. Dat is mede de reden dat Nederland wil dat deze organisatie op de Europese terrorismelisting gezet wordt. Daar is op dit moment onvoldoende draagvlak voor. Dat heeft te maken met het ontbreken, zo vindt men in Europa in sommige landen, van een juridische basis, maar belangrijker nog met het gebrek aan consensus over die listing. Dus wij werken eraan. Intussen hebben we in Nederland wel inreisverboden voor individuele leden van de IRGC. Op verzoek van de Kamer heeft de minister ook een toelichting gegeven, per brief die vandaag aan de Kamer is gestuurd, heel specifiek over dit vraagstuk. Dat komt terug, begrijp ik, bij het commissiedebat over Iran van morgen. Daar is zij dan op voorbereid.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik heb het in een interruptiedebat met mevrouw Simons ook hierover gehad. Denken dat het alleen om Hamas gaat, is naïef, omdat we ook weten dat Iran Hamas, maar ook Hezbollah, op bepaalde wijze steunt.

Minister Rutte:
Zeker.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik dacht te hebben begrepen dat Hamasleiders zelf hebben aangegeven dat zij de maandag voor de aanslagen in Beiroet in overleg met Iraanse officials hebben gesproken over de planning rond de aanslagen.

Minister Rutte:
Ja, dat klopt.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Daarmee ook een soort goedkeuring … Ik weet niet hoe dat is gegaan. Kloppen die berichten? Want zo ja, dan zou dat voor mij betekenen dat Iran of de leiders daarvan wel degelijk mede betrokken zijn geweest bij de aanslagen op 7 oktober. Mijn vraag is hoe de minister-president dit ziet. Waarom? Omdat als dat zo is, we wel een link hebben richting de terreurlijst van de EU.

Minister Rutte:
Maar dat is een open bron. Er was in het begin ook een bron die zei dat Hamas zelf … Ik heb toen zelf ook in een interview gezegd: nou, wel prettig dat ze dat dan zelf ook even bekendmaken. Maar feit is op dit moment, want we hebben niets anders aan eigen informatie dan die open bron … Althans, voor zover ik weet is onze informatie — en dat geldt dus ook voor wat de Verenigde Staten en Israël daarover zeggen — dat er geen bewijs is of tenminste nog geen bewijs is over betrokkenheid van Iran. Meer hebben wij op dit moment niet.

Voorzitter. Dan waren er ook een paar vragen over de situatie in Nederland, bijvoorbeeld over het oprukkende antisemitisme. Er zijn op dit moment antisemitische incidenten, ook jegens Joodse kinderen. Dat is onacceptabel. We horen verhalen van religieuze joden die de Thorarolletjes van de voordeur halen omdat ze hebben gezien dat er foto's werden gemaakt en dat soort zaken en uit angst hebben gezegd: dat doen we niet meer. Dat is weerzinwekkend, dat er ook nu, vandaag, in de Joodse gemeenschap, die na de Tweede Wereldoorlog een omvang heeft die nog niet eens de Arena kan vullen, dat deze lieve, normale, vredelievende mensen opnieuw in die angst moeten leven. Ik sprak daarover op 10 oktober met de Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding op het Catshuis. Wij deden dat met verschillende Joodse organisaties, over hun zorgen. Zij moeten weten dat ze niet alleen staan. Er wordt door de Nationaal Coördinator ook intensief gesproken in EU-verband over het oprukkende antisemitisme.

Er was ook een specifieke vraag over Europa. Er wordt ook in Europa gekeken of we kunnen komen tot gezamenlijke teksten. Ik weet niet of dat bij deze Europese Raad is, maar volgens mij gaat dat los van deze Europese Raad wel binnenkort gebeuren, dus ook in EU-verband. Maar ik zeg daar nog iets bij. Dit was een gesprek met de Joodse organisaties, maar ik had vorige week ook een heel indrukwekkend gesprek met joodse Nederlanders en islamitische Nederlanders gezamenlijk, en met Palestijnen en christenen. Daar zaten ook mensen bij zoals een imam die als imam herkenbaar was door zijn baard. Die zegt: als ik over straat loop, wordt mij af en toe "terrorist" nageroepen. Er zat een Joodse jongen bij, die zei: als ik over straat loop, wordt mij "kankerjood" nageroepen. Dat is Nederland dus ook op dit moment. Dat gebeurt niet overal en iedere dag, maar mensen leven in grote angst. Het enige wat ik hier nog een keer wil zeggen, ook tegen ons zoals we hier zitten — ik hoef daar niemand van te overtuigen — is dat we er met elkaar alles aan moeten doen om in dit land de vrede te bewaren. Ik schetste al in mijn openingswoord de indrukwekkende gesprekken die ik vanmorgen met de families van gegijzelden en vanmiddag met Palestijnen had. Morgen heb ik een gesprek met jongeren van verschillende gezindten. Ik weet dat ook heel veel Kamerleden dat doen. Karien van Gennip, de minister van Sociale Zaken, doet dat intensief met maatschappelijke organisaties. Dit is ontzettend belangrijk. Ook de maatschappelijke initiatieven zijn benoemd. Ik dacht dat mevrouw Teunissen in haar bijdrage dat indrukwekkende initiatief met de vredesduif noemde. Of was het mevrouw Simons? Sorry, het was de heer Krul. Excuus. Maar goed, ergens zit in ieder geval de dader van het terecht benoemen van dit mooie initiatief.

De voorzitter:
Ook mevrouw Teunissen zei er wat over.

Minister Rutte:
Ja, ik dacht dat het mevrouw Teunissen was.

De voorzitter:
Maar zij zei niets over de duif. De duif kwam van meneer Krul.

Minister Rutte:
Het resoneerde in ieder geval, los van waar het vandaan kwam. Soms denken we als politiek dat we volgens de opinieonderzoeken niet de maatschappelijke positie hebben om hier iets van te vinden, maar ik merk dat we die wel hebben. Ik weet dat ook de Kamerleden dat weten. We hebben met elkaar in ieder geval de toegang tot de media en we hebben een veel grotere roeptoeter via de media dan de gemiddelde Nederlander. Dit mag in Nederland niet gebeuren, niet 80 jaar na de Tweede Wereldoorlog, en ook niet tegen onze islamitische Nederlanders, de moslims in Nederland, die hier in vrede leven en onderdeel van deze samenleving zijn. Laten we eerlijk zijn: dat is sowieso een samenleving van alleen maar minderheden. Er zijn hier geen meerderheden. Het is een samenleving van minderheden — dat is Nederland altijd geweest — die af en toe wat ruziënd, maar uiteindelijk toch ook met groot respect voor elkaar proberen dit land op een goede manier leefbaar te houden. Laten we dat blijven doen.

Ik kan hier natuurlijk niet verder ingaan op de beveiliging van Joodse objecten, maar daarover is al wel gesproken. Daarover wordt intensief gesproken met Joodse organisaties, maar ik kan dat niet allemaal in het openbaar delen.

Dan ten aanzien van het Midden-Oosten en pay for slay. De PLO maakt al decennialang geld over. Wacht even, wie heeft die vraag ook alweer gesteld? Meneer Bisschop? Nee, de heer Ceder heeft die vraag gesteld. De PLO maakt al decennialang geld over aan families van Palestijnse gevangenen in Israël en aan families van Palestijnse slachtoffers die omkwamen tijdens politiek geweld. Dat is inderdaad wat Israël en de Verenigde Staten ook wel "pay for slay" noemen. Ik kan alleen maar zeggen dat wij daartegen zijn. Daarom hebben we enkele jaren geleden besloten om de budgetsteun aan de Palestijnse Autoriteit stop te zetten. We hebben dat gisteren niet besproken. Het is iets wat ik in ieder gesprek met Abbas kan bespreken. Dat heb ik gisteren niet gedaan, maar nu de heer Ceder dit opbrengt, wil ik hem beloven dat ik dat bij de volgende gelegenheid — daar moeten we even een aantekening van maken, Geoffrey — weer opbreng. Ik denk dat dit goed is.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Dank voor deze toelichting van de minister-president. Het gaat waarschijnlijk dus gewoon gebeuren dat de familieleden van de mensen die mensen hebben afgeslacht geld krijgen en dat we dit niet kunnen tegenhouden. Ik kan me wel een motie heugen van een paar weken terug — ik weet niet of die van de heer Eppink was — waarin we hebben gezegd dat we de steun gaan stoppen op het moment dat Abbas op de een of andere manier steun zou betuigen aan de situatie. Hoor ik mevrouw Piri zeggen dat die motie niet is aangenomen?

Minister Rutte:
Ik zeg in ieder geval toe dat ik het in mijn volgende gesprek met de president van de Palestijnse Autoriteit weer zal opbrengen. We maken niet iedere keer alle punten, maar de heer Ceder triggert dit en ik zeg dat toe.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik wil u toch vragen om dit niet alleen te checken, maar ook om dit volgende week bespreekbaar te maken. U kunt zich voorstellen dat als dit gebeurt en dit uitgekeerd wordt, dit opnieuw een enorme klap is, terwijl wij volgens mij met z'n allen veroordelen wat er heeft plaatsgevonden. In ieder geval veroordeelt een groot deel van dit parlement dat. Ik wil dus toch kijken hoe wij op een bepaalde manier volgende week kunnen bekijken hoe we dit kunnen voorkomen, ook omdat Abbas heeft aangegeven de aanslagen te veroordelen. Je kan niet de aanslagen veroordelen en tegelijkertijd ook geld uitkeren als een soort van beloning voor de familieleden die daarbij betrokken zijn geweest.

Minister Rutte:
Volgende week, bij welke gelegenheid?

De heer Ceder (ChristenUnie):
Sorry. Ik heb het over de top. Die is niet volgende week, maar …

Minister Rutte:
Maar Abbas is niet bij de top. Om nou zo'n specifiek …

De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik heb het over de …

Minister Rutte:
Ik zeg toe: bij de eerstvolgende gelegenheid met Abbas breng ik het op. Ik beloof het. Maar dat is niet deze week.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Nee, mijn vraag is om met de andere Europese leiders te bespreken hoe hiermee om te gaan, ook omdat we allemaal steun leveren aan Fatah en PLO. Want dit gaat gebeuren. Ik vraag me af of u daar ook in Europees verband over kunt spreken. Ik kan me voorstellen dat u daar ook een krachtiger signaal van …

Minister Rutte:
Maar niet deze week bij de Europese Raad. Daar moet het, denk ik, echt gaan over de kern van de zaak nu. Dat is de humanitaire toegang tot Gaza. Dat is de restraint. Dat zijn alle aspecten van humanitaire pauzes, waar we denk ik gaan landen qua consensus. Ik denk dat het deze Europese Raad daarover moet gaan. Als ik hierover begin, zeggen ze: waar heeft Rutte het nou over? Dan moet ik het eerst uitleggen; niet iedereen zal het meteen snappen. Ik ben het met de heer Ceder eens dat we dit moeten opbrengen. Laat mij daarom even bekijken wat een goed moment is, ook in de contacten met de president van de PA.

Voorzitter. Dan de andere vragen. Misschien mag ik daar wat sneller doorheen gaan, ook gezien het tijdstip. Er zijn nog best veel vragen. Eerst over EPF, de European Peace Facility. Ja, sorry, we gaan nu even naar andere zaken, maar die zijn ook heel belangrijk en die raken ook zeker aan Oekraïne. We moeten er alles aan doen om ervoor te zorgen dat dat onderwerp net zo hoog op de agenda blijft staan als de verschrikkingen in het Midden-Oosten.

De voorzitter:
Gaat uw vraag nog over het vorige onderwerp, meneer Krul? Ja?

De heer Krul (CDA):
Ja, ik wacht geduldig tot onze vragen beantwoord worden. Nog even inzoomend op dat Europese buitenlandbeleid. Ik heb de minister-president horen zeggen: in eerste instantie is dat toch vooral aan de VS. Ik heb hem ook horen zeggen: we moeten in Europees verband met lidstaten nog een tekst overeenkomen et cetera. Kan de minister-president de rol van de EU in het grotere geheel schetsen, in het geopolitieke verhaal? Want enkel de beschouwing "het is toch vooral aan de VS" is, denk ik, geen lange, duurzame oplossing voor het Europees buitenlandbeleid.

Minister Rutte:
Nee, maar dat zou echt gevolgen hebben voor het Europees buitenlandbeleid wil dat effectiever worden. Dat zou intern vragen dat Duitsland en Frankrijk bereid zijn dat meer te pullen met de andere landen. Ik denk dat dat ingewikkeld zal zijn, want die zullen altijd hun eigen buitenlandbeleid willen houden. Specifiek ten aanzien van Israël gelden natuurlijk de veiligheidsgaranties vanuit de Verenigde Staten, inclusief de concrete invulling daarvan. Je ziet het nu ook met de might and power die Amerika daar op de mat legt, of nou ja, in zee legt, voor de kust. Dat doen wij niet. Die middelen hebben wij niet. Die voorzieningen hebben wij als Europa niet. Ik vind overigens dat we eraan moeten werken om daar als Europa zelf veel meer in te kunnen doen, maar dat zal ook in dit huis echt nog wel tot discussies leiden. Als Israël dadelijk een tweefrontenoorlog moet voeren, dan zou dat ook kunnen betekenen dat er militaire steun nodig is. Maar ik weet niet eens of het kabinet het daarmee eens is; ik praat nu helemaal voor mezelf. Als je niet bereid bent dat te doen — ik weet dat dit allemaal heel gevoelig ligt — dan zal onze rol uiteindelijk meer declaratoir zijn, zeg ik maar even op z'n diplomatieks, en zullen we minder impact hebben. Dat is wel een direct gevolg van de positie van Europa op het wereldtoneel, zeker als het om het Midden-Oosten gaat.

De heer Krul (CDA):
Ook declaratoire karakteristieken kunnen heel belangrijk zijn. Ik refereer maar even aan het debat in de eerste termijn over bijvoorbeeld het staakt-het-vuren. De PvdA sprak over de politieke ruimte als het gaat om het bevrijden van de gijzelaars. De heer Sjoerdsma sprak over de leiders van Hamas, die zich toch ook in Qatar verschuilen. Dat zijn allerlei zaken waar ook in het Europees buitenlandbeleid heel erg veel impact te maken is. Laten we er eentje uit pakken: Qatar. Ik heb de minister-president horen zeggen: die kunnen een belangrijke rol spelen. Ja. Maar wij kunnen ook een belangrijke rol spelen op het gebied van het bevrijden van de gijzelaars; ik benader het dan niet enkel in positieve zin. Wat voor ruimte hebben we überhaupt om daar druk op uit te oefenen, om ook via die manier impact te leveren om bijvoorbeeld de gijzelaars te bevrijden?

