Plenair verslag Tweede Kamer, 92e vergadering
Woensdag 23 juni 2021

  • Aanvang
    10:15 uur
  • Sluiting
    15:58 uur
  • Status
    Gecorrigeerd

Opening

Voorzitter: Azarkan

Aanwezig zijn 130 leden der Kamer, te weten:

Aartsen, Agema, Amhaouch, Azarkan, Van Baarle, Baudet, Becker, Beckerman, Belhaj, Van den Berg, Bergkamp, Van Beukering-Huijbregts, Bikker, Bisschop, Bontenbal, Martin Bosma, Boswijk, Bouchallikh, Boucke, Boulakjar, Brekelmans, Bromet, Van Campen, Ceder, Dassen, Tony van Dijck, Gijs van Dijk, Inge van Dijk, Jasper van Dijk, Eerdmans, Ellemeet, Ellian, Eppink, Erkens, Van Esch, Fritsma, Geurts, Van Ginneken, De Graaf, Grinwis, Peter de Groot, Tjeerd de Groot, Gündoğan, Den Haan, Van Haga, Hagen, Hammelburg, Harbers, Rudmer Heerema, Pieter Heerma, Heinen, Hermans, Van den Hil, Hoekstra, De Hoop, Van Houwelingen, Idsinga, Jansen, Jetten, Romke de Jong, Kaag, Kamminga, Kat, Kerseboom, Klaver, Klink, Knops, Koekkoek, Koerhuis, De Kort, Kuik, Kuiken, Kuzu, Kwint, Van der Laan, Van der Lee, Leijten, Maatoug, Maeijer, Marijnissen, Markuszower, Van Meenen, Van Meijeren, Michon-Derkzen, Minhas, Agnes Mulder, Edgar Mulder, De Neef, Nijboer, Van Nispen, Ouwehand, Palland, Paternotte, Paul, Paulusma, Peters, Piri, Van der Plas, Ploumen, Pouw-Verweij, Van Raan, Raemakers, Rajkowski, Rutte, Schouten, Segers, Sjoerdsma, Sneller, Snels, Van der Staaij, Stoffer, Van Strien, Tellegen, Teunissen, Tielen, Valstar, Vestering, Vijlbrief, Aukje de Vries, Wassenberg, Van der Werf, Werner, Westerveld, Van Weyenberg, Wiersma, Van Wijngaarden, Wilders, Van der Woude, Wuite en Yeşilgöz-Zegerius,

en mevrouw Bijleveld-Schouten, minister van Defensie, en mevrouw Visser, staatssecretaris van Defensie,

alsmede mevrouw Hamer, informateur.

De voorzitter:
Ik open de vergadering van woensdag 23 juni 2021. Ik heet de Kamerleden, de mensen op de publieke tribune en de mensen die op afstand meekijken van harte welkom.

Mededelingen

Mededelingen

Mededelingen

De voorzitter:
Ik deel aan de Kamer mee dat de volgende leden zich hebben afgemeld:

Simons en El Yassini.

Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.

Dutchbat III

Dutchbat III

Aan de orde is het tweeminutendebat Dutchbat III (CD d.d. 08/06).


Termijn inbreng

De voorzitter:
Aan de orde is het tweeminutendebat Dutchbat III van het commissiedebat van 8 juni. Er hebben zich van de zijde van Kamer zes sprekers gemeld. De eerste spreker is mevrouw Belhaj namens de fractie van D66. Ik geef u graag het woord.

Mevrouw Belhaj (D66):
Voorzitter, in de eerste plaats van harte gefeliciteerd met het feit dat u voor de eerste keer mag voorzitten. We hebben als Tweede Kamerleden afgesproken dat we u ook een beetje zullen testen! Nee hoor. Van harte.

Voorzitter. Bijna 26 jaar geleden viel de enclave Srebrenica. De Nederlandse eenheid Dutchbat III raakte in omstandigheden waarop ze niet voorbereid was, noch waarvoor ze toereikend was bewapend. Bovendien ontbeerde ze steun van buiten, waardoor het onmogelijke van de militairen werd gevraagd. Een kwart eeuw later, in 2021, wordt met het onderzoeksrapport Focus op Dutchbat III duidelijk dat Dutchbat III-veteranen onder andere erg weinig erkenning en waardering vanuit de overheid en Defensie hebben gevoeld. Dat is een pijnlijke constatering. Gelukkig pakt de minister de aanbevelingen van de commissie-Borstlap voortvarend op. Echter, er mist in mijn optiek nog iets in deze aanpak: de politiek zelf. De vaste commissie voor Defensie is te allen tijde politiek betrokken geweest bij de inzet van militairen en bij de evaluatie van missies. Echter, de politici staan op dit moment buiten het verwerkingsproces van de veteranen, terwijl een open dialoog tussen politiek en veteraan daar wel degelijk een bijdrage aan zou kunnen leveren. Wij, politici, zijn immers ook de brug tussen de samenleving en de oud- en huidige militairen. Vandaar de volgende motie.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat het kabinet aanbeveling 6 van de commissie-Borstlap overneemt, die voorstelt om terugkeerreizen naar Srebrenica te organiseren en te faciliteren voor Dutchbat III-veteranen en hun thuisfront die daaraan behoefte hebben;

constaterende dat Dutchbat III-veteranen een brede teleurstelling hebben ervaren ten opzichte van de politiek en de overheid;

overwegende dat de vaste commissie voor Defensie politiek te allen tijde betrokken is bij inzet van militairen en evaluatie van missies en het daarom van toegevoegde waarde kan zijn voor de Dutchbat III-veteranen die betrokkenheid meer direct te tonen en meer in dialoog te gaan wanneer dit wenselijk is voor de Dutchbat III-veteranen;

spreekt uit dat de Kamer open staat voor dialoog met de Dutchbat III-veteranen;

spreekt uit dat de vaste commissie voor Defensie een eigen reis naar Srebrenica organiseert en tevens in overleg met vertegenwoordigers van de Dutchbat III-veteranen treedt, zodat indien men dit waardeert een aantal Dutchbat III-veteranen deel kunnen nemen aan deze reis in het verlengde van het aangaan van de dialoog met politici,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Belhaj, Boswijk, Van Wijngaarden, Jasper van Dijk, Kuzu, Piri en Ceder.

Zij krijgt nr. 51 (26122).

Dank, mevrouw Belhaj. Als u de motie aan de Griffie geeft, ga ik graag naar de volgende spreker. Dat is de heer Ceder namens de ChristenUnie.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Dank u wel, voorzitter. Ook ik wil u feliciteren met uw eerste keer hier als voorzitter.

Voorzitter. We hebben een debat gehad over Dutchbat. Volgens mij zijn er mooie stappen gezet. Ik heb nog twee moties waarvan ik denk dat die het proces kunnen verbeteren en die veteranen ook een steun in de rug kunnen bieden. Daarom de volgende twee moties.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat veteranen die gediend hebben in Dutchbat III er behoefte aan hebben om hetzelfde behandeld te worden als andere militairen en dat zij daarom ook in aanmerking willen kunnen komen voor een erkenning onder het normale decoratiestelsel;

overwegende dat er gezien het tijdsverloop mogelijk regels zijn die dit in de weg staan;

verzoekt de regering individuele aanvragen van Dutchbat III-veteranen voor decoraties uit het normale stelsel mogelijk te maken, daar waar nodig regels die dit in hun situatie in de weg staan, ruimhartig toe te passen, en voordrachten voortvarend te behandelen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Ceder.

Zij krijgt nr. 52 (26122).

De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik heb een tweede motie. Die gaat over de uitkering en ervoor zorgen dat mensen die in de schulden zitten, niet zien dat hun geld bijvoorbeeld in de boedel terechtkomt als er sprake is van schuldsanering.

Ik zie een interruptie, voorzitter. Het hoeft niet, maar toch wel.

De voorzitter:
Meneer Van Wijngaarden heeft een korte vraag over de motie.

De heer Van Wijngaarden (VVD):
Ik heb inderdaad een korte vraag over die motie. Er wordt verwezen naar regels die decoraties feitelijk in de weg staan. Dat kwam voor mij als nieuws. Kan de heer Ceder aangeven welke regels of belemmeringen er nu zijn?

De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik ben juist de mening toegedaan dat deze regels geen belemmering zouden moeten vormen. Maar het kan zo zijn dat er een belemmering is, ook omdat er nieuwe regels zijn, gezien het tijdsverloop, bij het decoreren van een militair voor iets wat hij of zij in positieve zin gedaan heeft. Als het zo lang geleden heeft plaatsgevonden, kan dat een belemmering opleveren. Tegelijkertijd blijkt uit het Dutchbatrapport dat veteranen hier behoefte aan hebben. Volgens mij is dit een wens die iedereen zou moeten willen. Het gaat hierbij overigens om veteranen die echt hebben kunnen laten zien dat ze daarvoor in aanmerking komen. Dit is expliciet geen voorkeursbehandeling, maar we willen wel de weg openen, zodat ze net als alle andere militairen die op missie zijn geweest, aanspraak kunnen maken op een mogelijke decoratie.

De voorzitter:
Helder. Uw tweede motie.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Dank u wel.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat het onwenselijk zou zijn als de speciale uitkering die de leden van Dutchbat III krijgen, in sommige gevallen op zou kunnen gaan aan deurwaarders of aan de inboedel van de schuldsanering;

verzoekt het kabinet om afspraken te maken met de Recofa en/of schuldeisers, of op andere wijze te voorkomen dat de uitkering voor Dutchbatters in beslag genomen wordt, zonder dat dit een wezenlijke vertraging voor de uitbetaling van de uitkering oplevert,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Ceder.

Zij krijgt nr. 53 (26122).

Dank voor uw moties, meneer Ceder. Dan zijn wij aangekomen bij de heer Van Wijngaarden voor zijn bijdrage namens de fractie van de VVD.

De heer Van Wijngaarden (VVD):
Voorzitter, ook namens mijn fractie felicitaties aan u. En veel succes, maar dat gaat natuurlijk helemaal goedkomen. Ik heb geen eigen motie, maar wil wel kort toelichten waarom wij een handtekening onder de motie van mevrouw Belhaj hebben gezet. Ik heb daar veel waardering voor. Minister Hennis, een ambtsvoorganger van deze minister, zei volgens mij ooit: waar anderen weigerden, besloot Nederland te gaan. Bij het onderkennen van de risico's, de gevaren, de mogelijkheden en de onmogelijkheden van de missie destijds zijn natuurlijk dingen niet goed gegaan. Ik denk dat het voor het parlement ook heel goed is om los van het aangaan van de dialoog met veteranen, ook de dialoog met zichzelf aan te gaan over de vraag of we altijd wel voldoende stilstaan bij de risico's en de gevaren van een missie. Als het veilig zou zijn, als er geen risico's zouden zijn, dan zouden we natuurlijk geen militairen maar diplomaten sturen. Ik denk dat dat ook een mooi punt is om mee te nemen in het proces dat mevrouw Belhaj hier vandaag in gang zet.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank voor uw bijdrage, meneer Van Wijngaarden. Dan geef ik graag het woord aan mevrouw Piri namens de fractie van de PvdA.

Mevrouw Piri (PvdA):
Voorzitter, ook namens mijn fractie uiteraard gefeliciteerd. Vele oud-Dutchbatters III voelen nog dagelijks de gevolgen van de missie in Srebrenica 25 jaar geleden. De missie mislukte door een beperkt mandaat van de Verenigde Naties en het uitblijven van luchtsteun. Daarnaast was er een gebrek aan mankracht, bewapening, brandstof en voedsel. Het ARQ-onderzoek laat ook zien dat de wonden niet meer volledig zullen helen bij alle betrokken veteranen en hun thuisfront. In die zin zijn de gebeurtenissen in en rond de enclave Srebrenica nooit af te sluiten. Velen stuiten ook nu nog vaak op een muur van onbegrip, al realiseert men zich terdege dat de schrijnende verhalen en ervaringen van de nabestaanden van de slachtoffers niet in verhouding staan tot hun eigen leed.

Voor mijn fractie is het van het grootste belang dat de Vereniging Dutchbat 3 actief deelneemt aan de uitwerking van de aanbevelingen. Ook wil de PvdA de minister verzoeken om jaarlijks de Kamer op de hoogte te houden met een voortgangsrapportage waarin per aanbeveling duidelijk te volgen is wat de stand van zaken is, welke effecten te zien zijn en waar aanpassingen nodig zijn. Ik ben blij met de toezegging van de minister in het commissiedebat dat vanaf nu een apart hoofdstuk wordt opgenomen in de Veteranennota waarin de voortgang en de opvolging van het onderzoek en de aanbevelingen staan. Wanneer we dat borgen en nakomen, dan pas doen we recht aan het onderzoeksrapport en de aanbevelingen. Maar bovenal doen we dan recht aan de mannen en vrouwen van Dutchbat III en natuurlijk alle Dutchbatters, die we hopelijk bij de Nationale Veteranendag 2022 weer mogen begroeten.

Dank u, voorzitter.

De voorzitter:
Dank voor uw bijdrage, mevrouw Piri. Dan zijn we aangekomen bij de heer Kuzu namens de fractie van DENK.

De heer Kuzu (DENK):
Voorzitter, ook de fractie van DENK wil u van harte feliciteren met de eerste keer dat u voorzitter mag zijn. Het is ook de beste voorzitter die ik tot nu toe vandaag heb gezien!

Voorzitter. Een motie van mijn zijde.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er al jarenlang op 11 juli tijdens de nationale Srebrenicaherdenking gebruik wordt gemaakt van een mobiel herdenkingsmonument;

constaterende dat de gemeenten Rotterdam en Den Haag zich in juli 2020 bereid hebben getoond te zorgen voor de realisatie van een nationaal herdenkingsmonument;

constaterende dat de burgemeester van Den Haag heeft aangegeven dat het van belang is om het drama dat zich in 1995 heeft afgespeeld te herdenken in de internationale stad van vrede en recht;

constaterende dat er inmiddels een werkgroep is ingericht die de realisatie van een nationaal herdenkingsmonument wil bewerkstelligen en dat de werkgroep inmiddels een geschikte locatie heeft gevonden;

overwegende dat het verwezenlijken van een nationaal herdenkingsmonument zal bijdragen aan het verwerken van de gebeurtenissen in Srebrenica voor de nabestaanden van de slachtoffers van de genocide evenals voor de Dutchbatveteranen;

overwegende dat de desbetreffende geschikte locatie zich bevindt in de internationale zone in Den Haag, die valt onder het domein van het Rijk;

overwegende dat de burgemeester van Den Haag inmiddels een brief heeft gestuurd naar het Rijk waarin deze problematiek wordt aangestipt en dat de burgemeester tot op heden nog geen inhoudelijke reactie van het Rijk heeft ontvangen;

verzoekt de regering waar mogelijk binnen haar bevoegdheid belemmeringen weg te nemen en de gemeenten Rotterdam en Den Haag aan te moedigen om het nationaal Srebrenicaherdenkingsmonument spoedig te bewerkstelligen,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Kuzu en Belhaj.

Zij krijgt nr. 54 (26122).

De heer Kuzu (DENK):
Voorzitter, rest mij om af te sluiten met het gegeven dat we tijdens het commissiedebat, maar ook vandaag, stil hebben gestaan bij het leed van de Dutchbatveteranen. Dat werd na 25 jaar ook tijd.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank voor uw bijdrage, meneer Kuzu. Ik zie dat we daarmee aan het einde zijn gekomen van deze termijn van de zijde van de Kamer. Ik heb aangegeven dat de minister een kort ogenblik wil schorsen en nog wil nadenken over de moties.

Minister Bijleveld-Schouten:
Ik heb de laatste nog niet.

De voorzitter:
Ik schors enkele ogenblikken.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:
Ik geef graag het woord aan de minister van Defensie, mevrouw Bijleveld.


Termijn antwoord

Minister Bijleveld-Schouten:
Dank u wel, voorzitter. Ik moet u natuurlijk ook feliciteren met uw eerste keer voorzitten in die stoel. Ik weet zelf nog van heel lang geleden dat het best spannend was bij sommige debatten.