Minister Rutte:
Dan moet ik toch eerlijk zijn: we hebben daar heel weinig impact op als Europa. Dan zal je als Europa ook bereid moeten zijn om militair, ook gezamenlijk, veel meer te doen dan we op dit moment doen. Amerika doet daar wel heel veel. Amerika is nog steeds de politieman van de hele wereld. Dat is het machtigste land, met het machtigste militaire apparaat. Amerika heeft gezegd: wij zullen helpen de veiligheid van Israël te garanderen. Kijk wat ze op dit moment daar neerleggen. Dat kan Nederland niet. Dat kan Europa niet. Daarmee is onze impact hele mooie statements en iedereen aanspreken op zijn verantwoordelijkheid. Je ziet Macron vandaag ook het een en ander proberen in combinatie met: wat kunnen we nog meer doen om Israël daadwerkelijk te helpen? Maar ik zie al de discussie in het Nederlandse kabinet en in de Nederlandse Tweede Kamer als dat tot concrete gevolgen zou leiden, zoals militaire steun. Maar als je die zou leveren, heb je veel meer invloed op de gang van zaken in Israël.

De heer Krul (CDA):
Dan ga ik een retorische vraag stellen, in de hoop dat de minister-president daar toch op reflecteert. Als we constateren dat we daar feitelijk vrij weinig impact hebben en we ook de lijn zien die door partijen is geschetst in de eerste termijn, bijvoorbeeld over het bevrijden van de gijzelaars, namelijk politieke ruimte zoeken en diplomatieke druk uitoefenen, dan is dat voor die gijzelaars ook onvoldoende en zal dat indirect ertoe leiden dat de oproep tot een staakt-het-vuren onvoldoende impact zal hebben om daadwerkelijk een situatie te creëren waarin die gijzelaars vrijkomen. Dan is dat dus eigenlijk ook de conclusie die de minister-president trekt over de impact die wij kunnen hebben op het diplomatieke domein.

Minister Rutte:
Ik trek 'm uit elkaar. Wij kunnen wel impact hebben omdat we heel nauw samenwerken met Amerika. We trekken gezamenlijk op. Dat doen we heel nauw. We coördineren alles. Daarom kunnen we wel degelijk gezamenlijk impact hebben en daarom hebben we impact. Daarom wordt de telefoon opgenomen in Caïro, in Abu Dhabi en andere hoofdsteden in de regio, en hebben we de relaties die we hebben. Als we dat als Europa alleen zouden moeten doen, dan zou onze impact aanzienlijk minder zijn. Ik dacht dat de vraag meer daarover ging. Als Nederland vanaf vandaag zou oproepen tot een staakt-het-vuren, dan wijken wij totaal af van de Europese consensus, van de consensus in Amerika en is onze rol uitgespeeld. Dat zeg ik eerlijk. Als dat de opdracht zou zijn aan het Nederlandse kabinet, dan zijn we alleen nog declaratoir. Daar ben ik eerlijk over.

Mevrouw Piri (PvdA):
Dit is vrij frappant, hè: als een oproep van de VN-secretaris-generaal gedeeld wordt door de Tweede Kamer, dan staat Nederland buitenspel.

Minister Rutte:
Ja, dat is wel een feit. Ik zeg het maar eerlijk: zo zie ik het, ja.

Mevrouw Piri (PvdA):
Ik had ook vragen gesteld over de nederzettingen en de kolonisten en over wat er gebeurt op de Westelijke Jordaanoever.

Minister Rutte:
Dat heb ik benoemd. Dat heb ik beantwoord. Ik heb dat gisteren indringend besproken, ook met Abbas. Ik vind dat verschrikkelijk. Wij zijn sowieso tegen de nederzettingen en dat geweld moet stoppen.

Mevrouw Piri (PvdA):
Oké. Nou, dan heb ik daar een vervolgvraag op. U zegt het ook: dan hebben we het niet over morgen. Maar uiteindelijk zal die rechtvaardige tweestatenoplossing er moeten komen. We weten dat er altijd meerdere precaire zaken zijn, maar de twee grote problemen zijn wat te doen met vluchtelingen en wat te doen met de kolonisten. Ten tijde van de Oslo-akkoorden waren er 138.000 kolonisten op de Westelijke Jordaanoever, nu 700.000 met Oost-Jeruzalem erbij. Ik hoef u niet te vertellen onder welke regering en onder welke premier van Israël de meeste illegale nederzettingen gebouwd zijn. Ik snap dat we achter Israël staan als het zich verweert tegen de aanval van Hamas. Nou benadrukt u in elk statement terecht dat je uiteindelijk zal moeten komen tot die tweestatenoplossing. We zien ook dat een Israëlische minister van dit kabinet kolonisten bewapent. De afgelopen twee weken zijn er 95 Palestijnen gedood op de Westelijke Jordaanoever. U heeft president Abbas gesproken. Als dit wordt doorgezet, welke consequentie verbindt Nederland daar dan aan?

Minister Rutte:
Als de vraag is of we, wat hier en daar gesuggereerd werd, tot boycotten of andere zaken moeten komen, dan zijn we ook alleen maar declaratoir. Ik zeg het maar eerlijk. Dan is onze rol uitgespeeld. We moeten ook een beetje praktisch blijven. Hier moeten we samen optrekken met andere landen die dit ook verwerpen. Dat geldt ook voor het staakt-het-vuren. Ik zeg niet dat dat een onzinnig argument is. Ik ben het er inhoudelijk niet mee eens, maar ik snap ook vanuit welke gedachte dat bij partijen opkomt. Dat is allemaal te respecteren, maar er werd mij gevraagd hoe je invloed hebt. Dat heb je door je militair te engageren. Dat heb je door er massief aanwezig te zijn en heel nauw met Amerika samen te werken. Dan kun je nog wat doen. Maar als we nu zouden oproepen tot een staakt-het-vuren of tot boycots, dan heeft iedereen hier of een deel hier een heel goed gevoel, maar buiten dit gebouw is de invloed dan weg. Helemaal nul komma nul. Hele grote nullen. Dat is gewoon een feitelijk gegeven. Laten we ook een beetje praktisch blijven.

De voorzitter:
Laatste vraag, mevrouw Piri.

Mevrouw Piri (PvdA):
De minister-president legt me woorden in de mond die ik niet heb gezegd. Waar had ik het over een boycot? Waar had ik het over sancties? Als deze minister-president daadwerkelijk vindt dat de uiteindelijke oplossing een rechtvaardige tweestatenoplossing is, als we weten wat er nu op de Westelijke Jordaanoever gebeurt en we ook weten welke coalitie in Israël de meeste illegale nederzettingen heeft geplaatst — dat is namelijk deze coalitie — wat doet u dan voor of achter de schermen? Dan zeg ik niet: zet u zich daarvoor in. Toen de minister-president gisteren in gesprek was met Netanyahu, is dit toen überhaupt aan de orde gekomen? Als dat niet zo is, dan zijn het echt loze woorden over een tweestatenoplossing.

Minister Rutte:
Die settlement policy adresseren we iedere keer weer. Die heb ik niet specifiek gisteren besproken. Wél het geweld van de settlers tegen de Palestijnen. Ik heb gezegd: Bibi Netanyahu, dit helpt toch niet! Rein your interior minister in! Want die doet dat. Dat is cruciaal. Hoe kan anders de Westelijke Jordaanoever, de PA, Abbas, dan nog proberen om aan zijn kant de stabiliteit te handhaven? Zo bespreek ik dat. Ik kan natuurlijk iedere keer het hele lijstje langslopen — pay for slay, de settlements en alles — maar dan ben ik een halfuur verder en ben ik nog niet bij de kern gekomen van wat er nu speelt. Ik moet daar natuurlijk ook keuzes in maken in de zin van: wanneer doe je wat? Maar dat is bekend. Dat geldt praktisch voor ieder Europees land. Behalve Hongarije zeggen we allemaal: stop daarmee. Weet dat, maar we hebben nu niet de macht om dat morgen af te dwingen. Dat is ook wel gebleken, want u heeft helemaal gelijk. En kijk ook eens naar Jeruzalem: dat is totaal verpostzegeld. Stel dat je tot een tweestatenoplossing komt, hoe ga je dat bij Jeruzalem nog uitsorteren? Dat is een ramp. Je kan ook zeggen: in 2000 waren we heel dichtbij. In november 2000 lag er in Camp David tussen Barak en Yasser Arafat eigenlijk een oplossing, voor alles. Helaas. Konden we maar terug naar 2000. Dat is 23 jaar geleden.

De heer Dassen (Volt):
Ik vroeg de minister-president net het volgende. Wat zijn de stappen en de doelen van Israël op dit moment, waar de minister-president het net over had? En wat gebeurt er op het moment dat die dan bereikt zouden zijn? Wat is het plan voor daarna?

Minister Rutte:
Ik moet de heer Dassen toch echt uitleggen dat ik premier van Nederland ben, niet van Israël. Dus ik kan dat niet allemaal in detail bespreken. Ik kan alleen maar zeggen wat ik gisteren heb behandeld. Ik heb gezegd: je moet nadenken — dat doen ze natuurlijk; ze zijn niet gek — over wat daarna komt. Niet voor niks heeft Joe Biden, de president van Amerika, vorige week gezegd: leer van 9/11. Leer dat als je vanuit trauma, vanuit een gevoel van wraak, acties neemt, dan zie je waar dat uiteindelijk toe leidt, in Irak bijvoorbeeld. Leer van die lessen. Ik vond dat een indrukwekkende toespraak. Zijn tv-toespraak na terugkeer uit het Midden-Oosten vorige week was spot-on, precies op dit soort zaken. Dat is het soort gesprek dat je moet voeren. Kijk naar de gevolgen, maar uiteraard zonder te beleren. Want als ik daar met mijn vingertje ga zitten wijzen van "Bibi, ik kom eens even uitleggen hoe je Israël moet besturen", dan heb je natuurlijk ook geen gesprek meer. Dus je moet dat in een vorm doen dat het ook nog impact heeft.

De heer Dassen (Volt):
Het lastige hieraan is natuurlijk wel ... De minister-president zegt "ik geef onvoorwaardelijke steun", maar onduidelijk blijft waaraan dan precies.

Minister Rutte:
Maar dat heb ik uitgelegd. Onvoorwaardelijke steun is zeggen tegen Israël: als 1.400 mensen zijn afgeslacht in een bevriend land, dat een democratie is en waar we intensieve banden mee hebben, dan staan wij volledig aan jullie kant. Dat betekent niet dat wij een carte blanche geven. Dat betekent niet: je hoeft je niet meer te houden aan het internationale oorlogsrecht en laat de hele regio maar exploderen. Natuurlijk niet. Dat is wat ik gezegd heb.

De heer Dassen (Volt):
Op dit moment — de minister-president gaf het net ook aan in antwoord op de heer Sjoerdsma — is het eigenlijk al te ver met de blokkade in Gaza, met de watertekorten, de voedseltekorten, de brandstoftekorten. Dus mijn vraag aan de minister-president is: waar wordt dan naartoe gewerkt? Want dat is toch de grote vraag die nu voorligt?

De voorzitter:
Dank u wel. De minister-president.

De heer Dassen (Volt):
Nee. Als je naar een tweestatenoplossing toe wilt, dan moet je toch ook kijken hoe je daar dan gaat komen. Hoe ga je ervoor zorgen dat er nu gede-escaleerd wordt? Hoe ga je ervoor zorgen dat je uiteindelijk ook toewerkt naar een moment dat er weer perspectief is op de tweestatenoplossing?

De voorzitter:
Ik wil wel tegen de leden zeggen: deze vragen zijn al gesteld op verschillende momenten.

Minister Rutte:
Exact. Heel uitgebreid. Ik heb toen het volgende gezegd. Dat punt was ook gemaakt door de heer Van Dijk. De enige silver lining, het enige kleine beetje licht in deze dramatisch donkere tijd in het Midden-Oosten, met de donkere wolken boven Israël, boven Gaza en boven de West Bank, is misschien die kans — niet vandaag, misschien morgen; maar ik denk zelfs niet morgen, maar, uiteraard niet letterlijk, overmorgen — om te kijken of we kunnen toewerken naar een zelfstandige Palestijnse staat in veiligheid, naast een Israël in veiligheid. Maar het is natuurlijk niet zo dat ik nu kan zeggen: Bibi, hier heb ik je roadmap; zo versla je Hamas en dan komen we daar. Dat gaat natuurlijk niet. Ik dacht dat de vraag was of wij ook onze vrienden — en onze vrienden zijn ook aan de kant van de PA — bevragen over wat hierna aan de orde is. Natuurlijk praat je daarover en vraag je hun wat hun plannen zijn. Ik kan niet allemaal hier gaan delen wat er dan terugkomt, maar daar wordt natuurlijk over nagedacht, vanzelfsprekend. Maar nu is eerst de vraag hoe je escalatie voorkomt en daarvoor is de vraag hoe je onnodige burgerdoden voorkomt en hoe je zorgt voor humanitaire toegang.

De voorzitter:
Dat heeft u nu meerdere keren aangegeven.

De heer Dassen (Volt):
Daarover had ik nog één andere vraag. Die was: is het dan niet nodig dat we ook oproepen tot juist een VN-vredesmissie om te zorgen dat we juist de punten die de minister-president net noemt, met elkaar kunnen gaan waarborgen?

Minister Rutte:
Een vredesmissie tussen een land en een terroristische organisatie? Hoe gaan we dat dan doen?

De heer Dassen (Volt):
Er zijn verschillende vormen van een vredesmissie, waaronder waarnemers. Daar zijn verschillende mogelijkheden toe. Het gaat er juist om dat je de mensen op dit moment wil beschermen, zowel in Gaza als op de Westelijke Jordaanoever. Je ziet op dit moment — onder anderen een Harari roept daartoe op — dat er misschien juist externen nodig zijn om te zorgen dat dit verder de-escaleert.

Minister Rutte:
Ik ben bereid overal geïnteresseerd naar te kijken. Tuurlijk. Maar in de kern zal toch ook de vraag steeds moeten gaan over de imperative op dit moment, de sine qua non, het cruciale gegeven dat de staat Israël niet kan overleven wanneer deze terroristische dreiging, of in ieder geval niet de afschrikking tegen deze terroristische dreiging, wordt weggenomen. Dat is echt de kern van wat er nu moet gebeuren. Dat moet met alle randvoorwaarden die we hier bespreken. Maar als dat niet gebeurt, dan ga ik terug naar Golda Meir en het geheime wapen, namelijk: we hebben niets anders; dit is het.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Golda Meir, die ook vond dat de Palestijnen niet bestaan. Mijn vraag aan deze minister-president is …

Minister Rutte:
Ze zei juist: we zijn allemaal Palestijnen. Dat heeft ze gezegd. Daar werd ze op bekritiseerd toen.

De voorzitter:
Mevrouw Simons is aan het woord.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Dank u wel, voorzitter. De vriendschap die zo dierbaar is, de first-name basis, Bibi, Barak. Ik ben zo benieuwd. De minister-president heeft hier een aantal keren aangegeven: die vriendschap is kostbaar, die moeten we koesteren en kunnen we niet op het spel zetten. Nu is mijn vraag of hij zou willen uitleggen wat aan die vriendschap precies zo kostbaar is. Moet ik dat letterlijk opvatten wanneer de minister-president het heeft over zijn vriend Bibi en al die anderen met wie hij op een first-name basis is? Welke belangen wegen zo zwaar, is mijn vraag, dat er onvoorwaardelijke steun wordt uitgesproken en dat die steun zo groot is dat er geen enkele nieuwsgierigheid is naar … Nou, laat ik dat niet zeggen, want dan leg ik de minister-president misschien iets in de mond. Maar mijn vraag is oprecht: wat maakt deze vriendschap zo mooi en bijzonder en zo kostbaar dat die koste wat kost … Ik hoor steeds: we moeten dit regelen, want anders kan Israël niet overleven. Hier achter mij wordt namens de minister-president antwoord gegeven, maar ik hoor het heel graag en liever van hemzelf.

Minister Rutte:
Ik snap de vraag echt niet. Wat wilt u erover weten? Sorry, ik snap het niet.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Het gaat mij om wat hier met heel veel passie wordt verdedigd: we kunnen, we moeten achter Israël staan, dat zijn onze vrienden; we hebben belangen. Ik vraag wat die belangen zijn. Hoe moet ik die vriendschap duiden?

Minister Rutte:
Zoals we ook achter de Palestijnen staan. Er is geen verschil voor mij. Ik heb dat eerder gezegd. In 2012, toen het tweede kabinet begon … Wilt u het antwoord horen? U staat al nee te schudden.

De voorzitter:
De minister-president is nu aan het woord.

Minister Rutte:
Oké. Ik zag dat er meteen al nee werd geschud, maar dan heeft het misschien geen zin om erop in te gaan. Ik heb het al gezegd. Toen in 2012 het tweede kabinet begon, hebben we indringend met elkaar gesproken en daarna ook met de Tweede Kamer. We hebben toen gezegd: laten we in vredesnaam stoppen met die proxyoorlog in Nederland die gaat over de vraag of je voor de Palestijnen of voor Israël bent. Dat slaat nergens op. Het wordt een soort Model United Nations-debat dat studenten moeten voeren als ze de Model United Nations naspelen. Laten we nou kijken hoe je impact kunt hebben. Dat heeft ertoe geleid dat vanaf dat moment, voor het eerst in 2013, Lilianne Ploumen, Frans Timmermans en ikzelf met de regio intensieve gesprekken hebben gehad. We hebben een relatie opgebouwd met … Ja, ik ken hem nu heel lang, dus Abbas is ook een vriend. Sorry, ja, zo voelt dat. Ik ken de man nu dertien jaar en sinds 2013 werken we heel intensief samen. En Netanyahu was ook weer even weg en is weer terug. Elkaar langer kennen is geen doel op zichzelf. Je kent elkaar, ja. Maar verder is dat natuurlijk een middel en geen doel. Het doel is dat Israël op de lange termijn kan overleven. Het doel is toewerken naar een zelfstandige, veilige Palestijnse staat, waarin er voor Palestijnen een normale toekomst is, waarin er vrede is en waarin mensen een normaal bestaan kunnen opbouwen zonder bang te zijn om een appje binnen te krijgen waaruit blijkt dat je familie is weggebombardeerd. Dat is het doel, niet die vriendschap.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Ik had zo gehoopt om in de korte tijd die mij gegund is als volksvertegenwoordiger op z'n minst één keer een concreet antwoord te krijgen op een hele concrete vraag. Dat is mij helaas niet gelukt. Die vriendschap duiden we niet, want de minister-president heeft heel veel vrienden, hoor ik nu. Dan de belangen. Dat is niet mijn woord; dat is het woord dat meneer Rutte net zelf heeft uitgesproken. "We hebben ook belangen." Gewoon voor de mensen thuis: welke belangen hebben we eigenlijk precies?

Minister Rutte:
Het belang is dat de Palestijnen daar in vrede kunnen leven, dat de Israëli in vrede kunnen leven dat het twee veilige staten zijn. Dat zijn de belangen, en geen andere.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Twee veilige staten. Nou ja, goed, daar is al regelmatig naar gevraagd. Als ik het goed heb gezien, is daar zeer onbevredigend op geantwoord. Mijn vraag is: denkt de minister-president dat we nu eigenlijk de facto ook spreken over twee staten, dat Israël al ruim 70 jaar bestaat? Hoe moet ik het volgende dan duiden? Als Israël nu niet doet wat het doet, namelijk twee weken na dato nog steeds met een ongekende force Gaza en de mensen die daar zijn afsluiten — we hebben het vanavond al een paar keer genoemd — van levensreddende middelen, wat is het verschil dan? Israël bestaat al 75 jaar. Er is al heel wat jaren dreiging vanuit Hamas. Maar als ik de minister-president goed begrijp, komt het er nu op aan. Want als er nu niet op deze manier gehandeld wordt zoals er gehandeld wordt, met een continue geweldsdreiging en zelfs met letterlijk geweld, dan is het helemaal over? Ik begrijp dat niet zo goed.

Minister Rutte:
Ik zal, gezien de ernst van het onderwerp, de staatsrechtelijke fout die in de vraag zat niet herstellen. Ik ben demissionair minister-president in plaats van minister-president. Ik denk dat het netjes is om dat even goed te markeren. Maar nu naar de inhoud. Het is een ernstige zaak, dus die grap maak ik niet. Ik heb het net geschetst: we hebben geen andere belangen dan de volgende. Het is voor ons belangrijk dat we in de wereld waar dat kan een bijdrage leveren vanuit onze traditie van humaniteit, democratie, menslievendheid en internationaal recht. Het is voor ons belangrijk dat mensen die op deze planeet geboren worden in vrede kunnen leven, dat ze niet bedreigd of vervolgd worden en dat ze een normaal bestaan kunnen opbouwen. We praten vanavond heel intensief over de verschrikkingen die zich nu afspelen in Gaza, West Bank en Israël. Ons doel is om vanuit de invloed die wij kunnen aanwenden, ook door heel nauw samen te werken met partners en met Amerika, te kijken wat je kunt doen om te bereiken dat Israël niet kapot gaat. Ik maak de analyse: als de deterrents tegen Hamas niet hersteld worden, dan gaat Israël op de middellange termijn kapot. Wat kun je doen om ervoor te zorgen dat die zelfstandige, veilige Palestijnse staat er wel komt? Dat is de discussie.

De voorzitter:
Ik wil de minister-president vragen om de overige vragen te beantwoorden.

Minister Rutte:
Ja. Dat is best een stapeltje. Ik ga daar iets luchtiger en snel doorheen, hoewel ook Oekraïne daar onderdeel van is, en ook een aantal andere conflicten.

EPF. Ik doe het maar even rijp en groen, want ik kon het niet precies meer allemaal sorteren. Dat gaat over the European Peace Facility. Belangrijk, nu zeker ook voor Oekraïne. Het is besluitvorming bij unanimiteit. Lidstaten controleren het dus goed. De Kamer wordt daar uitvoerig over geïnformeerd en er is ook extern toezicht door een college van auditors.

Voorzitter. Het volgende gaat over migratie. Het kabinet is van mening dat het sluiten van de Nederlandse binnengrenzen vooralsnog geen duurzame oplossing is voor het complexe migratievraagstuk. Het sluiten van de binnengrenzen heeft heel veel gevolgen voor onze economie en het functioneren van Schengen. Daarom werken we intensief met buurlanden, met gelijkgezinde landen aan de versterking van de buitengrenzen van Europa, het beperken van de instroom en proberen we ervoor te zorgen dat op de Westelijke Balkan de visumpolitiek gelijk wordt geschakeld. We werken ook aan bilaterale afspraken met Marokko, de grensbeveiliging tussen Bulgarije en Turkije et cetera, et cetera.

Er is een vraag gesteld over het hoge foutenpercentage in de EU-uitgaven. We hechten zeer veel waarde aan het jaarverslag van de Europese Rekenkamer. Het foutenpercentage is een serieus probleem. Misschien kan ik eerst alle overige vragen doen? O nee, ik dacht dat de heer Eerdmans naar de microfoon kwam. Het foutenpercentage is een serieus probleem. We moeten goed kijken naar de oorzaken. Begin 2024 wordt er in de Raad gesproken over de dechargeprocedure.

Dan een zeer ernstig punt. Er is namelijk nog een derde groot risico. Dat is het conflict tussen Servië en Kosovo. Er was specifiek een vraag over de koers die Servië lijkt te varen. Uiteraard ben ik bezorgd over de relatie tussen Servië en Kosovo, maar hier gaat het inderdaad ook specifiek over de eigen koers ten aanzien van bijvoorbeeld Iran en het GBVB. Wij verwachten, laat ik dat volstrekt unequivocal zeggen, totaal zonder misverstand, van iedere kandidaat-lidstaat dat deze zich aansluit bij het Europees Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheidsbeleid. Dat is onderdeel van de toetredingsvoorwaarden. Dat geldt ook voor Servië. Wij spreken de Serven dus ook aan op het op dit moment nog uitblijven van die volledige aansluiting. Ik heb dat ook bij mijn bezoek aan Belgrado in juli besproken.

Er was ook een vraag over de Solidarity Lanes. Dat zijn die graanafspraken. Wat is de stand van zaken? Dat kwam uitgebreid aan de orde bij mijn bezoek aan Odessa vorige week vrijdag. Zoals bekend heeft Rusland het Black Sea Grain Initiative verbroken, ondanks internationale druk. Dat is heel erg. Daarom is het belangrijk dat Oekraïne nu zelf kijkt naar alternatieven en bezig is om een humanitaire corridor op te zetten.

Dan was er de vraag of er nog andere wegen zijn om Oekraïne te steunen, bijvoorbeeld inderdaad via die EPF — die is al genoemd — zonder dat de Hongaarse steun daarvoor nodig is. Die Europese Vredesfaciliteit wordt zoals bekend ingezet voor wapenleveranties et cetera. Dat blijft belangrijk. Dat gaat op basis van unanimiteit. Hongaarse steun is daarvoor dus nodig. Er zijn alternatieven om Oekraïne te blijven steunen, bijvoorbeeld door bilaterale bijdragen. Dat kan dan via de EU-begroting. We blijven het belang van die EU-eenheid ten aanzien van Oekraïne uiteraard benadrukken. Het is cruciaal dat de aandacht voor Oekraïne niet verslapt als gevolg van de crisis in het Midden-Oosten. Dat is cruciaal, ook voor onze eigen waarden, voor onze veiligheid en voor de stabiliteit in onze eigen regio hier.

In dat kader benoem ik ook munitieproductie. Die industrie is aan het opschalen. Alle recente activiteiten, zoals gezamenlijke aanschaf en steun voor het opschalen van industrieën, zijn een belangrijk signaal aan de industrie geweest, maar voor de industrie zijn vooral concrete contracten en orders nodig om echt in beweging te komen. Daar wordt nu volop aan gewerkt. De Act in Support of Ammunition Production, de ASAP, ook wel de "as soon as possible", die in juli jongstleden in werking is getreden, is bedoeld om die knelpunten aan te pakken.

Dan het belang van steun van de Verenigde Staten voor Oekraïne. Dat is absoluut belangrijk. Maar ook hier geldt wel een fair burden sharing onder alle donoren, voor militaire hulp en wederopbouw. Nederland loopt daarin voorop, maar uiteraard doen de Verenigde Staten tig keer zoveel als wij. Het is essentieel dat de Verenigde Staten samen met de Europese Unie betrokken blijven. Dat komt zeker ook op deze Europese Raad aan de orde. Zoals u weet, wordt er in Amerika op dit moment gewerkt om het Huis van Afgevaardigden weer functionerend te krijgen. Ik begrijp dat er een nieuwe kandidaat-speaker is. Laten we hopen dat het Huis weer zo snel mogelijk in staat is tot besluiten te komen die juridisch kunnen worden doorgezet.

Tegen de heer Brekelmans en anderen zeg ik dat het van belang is dat we er alles aan doen om er ten aanzien van de productie voor te zorgen dat Oekraïne de wapens en de munitie krijgt die het nodig heeft. Wij zijn overigens als regering wel echt positief over de munitie-initiatieven van de Europese Unie. Het is belangrijk om daarmee door te gaan.

Over de exportrestricties vanuit de Verenigde Staten zijn ook verschillende vragen gesteld. De Verenigde Staten hebben aangekondigd dat oudere types van die zogenaamde duv-machines onder exportcontrole worden gebracht vanwege zorgen over de nationale veiligheid en niet vanwege economische belangen. We delen overigens die zorgen over de nationale veiligheid van de Verenigde Staten, maar we maken daar een eigen afweging in. Wij hebben die afweging gemaakt in de reikwijdte van onze eigen nationale regeling van 30 juni. Onze technische veiligheidsanalyse geeft geen aanleiding voor controle van die oudere machines. Dat doen we dus ook niet. We staan overigens in zeer nauw contact met onze partners zoals de Verenigde Staten, landen binnen de Europese Unie en Japan over de exportcontrole, waaronder ook op het gebied van semicon. Maar uiteindelijk kunnen landen daar natuurlijk zelf hun besluiten in nemen.

Wat betreft Polen moeten we natuurlijk wachten tot er een nieuwe coalitie is. Ik heb zelf natuurlijk mijn vriendschappelijke contacten — excuses, sorry — met Donald Tusk, omdat hij natuurlijk voorzitter van de Europese Raad was en daarvoor premier van Polen. We wachten de coalitie af. We hebben er formeel natuurlijk geen mening over, maar wat fijn dat hij terugkomt.

Dan de vraag wat ik ga doen om de hulp aan Oekraïne voort te zetten. Sjoerdsma en anderen stelden die vraag. Eens. Wij zullen Oekraïne blijven steunen. F-16's zijn hierbij natuurlijk cruciaal, maar dan is het ook weer belangrijk dat daarvoor alle infrastructurele voorzieningen worden aangebracht, inclusief de vliegvelden en alle technologische ondersteuning die nodig is voor de F-16's. Ook werken wij natuurlijk met munitie, met de infrastructuur zelf, met energiehulp, met humanitaire hulp en uiteraard met economische steun.