Voorzitter. Laat ik beginnen met het feit dat ik het zelf heel belangrijk vond dat we met elkaar apart over Dutchbat III hebben gesproken hier in de Kamer, op verzoek van uw Kamer. Het is heel belangrijk geweest dat we dat hebben gedaan, losgetrokken van het debat over de Veteranennota, omdat ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum na 25 jaar een onderzoek heeft gedaan op mijn verzoek. De commissie-Borstlap heeft daar conclusies bij getrokken die het verdienden om er met elkaar over te spreken, omdat Borstlap uiteindelijk ook alle geledingen aanhaalt. Zoals ook mevrouw Belhaj in de motie heeft gezegd, zitten daar aanbevelingen tussen voor de Dutchbatters, voor de volksvertegenwoordiging, voor het kabinet en voor de journalistiek, als je kijkt naar hoe het in die periode is gegaan. Ik vond het zelf ook heel mooi dat er in het debat steeds sprake was van reflectie van iedereen, ook gevraagd door de Kamer. Ik denk dat dat recht doet aan de mannen en vrouwen van Dutchbat III, die hun werk inderdaad onder verschrikkelijke omstandigheden hebben gedaan.

Ik wou hier in uw Kamer nog aangeven, voor degenen die het niet hebben gezien, dat morgenavond een herhaling is van deel één van de documentaire van Coen Verbraak. De delen daarvan over de Dutchbatgemeenschap worden de komende week herhaald. Degenen die het nog niet hebben gezien, zou ik willen aanraden om daarnaar te kijken, omdat de mannen en vrouwen zelf vertellen hoe diep het hen heeft geraakt.

Voorzitter, dan de moties. De motie op stuk nr. 51 is een spreekt-uitmotie, eigenlijk aan de Kamer. Dus daar gaat de Kamer in die zin zelf over. Wel wil ik zeggen dat ik het belangrijk vind dat de Kamer dit ook doet. Hierover hebben wij in het commissiedebat ook gesproken. Wij nemen inderdaad als kabinet de aanbeveling over om op maat — ik heb zelf veel met veteranen, ook van Dutchbat, gesproken in de afgelopen vier jaar — terugkeerreizen te organiseren. Sommigen zullen dat wel willen, anderen niet, sommigen willen in een groep, anderen niet. Maar ik denk dat het belangrijk is dat de Kamer dat ook doet. U gaat zelf natuurlijk over dit "spreekt uit", dus het is niet aan de regering om daar een oordeel over te geven.

Ik wil er nog aan toevoegen dat het heel belangrijk is dat het aanstaande zaterdag natuurlijk Nationale Veteranendag is. Inderdaad, mevrouw Piri, kunnen we weer niet de gemeenschap ontmoeten dit jaar, bij het defilé of op het Malieveld. Maar er zijn wel degelijk, ook in het najaar, nog lokale veteranendagen, waarvan ik er zelf ook altijd een aantal bezoek in het jaar. Ik hoop dat de leden van uw Kamer dat ook doen. Het gaat natuurlijk niet alleen om het spreken met de Dutchbatveteranen, maar om het spreken met álle veteranen. Dat is uiteindelijk in de conclusies van Borstlap een belangrijk punt. Dat wilde ik nog even toevoegen aan wat er in de motie staat. Verder gaat de Kamer daar zelf over, dus het past mij niet om daar een beoordeling over te geven.

Dan de motie-Ceder op stuk nr. 52, over de decoraties. De heer Van Wijngaarden vroeg wat hieraan in de weg staat. Tegen de heer Van Wijngaarden zeg ik dat er allerlei besluiten ten grondslag liggen aan individuele decoraties. In sommige besluiten zitten bijvoorbeeld verjaringstermijnen. Dat geldt ook voor andere typen onderscheidingen. Ik weet toevallig zelf veel van het onderwerp, omdat ik er als commissaris van de Koning ook mee bezig ben geweest. Kijk naar de inhuldigingsmedailles. Soms zitten er wel en soms zitten er geen termijnen aan. Sommige onderscheidingen kun je nog heel lang aanvragen en andere niet. Dat zou hier het geval kunnen zijn. Voor de individuele onderscheidingen is dat hier inderdaad het geval. Daar kan de minister van afwijken. Voor de groepsonderscheidingen is dat niet het geval. Ik beschouw deze motie op stuk nr. 52 als een soort steun in de rug. Als er individuele aanvragen zijn, zal ik kijken of daarvan kan worden afgeweken. Er moet dan wel een aanvraag worden gedaan. Ik zou dus het oordeel over deze motie aan de Kamer willen laten.

De voorzitter:
Oordeel Kamer.

Minister Bijleveld-Schouten:
De motie op stuk nr. 53 verzoekt het kabinet afspraken te maken met schuldeisers. Dat zal ik zeker doen. Ik heb dat in het debat gezegd, maar ik denk dat het belangrijk is dat we dat hier ook vastleggen. In het debat heb ik gezegd dat we zouden gaan uitkeren. Inmiddels hebben meer dan 700 mensen hun uitkering ontvangen. Dat is goed om te horen, als je kijkt naar de totale groep. Onze organisatie is er heel actief mee aan het werk gegaan. Voor mensen die eventueel in de problemen zouden kunnen komen, maken we allemaal maatwerkregelingen. Met hen wordt contact opgenomen. Ik snap heel goed de achtergrond van deze motie en het is belangrijk dat we dit niet vergeten, dus ik wil ook hierover het oordeel aan de Kamer laten.

De voorzitter:
Een ogenblik. Meneer Ceder.

De heer Ceder (ChristenUnie):
Ik ben hartstikke blij dat 700 mensen een uitkering hebben gehad. Voor de goede orde vraag ik toch het volgende. Van die 700 mensen was er niemand die in de financiële problemen zat? Ik vraag dat om te voorkomen dat een groep tussen wal en schip valt.

Minister Bijleveld-Schouten:
Dat is expliciet zo aangestuurd, maar het is een terechte vraag in dit geval.

De voorzitter:
Dus dat betekent voor de motie op stuk nr. 53 oordeel Kamer?

Minister Bijleveld-Schouten:
Ja.

Dan ga ik naar de motie op stuk nr. 54, van het lid Kuzu. Ik heb dit zelf namens de vereniging gesteund bij de gemeente Den Haag. Ik wist eerlijk gezegd niet van de brief van de burgemeester aan iemand bij het Rijk. Ik zal de burgemeester vragen aan wie hij die brief heeft gestuurd. Ik zal inderdaad hierover contact opnemen, want ik ben het helemaal met u eens dat dit belangrijk is. Natuurlijk is het zo dat in Potočari zelf het hoofdmonument staat. Een keer in de vijf jaar is daar een vertegenwoordiger van de Nederlandse regering aanwezig. Wij hebben ook substantieel geïnvesteerd in het museum dat daar is. Kamerleden kunnen daar bij hun reis naartoe gaan en er aandacht aan besteden in hun gesprekken. Ik spreek natuurlijk ook met de Bosnische vertegenwoordigers en verenigingen. Dit is belangrijk en het wordt ook belangrijk gevonden. Dus ik zal daarachteraan gaan. Ik kan het oordeel over deze motie ook aan de Kamer laten. Ik vind het belangrijk dat het er spoedig is. De gemeente Rotterdam wil inderdaad financieel bijdragen. Dat hebben we in het debat ook aan de orde gehad. De verenigingen willen het graag in Den Haag hebben en niet in Rotterdam. Ik wist niet dat dit een belemmering was, dus ik zal het gewoon oppakken. Ik kan dus ook hierover het oordeel aan de Kamer laten.

Dan wil ik ermee afronden dat ik hoop dat veel Kamerleden op 11 juli op het Plein hier in Den Haag aanwezig zijn, waar de jaarlijkse herdenking is. Dat is op een zondag. De heer Kuzu riep daar trouwens ook toe op in het debat. Ikzelf als minister ben ermee begonnen om daar aanwezig te zijn, met de top van Defensie, maar ook met de Dutchbat III-veteranen. Ik hoop dus dat er ook dit jaar, zoals de heer Kuzu opriep in het commissiedebat, veel Kamerleden bij zullen zijn. Daarmee kan ik mijn beantwoording beëindigen.

De voorzitter:
Dank. Ik kan dit uit eigen ervaring melden. Ik ben samen met de heer Kuzu in Srebrenica geweest en het is enorm de moeite waard en indrukwekkend om daarbij aanwezig te zijn.