Dan het voorstel van D66 om het toetredingsproces te hervormen. Dank. Dat ga ik goed bestuderen. Ik heb daar nog niet helemaal de kans voor gehad. Tijdens de informele Raad in Granada hebben we gesproken over de toekomst van de EU bij mogelijke uitbreiding. Het is belangrijk dat we niet eerst die discussie afronden en pas dan uitbreiden. Dat moet parallel gebeuren. We kunnen niet tegen de Westelijke Balkan zeggen dat die jaren moet wachten totdat wij weer eens een keer bedacht hebben hoe we onze absorptie en onze interne organisatie kunnen verbeteren.

De voorzitter:
Er zijn interrupties, maar ik wil de minister-president vragen om eerst alle vragen te beantwoorden.

Minister Rutte:
Er zijn zo veel interrupties op mij geplaatst; dat moet toch een keer stoppen!

De voorzitter:
Ja, precies. Maar de heer Krul wacht ook goed zijn moment af. Zo is het!

Minister Rutte:
Neeneenee, sorry, ik maak een grapje!

De voorzitter:
Zeker, zeker.

Minister Rutte:
Goed, de Tunesiëdeal. We kunnen daar van alles over zeggen. Feit is dat wij natuurlijk hadden gehoopt dat het MoU sneller tot zichtbare effecten zou komen, maar ik zeg er wel het volgende bij. Willen wij met dit type landen afspraken maken en die ook op langere termijn effectief maken, dan moeten we daarmee doorgaan. Dat zullen altijd twee stappen vooruit, soms één stap achteruit en soms twee stappen achteruit zijn, en een enkele keer zelfs drie stappen achteruit. Maar dat is geen reden om er niet mee door te gaan. Het is cruciaal. Er is geen alternatief. Het is nu overigens aan de Commissie om de afspraken te maken over de implementatie. Daar zijn ze ook doorlopend over in gesprek. Nogmaals, het is nu eerst aan de Commissie. Juist daar waar zorgen bestaan, is het belangrijk om de dialoog open te houden. Ik zou nu echt niet, zoals de heer Brekelmans geloof ik suggereerde, Tunesië de oorlog willen verklaren. Nou, niet letterlijk, maar het lijkt me in ieder geval niet verstandig. Laten we echt proberen om dit werkend te krijgen, want dit moet ook een template, een aanpak, worden voor andere landen. Anders krijgen we in Europa echt niet meer grip op de instroom van buiten Europa naar Europa.

Inmenging door Rusland bij Europese verkiezingen is geen ondenkbaar scenario. Er zijn nu geen concrete aanleidingen tot zorgen. Wel is het van belang om waakzaam te blijven. Daarom staat het bij Binnenlandse Zaken, maar ook op EU-niveau, hoog op de agenda. We doen er alles voor om die verkiezingen eerlijk te laten verlopen.

Dan het Hongaarse voorzitterschap. Het voorzitterschap rouleert dus dat kunnen we niet afpakken, maar we zullen uiteraard samen met gelijkgezinde lidstaten blijven benadrukken dat we verwachten dat Hongarije de verantwoordelijkheden van het voorzitterschap en de daaraan verbonden aspecten nakomt. Maar we zeggen dus niet: sla Hongarije maar een keer over. Dat gaat Orbán niet accepteren en we kunnen het ook niet afpakken.

Dan de vraag of het geen tijd is om artikel 7 te starten. Er gaat al politieke druk uit van de lopende artikel 7-procedure tegen Hongarije. Dat is een belangrijk rechtsstaatinstrument om de ernstige rechtsstatelijke problemen in Hongarije op politiek niveau te bespreken. Dat staat nu niet op de agenda van deze Europese Raad. En zoals u weet, speelt hierbij natuurlijk mee dat de vereiste viervijfdemeerderheid om als Raad te constateren dat er ten aanzien van Hongarije een duidelijk gevaar bestaat voor ernstige schending van de waarden van de EU, nu simpelweg niet in zicht is. Wij blijven dat krachtenveld nauwlettend in de gaten houden.

Dan de vragen over de EU-begroting. Besluitvorming bij herziening van die begroting gebeurt nu eenmaal op basis van unanimiteit. We zitten midden in de onderhandelingen. Hoe Hongarije zich uiteindelijk in de eindfase gaat opstellen laat zich nu niet voorspellen. Ik snap de sentimenten. Ik zie ook dat Hongarije zich lang niet altijd houdt aan de geest van het EU-beleid. Daarom blijven wij ook in de Europese Unie het belang van EU-eenheid benadrukken.

Dan die handshake met Poetin. Ik heb die foto ook gezien en ik vind het walgelijk. Het is belangrijk dat Hongarije uiteindelijk wel heeft ingestemd met de Europese steun aan Oekraïne en met maatregelen tegen Rusland. Ik ga er op dit moment van uit dat dit ook zo zal blijven. Het heeft geen zin als ik hem nu weer ga aanspreken op die handshake. Volgens mij moet ik ook "choose my battles" hanteren met Hongarije.

Dan Oekraïne. We krijgen in november de rapporten van de Commissie over uitbreiding. U kent de Nederlandse lijn. Het moet fair en precies zijn. We willen niet dat de Europese Commissie het gaat sugarcoaten, dus het allemaal mooier gaat voorstellen dan het is, maar dat weten ze ook: geen shortcuts. Dat kan dus wel betekenen dat Nederland het overneemt als de Europese Commissie op basis van de onderliggende stukken zegt dat Oekraïne en Moldavië, of een van de twee, toe is aan een volgende stap. Maar dat gebeurt wel na de analyse of dat ook op basis van die onderliggende rapporten een terechte conclusie is. Ik heb overigens bij deze Commissie de indruk dat Von der Leyen dat heel serieus doet. Ze weet ook hoe belangrijk dat is, niet alleen voor ons maar ook voor andere landen. Dat komt in december terug.

Dan komt ook de discussie over kls voor Georgië, en dan komt ook Bosnië terug. Dat ligt heel gevoelig, want er waren veertien verbeterpunten, maar daar is nauwelijks iets van gerealiseerd. We zullen echt moeten kijken wat daar de voorstellen voor worden. Ik denk dat Bosnië nog het ingewikkeldste wordt. Er ligt overigens wel een heel plan van de Commissie om te werken aan een versnelde economische opbouw in de Westelijke Balkan. Dat hebben we vorige week maandag besproken in Tirana. Nemen we dan automatisch die aanbevelingen over? Nee. We gaan natuurlijk precies kijken of wat in de rapporten staat, klopt met de conclusie van de Commissie. Als dat zo zou zijn, dan is de kans heel groot dat we zeggen: laten we akkoord gaan.

Dan Armenië. We steunen Armenië en beantwoorden daarmee aan de toenadering die Armenië momenteel zoekt. Dat is naast humanitaire hulp, zoals ICRC en de core funding UNHCR ook steun voor democratische hervormingen en de sociaal-economische integratie van vluchtelingen in Armenië op langere termijn. We kijken op dit moment naar opties om Armenië non-lethal steun te verlenen via de EPF, de European Peace Facility en ook om de EU-missie in Armenië uit te breiden. Dat is een Europese activiteit, ook na oproep van onder andere Nederland. Die besluiten worden overigens genomen bij unanimiteit. We blijven ons ook voor de EU inzetten voor facilitatie van het vredesproces met Azerbeidzjan.

Dan het MFK. De situatie is nu dat diverse lidstaten bedenkingen hebben geuit over de noodzaak van tussentijdse herziening van het MFK en extra middelen voor de begroting. We trekken natuurlijk nauw op met onze collega's in Europa en ook met de lidstaten die wat dichter bij onze positie staan. Op dit moment is nog niet precies in te schatten hoe het zal gaan de komende maanden. Feit is wel dat er heel brede steun bestaat voor specifiek de meerjarige financiering Oekraïne. Ik ben daar blij om.

Voorzitter. Iedereen wil vrede in Oekraïne; Oekraïne zelf ook. Rusland wil dat niet. Als het morgen de oorlog staakt, dan is de oorlog uiteraard voorbij. Er ligt een tienpuntenplan van Oekraïne, waarbij wij line item zeven over de rechtsstaatschendingen en de grote schendingen van human rights voor onze rekening hebben genomen. Wij werken daar hard aan.

Kan Nederland een veto inzetten voor een verhoging van het EU-budget? Natuurlijk kan dat, maar je moet wel kijken of je met elkaar kunt uitkomen. Zoals u weet, hebben wij op dit moment grote vraagtekens bij de verschillende financiële voorstellen.

Dan het twaalfde pakket. Op dit moment spelen wij een voortrekkersrol op het vlak van de ontwikkeling van nieuwe sancties tegen Rusland. Het is altijd lastig om daar concreet over te worden totdat er een afspraak over is. Denk in algemene zin aan listings gericht op bijvoorbeeld toeleveranciers van Russische cyberoperaties, de Wagner Group, andere private military companies en wapenproducenten. Daarnaast blijft de aanpak van omzeiling een belangrijke prioriteit.

Dan ga ik terug naar de vreselijk ingewikkelde situatie tussen Kosovo en Servië. Ik heb in Granada de kans gehad om lang te praten met beiden, met Aleksandar Vučić van Servië, maar ook met de president van Kosovo. De premier van Kosovo was ook nog in Tirana, dus dat gaf ook kansen. De spanningen zijn zorgelijk. Een voortzetting van de dialoog tussen Servië en Kosovo die door de EU gefaciliteerd wordt, is van het grootste belang. Wij steunen de inspanningen van de EU Speciaal Vertegenwoordiger en dringen bij beide partijen aan op een constructieve houding. Ik heb dat zelf dus ook gedaan bij verschillende bijeenkomsten, waaronder dus in Tirana tijdens het Berlin Process en ook in Granada. Het herstel van vertrouwen tussen de Kosovaars-Albanese meerderheid en de Kosovaars-Servische minderheid in Kosovo is van groot belang. Een van de cruciale punten hier gaat worden: voor 50.000 mensen, de Servische meerderheid in Noord-Kosovo, in vier gemeenten zijn er in 2013 afspraken gemaakt. Afgesproken is om speciaal voor die vier Servische meerderheidsgemeenten een soort onderafdeling van de Kosovaarse VNG te maken. Die zal dan waarschijnlijk vkg heten, de vereniging van Kosovaarse gemeenten. Dat zal een belangrijke stap moeten zijn in samenhang met allerlei andere stappen. Er ligt een hele roadmap vanuit Europa om de spanningen ook nu te de-escaleren en daarvan ook de opvolging van de afspraken uit 2013 onderdeel te laten zijn.

Tot slot kom ik op de bevroren tegoeden. Linksom of rechtsom, Rusland moet betalen voor de schade die het heeft aangericht. Wij onderschrijven volledig de G7-inzet om de tegoeden bevroren te houden totdat Rusland de schade aan Oekraïne vergoedt. We kijken ook heel nauwkeurig wat al op kortere termijn mogelijk is. Dat zou bijvoorbeeld belastingheffing op rente kunnen zijn. Daarin speelt de Commissie een belangrijke rol. Er is nog geen voorstel vanuit de Commissie. Nederland is nauw betrokken bij de discussie om tot een juridisch houdbaar plan te komen.

De voorzitter:
Dank u zeer. Dank voor uw geduld, meneer Krul.

De heer Krul (CDA):
Dan gaan we gewoon terug naar Donald Tusk. Nee, dat gaan we niet. Je zou maar vriendschappen hebben.

Minister Rutte:
Nou, met Tusk: daar zult u niet tegen zijn.

De heer Krul (CDA):
Nee. Even de band terugspoelen: ik heb nog één vraag, die gaat over de positie van de VS. Net hebben we in een heel lang debat over de situatie in Gaza het belang van de VS benadrukt. Dat doen we nu weer bij het blokje Oekraïne. Hoe realistisch is het dat we daarop kunnen blijven bouwen, als beide conflicten nog langer gaan duren, wat niet onwaarschijnlijk is? Hoe realistisch is de gedachte dat de VS in al die brandhaarden altijd maar die voortrekkersrol kunnen blijven spelen? Of is er misschien ook het risico dat zij op een gegeven moment gaan zeggen: goh, EU, wij kunnen dat niet overal doen en u zult ook ergens meer moeten doen? Hoe wordt er in de Europese gemeenschap gekeken naar dat risico, en wordt daarop gehandeld?

Minister Rutte:
Mijn inschatting, maar dat is een inschatting, is dat het op de wat kortere termijn naast elkaar kan en moet gebeuren. Iedereen is ervan overtuigd dat de aandacht voor Oekraïne niet mag en zal verslappen. We zien gelukkig recent ook wat Oekraïense successen met nieuwe wapensystemen. Maar goed, het is moeilijk in te schatten of dat nou een gamechanger is, maar het helpt in ieder geval, ook voor het vertrouwen aan Oekraïense kant. Het is dus belangrijk dat de aandacht voor Oekraïne niet verslapt door het Midden-Oosten, inclusief de vraag of er geld is. Ik denk dat het uiteindelijk ook vanuit de Verenigde Staten gaat lukken om dat geld rond te maken. Het is ook geen keuze voor of tegen Oekraïne. Er is brede steun voor de lijn van de regering-Biden in het Amerikaanse Congres als het gaat om steun aan Oekraïne. Dat is echt bipartisan zo. Hier speelt natuurlijk iets anders, namelijk dat er een binnenlands conflict is over de begroting, en dat er ook een juridisch-staatsrechtelijk vraagstuk is rond de effectiviteit van het Huis vanwege het niet hebben van een Speaker. Ik denk dat het lukt, maar ik ben bezorgder over de wat langere termijn. Dit kan natuurlijk ook gevolgen hebben voor Europa, en voor wat wij en andere landen extra moeten doen, en natuurlijk ook voor de snelheid waarmee je de wapenproductie verder kunt verhogen, want er zijn nu allerlei tekorten. Dat zal dus ook echt een punt zijn. Maar we can handle that, als we het met z'n allen doen. Daar ben ik van overtuigd.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Misschien heb ik het gemist, hoor, maar ik had nog een paar vragen gesteld die volgens mij niet beantwoord zijn. Een ervan ging over het Meerjarig Financieel Kader.

Minister Rutte:
Die heb ik beantwoord.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Die is beantwoord? Oké. Dat heb ik dan even gemist. En dan over client-side scanning.

Minister Rutte:
Die vraag heb ik niet gehad. Ik moet even nagaan of die ambtelijk is opgepakt.

De voorzitter:
Kunt u de vraag herhalen?

Minister Rutte:
Ja, of u geeft 'm even aan degenen achterin.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Ik had een heel mooi betoog over client-side scanning en de CSAM-verordening van Ylva Johansson ...

Minister Rutte:
Ik heb al mijn antwoorden voorgelezen, maar deze zat er niet tussen.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Ja, nou, dat is ...

De voorzitter:
Mag het in de tweede termijn?

De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Nou, liever niet. Alsjeblieft niet. Laten we er hier een eind aan breien.

Minister Rutte:
Ik kan de vraag nu niet beantwoorden, want ik heb het antwoord niet.

De voorzitter:
Dus het zal in de tweede termijn moeten.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Ja, maar de premier weet echt wel wat client-side scanning is.

Minister Rutte:
Nee.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Nee? Geen idee?

Minister Rutte:
Nee, dat weet ik zo gauw echt niet. Ik krijg een antwoord nu. Wacht even, ik ga eens kijken. Privacyrechten en de verordening online child sexual abuse materials, bedoelt u dat?

De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Ja. Het gaat over de CSAM-verordening.

Minister Rutte:
Sorry. Uiteraard weet ik dat. Het is trouwens een belangrijk en serieus onderwerp, maar ik kende de afkorting niet. Sorry, daar ging het mis. Excuses. Het kabinet is geen voorstander van de huidige vorm van het Commissievoorstel, mede vanwege de zorgen over de inbreuk op privacyrechten. Indien de zorgen zoals beschreven in de geannoteerde agenda van de JZB-Raad die op 9 oktober met de Kamer is gedeeld, niet worden geadresseerd, kan Nederland niet instemmen met het voorstel. In die geannoteerde agenda wordt ook de reactie gegeven op de moties die zijn aangenomen over dit onderwerp. Overigens zijn die Raadsonderhandelingen gaande, zoals de heer Van Haga denk ik weet. Het is ook niet duidelijk of de benodigde gekwalificeerde meerderheid wordt behaald. Het staat overigens niet op de agenda van deze Europese Raad. Dit is echt een zaak voor de JBZ-Raad.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Dat is bekend. Maar het probleem is dat minister Yeşilgöz daarvan heeft gezegd: we gaan het een beetje aanpassen en geen onbekend materiaal en geen grooming daarin meenemen, maar bekend materiaal wel. Deze Kamer heeft al drie keer uitgesproken dat we client-side scanning niet willen, waarbij je social media gewoon worden gescand terwijl je aan het typen bent, voordat iets verzonden wordt. Dat is dus een grove inbreuk op onze grondrechten en onze privacy. Ik heb de vraag gesteld of de premier kan bevestigen dat hij erop zal toezien dat de wil van de Kamer over dit specifieke onderwerp prevaleert boven dat wat de VVD wil bij monde van mevrouw Yeşilgöz.

Minister Rutte:
Dit is net zoals bij de vraag van de heer Eerdmans. Ik heb me echt voorbereid op deze Europese Raad en dit staat echt niet op die agenda. Ik ga hier nu niet in freestylen. Dat gaat niet.

De voorzitter:
Helaas, meneer Van Haga.

Minister Rutte:
Dit moet echt even bij de JBZ-Raad.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Nou, neem het dan mee voor de volgende keer. Dit is namelijk echt een belangrijk onderwerp en niet met een grapje af te doen.

Minister Rutte:
Nee, het grapje ging over de afkorting die ik niet kende. Maar toen ik zag wat er onder de afkorting zat, herkende ik het. En het is een zeer serieus onderwerp. Alleen, ik kan dat nu niet zonder voorbereid te zijn met gezag beantwoorden.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Nee, maar dan nogmaals: neem het even mee. Het is namelijk een belangrijk onderwerp en ik zou daar dan graag de volgende keer wel een antwoord op willen krijgen.

Minister Rutte:
Maar niet van mij. Dat ligt echt bij de vakminister.

De voorzitter:
Dan wil ik de minister-president bedanken voor zijn eerste termijn. Ik kijk of er behoefte is aan een tweede termijn. Er zijn namelijk al veel vragen beantwoord. Ik wil aan de leden vragen een beetje selectief te zijn, want het is echt een uitgebreide eerste termijn geweest. De heer Sjoerdsma zegt dat hij z'n tijd zal volmaken, maar ik denk dat hij dat grappig bedoelt. Daar gaan we dan maar even van uit.


Termijn inbreng

De heer Sjoerdsma (D66):
Altijd! Tot 5 december 02.00 uur, mevrouw de voorzitter!

De voorzitter:
Voordat u van start gaat, kijk ik nog even naar de minister-president. Is het goed als wij verdergaan met de tweede termijn of wilt u vijf minuten pauzeren?

Minister Rutte:
Nee hoor.

De voorzitter:
Ik vroeg het omdat u er al een tijdje stond.

Minister Rutte:
Dat is me in die dertien jaar nog nooit aangeboden!

De voorzitter:
Het is toch het laatste debat, hè. We moeten elkaar een beetje heel houden.

De heer Sjoerdsma voor zijn tweede termijn.

De heer Sjoerdsma (D66):
Ik dank de premier ook voor de laatste keer. Ik wil graag twee moties voorlezen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat Israël het recht heeft zijn eigen burgers te beschermen, Hamas de gijzelaars dient vrij te laten en de raketaanvallen moeten stoppen;

overwegende dat Israëlische militaire acties hebben geleid tot duizenden Palestijnse doden, dat de VN-mensenrechtencommissaris constateert dat de Israëlische regering Gazanen collectief straft door water, voedsel, medicijnen, elektriciteit en brandstof te onthouden;

overwegende dat de repressie door Israëlische militairen en gewapende kolonisten op de bezette Westelijke Jordaanoever toeneemt en voorkomen moet worden dat nog meer Palestijnen hier slachtoffer van worden;

verzoekt het kabinet álle schendingen van het internationaal recht duidelijk te veroordelen en tegen te gaan,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Sjoerdsma en Piri.

Zij krijgt nr. 2742 (21501-02).

De heer Sjoerdsma (D66):
Dan de tweede motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat een grondoffensief niet alleen tot vele (onschuldige) slachtoffers zal leiden maar mogelijkerwijs ook tot de vernietiging van de levensvatbaarheid van Gaza en grootschalige escalatie in de regio;

overwegende dat de secretaris-generaal van de Verenigde Naties een onmiddellijk humanitair staakt-het-vuren bepleit;

overwegende dat Nederland zou moeten inzetten op de-escalatie en het beschermen van onschuldige burgers;

verzoekt het kabinet om zich (in Europees verband) in te zetten voor een staakt-het-vuren zodat ongehinderd humanitaire hulp kan worden geboden en gezocht kan worden naar mogelijkheden om gegijzelden vrij te krijgen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Sjoerdsma en Piri.

Zij krijgt nr. 2743 (21501-02).

De heer Sjoerdsma (D66):
Voorzitter. Ik vraag de minister-president ook nog kort om een schriftelijke reactie op die uitbreidingsnota. Alle begrip overigens dat dat nu niet kan.

En als het mag, voorzitter, zou ik, aangezien dit mijn laatste plenaire debat is, graag nog een paar woorden willen wijden aan het bedanken van mijn team. Ik heb ze bedankt door ze in ieder geval al naar huis te laten gaan. Dank, Olivier, Margot, Isa, Ruben en Sandra.

Buitenlandwoordvoerder zijn heeft twee hele grote voordelen. Het ene is dat je de zorgwekkende trends in andere landen al kan zien voordat ze overwaaien naar Nederland. Zelfs bij democratische bondgenoten glijdt de maatschappij snel af als politici elkaar enkel nog zien als vijanden, als feiten verworden tot onderwerp van spot, als rechters worden aangevallen en als journalisten de waarheid niet meer durven te brengen. Dat zijn ontwikkelingen die ik elders heb gezien, maar die ik inmiddels helaas ook in Nederland heb gezien.

Maar het tweede voordeel van buitenlandwoordvoerder zijn, is dat je ook een beetje mag relativeren en ook kán relativeren. Er wordt namelijk veel afgegeven op ons parlement, maar dat is echt volstrekt ten onrechte, volstrekt ten onrechte. We hebben eigenlijk een buitengewoon krachtig parlement. Dat is niet alleen waar als je het afzet tegen andere Europese landen, maar dat is ook waar als je het afzet tegen bondgenoten tegen wij wie misschien wel zeer opkijken. Ik heb dit parlement echt leren kennen als de plek waar het gebeurt, waarin we met veel partijen de bezuinigingen op Defensie hebben gekeerd en naar 2% hebben gebracht, de NAVO-norm, waarin we onze afhankelijkheden van Rusland en China op de kaart hebben gezet, waarin we opkwamen voor mensenrechten en de genocide op de Oeigoeren hebben erkend, waarin we de basis hebben gelegd voor een Europese mensenrechtenwet, de Magnitskywet, waarin we MH17-nabestaanden recht hebben gedaan en waarin we ook de steun voor Oekraïne hebben nagejaagd. Als ik dus tot slot zo onbescheiden mag zijn, mevrouw de voorzitter, om nog één klein advies mee te geven aan de nieuwe Kamer, dan luidt dat als volgt. Bescherm dit hart van onze democratie. Koester het compromis als een stap naar je idealen, maar wees compromisloos naar extremisten. En wees zuinig op jezelf en gul naar elkaar.

Dank u wel.

(Geroffel op de bankjes)

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Sjoerdsma. Dan geef ik het woord aan de heer Jasper van Dijk, SP.

De heer Jasper van Dijk (SP):
Voorzitter. Bescherm de democratie: dat deel ik volledig met de heer Sjoerdsma. Ik wens hem heel veel sterkte in zijn nieuwe leven, na de Tweede Kamer. We gaan vast nog heel veel moois van hem horen.

Voorzitter. Ik heb drie moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat mensenrechtenorganisaties concluderen dat allerlei Israëlische luchtaanvallen strijdig zijn met het oorlogsrecht;

verzoekt de regering met gelijkgestemde landen de druk op Israël op te voeren opdat het oorlogsgeweld tegen Gaza stopt,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Jasper van Dijk, Christine Teunissen en Dassen.

Zij krijgt nr. 2744 (21501-02).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet terecht de misdaden tegen Israëlische burgers heeft veroordeeld;

constaterende dat allerlei mensenrechtenorganisaties alsook de VN concluderen dat Israël misdaden tegen Palestijnse burgers begaat;

verzoekt de regering ook dit te veroordelen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Jasper van Dijk, Christine Teunissen en Dassen.

Zij krijgt nr. 2745 (21501-02).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Nederlandse regering voorstander is van een zelfstandige Palestijnse staat;

van mening dat de huidige crisis een structurele oplossing vereist;

verzoekt de regering om naast de erkenning van Israël over te gaan tot erkenning van een Palestijnse staat in de Gazastrook, de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Jasper van Dijk en Christine Teunissen.

Zij krijgt nr. 2746 (21501-02).

Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Dassen van Volt.

De heer Dassen (Volt):
Dank, voorzitter. Ik heb drie moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat momenteel meer dan 2 miljoen Gazanen afgesloten worden van water en voedsel;

verzoekt de regering om Israël, al dan niet in Europees verband, op te roepen zich te houden aan resolutie 2417 van de VN-Veiligheidsraad ten aanzien van het verbod op uithongering als oorlogsmiddel,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Dassen en Jasper van Dijk.

Zij krijgt nr. 2747 (21501-02).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat, nu alle ogen van de wereld gericht zijn op de Israëli's en Palestijnen, alles op alles gezet moet worden om te komen tot een duurzame oplossing;

verzoekt de regering om via Frankrijk in de VN-Veiligheidsraad, dan wel in breder Europees verband de mogelijkheden te onderzoeken voor een VN-vredesmissie, zodat de veiligheid van burgers gegarandeerd kan worden, de rust kan terugkeren en er op termijn over een duurzame oplossing gesproken kan worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dassen.

Zij krijgt nr. 2748 (21501-02).

De heer Dassen (Volt):
Voorzitter. Van de volgende motie zou ik graag een appreciatie willen; dan kijk ik daarna of ik 'm aanhoud of intrek.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de VS verdergaande maatregelen hebben genomen die de export van ASML limiteren, waardoor de Nederlandse overheid geen controle meer heeft over welke producten dit Nederlandse bedrijf mag exporteren;

verzoekt de regering om zich in Brussel te beroepen op het antidwanginstrument en zo de strategische autonomie van Nederland en Europa te beschermen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Dassen.

Zij krijgt nr. 2749 (21501-02).

Dank u wel, meneer Dassen. Ik geef het woord aan mevrouw Piri van de PvdA. De heer Van Baarle heeft zich afgemeld en de heer Eppink ook, dus dan weten we dat hierna de heer Brekelmans komt.

Gaat uw gang, mevrouw Piri.

Mevrouw Piri (PvdA):
Dank, voorzitter. Dank aan de minister-president voor de beantwoording. We waren het over veel eens en over enkele zaken iets minder eens. In ieder geval dank. Als de uitslag voor mijn partij een beetje meezit, vermoed ik dat we elkaar ook na de verkiezingen nog in demissionaire status zullen treffen. Ik wil nog zeggen dat ik de commissie Buitenlandse Zaken een bijzondere commissie vind. Een aantal collega's komt zeker weten niet terug. Dat zijn de heer Sjoerdsma en mevrouw Simons, omdat ze zich niet verkiesbaar hebben gesteld. Dank voor de samenwerking. Ik hoop echt van harte dat de SP voldoende stemmen krijgt om mijn collega Jasper van Dijk te behouden. Hij is alweer naar buiten; o nee, daar staat hij. Dat hoop ik echt van harte.

Voorzitter. Ik heb één motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat sinds de start van de oorlog 600.000 ontheemden in Gaza bescherming hebben gezocht in 150 UNRWA-faciliteiten en er 40 UNRWA-gebouwen zijn beschadigd;

constaterende dat sinds 7 oktober jongstleden 35 UNRWA-medewerkers door Israëlische bombardementen in Gaza zijn gedood;

constaterende dat er sprake is van een humanitaire catastrofe voor de inwoners van Gaza als gevolg van de raketaanvallen en de volledige blokkade door Israël;

constaterende dat alle betrokken partijen in een conflict zich tot het uiterste moeten inspannen om de levens van burgers te sparen en er te allen tijde toegang moet zijn tot basale levensmiddelen;

overwegende dat UNRWA essentiële hulp biedt aan de inwoners van Gaza en er door gebrek aan schoon drinkwater, brandstof en medische hulpmiddelen nog veel meer slachtoffers dreigen te vallen;

verzoekt het kabinet om in EU-verband te pleiten voor de onmiddellijke levering van schoon drinkwater, brandstof en medische hulpmiddelen aan UNRWA, zonder beperkingen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Piri en Sjoerdsma.

Zij krijgt nr. 2750 (21501-02).

Mevrouw Piri (PvdA):
Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Piri. Dan geef ik het woord aan de heer Brekelmans, VVD.