Daarmee zijn wij aan het einde gekomen van de inbreng van de zijde van het kabinet.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
Over de ingediende moties wordt aanstaande dinsdag gestemd.

De vergadering wordt van 10.40 uur tot 11.02 uur geschorst.

Voorzitter: Bergkamp

Eindverslag informateur

Eindverslag informateur

Aan de orde is het debat over het eindverslag van de informateur.


Termijn inbreng

De voorzitter:
Ik heropen de vergadering. Ik wil aan de leden vragen om hun plaats in te nemen en de pers vragen om de zaal weer te verlaten. Dank u wel. Aan de orde is het eindverslag van mevrouw Hamer over haar werkzaamheden, en ik heet mevrouw Hamer van harte welkom in onze plenaire zaal. Voordat we overgaan tot het debat wijs ik u op het uiteindelijke doel van dit debat: het aanwijzen de nieuwe informateur die de volgende fase van de kabinetsformatie gaat begeleiden. Er gelden spreektijden van vier minuten. Eerst zal de Kamer spreken in eerste termijn, en daarna zal ik het woord geven aan mevrouw Hamer. Zij gaat antwoord geven op de feitelijke vragen die gesteld zijn en inlichtingen verschaffen conform ons Reglement van Orde. Natuurlijk geef ik de leden ruimte om het debat met elkaar te kunnen voeren. Ik verzoek u wel de interrupties kort en bondig te houden en ik wil met de leden afspreken zes vragen of opmerkingen aan te houden.

Dan geef ik nu het woord aan de heer Rutte van de VVD voor zijn eerste termijn.

De heer Rutte (VVD):
Voorzitter. Wij debatteren vandaag over het verslag van de informateur dat gisteren naar de Kamer is gestuurd. Daarin staat een duidelijk advies over hoe het nu verder moet met de formatie. Ik wil allereerst de informateur bijzonder dankzeggen voor al haar werk en voor de bijzonder prettige gesprekken die wij gevoerd hebben, en ook voor het verslag dat zij heeft uitgebracht.

Gezien de huidige situatie en de posities die alle partijen hebben ingenomen, gezien ook de blokkades die er zijn, vind ik dit procesvoorstel een goed voorstel. De informateur constateert dat er geen blokkades liggen bij de andere partijen waarmee gesproken is. De twee grootste partijen nemen in dit proces nu het voortouw en gaan samen een document op hoofdlijnen schrijven met als doel dat daarna andere partijen aansluiten, zodat er gesprekken kunnen starten voor een meerderheidscoalitie. Ik zie er ook naar uit om met deze informateur dat proces verder vorm te geven. Ik zal zo meteen mede namens mevrouw Kaag een motie indienen zodra die helemaal af is. We zullen die motie verspreiden, een motie waarin de kern van het advies van de informateur over de volgende processtap wordt geschetst en het hopelijk formeel wordt bekrachtigd door een meerderheidsuitspraak van deze Tweede Kamer.

Voorzitter, dat is wat ik van mijn kant wilde inbrengen.

De voorzitter:
Dank u wel. Er zijn een aantal interrupties. Allereerst de heer Wilders van de PVV. Gaat uw gang.

De heer Wilders (PVV):
Geen woord over de afgelopen 100 dagen. Het is bijna 100 dagen geleden dat we zijn gaan stemmen. Er zijn 60, 70 dagen voorbijgegaan dat u in achterkamertjes hebt zitten beppen, hebt zitten kletsen en weet ik wat u allemaal hebt zitten doen. Het resultaat is een hele grote nul als het gaat om coalitievorming. Er is niets bereikt. U bent met allen die bij mevrouw Hamer aan tafel hebben gezeten, geen stap verder gekomen met de coalitievorming. Helemaal niets! Sterker nog, gisteren werd bekend dat er pas half augustus wordt begonnen met onderhandelen, nadat u met mevrouw Kaag een of andere proeve gaat schrijven: bijna een halfjaar na de verkiezingen. Meneer Rutte, dat is toch te gênant voor woorden? Ik heb één vraag aan u: hoe denkt u dat dat komt?

De heer Rutte (VVD):
Dat komt door een buitengewoon complexe uitslag van de verkiezingen. Die reflecteert ook in de gesprekken die worden gevoerd. Daardoor is het ingewikkelder dan wij normaal gesproken zien om te komen tot de vraag welke partijen, die opgeteld een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid hebben dat ze niet bij de eerste ontmoeting met de Kamer worden weggestuurd, bijeengebracht kunnen worden tot het inhoudelijk formeren van een kabinet.

De heer Wilders (PVV):
Dat is niet hoe het komt. Het komt doordat de leider van de grootste partij, de VVD, de heer Rutte, na leugens, bedrog, moties van wantrouwen en moties van afkeuring — de ene haalde het en de andere net niet — vleugellam is geraakt. Het komt doordat u het politiek soortelijk gewicht hebt van bijna niets meer. Het komt doordat uw gezag weg is, u geen moreel kompas meer hebt, mensen u voor lief nemen en u achter linkse partijen of D66 moet aanhollen. Dat is de reden dat het zo lang duurt. U heeft mijn partij, de PVV, al voor de verkiezingen uitgesloten. Dat betekent dat u overgeleverd bent aan mevrouw Kaag. U hoopt dan op de ChristenUnie, maar het zou zomaar GroenLinks kunnen worden. Dat wil de kiezer niet, dus u zit maar wat te traineren. U zit wat te wachten en denkt: als het maar lang genoeg duurt, wil de heer Segers misschien wel aan tafel. Dat komt doordat uw positie is verzwakt, meneer Rutte. Deelt u dat met mij?

De heer Rutte (VVD):
De partij van de heer Wilders is in onze wijze van zien even links als de SP, op één punt na. Dat is het, in onze ogen, verwerpelijke standpunt over de islam. Dat is in de kern de reden dat wij niet met de PVV kunnen werken. Verder moet ik met de analyse van de heer Wilders over mijn positie leren leven.

De heer Wilders (PVV):
Inderdaad, u moet met de waarheid leren leven. Dat is zo, meneer Rutte. Door ons uit te sluiten als PVV, bent u overgeleverd aan links. Hoe wilt u de passages uit uw verkiezingsprogramma als het gaat om immigratie realiseren? Hoe gaat u ervoor zorgen dat er minder immigranten Nederland binnenkomen? Hoe gaat u ervoor zorgen dat de VVD-kiezer, die ondernemer of die burger, zich niet blauw moet betalen aan die idiote klimaatobsessie van mevrouw Kaag of van partijen aan de linkerkant? Hoe gaat u ervoor zorgen dat er law and order komt in Nederland en dat er strenger gestraft gaat worden? Allemaal punten die in uw verkiezingsprogramma stonden en die u met partijen op rechts had kunnen realiseren, wat u niet heeft gedaan. U heeft 1 miljoen kiezers opzijgeschoven en nu bent u overgeleverd aan links. U bent de trekpop van mevrouw Kaag geworden! U gaat niet realiseren wat u aan uw kiezer heeft beloofd. U komt met mevrouw Kaag en dadelijk krijgen we misschien zelfs een vicepremier van GroenLinks. Dat is toch wat er aan de hand is? Dat is toch gewoon niet eerlijk naar uw eigen kiezer toe? Daarom duurt het toch zo lang? Daarom brengt u Nederland toch de verdoemenis in?

De heer Rutte (VVD):
Is het nou doordat Rutte niet meer de kracht heeft om een coalitie te vormen? Dat analyseert de heer Wilders. Ik ben het er niet mee eens, maar ik moet leren leven met die analyse. Of komt het doordat de VVD niet met de PVV wil werken? Op dat tweede punt wil ik nader ingaan. Ik heb dat natuurlijk één keer geprobeerd. We hebben in 2010 één keer geprobeerd om te kijken of je met de PVV tot inhoudelijke afspraken kon komen. Dat was buitengewoon lastig. Los van het feit dat hij als Zoef de haas wegrende uit het Catshuis toen het erop aankwam en Nederland midden in een crisis in een verkiezingscampagne stortte, was het ook in 2010 al buitengewoon lastig om met de PVV tot zaken te komen. Als ik met Geert Wilders tot zaken had moeten komen, denk ik eerlijk gezegd dat er in de kern, als het gaat om het brede financieel-economisch beleid, nog wel een VVD-hart klopt. Maar hij leidt een partij die op het brede financieel-sociaal-economisch terrein een kopie is van de SP. De SP sluiten wij niet uit. Waarom sluiten wij wel de PVV uit? Eén. Vanwege het niet nemen van verantwoordelijkheid. Twee. Vanwege het in onze ogen verwerpelijke standpunt over de islam. Daar kunnen wij niet mee werken. De heer Wilders heeft zichzelf dus buitenspel gezet. Zou hij dat niet gedaan hebben, dan hadden we met een kopie van de SP aan tafel gezeten. Hoezo rechts? De PVV is gewoon een linkse partij. Nogmaals, de SP sluiten wij niet uit. Zij sluiten ons uit. Wij sluiten de PVV wel uit vanwege het islamstandpunt. De heer Wilders veroorzaakt dat dus. Dat betekent dat de VVD uiteindelijk moet zoeken naar samenwerking om tot een meerderheid te komen, en dan niet met de PVV.