De heer Brekelmans (VVD):
Ik zou de heer Sjoerdsma ook willen bedanken, maar we zien elkaar nog de hele week. We hebben nog een debat of vier, maar toch in het bijzonder dank voor de samenwerking over Oekraïne de afgelopen tweeënhalf jaar. Volgens mij hebben we daar, ook als Kamer breed, maar ook zeker met de voormalige coalitie en in onze samenwerking, heel veel bereikt. Daar kijk ik met veel genoegen op terug.

Twee moties wil ik indienen.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat Israël het slachtoffer is geworden van gruwelijke terreuraanvallen, gijzelingen en aanhoudende raketdreiging door Hamas, en effectieve maatregelen daartegen militaire acties vergen;

overwegende dat Israël recht heeft op zelfverdediging tegen Hamas, en daarbij dient te handelen in overeenstemming met het principe van proportionaliteit en het humanitair oorlogsrecht;

overwegende dat de humanitaire omstandigheden in Gaza slecht zijn en er tekorten zijn aan onder andere water, voedsel, medicijnen en elektriciteit;

overwegende dat de Palestijnse bevolking in de Gazastrook ook slachtoffer is van de terreurorganisatie Hamas en te lijden heeft onder de oorlog tussen Hamas en Israël;

overwegende dat tijd- en plaatsgebonden humanitaire pauzes de toegang van humanitaire goederen tot Gaza kunnen faciliteren;

verzoekt de regering tijdens de EU-top nogmaals het recht op zelfverdediging van Israël te benadrukken;

verzoekt de regering in Europees verband te pleiten voor tijd- en plaatsgebonden humanitaire pauzes om humanitaire corridors tot Gaza te faciliteren,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Brekelmans, Krul, Ceder, Bisschop en Eppink.

Zij krijgt nr. 2751 (21501-02).

De heer Brekelmans (VVD):
Een tweede motie. We hebben het ook gehad over de situatie in Nederland en het toenemende antisemitisme. Daarom dien ik de volgende motie in.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de nasleep van de gruwelijke terroristische aanval op Israël door Hamas voor binnenlandse spanningen zorgt in Europese landen;

overwegende dat antisemitisme intens toeneemt en dat Joden in Nederland fysiek, mondeling en online worden geïntimideerd en bedreigd;

van mening dat antisemitisme, bedreiging en intimidatie van de Joodse gemeenschap in Nederland en andere Europese landen onacceptabel is;

verzoekt de regering zich in te zetten voor een krachtige Europese verklaring tegen antisemitisme, bedreiging en intimidatie van de Joodse gemeenschap in Europa,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Brekelmans en Ellian.

Zij krijgt nr. 2752 (21501-02).

Dank u wel, meneer Brekelmans. Dan geef ik het woord aan de heer Ceder, ChristenUnie.

De heer Ceder (ChristenUnie):
O, nee, dat valt mee! Nee, sorry, de premier keek al verontrust naar de stapel moties. Ik heb er maar één, voorzitter.

Voorzitter. Dank voor het debat. Ik heb in mijn bijdrage nadrukkelijk gesproken over het voorkómen van het dehumaniseren van de ander en dat we daarin in dit complexe verhaal hopelijk ook de weg vooruit kunnen vinden.

Voorzitter. Dit is niet centraal aan het debat, want wij hebben gezegd dat er humanitaire steun moet komen. We hebben ook een motie ingediend samen met de heer Brekelmans. Maar ik merk in het debat dat er heel vaak geroepen wordt over het internationaal oorlogsrecht of humanitair recht met betrekking tot handelingen die nu verricht worden en wat volgens mij — uit mijn eigen nederige ervaring —- niet allemaal klopt.

Ik vraag me af of ook bij de beoordeling van de moties het kabinet op de een of andere manier als appreciatie op welke wijze dan ook even uiteen kan zetten, maar niet in de vorm van een hoorcollege, in hoeverre er bij beginsels als proportionaliteit en collateral damage wel of niet sprake kan zijn van oorlogsrecht. Zonder daar de nadruk op te leggen, merk ik namelijk toch wel dat we daarmee als parlement misschien geholpen zouden kunnen zijn.

Voorzitter. Daarnaast heb ik nog één motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de dreiging tegen Joden en Joodse instellingen of gebouwen, en het aantal antisemitische incidenten en uitingen ernstig zijn toegenomen;

overwegende dat landen als Duitsland en Frankrijk strenge maatregelen hebben genomen tegen Hamasaanhangers en tegen het verheerlijken van terreur;

verzoekt de regering de maatregelen die deze landen hebben genomen in kaart te brengen, deze te bespreken met de leiders van andere Europese lidstaten en deze maatregelen met een appreciatie aan de Kamer terug te koppelen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Ceder.

Zij krijgt nr. 2753 (21501-02).

De heer Ceder (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Ceder. Ik geef het woord aan de heer Van Haga, Groep Van Haga. O, sorry! Meneer Krul is eerst. Ik had een paar namen doorgestreept en uw naam ten onrechte.

Meneer Krul, CDA.

De heer Krul (CDA):
Voorzitter. Van alle waar- en onwaarheden die hier vanavond met elkaar zijn gedeeld, is er in ieder geval één onwaarheid. De heer Sjoerdsma had het over het laatste debat van deze demissionaire minister-president. Ik zag een paar mensen opveren, de een uit teleurstelling, de ander met een andere emotie. Maar volgens mij is dat in ieder geval niet zo en gaan we elkaar nog voldoende treffen. Daar verheug ik mij nu al op.

De heer Sjoerdsma (D66):
Als we onwaarheden bestrijden, moet ik dit natuurlijk meteen weer rechtzetten. Ik heb de minister-president voor de laatste keer bedankt voor zijn beantwoording, want ik zal hem niet nog een keer treffen in het debat. Ik ben ervan overtuigd dat hij nog meer debatten zal voeren en hopelijk doet hij dat met dezelfde energie als vanavond.

De heer Krul (CDA):
Het is elke keer weer een genot. Ik wil de minister-president hartelijk danken voor de beantwoording en de uiteenzetting. Ik sluit me aan bij het verzoek van de heer Ceder. Interpretatieverschil over recht is ongelofelijk complex en het zou goed zijn als deze Kamer ook kan debatteren met een feitelijke ondergrond als het gaat om het borgen. Dan heb je het dus ook over intentie. Dan heb je het ook over welke doelen je wilt bestrijden. Ik denk dat die basis nog een beetje ontbreekt.

Rest mij te benadrukken dat alles in het werk moet worden gesteld om zowel een duurzame humanitaire corridor te realiseren als er zorg voor te dragen dat de gijzelaars vrijkomen. Het internationaal recht is daarbij onverminderd en altijd van kracht.

Voorzitter, tot slot. Wij moeten ons blijven uitspreken tegen de polarisatie die ook zijn grip heeft, en steeds meer krijgt, op onze samenleving als het gaat om dit complexe en beladen thema. Dat kan alleen als we met elkaar in gesprek blijven, zowel in dit huis als op straat. Wij wensen de minister-president veel wijsheid bij zijn aanwezigheid op de top.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Krul. Dan geef ik het woord aan de heer Van Haga, Groep Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Dank, voorzitter.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat artikel 20, lid 1 van de Grondwet voorschrijft dat de overheid zorg dient te dragen voor de bestaanszekerheid van de (eigen) bevolking;

verzoekt de regering de humane noden van de Nederlandse bevolking te prioriteren en de Nederlandse inzet bij de Europese top in lijn te brengen met het belang van Nederland,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Haga.

Zij krijgt nr. 2754 (21501-02).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering in te zetten op het niet verhogen van het Meerjarig Financieel Kader van de EU,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Van Haga en Eerdmans.

Zij krijgt nr. 2755 (21501-02).

Voordat u verdergaat, is er een vraag van de heer Brekelmans.

De heer Brekelmans (VVD):
Ik heb gewoon even een vraag over de eerste motie, want we hebben eigenlijk voor het grootste deel over Israël en de Palestijnse gebieden gedebatteerd, en over humanitaire hulp aan Gaza. Dus wat is het onderliggende punt dat de heer Van Haga met die eerste motie wil maken?

De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Het is wel grappig dat we hier de hele dag hebben geprobeerd om het Israëlisch-Palestijnse conflict op te lossen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik daar met verbazing naar heb geluisterd. Ik probeer met deze motie het eigenlijk weer terug te brengen tot de essentie, namelijk het belang van Nederland.

De voorzitter:
U vervolgt uw betoog weer.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Dan een motie over client-side scanning, waarover we net even een kort debatje hadden.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat een voorstel van de Europese Commissie om ongericht alle digitale communicatie van Europese burgers preventief te laten scannen op mogelijk ongeoorloofd materiaal thuishoort in een dystopische surveillancestaat zoals Noord-Korea of China maar zeker niet in Nederland;

overwegende dat wetenschappers, juristen en privacydeskundigen vrijwel unaniem vernietigend zijn over dit voorstel en de verwachting is dat het geen stand zal houden bij de rechter;

verzoekt de regering niet akkoord te gaan met enig voorstel dat een detectiebevel op basis van client-side scanning bevat,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Van Haga.

Zij krijgt nr. 2756 (21501-02).

Dank u wel, meneer Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
Dan geef ik het woord aan de heer Eerdmans, JA21.

De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter, dank. Twee moties van onze kant.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de afgelopen weken op demonstraties de Engelstalige leus te horen was dat "Palestina van de rivier tot aan de zee vrij zal zijn";

spreekt uit dat deze leus vernietiging van de staat Israël propageert en derhalve een oproep tot geweld is,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Eerdmans, Van Haga en Eppink.

Zij krijgt nr. 2757 (21501-02).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat vanavond in de plenaire zaal oproepen tot antisemitisme te horen waren;

spreekt uit dat in de Kamer geen plek is voor Jodenhaat,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Eerdmans, Van Haga en Eppink.

Zij krijgt nr. 2758 (21501-02).

Er is een vraag van mevrouw Simons, BIJ1.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Ik ben de hele avond bij het debat aanwezig geweest. Ik heb niets gehoord van wat de heer Eerdmans hier beweert. Hij heeft het eerder gehad over een bepaalde uitspraak, iets met een rivier en een zee. Een Nederlandse rechter heeft al gezegd dat die uitspraak valt onder de vrijheid van meningsuiting, dat je dat kúnt zeggen. Als hier vanavond antisemitisme gepropageerd is, dan ben ik de eerste die daartegen in opstand wil komen. Ik ben dus heel erg benieuwd van wie de heer Eerdmans vanavond oproepen tot Jodenhaat heeft gehoord.

De heer Eerdmans (JA21):
Ik ben blij dat u uw naam onder mijn motie zal zetten. Dat is de eerste constatering. Ten tweede ben ik blij dat u vanavond de mond is gesnoerd door de voorzitter. Dat geldt voor collega Van Baarle idem dito. Die uitspraak is namelijk wel degelijk antisemitisch. Zo wordt die ook beleefd. Ik heb de minister-president dat ook horen zeggen. Dat is door velen gezegd. Ik heb vanavond een app gekregen van het CJO waarin staat dat het getuigt van waardering en respect voor de Joodse gemeenschap dat wij deze vreselijke, onbeschofte, onfatsoenlijke en intolerante uitspraak, die de heer Van Baarle hier deed en die door u werd ondersteund, niet toestaan. En dat wil ik graag uitspreken in deze motie.

De voorzitter:
Tot slot, mevrouw Simons.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Tot slot zou ik graag willen opmerken dat noch de heer Eerdmans noch de heer Rutte recht spreekt. Als een rechter recht spreekt en zegt "wat u heeft gedaan, burger, mag wel" of "dat mag niet", dan is dat wet. Dan is dat recht. Als een rechter in ons land beslist dat bepaalde woorden geen enkele oproep zijn tot haat jegens wie dan ook, dan is het niet aan de heer Eerdmans om te besluiten dat dat anders is.

De heer Eerdmans (JA21):
Dat is net zomin aan mij als aan u, maar heel veel mensen, in Israël en daarbuiten, beleven dit als een oproep tot het laten verdwijnen van het Joodse volk, namelijk van de rivier tot aan de zee. Dat is wat hier is uitgesproken en zo wordt het exact geïnterpreteerd. Mensen zullen het u ook zeer kwalijk blijven nemen als u achter die uitspraak blijft staan.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Eerdmans. Dan geef ik het woord aan mevrouw Teunissen, Partij voor de Dieren.

Mevrouw Christine Teunissen (PvdD):
Dank u wel, voorzitter. We worden het niet eens vanavond, maar dat kan. De premier zegt bij te dragen aan een duurzame vrede, maar als ik zie wat hij vervolgens doet — hij roept niet op tot een staakt-het-vuren, hij roept niet op tot de-escalatie, hij zegt niets over het feit dat mensen voedsel, water en elektriciteit wordt onthouden, wat een schending van het humanitair recht is in lijn met wat de secretaris-generaal van de VN heeft gezegd — dan kan ik niet anders dan concluderen dat hier toch sprake is van enige eenzijdigheid in het verhaal, die niet bijdraagt aan duurzame vrede maar eerder aan verdere escalatie, niet alleen daar maar ook in Nederland. Mensen moeten het hele verhaal meekrijgen en dat heb ik gemist.

Ik wilde nog een motie indienen, maar dat is niet meer nodig, want ik was wel blij met het antwoord van de premier waarin hij zei dat hij proactief de boodschap van organisaties zoals Deel de Duif en de Vredeswandeling uitdraagt. Dat heeft hij ook gedaan. Daar wil ik ook complimenten voor geven. Ik hoop dat hij dat proactief blijft doen om de verbinding op te zoeken.

Tot slot, voorzitter, zou ik mevrouw Simons en de heer Sjoerdsma heel veel geluk willen wensen met hun nieuwe toekomst en hartelijk willen danken voor de samenwerking.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Teunissen. Dan geef ik tot slot het woord aan mevrouw Simons, BIJ1.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Voorzitter. Ik zou willen beginnen met een persoonlijk feit. Het is me opgevallen dat de heer Eerdmans hier net stond en tot twee keer toe exact de woorden heeft uitgesproken van de heer Van Baarle en ikzelf, waarbij door u de microfoon het geluid werd ontnomen. Ik vind dat eigenlijk niet zo goed te begrijpen. Als ik goed heb geluisterd, staan de letterlijke woorden in de motie die de heer Eerdmans zojuist heeft ingediend. Ik vind echt dat dat enige uitleg verdient, niet van de heer Eerdmans — het is zijn motie — maar wel van de mensen die besluiten op het ene moment wel een microfoon uit te zetten en op een ander moment niet.

De voorzitter:
Dat heeft alles te maken, mevrouw Simons, met context. Meer kan ik er eigenlijk niet over zeggen. Maar u gaat verder. Ja?

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Voorzitter.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat mensenrechtenorganisaties als Human Rights Watch en Amnesty International hebben getoond dat Israël momenteel oorlogsmisdaden pleegt en op grove schaal mensenrechten schendt op Palestijns grondgebied;

constaterende dat Nederland het internationaal humanitair recht onderschrijft, alsmede internationale mensenrechtenverdragen;

overwegende dat Nederland wapens koopt van Israëlische wapenbedrijven en dit jaar nog een verdrag voor militaire samenwerking met Israël heeft afgesloten;

verzoekt de regering om alle militaire handel en samenwerking met Israël op te schorten zodat het zeker is dat Nederland nu niet bijdraagt aan het schenden van mensenrechten en humanitair oorlogsrecht,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Sylvana Simons en Van Baarle.

Zij krijgt nr. 2759 (21501-02).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

spreekt uit de nederzettingenpolitiek te veroordelen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Sylvana Simons en Van Baarle.

Zij krijgt nr. 2760 (21501-02).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Europese Unie een associatieverdrag met Israël handhaaft;

overwegende dat dergelijke associatieverdragen gebaseerd moeten zijn op respect voor mensenrechten en democratische beginselen, en dat deze voorwaarden ook vermeld staan in artikel 2 van de overeenkomst met Israël;

overwegende dat onder andere Amnesty International en Human Rights Watch hebben geconstateerd dat Israël zich schuldig maakt aan apartheid bij de behandeling van Palestijnen en Israël hiermee geen recht doet aan mensenrechten of democratische beginselen;

verzoekt de regering om bij de Europese top aan te dringen op opschorting van het associatieverdrag met Israël,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Sylvana Simons en Van Baarle.

Zij krijgt nr. 2761 (21501-02).

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de massale bombardementen van Israël en de ontzegging van voedsel, water en elektriciteit bedoeld zijn om de Palestijnse bevolking in Gaza te vernietigen;

overwegende dat de gruwelijke daden van Hamas als excuus worden gebruikt om de misdaden van Israël in het algemeen en het bloedbad in Gaza in het bijzonder te rechtvaardigen;

constaterende dat Netanyahu gebruikmaakt van collectieve bestraffing, inclusief maatregelen zoals de Israëlische blokkade van brandstof, voedsel en elektriciteit in het bezette gebied, en het willekeurig aanvallen van burgers, wat volgens het internationaal recht niet mag en neerkomt op oorlogsmisdaden;

verzoekt de regering om een speciaal tribunaal te bepleiten voor het vervolgen van oorlogsmisdaden gepleegd door het Israëlische regime,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Sylvana Simons en Van Baarle.

Zij krijgt nr. 2762 (21501-02).

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Het was me een waar genoegen, allen.

Dank u wel.

De voorzitter:
Er is nog een interruptie voor u.

Mevrouw Piri (PvdA):
Ik wil natuurlijk zo lang mogelijk mevrouw Simons daar houden. Ik had een serieuze vraag over die militaire samenwerking. Ik wil zeker zijn dat daar geen misverstanden over zijn. Kan mevrouw Simons mij uitleggen welke militaire samenwerking ze bedoelt?

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
Sterker nog, het gaat niet alleen over militaire samenwerking. Ons politieapparaat, Defensie ... Eigenlijk zijn er heel veel plekken in onze "overheidsstructuur", zal ik maar even zeggen, waar we een innige samenwerking hebben met Israël. Dat kon soms gaan over ICT, dat gaat bijvoorbeeld over gevechtstechnieken. Als ik me niet vergis — u moet mij vergeven dat ik het niet helemaal uit mijn hoofd weet — gaat het ook om wapens die gebruikt worden bij de politie. Maar daar kan ik me echt in vergissen, dus neemt u me dat niet kwalijk. Ik heb zojuist aan de minister-president geprobeerd te vragen wat onze belangen, onze handelsbelangen, zijn met Israël. Ik heb daar geen antwoord op gekregen. Maar u kunt ervan uitgaan dat wat BIJ1 betreft ... Er is vandaag een paar keer het volgende gezegd. Ik chargeer, ik zal het in mijn eigen woorden zeggen: we moeten eigenlijk accepteren dat we de burgerbevolking basale levensbehoeftes onthouden omdat er een kans bestaat dat als we hen helpen, we ook Hamas helpen. Diezelfde kans is natuurlijk ook aanwezig op het moment dat je betrekkingen onderhoudt met een regime als dat van Israël. De kans bestaat dat je dan, wellicht onbedoeld, bijdraagt aan de onveiligheid van niet alleen mensen in Gaza en de West Bank maar ook mensen die in Israël wonen.

De voorzitter:
Voldoende, mevrouw Piri?

Mevrouw Piri (PvdA):
Het was heel veel, maar het was geen antwoord op mijn vraag. Ik ben ook woordvoerder Defensie namens GroenLinks en de Partij van de Arbeid. Ik heb het vandaag toch nog een keer nagezocht: er is geen militaire samenwerking tussen Nederland en Israël, behalve een verdrag dat we in de Tweede Kamer hebben afgesproken, waarbij het gaat om de rechtspositie van Nederlandse militairen op het moment dat zij in Israël trainen. Dan hebben we het echt over "Israël", niet over de bezette gebieden. Voor de mensen hierbuiten: het is niet zo dat wij in een soort militair verbond met Israël zitten of dat er op wat voor manier dan ook militaire samenwerking is, behalve dat we, zoals we onze militairen soms ook in hele koude gebieden laten trainen, ze ook weleens in woestijngebieden laten trainen. Vervolgens hebben we vastgelegd wat de juridische norm is. Dat is even belangrijk om te zeggen, want als ik mevrouw Simons goed interpreteer, bedoelt zij het eigenlijk veel breder. Zij wil gewoon heel breed alle samenwerking met Israël stopzetten, als ik het goed begrijp.

Mevrouw Sylvana Simons (BIJ1):
In ieder geval daar waar die plaatsvindt. Natuurlijk, dat lijkt me logisch. Ik moet even denken aan een bedrijf als Elbit. Daar nemen wij ICT en ander tastbaar materieel en zo van af. Laat ik het anders zeggen. Daar waar geen samenwerking is, kun je 'm niet opschorten. Maar daar waar die er wel is en waar die effect heeft, wellicht op de burgers van Israël, burgers op Palestijns gebied, denk ik dat het het allerbeste is om de betrekkingen op te zeggen, net zoals wij dat allemaal dachten waar het om Rusland ging. We hebben met z'n allen gezegd: met landen die oorlogsmisdaden plegen, die mensenrechten schenden, doen wij geen zaken, op wat voor gebied dan ook. Dat hebben wij heel strak gezegd toen het om Rusland ging. Als er andere regimes zijn die mensenrechten schenden en oorlogsmisdaden plegen, dan denk ik dat we net zo goed moeten zeggen: daar doen wij geen zaken mee. Dat gezegd hebbende, zeg ik het nog een keer: dank allen; het waren twee fantastische jaren.

De voorzitter:
U ook bedankt, mevrouw Simons. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de tweede termijn van de Kamer. De minister-president heeft aangegeven een kwartier nodig te hebben om de moties te appreciëren. Ik schors de vergadering tot 1.25 uur.

De vergadering wordt van 1.10 uur tot 1.25 uur geschorst.

De voorzitter:
Aan de orde is het debat over de Europese top van 26 en 27 oktober. We zijn bij de tweede termijn van de kant van het kabinet. Ik geef het woord aan de minister-president.


Termijn antwoord

Minister Rutte:
Voorzitter. Ik had me niet gerealiseerd dat dit voor de heer Sjoerdsma en mevrouw Simons in ieder geval het laatste debat is. Ik wens natuurlijk alle anderen een behouden vaart de komende weken en dat zij, als zij dat wensen, ook terug kunnen komen. Ik kan niet iedereen helpen natuurlijk!

Tegen mevrouw Simons wil ik het volgende zeggen. Heel veel dank. We waren het niet altijd eens, we waren het heel vaak niet eens, maar ik heb onze gesprekken hier ongelofelijk op prijs gesteld. Het was volstrekt helder waar we allebei stonden, maar volgens mij was er toch over en weer waardering, in ieder geval van mijn kant naar u en volgens mij ook de andere kant op. Ik heb ook de gesprekken achter de schermen en de openheid zeer gewaardeerd. Heel veel dank.

Ook richting de heer Sjoerdsma wil ik dat echt zeggen, want hij is natuurlijk al heel lang buitenlandwoordvoerder. Hij heeft ook veel gezag opgebouwd in die positie. Ik kan me voorstellen dat dit toch een bijzondere week is, al is het niet het laatste debat, maar wel het laatste grotere debat. Ik heb ongelofelijk veel respect voor hoe u het hebt gedaan en hoe u altijd het contact hebt gezocht. U hebt ook altijd volstrekt helder gemaakt waar we verschilden van mening, maar het toch heel vaak eens waren. Ook door u, mag ik hier wel een keer melden, hebben we mevrouw Merkel uiteindelijk bij de 5 mei-lezing gehad. Dat was uw idee. Het was wel een jaar later door corona, als ik het mij goed herinner. Maar daar kon u niks aan doen; daar kwam het virus tussen. Maar wat een geweldig idee was dat, net zoals veel andere projecten. Heel veel dank. En natuurlijk heel recent de uitreiking, heel indrukwekkend, aan de nakomelingen van onze consul in Vilnius.

Voorzitter. De moties. De motie op stuk nr. 2742: oordeel Kamer. Daar kan ik kort over zijn.

De motie op stuk nr. 2743 gaat weer over het staakt-het-vuren. In het debat heb ik geschetst waarom er een bezwaar is. Ik ga dat nu niet herhalen, maar vanwege die overweging en de uitspraak in de motie wil ik consequent blijven en die motie ontraden.

De motie op stuk nr. 2744 gaat erover dat de luchtaanvallen strijdig zouden zijn met het oorlogsrecht. Ik heb al uitgelegd dat dit iets is wat moet worden vastgesteld door onderzoek. Op basis van het oorlogsrecht hebben de partijen de verplichting om een onafhankelijk onderzoek in te stellen naar alle vermoede schendingen van het recht. Als zij dat niet zouden kunnen of willen doen, dan zou er ook een internationaal onderzoek aan de orde kunnen zijn. Maar tegen die achtergrond, hoe dus het oorlogsrecht werkt, moet ik die motie ontraden.

De motie op stuk nr. 2745 gaat erover dat Israëliërs misdaden tegen Palestijnse burgers begaan. Ik moet die motie ook ontraden. Hoewel dit een constatering is vanuit de mensenrechtenorganisaties, zijn wij als kabinet van mening dat we dit niet kunnen vaststellen. Hiervoor geldt dezelfde onderbouwing als bij de vorige motie, namelijk dat binnen het humanitair oorlogsrecht uiteindelijk de partijen de verplichting hebben om het onafhankelijk vast te stellen.

De motie op stuk nr. 2746 vraagt om over te gaan tot de erkenning van een Palestijnse staat. Ik heb in het debat toegelicht dat ik dit niet verstandig vind en dat het belangrijk is om toe te werken naar de zelfstandige Palestijnse staat, veilig naast Israël. Veilig, maar niet nu. Die erkenning gaat niet helpen bij de stabilisering van de regio.

De motie op stuk nr. 2747 betreft het verbod op uithongering. Hiervoor geldt dat deze constatering niet kan worden vastgesteld, net zomin als wat ook elders al een keer gezegd is, namelijk het collectief straffen. Dat zijn aannames en geen stated aims van Israël. Dat gaat allemaal terug opnieuw naar het vraagstuk of het land zich wel of niet houdt aan het humanitair oorlogsrecht. Opnieuw geldt daar het onafhankelijk onderzoek.

De voorzitter:
Nog even één vraag. Van de motie op stuk nr. 2746 had u nog niet echt een appreciatie gegeven.

Minister Rutte:
Van de motie op stuk nr. 2746 is de appreciatie "ontraden".

De voorzitter:
En de motie op stuk nr. 2747 is ook ontraden.

Minister Rutte:
Ja.

De voorzitter:
Meneer Ceder, het gaat niet over uw motie, maar u hebt toch een vraag. Graag kort.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik kan de overweging bij de motie op stuk nr. 2747 begrijpen, maar de motie op stuk nr. 2742 heeft oordeel Kamer gekregen. Maar in de tweede overweging zit eigenlijk een soortgelijke …

Minister Rutte:
Excuus! Nee, ik moet de motie op stuk nr. 2742 … Sorry, ik heb het verkeerd gedaan. Ik heb hier "oordeel Kamer" staan. Echt, wat ben ik blij dat u dit zegt. De motie op stuk nr. 2742 is ontraden. Excuus. Excuus. Deze is ontraden. Mijn fout. Het verzoek is goed. Daarom hadden we 'm aanvankelijk — we hebben er een hele discussie over gehad … Het is mijn schuld. Ik doe het verkeerd. De motie is ontraden. Dat heeft te maken met de tweede overweging. Exact. Wat ben ik blij dat u mij even helpt. Ja, nu zetten we het helemaal recht.

De voorzitter:
Dus de motie op stuk nr. 2742 wordt ontraden.

Minister Rutte:
Ja, de motie op stuk nr. 2742 moet ik van "oordeel Kamer" naar "ontraden" zetten. Zo is het.

De voorzitter:
Vanwege de tweede overweging.

Minister Rutte:
Als die eruit gaat, kan ik de motie oordeel Kamer geven.

De heer Sjoerdsma (D66):
Ja, voordeel ... eh, voordeel ... het wordt wel steeds later! Er komen nu bijna Kruidvatteksten vanuit mij. Toch even een vraag aan de minister-president. Hij zegt: die tweede overweging klopt niet. Maar daar staat "de VN-mensenrechtencommissaris constateert", en dat is ook wat de VN-mensenrechtencommissaris heeft geconstateerd.

Minister Rutte:
Ja, maar dit …

De heer Sjoerdsma (D66):
Even voor de duidelijkheid: daar kan de premier het niet mee eens zijn, maar dit zijn feiten. Als de premier wil zeggen dat hij het niet eens is met de feiten, dan moet hij het nu zeggen, maar anders vind ik het echt een beetje raar, als ik eerlijk ben.

Minister Rutte:
Door die motie van mijn kant de appreciatie "oordeel Kamer" te geven — nogmaals, dat is foutief; dat moet "ontraden" zijn — neem ik ook dat oordeel over van de mensenrechtencommissie. Dat ga ik dus niet doen.

De heer Sjoerdsma (D66):
Dat is echt heel vreemd. Dat is echt heel vreemd. Als we dat zo gaan doen, dan denk ik dat de minister-president even terug moet gaan in zijn periode, tot 2010, en dat hij al die moties even opnieuw moet bekijken.