De heer Wilders (PVV):
Bij GroenLinks zit een kaderlid dat gelieerd is geweest en vicevoorzitter is geweest van een partij of jeugdbeweging verbonden aan de Moslimbroederschap. Dat zijn terroristen. Ik zeg niet dat de collega een terrorist is, maar wel dat zij een moslimextremist is die lid en vicevoorzitter is geweest van een club die gelieerd is aan de Moslimbroederschap. En daar gaat u mee aan tafel. U komt bij mij en zegt over een democratisch, geweldloos standpunt dat door heel veel Nederlanders wordt gedeeld: daar kan ik niet mee leven. Voor GroenLinks zit er een moslimextremist in de Tweede Kamerfractie die verbonden is geweest aan de Moslimbroederschap. En dan zegt u: allemaal prima. Dat kunt u toch niet menen? Dat is toch totale onzin, meneer Rutte? Ik blijf daarbij. U zit in de penarie. U bent nu overgeleverd aan de grillen van mevrouw Kaag en aan die van linkse partijen, omdat u partijen als de PVV heeft uitgesloten. De mensen thuis moeten weten dat u ze in steek laat als het gaat om immigratiebeperking, asielbeperking en law and order. Het wordt voor hen alleen maar onveiliger en zij krijgen meer immigranten. Daar zorgt de VVD voor. Dat had u kunnen voorkomen, maar dat doet u niet. Met wat u nu gaat doen, bent u overgeleverd aan D66. We zullen het zien als u dadelijk met uw plannetjes komt. Misschien sluit GroenLinks zich daarbij aan. De VVD-kiezer wordt door u bedonderd.

De voorzitter:
Ik wil even één opmerking maken over mevrouw Kauthar Bouchallikh van GroenLinks. Ze is een gekozen volksvertegenwoordiger. Ik vind het belangrijk om dat gezegd te hebben.

De heer Klaver (GroenLinks):
De heer Wilders roept hier buiten de microfoon om dat het hem helemaal niks interesseert dat zij een gekozen volksvertegenwoordiger is. Dat is zij wel. Het is onacceptabel dat dit soort taal over een collega-parlementariër wordt uitgesproken. De beschuldigingen die hier worden geuit vind ik van iedereen in deze zaal onacceptabel, maar zeker van de leider van een partij waarbij iemand in de fractie zit die ervan wordt beschuldigd dat hij aan medewerkers zit, terwijl hij daar helemaal niks aan doet: hij stelt geen onderzoek in, niets. Meneer Wilders, eerst de boel in uw eigen partij op orde krijgen voordat u andere collega's hier in de Kamer de maat neemt.

De voorzitter:
Ik geef het woord aan mevrouw Marijnissen van de SP voor haar interruptie. Eerst nog de heer Rutte.

De heer Rutte (VVD):
Sorry, misschien nog even een korte reactie. De heer Wilders leidt een linkse partij. De partij van de heer Wilders is even links als de Socialistische Partij. Dat is één. De programma's zijn een-op-een op elkaar te leggen. Het probleem dat wij hebben, is niet eens dat dat zo'n heel links programma is. Daar kun je in de onderhandelingen nog proberen uit te komen. Daarom sluiten we ook de SP niet uit. Het probleem is dat de heer Wilders een uitspraak heeft gedaan over minder Marokkanen. Daarvan heeft de VVD gezegd: als die niet wordt teruggenomen, kunnen wij niet meer met de heer Wilders werken. Ik heb de heer Wilders vaker uitgedaagd om die uitspraak terug te nemen. Zolang hij dat niet doet, is het voor de VVD niet mogelijk om tot samenwerking te komen met de heer Wilders. Zou hij dat wel doen, dan wordt het nog steeds ingewikkeld. Dan hebben we nog steeds met een heel linkse partij te maken. Laat Nederland en iedereen die kijkt zich geen rad voor ogen laten draaien en denken dat de PVV een rechtse partij is. Dat is de PVV niet. De PVV is een linkse partij en geen rechtse partij. En nogmaals, vanwege de uitspraak over de Marokkanen is het voor de VVD niet mogelijk om met die partij te werken. Dat is in de kern wat hier ligt.

De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Marijnissen, SP.

Mevrouw Marijnissen (SP):
Ja, de SP. Ik had veel verwacht van dit formatiedebat, maar niet een-twee-drie dat het in de eerste tien minuten al zo'n beetje honderd keer over de SP zou gaan. Waarvan akte. Volgens mij hebben we de traditionele Haagse poppenkast aan het begin van het debat wel weer gehad. Ik zou tegen de heren — overigens VVD en ex-VVD — willen zeggen: de verkiezingscampagne is volgens mij voorbij. Volgens mij staan we hier omdat er in Nederland heel veel aan de hand is. Het is drie maanden na de verkiezingen. U weet wel, de verkiezingen waarin elke partij zei: er moet snel een kabinet komen; dat is belangrijk. We hebben nu een rapport met een advies van mevrouw Hamer. Daar gaat mijn vraag aan de heer Rutte over. Hij zei: er ligt een rapport met een duidelijk advies. Ik heb het gelezen. Het is deze bundel van meer dan 100 pagina's. Ik vond er heel veel van, maar ik kan niet echt zeggen dat het duidelijk was. Wat vond de heer Rutte precies zo duidelijk hieraan?

De heer Rutte (VVD):
Wat ik duidelijk vind aan het stuk is dat mevrouw Hamer schetst, op basis van hoe de politieke situatie zich heeft ontwikkeld, dat het haar verstandig lijkt — ik deel die analyse en ben het ook eens met dat advies — om inderdaad de twee grootste partijen te vragen om het voortouw te nemen tot het schrijven van een document op hoofdlijnen en alle andere zaken die vervolgens moeten gebeuren. Ik ben het met dat advies eens.

Mevrouw Marijnissen (SP):
Ik stel de vraag natuurlijk omdat we zes weken lang hebben moeten kijken naar de ene na de andere politiek leider die uit de Stadhouderskamer kwam en toch echt zei dat er "langs de lijnen van de inhoud" — ik kan die uitdrukking bijna niet meer horen — toch zo ontzettend goed was gesproken. Na zes weken "langs de lijnen van de inhoud" verwacht je dan ook dat er een rapport ligt met inhoud. Maar er staat niks in, behalve dat meneer Rutte en mevrouw Kaag nu inderdaad samen iets gaan schrijven en dat daarover vijf maanden na de verkiezingen echte onderhandelingen zullen gaan komen.

De heer Rutte heeft hier in de Kamer een aantal keren gezegd dat zijn kabinet demissionair is. Elke keer zei hij: ik heb drie dingen op de agenda, namelijk corona en de coronacrisis managen, de toeslagen en de formatie. Corona kunnen we zien. De vaccinaties komen gelukkig op gang en het gaat goed met de besmettingscijfers. Maar neem de toeslagen. Gisteren was nog in het nieuws dat het kabinet nu eindelijk toegeeft: het lukt ons niet. De slachtoffers van de toeslagenaffaire zitten nog steeds in de shit, in de ellende. En in de formatie zijn we drie maanden op weg en er ligt dit. Hoe vindt de heer Rutte eigenlijk zelf dat het gaat?