Minister Rutte:
Ik ga ze er nu allemaal bij halen.

De heer Sjoerdsma (D66):
Er gaan dan ongelofelijk veel moties ontraden worden, want de minister-president kan zich dan niet achter de feiten scharen. Dat is echt heel raar. Dat is echt, echt heel raar, zeker als je ziet wat er hier in het dictum staat. De minister-president weet precies waar dit over gaat. Als hij deze ontraadt, heeft hij echt een probleem.

Minister Rutte:
Ik ontraad de motie echt om die reden. Verder is het aan de Kamer om te bepalen wat ermee gedaan wordt. Ik hoef alleen maar te appreciëren. U beslist hoe u stemt.

Mevrouw Piri (PvdA):
Ik ben nog niet zo lang lid van deze Kamer, tweeënhalf jaar. Maar ik heb kabinetsleden hier heel vaak, altijd, horen bepleiten: we kijken naar het dictum. Dat ten eerste.

Minister Rutte:
Nee, dat is niet waar. Ik niet. Ik kijk ook echt naar de overwegingen.

Mevrouw Piri (PvdA):
Oké. Ten tweede. Voorzitter, ik snap dat u hier de orde bewaart, maar hier staat gewoon een feit, behalve als de minister-president nu kan zeggen dat de VN-mensenrechtencommissaris dit niet heeft gezegd. Als de VN-mensenrechtencommissaris dit niet heeft gezegd, gaan we het per direct corrigeren. Maar als we het hebben over een uitspraak van een VN-official, ook niet de minste, en die uitspraak luidt zoals die in deze motie staat, dan moet de minister-president toch ook toegeven dat dat toch heel raar is?

Minister Rutte:
Dan ga ik toch de vraag terugleggen. Ik apprecieer alleen maar, hè. Ik heb geen stem in deze Kamer; ik kan alleen een advies geven. Ik vind de tweede overweging echt een schragende considerans, ook al is dat een constatering van de VN-mensenrechtencommissaris. Doordat deze considerans zo in die motie staat en zo schragend is voor het dictum, vind ik dat ik die daarmee toch gedeeltelijk ook voor mijn eigen rekening neem. Dat wil ik niet doen. Als u dan zegt dat deze schragende considerans niet zo relevant is, want "het is slechts een constatering" en u merkt dat hier een premier staat die daar heel moeilijk over doet, dan kunt u die ook schrappen. Dan kan ik de motie oordeel Kamer geven.

De voorzitter:
Ik denk even mee: of "constaterende" ervan maken, in plaats van "overwegende"?

Minister Rutte:
Dat maakt voor mij niet uit.

De voorzitter:
Dat is wel een verschil, trouwens.

Minister Rutte:
Ik neem 'm daarmee echt voor mijn rekening. Dat is een verschil, maar ik geef de motie dan nog steeds hetzelfde oordeel. Dan blijft de motie voor mij ontraden.

Mevrouw Piri (PvdA):
Voorzitter, ik vond dat u een goed voorstel deed. Met "constaterende" blijven we bij een feit. Ik hoop dat de motie dan wel oordeel Kamer krijgt.

Minister Rutte:
Nee, echt niet. Nee. Het blijft hetzelfde.

Mevrouw Piri (PvdA):
Ik zal deze beantwoording zeker ook zelf in de boeken opslaan, maar ik hoop écht dat de Kamer deze redenering van het kabinet niet overneemt.

Minister Rutte:
Als het nou echt alleen maar een constatering is van een feit, waarbij ik voel dat ik 'm dan voor mijn rekening neem, dan kan 'ie toch ook geschrapt worden, als 'ie zo niet belangrijk is?

Mevrouw Piri (PvdA):
We gaan het debat niet heropenen, maar wat ik heel bijzonder vind aan alle moties die zijn ontraden, is het volgende. Tot nu toe zijn ze volgens mij namelijk allemaal ontraden. Ik ben benieuwd wanneer we aankomen bij de moties die wel oordeel Kamer krijgen. Je kunt niet beweren tegen Israël "je bent onze bondgenoot en je moet je houden aan het internationaal recht" … Op geen enkel vlak, bij geen van de moties, zelfs niet als het gaat om de feiten, erkent de minister-president dat er sprake kan zijn van schendingen van het internationaal recht. Dat is nou precies waarom het niet de bedoeling is om een feitelijke constatering van de VN te schrappen uit een motie.

De voorzitter:
De heer Brekelmans, ook over deze motie.

De heer Brekelmans (VVD):
Nu we toch languit stilstaan bij deze motie, wil ik wat zeggen over het dictum. Het dictum vraagt het kabinet alle schendingen van het internationaal recht duidelijk te veroordelen en tegen te gaan, even los van dat dat volgens mij praktisch überhaupt niet kan. In de wereld zijn er natuurlijk zo vaak schendingen van het internationaal recht. Om dan alles te moeten veroordelen en tegen te gaan; dat lijkt mij voor het kabinet en de minister-president praktisch onmogelijk.

De voorzitter:
Maar de minister-president heeft de motie al ontraden.

De heer Brekelmans (VVD):
Ik vraag hoe hij dan het dictum leest.

Minister Rutte:
Ik snap dat. Ik zeg overigens wel tegen de heer Brekelmans dat ik met dat dictum zou kunnen leven, omdat je ook niet letterlijk de hele dag als een dolle achter elke schending aan hoeft te rennen om die uit de lucht te schieten — dat is dan trouwens ook weer een schending — dus ik beschouw dat meer als een way of saying. Ik kan dus op zich met dat dictum leven. Mijn probleem zit bij die tweede overwegende of constaterende.

De voorzitter:
We gaan naar de motie op stuk nr. 2748.

Minister Rutte:
De motie op stuk nr. 2748 heeft te maken met die VN-vredesmissie. Ik vind dat thans echt niet realistisch. Dat heb ik ook in het debat gezegd. Ik denk dat dat nu echt niet realistisch is. Ik moet die motie ontraden.

De motie op stuk nr. 2749 moet ik ontraden. Nederland wil de exportcontrole ten aanzien van nationale veiligheid en die niet europeaniseren. Dat is juist ook in Nederlands belang, omdat je anders het risico loopt dat exportbelangen onderdeel worden van bredere Europese politieke wegingen. We hebben weliswaar de vijfde economie van Europa, maar die is kleiner dan de hele grote economieën als Frankrijk en Duitsland, als die hun eigen nationale belangen weleens een keer zouden kunnen laten prevaleren.

De motie op stuk nr. 2750 krijgt oordeel Kamer onder verwijzing naar het debat.

De motie op stuk nr. 2751: oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 2752: oordeel Kamer.

De motie op stuk nr. 2753 krijgt oordeel Kamer als we ons kunnen beperken tot die demonstraties in Duitsland en Frankrijk. Het is ook geen onderwerp op deze Europese Raad, maar met die interpretatie krijgt de motie oordeel Kamer. Ik zie de heer Ceder niet boos weglopen.

De voorzitter:
Ik zie dat de heer Ceder knikt. De motie op stuk nr. 2753 krijgt oordeel Kamer.

Minister Rutte:
De motie op stuk nr. 2754: ontraden. Dit is niet aan de orde en het is ook een valse tegenstelling.

De motie op stuk nr. 2755 is ook ontraden. De inzet is juist herprioriteren, en Oekraïne moet sowieso gebeuren.

De motie op stuk nr. 2756 ga ik niet appreciëren, want die hoort echt bij een ander debat. Als de heer Van Haga dat wel wil, dan moet ik de motie nu ontraden. Ik kan het nu gewoon niet overzien. We hebben de ambtenaren die daarover gaan niet bij ons nu. Dat is echt een heel ander onderwerp.

De voorzitter:
Ik zie dat de heer Van Haga weer zit, dus dan moet u 'm ontraden.

Minister Rutte:
Ja, sorry, dan moet ik 'm ontraden, en misschien kan nog even worden doorgegeven aan hem of hij 'm hier wellicht kan weghouden en bij een ander debat kan indienen.

De voorzitter:
Ja, of hij hem kan aanhouden.

Minister Rutte:
De motie op stuk nr. 2757 is een spreekt-uitmotie waarvan ik hoop dat 'ie wordt aangenomen, maar ik ga er niet over, dus ik geef geen formeel oordeel.

Uiteraard hoop ik ook dat de motie op stuk nr. 2758 wordt aangenomen, maar ik ga er niet over, dus ik geef geen formeel oordeel. Het is een spreekt-uitmotie.

De motie op stuk nr. 2759 moet ik ontraden, uiteraard om alle redenen die ook in het debat aan de orde waren.

De motie op stuk nr. 2760 is een spreekt-uitmotie, die is verder dus aan de Kamer. Daar kan ik geen appreciatie op geven.

De motie op stuk nr. 2761 moet ik ontraden.

De motie op stuk nr. 2762 wil ik ook ontraden.

De heer Brekelmans (VVD):
Ik heb nog één vraag over de motie op stuk nr. 2750, om gewoon even duidelijk te hebben hoe de premier die gelezen heeft, omdat dat ook relevant is voor mijn uiteindelijke beoordeling. Ja, mevrouw Piri kan dan lachen — ze mag het zelf ook toelichten — maar dit is gewoon puur ter verduidelijking. Er staat "zonder beperkingen" in het dictum. Nou kan ik me voorstellen dat er maximaal schoon drinkwater en zo geboden moet worden, alleen, we hebben het natuurlijk ook gehad over waarborgen dat het niet in verkeerde handen valt, zeker als het gaat om brandstof. Ik vraag me dus af of mevrouw Piri nog iets kan zeggen over hoe ze die "zonder beperkingen" bedoelt en ik ben ook benieuwd hoe de premier dat leest.

Minister Rutte:
Wij maken geen wetsteksten. Zoals ik 'm interpreteer, zegt deze motie: luister, pleit er in EU-verband nou voor dat schoon drinkwater, brandstof en medische hulpmiddelen via UNRWA kunnen worden geleverd. Dat willen we ook allemaal. Natuurlijk zal Israël natuurlijk, denk ik, ten aanzien van brandstof met het dilemma zitten waar het mee zit. Maar ik vind het niet per se verkeerd om daar nu voor te pleiten. Ik heb dat gisteren ook bij Netanyahu gedaan. Ik begrijp ook het dilemma waar hij mee speelt, maar op zich vind ik dat nu niet blokkerend voor het oordeel Kamer; laat ik het zo zeggen.

De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Piri nog.

Mevrouw Piri (PvdA):
Ik zit alle overwegingen van alle moties die oordeel Kamer hebben gekregen nu natuurlijk goed te bestuderen; dat zal de minister-president snappen. Ik vraag me bij de motie op stuk nr. 2751 van Brekelmans c.s., die oordeel Kamer kreeg, het volgende af. Een overweging in die motie luidt: "Dat de Palestijnse bevolking in de Gazastrook ook slachtoffer is van de terreurorganisatie Hamas en te lijden heeft onder de oorlog tussen Hamas en Israël." Een van de dingen die ik ook bepleitte, is juist dat Israël ook een actor is. En dan hebben we het nog niet eens over het feit … Laat ik het zo zeggen: je kunt niet alle slachtoffers alleen maar op het conto van Hamas schrijven. En omdat deze zin dat toch een beetje impliceert, vroeg ik me af hoe het kabinet daarnaar kijkt. De motie heeft namelijk oordeel Kamer gekregen.

Minister Rutte:
Poeh … Ik heb alles natuurlijk zeer zorgvuldig gelezen. "Overwegende dat de Palestijnse bevolking in de Gazastrook ook slachtoffer is van Hamas en te lijden heeft onder de oorlog tussen Hamas en Israël". Dat zeggen we ook steeds. Ik zit nog even te zoeken, misschien door het tijdstip, maar dit klopt toch?

De voorzitter:
Tot slot, mevrouw Piri.

Mevrouw Piri (PvdA):
Nou, kijk, wat ik heel specifiek daarvan vind is het volgende. De beelden die we binnenkrijgen uit ziekenhuizen zijn over het algemeen misschien wel een gevolg van de actie van Hamas, maar er zit wel een actor bij en dat is de regering in Israël.

Minister Rutte:
O, ja, ik begrijp het. Maar daarvan zeg ik: Israël maakt gebruik van zijn recht op zelfverdediging en moet daarmee Hamas uitschakelen om op lange termijn en zelfs op middellange termijn überhaupt te kunnen overleven. Dat heeft natuurlijk ook een directe impact op de bevolking van Gaza, op alle mogelijke manieren. Denk aan bombardementen en de toegang voor humanitaire middelen. We hebben het daar vandaag uitvoerig over gehad. Maar dat zou natuurlijk niet gebeurd zijn als Hamas die aanval op Israël niet had gedaan en Israël dus niet provoked was om gebruik te maken van het recht op zelfverdediging.

Mevrouw Piri (PvdA):
Ja, maar dan zijn we het dus echt pertinent oneens. Dan zegt u namelijk eigenlijk over al die burgerslachtoffers die nu vallen: Israël heeft geen andere keus dan die burgerslachtoffers te maken. En dat is …

Minister Rutte:
Dat zeg ik niet, neenee.

Mevrouw Piri (PvdA):
Maar dat impliceert u daar natuurlijk wel mee.

Minister Rutte:
Nee. Ik snap die vraag, maar zo bedoel ik het zeker niet. Dat heeft weer te maken met het wel of geen sprake zijn van schendingen van de IHL, de International Humanitarian Law, of van de proportionaliteit. De vraag is nog steeds aan de orde of Israël zich daar wel of niet aan houdt. Ik heb uitgelegd dat er uiteindelijk op basis van dat oorlogsrecht een verplichting is om dat onafhankelijk te onderzoeken et cetera. Daar kan dus nog steeds sprake van zijn, alleen weten we dat niet. Daarmee kan ik met deze overweging leven.

De voorzitter:
Dank u wel. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van deze beraadslaging.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
We gaan morgen stemmen over de ingediende moties. Ik wil de minister-president danken voor dit debat.

Minister Rutte:
Dank aan de heer Ceder dat hij mij wakker hield.

De voorzitter:
En het is volgens mij voor de minister-president het laatste debat voor het verkiezingsreces. Dat moet ook bijzonder voelen. Maar we gaan ervan uit dat de minister-president na het verkiezingsreces als demissionair minister-president nog even verder zal gaan.

Minister Rutte:
En aangezien de Kamer hoorzittingen gaat doen, zal het allemaal heel lang gaan duren!

De voorzitter:
Dat wordt popcorn.

Minister Rutte:
Precies.

De voorzitter:
Ik dank de leden en de mensen die het debat gevolgd hebben. Ik weet dat er veel mensen naar dit debat gekeken hebben. Dank voor het kijken.

Sluiting

Sluiting 1.44 uur.