De heer Rutte (VVD):
De vraag die vandaag voorligt, is hoe wij de formatie met elkaar in goede banen leiden. Ik vind dat mevrouw Hamer een aantal verstandige dingen op papier heeft gezet voor wat betreft de inhoud. Welke grotere thema's er aan de orde zijn bij een formatie. Welke zaken er nu moeten worden opgepakt in het verdere herstelbeleid van Nederland. Wat mogelijk verdere prioritaire onderwerpen zijn. Ze heeft op persoonlijke titel ook een aantal gedachten meegegeven aan de Kamer en aan formerende partijen voor wat betreft de bestuurscultuur. Ik vind dat een goed product.

In de kern ontbreekt een belangrijk element, maar daar kan zij niets aan doen, namelijk de vraag welke partijen opgeteld met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid erop kunnen rekenen dat zij, als ze komen tot inhoudelijke afspraken, bij een eerste ontmoeting met de Tweede Kamer niet worden weggestuurd. Dat is op dit moment niet mogelijk en mevrouw Hamer zegt: gegeven dat feit en gegeven alles wat ik heb gehoord en gezien, lijkt het mij verstandig dat D66 en VVD het voortouw nemen in het maken van zo'n document op hoofdlijnen. Dat zullen we de komende paar weken doen. We proberen dat te maken en vervolgens ook de andere stappen te zetten die zij in haar advies uitlijnt.

De voorzitter:
Dank u wel. De heer Azarkan van DENK. Wil mevrouw Marijnissen nog even nadenken? Of wilt u toch nog …

De heer Rutte (VVD):
Zij kauwt op mijn antwoord, zie ik. Maar ze is toch tevreden.

Mevrouw Marijnissen (SP):
He, he.

De voorzitter:
De heer Azarkan van DENK.

De heer Azarkan (DENK):
Rutte zoals we hem kennen: vol bravoure, eerste spreker, dient een motie in. Vorige keer was het nog mevrouw Kaag die dat namens de heer Rutte deed, maar inmiddels zijn de rollen alweer omgedraaid. Business as usual. Even vooruitkijkend. Op dit moment geeft de minister-president aan dat er een blokkade zit voor de vorming van wat hij dan noemt "een groep partijen die met elkaar met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid een stabiele regering kunnen vormen". Nu is de oplossing die voorgesteld wordt door mevrouw Hamer en die hij omarmt: laten we nog meer inhoud gaan verkennen. Ik heb de indruk dat we in de afgelopen drie maanden, de afgelopen 70 dagen, tot vervelens toe met de inhoud bezig zijn geweest. Het ging eigenlijk over het vertrouwen, maar we waren bezig met de inhoud. Als de blokkade niet zit op de inhoud, wat wil de heer Rutte dan op gaan schrijven, samen met mevrouw Kaag, zodat de partijen die nu een blokkade hebben, zeggen: ik ga daarbij wel aansluiten?

De heer Rutte (VVD):
In de politiek komen altijd verschillende elementen samen. Ja, inhoud is van belang. Daarnaast komt natuurlijk ook aan de orde wat uiteindelijk voor de stabiliteit en de continuïteit de beste samenstelling van een coalitie is. In een formatieproces is ook de factor tijd van groot belang. Ik denk dat de informateur een verstandig voorstel doet door te zeggen: gegeven wat er tot nu toe gebeurd is, is het thans niet mogelijk om met een advies te komen over welke partijen met elkaar voldoende steun in deze Kamer zouden hebben, als ze het met elkaar eens zouden kunnen worden. Zij zegt: gegeven die situatie en met alles wat ik gehoord heb, lijkt het mij nu de meest verstandige stap dat D66 en VVD zo'n document op hoofdlijnen schrijven. En dat ben ik met haar eens.

De heer Azarkan (DENK):
Betekent dit dan ook dat de heer Rutte namens de VVD ook een aantal blokkades wil gaan opheffen? Stel dat hij zelf ziet wat hij samen met mevrouw Kaag heeft opgeschreven en ineens tot de ontdekking komt: er staat toch wel iets moois, dus misschien kan ik een aantal partijen die ik nu uitsluit wel omarmen. Betekent dat dat er vanuit de VVD een andere opstelling zal zijn tegenover de partijen die hij zelf uitsluit?

De heer Rutte (VVD):
De VVD sluit twee partijen uit. Dat zijn Forum en PVV. Daarnaast realiseren we ons dat het gegeven de verkiezingsuitslag noodzakelijk is om door het politieke midden heen de hand te reiken naar een andere partij die in het midden of links van het midden opereert. Maar we willen niet meer partijen in dat midden of links van het midden dan nodig is voor de meerderheid. Vandaar hetgeen dat mevrouw Hamer over de positie van de VVD heeft opgeschreven. Dat reflecteert precies hoe wij erover denken.

De heer Azarkan (DENK):
Dat is een ingewikkeld antwoord. Volgens mij staat er in het document dat de VVD niet wil samenwerken met GroenLinks en de PvdA tegelijk. Mijn vraag aan de minister-president is: waarom eigenlijk? En bent u bereid om dat op 15 augustus te herzien?

De heer Rutte (VVD):
Nee, dat ben ik niet. Wij doen dit en wij hebben deze opvatting omdat de VVD van oordeel is dat het noodzakelijk is voor de creatie van een politieke meerderheid om die hand te reiken naar dat midden en door het politieke midden heen, omdat er anders geen meerderheidskabinet te vormen is. Maar wij willen niet een kabinet van meer partijen dan nodig is voor die meerderheid. Dat vinden wij niet stabiel. Dat is de paradox van de afnemende stabiliteit door meer partijen.

Ten tweede noem ik het volgende, dat ik hier thans mag toevoegen aan onze opvatting zoals we die eerder gegeven hebben en dat in lijn is met de discussie die we hier gevoerd hebben over de nieuwe bestuurscultuur en het noodzakelijke debat, juist ook in het politieke midden. Als er een coalitie ontstaat waarin zo'n beetje dat hele, brede politieke midden zichzelf terugvindt, is dat niet goed voor het debat in het midden. Dat moet juist daar gevoerd worden, vind ik, en niet tussen het midden en de flanken.

De voorzitter:
De heer Azarkan? Nee. Dan geef ik het woord aan de heer Van Haga van de Groep Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Ik ben natuurlijk 38 jaar lang met zeer veel plezier lid geweest van de VVD, evenals mijn collega Wilders natuurlijk. Destijds veroverde u de harten van Nederlanders met de kernwaarden vrijheid en verantwoordelijkheid. Van vrijheid profiteren we natuurlijk inmiddels in coronatijd wat minder, maar verantwoordelijkheid is de tweede kernwaarde. Daar heb ik u vaak over horen spreken. Hoe ziet u die verantwoordelijkheid in dit hele proces?

De heer Rutte (VVD):
Die zie ik hierin dat ik het thans noodzakelijk vind dat onder begeleiding van mevrouw Hamer mevrouw Kaag en ik het voortouw nemen in die volgende stap. Zo nemen we onze verantwoordelijkheid om te kijken of het lukt om gezamenlijk te komen tot zo'n document op hoofdlijnen, teneinde ook de volgende processtappen te schetsen zoals die in het advies van de informateur staan.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Die verantwoordelijkheid gaat volgens mij nog wel ietsje verder. U heeft de verantwoordelijkheid voor heel veel mensen die gestemd hebben. U zei net dat u de PVV en Forum voor Democratie uitsluit. Maar u sluit feitelijk ook JA21, de SGP, mijn eigen partij en BBB uit. Dat zijn uiteindelijk bij elkaar 32 zetels. Dus als je alle rechtse zetels bij elkaar optelt, heb je 81 zetels. Ik vraag me een beetje af: hoe ziet u die verantwoordelijkheid ten opzichte van die 81 rechtse zetels, waarmee de Nederlanders toch in grote meerderheid hebben gekozen voor een rechts kabinet?

De heer Rutte (VVD):
Wij hebben in de campagne duidelijk gemaakt dat de VVD om redenen die voor ons van groot belang zijn niet zal samenwerken met Forum en PVV. Ik ben het niet eens met de analyse van de heer Haga. De heer Van Haga, bedoel ik. Ik ben het niet eens met de analyse dat de PVV een rechtse partij zou zijn. Het is een linkse partij. Dus dat klopt gewoon echt niet. Ik heb dat meegemaakt in 2010 bij het schrijven van een regeerakkoord. Het was bijna onmogelijk om daar hervormingen in te krijgen. Met de grootst mogelijke moeite konden we uiteindelijk in 2012 nog iets proberen te doen op de AOW-leeftijd, maar zelfs dat ging heel lastig. Toen de heer Wilders daar echt over had nagedacht, is hij weggerend uit het Catshuis. Dus met die partij kun je eigenlijk niet een fatsoenlijk centrumrechts economisch beleid voeren. Het is gewoon geen rechtse partij.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Misschien moeten we die terminologie van links en rechts wel loslaten, want de VVD is natuurlijk inmiddels behoorlijk opgeschoven naar links. Laten we dan de VVD als benchmark gebruiken. Alle partijen die daar rechts van zitten, al die partijen die ik noemde, hebben met de VVD, als meest linkse partij van het setje, erbij 81 zetels. Dus het lijkt me toch dat de Nederlander heeft gesproken en dat daar recht aan moet worden gedaan.

De heer Rutte (VVD):
Nogmaals, ik ben het niet eens met de analyse van de heer Van Haga dat het 81 zetels zouden zijn. Het is: 81 zetels min de 17 van de PVV, want dat is geen rechtse partij. Dat is één. Twee. De VVD is een centrumrechtse partij, een liberale partij rechts van het centrum, precies als Nederland. Nederland is een centrumrechts land. De VVD is een centrumrechtse partij. Dat betekent: een partij die staat voor vrijheid, voor liberale waarden in deze samenleving, voor mensenrechten, maar ook een partij die staat voor ondernemerschap, voor een strak financieel en sociaal-economisch beleid.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Tot slot. Door die uitsluiting krijgt u natuurlijk een heel ander resultaat en dat weet u nu al. Dus als u gaat onderhandelen, krijgt u door die uitsluiting van al deze zetels en impliciet ook van al die andere rechtse zetels een resultaat op links en daar koerst u op af. Ik vind dat geen verantwoordelijkheid nemen voor de wil van de kiezer, maar goed.

De heer Rutte (VVD):
Twee elementen in mijn beantwoording. Ten eerste ben ik het oneens met Van Haga dat er 81 rechtse zetels in Nederland zouden zijn. Het zijn er minimaal zeventien minder. We zouden nog eens even door kunnen praten over hoe rechts Forum nou eigenlijk echt is als het gaat om economisch beleid. Maar het zijn er minimaal zeventien minder, want je moet de PVV ervan aftrekken. Ik heb dat gezien in 2010 bij het opstellen van het regeerakkoord. Ik herinner me nog de frustratie bij Maxime Verhagen in de formatieonderhandelingen, toen het ging over de uiterst noodzakelijke hervormingen van de WW, van de sociale zekerheid. In 2012 moesten noodzakelijke stappen gezet worden om het hoofd te bieden aan de toenemende economische crisis. Uiteindelijk is Nederland toen door de PVV, de linkse PVV, in een verkiezingscampagne gestort. Dat is één. Twee. De VVD, een centrumrechtse, liberale partij, net zoals Nederland een centrumrechts, liberaal land is, zoekt graag de samenwerking met het CDA, omdat wij weten dat we met het CDA afspraken kunnen maken over dat brede financieel en sociaal-economisch beleid. Dat geldt ook voor D66, omdat ook D66 nooit wegloopt voor de verantwoordelijkheid voor noodzakelijke hervormingen. Daarnaast hebben we op tal van onderwerpen natuurlijk ook verschillen van opvatting. Het is niet genoeg voor een meerderheid, dus de VVD realiseert zich dat, om tot een stabiele meerderheidscoalitie te komen, de hand gereikt moet worden door het midden aan een partij op links, maar niet meer dan nodig is.

De voorzitter:
Dank u wel.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
De vraag wie met wie kan en de vraag of een kabinet te vormen is dat kan rekenen op de steun van de Kamer, zodat het ook daadwerkelijk aan de slag kan met de besluiten die in het regeerakkoord worden genomen, opnieuw gesteund door de Kamer, zijn natuurlijk belangrijk. Maar we kunnen die vragen niet beantwoorden en we kunnen dat spel ook niet spelen voordat we helder hebben of degenen die zich opwerpen om opnieuw of voor het eerst regeringsverantwoordelijkheid te dragen, wel weten wat er van hen verwacht wordt en of ze dat ook respecteren. De discussies hier zijn natuurlijk uitvoerig gegaan over de rechtsstaat. De VVD en het CDA hebben de door de Partij voor de Dieren ingediende motie keurig gesteund. Die motie sprak uit dat het respecteren van de rechtsstaat een niet onderhandelbare voorwaarde is voor een nieuw kabinet. Dan gaat het over de uitvoering van het Klimaatakkoord. Dan gaat het over het respecteren van het hoge recht; ik wijs op de stikstofcrisis. Dan gaat het over burgers recht doen; dan wijs ik op de toeslagenaffaire. Het probleem is dat de VVD en het CDA die motie keurig hebben gesteund, maar dat alles wat we zien, de andere kant op wijst. De vraag is dus of de VVD in een nieuw kabinet wel gaat voldoen aan die minimale eis dat de regering van ons land de rechtsstaat respecteert en dat de bevolking van ons land vertrouwen kan hebben in die regering.

De heer Rutte (VVD):
De VVD staat in de traditie van Thorbecke, de revolutie van 1848. Dat is de grondtoon van onze partij. Dat heeft te maken met de verhouding tussen Staat en burger. Niet voor niets praten liberalen liever over "de Staat" dan over "de overheid", want wij vinden niet dat iemand boven ons is geplaatst. We hebben het als liberalen liever over "de Staat". De kern daarvan is de rechtsstaat. De kern van de rechtsstaat is dat de mensen in het land beschermd worden tegen de almacht van de overheid. Dat is richtsnoer, plechtanker, van liberale partijen in Europa en zeker van de VVD. Wij zijn het helemaal eens met wat u net zei over de door u genoemde punten die moeten worden aangepakt op het gebied van stikstof en het klimaat — op de kortere en op de langere termijn — en de vraagstukken van de overheid, de Staat, als een menselijk gezicht dat zich richt naar de samenleving en het rechtzetten van de schande van de kinderopvangtoeslagaffaire.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Dat zou goed nieuws zijn en ik wil de heer Rutte graag geloven, maar de situatie is dat zijn partij en ook het CDA — en trouwens nog wel meer partijen — daar in de afgelopen vier, acht, twaalf jaar hebben verzaakt. Anders hadden we geen uitspraken van de rechter aan onze broek gehad over het klimaat en stikstof. Dan hadden we ook deze beschamende toestand van de toeslagenaffaire niet gehad. Ik heb gelezen dat de informateur ook heeft geadviseerd dat er wat meer vrolijkheid moet komen in het informatieproces. Daar ben ik erg voor, maar ik ben wel bang dat ik slecht nieuws heb, want partijen als de VVD en het CDA zullen de problemen die zijn veroorzaakt door het drukken van hun snor en door te verzaken op het gebied van klimaat, stikstof en recht doen aan burgers, zelfstandig moeten oplossen. Of er nou een partij meedoet die klimaat hoog in haar programma heeft staan of niet, de VVD zal aan de bak moeten en het CDA zal aan de bak moeten. Eigenlijk zal iedereen aan de bak moeten, want dit gaat over de rechtsstaat. Het probleem is dat we daar nog helemaal niks van hebben gezien; alleen maar tegensputteren, tegenspartelen, geen zin in partijen die het over het klimaat willen hebben. Dus hoe moeten we nou beoordelen dat de VVD hier zegt dat de rechtsstaat het fundament is van die partij? Dat klopt; dat was ooit zo voor de VVD, maar de afgelopen twintig jaar waren het alleen maar beeldvorming en partijbelangen die de boventoon hebben gevoerd. Welke verandering gaan we dan zien als de VVD een nieuwe regering wil vormen die, zoals de heer Rutte zegt, recht doet aan het respecteren van de rechtsstaat?

De heer Rutte (VVD):
Gezien de tijd zal ik mijn antwoord splitsen in twee delen. Ik zal heel kort zijn over het nonsensdeel van de opmerkingen van de fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren over mijn partij. Die zijn kletskoek, lariekoek, nonsens. Ik ga ze hier verder ook niet bestrijden; daar hebben we de tijd niet voor, maar ze maakt analyses over de VVD die van a tot z onwaar zijn. Ik laat ze bij haar.

Dan het deel waar we het over eens zijn. Het kabinet heeft onder mijn leiding gewerkt aan de Klimaatwet en het Klimaatakkoord, dat brede steun heeft in de Kamer, inclusief die van GroenLinks en de Partij van de Arbeid, om noodzakelijke stappen te zetten op weg naar het terugdringen van de CO2-uitstoot, en wel zodanig dat dit haalbaar en betaalbaar is voor de mensen in het land. En daar ben ik ook trots op. Daar zullen wij extra inspanningen voor moeten leveren, zowel voor de korte termijn — zie ook de rechterlijke uitspraken — als voor de langere termijn. Ik zie daarbij enorme mogelijkheden, niet alleen omdat we daarmee het klimaatprobleem aanpakken en dit land schoner maken, maar ook omdat naar mijn overtuiging over tien jaar van de 10 à 11 miljoen banen in Nederland er een paar miljoen zullen zijn in deze sectoren van de energietransitie, de klimaataanpak, de klimaattransitie. Dat gaan we met elkaar doen. Dus op dat punt ben ik het met haar eens.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Tot slot. We kennen dit spel natuurlijk. Dat heet "meestribbelen". Je weet dat je onder druk staat. Je moet in beweging komen — ik noem de rechter nog een keertje — en dan doe je alsof je een beweging maakt, maar in de praktijk ben je eigenlijk nog steeds alleen maar aan het tegenstinken. En dat kunnen we ons niet meer veroorloven. De VVD is niet uit zichzelf met goed klimaatbeleid gekomen. De VVD heeft het op een klimaatakkoordje gegooid waarover de boerenorganisatie LTO zegt: dat hebben wij gewonnen; wat wij belangrijk vonden, staat erin. Nu dreigen opnieuw rechtszaken. De conclusie moet dus zijn dat de partij die een onderhandelingsdocument gaat schrijven, niet uit zichzelf de rechtsstaat respecteert, maar zich opstelt als een partij die vooral de baas van het land wil blijven zonder recht te doen aan de uitdagingen waar Nederland voor staat. En dat is zeer teleurstellend voor een partij als de VVD.

De voorzitter:
Dank u wel. Ik hoorde geen vraag, meer stellingen.

De heer Rutte (VVD):
Nou, heel kort, voorzitter. Ik meen dat de door mevrouw Hamer zo gewenste vrolijkheid bij mevrouw Ouwehand nog even weg is, vooral ook door haar eindeloze reeks beweringen uit het ongerijmde. De VVD is de partij van Leendert Ginjaar, is de partij van Pieter Winsemius, is de partij van Ed Nijpels. Het is de partij die het klimaatvraagstuk heeft opgepakt, heeft aangepakt, en met dit kabinet is gekomen tot een Klimaatwet en een Klimaatakkoord. De komende jaren zullen we een hele grote stap moeten zetten. Daar liggen enorme mogelijkheden, zowel om klimaatproblemen op te lossen alsook om Nederland nu, komend uit de coronacrisis als misschien wel de best presterende economie van de westerse wereld ... Misschien worden we wel de best presterende economie van de westerse wereld, dankzij ook de herstelpakketten gemaakt door Eric Wiebes, Wopke Hoekstra en Wouter Koolmees, die op de iets langere termijn ook toonaangevend in de wereld zal blijken te zijn op het terrein van die klimaat- en energietransitie. Ik ben daartoe enorm gemotiveerd, met de vrolijkheid die mevrouw Hamer van mij vraagt. En ik daag mevrouw Ouwehand uit om die ook een beetje te laten zien vandaag.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ja, die uitdaging was ik natuurlijk vergeten op te pakken, dus ik draag graag mijn steentje bij aan de vrolijke sfeer die nodig is. En dan kan ik zeggen dat ik om het laatste antwoord, maar eigenlijk ook de antwoorden daarvoor van de heer Rutte, best wel moet lachen.

De voorzitter:
Dank u wel. Meneer Rutte?

De heer Rutte (VVD):
Ja. Het is klaar.

De voorzitter:
Kijk. Dan geef ik het woord aan mevrouw Kaag van D66 voor haar eerste termijn.

Ik doe even een check richting zaal, want conform ons Reglement van Orde moet er toestemming zijn om in eerste termijn een motie in te dienen. Is daar bezwaar tegen, vraag ik.

Er is geen bezwaar tegen. Dan geef ik u de gelegenheid om de motie voor te lezen.

De heer Rutte (VVD):
Maar hier is in gekrast, en dan gaan ze kijken, Sophie, wat er onder die kras staat. Maar dat vind je niet erg? Oké.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat informateur Hamer op basis van haar inhoudelijke opdracht contouren van het te voeren beleid heeft beschreven in haar eindverslag, welke gebruikt kunnen worden als bouwstenen voor het vervolg van de formatie;

overwegende dat het verslag ook elementen voor het herstelbeleid bevat waar het huidige demissionaire kabinet mogelijk gebruik van kan maken;

constaterende dat de informateur een duidelijk advies heeft voor het vervolg van de formatie;

wijst daarom op grond van artikel 11.1 van het Reglement van Orde mevrouw drs. M.I. Hamer aan tot informateur, met de opdracht om onder haar begeleiding de fractievoorzitters van de VVD en Democraten 66 uiterlijk binnen enkele weken een document op hoofdlijnen te laten schrijven, zodat half augustus coalitieonderhandelingen met partijen kunnen worden gevoerd, gericht op het vormen van een meerderheidscoalitie,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door de leden Rutte en Kaag.

Zij krijgt nr. 38 (35788).

Dank u wel, meneer Rutte. Dan geef ik het woord aan mevrouw Kaag van D66 voor haar eerste termijn. Ga uw gang.

Mevrouw Kaag (D66):
Mevrouw de voorzitter. Ik wilde in eerste instantie dank uitspreken namens D66 voor de geweldige inzet, inhoudelijke bijdrage en natuurlijk het eindproduct dat mevrouw Hamer in deze ronde heeft afgeleverd. Ik denk dat wij haar allemaal erkentelijk zijn.

Voorzitter. De ambitie van D66 bij de vorming van een nieuw kabinet is onveranderd: we willen een breed, stabiel en zo progressief mogelijk kabinet. Dat is en blijft onze inzet, want dat doet recht aan het mandaat dat wij van de kiezer hebben gekregen. Dat doet ook recht aan de opgaven van vandaag, die vragen om het urgentiegevoel van progressieve politiek: de klimaatcrisis, tekorten in het onderwijs en de groeiende, blijvende ongelijkheid in de samenleving.

Ik sta hier ook met een dubbel gevoel. Aan de ene kant zie ik in het verslag van informateur Hamer veel goede, inhoudelijke richtingen: een kansrijke, inclusieve samenleving, een duurzame economie, digitalisering en innovatie, gezondheid, internationale samenwerking. Hiermee ontstaat een goede basis voor het beleid van een volgend kabinet. Nogmaals bedank ik de informateur voor dit waardevolle werk.

Tegelijkertijd is de informateur niet in staat gesteld om haar opdracht volledig uit te voeren. Ondanks de oproep om in het landsbelang politieke blokkades te laten vallen zijn die er nog steeds, op allerlei meerderheidsvarianten. Voor een stabiele en brede vijfpartijenvariant, met partijen die lokaal en regionaal vaak goed samenwerken of dat in het verleden hebben gedaan, is vooralsnog geen steun. Ook een variant om met zes partijen volwaardige onderhandelingen te starten is politiek nog niet mogelijk gebleken. U begrijpt dat ik dit liever anders had gezien. Ik deel de appreciatie van de informateur dat hier geen inhoudelijke redenen voor zijn.

Voorzitter. De informateur adviseert nu om te beginnen met twee partijen. Dat vind ik een goede en een noodzakelijke stap. Dit past bij de verantwoordelijkheid van een partij die 24 zetels heeft, in een poging de impasse te doorbreken.

De voorzitter:
Maakt u eerst uw verhaal maar even af.

Mevrouw Kaag (D66):
De gesprekken in de komende weken moeten leiden tot een inhoudelijk document op hoofdlijnen, waarin deze twee partijen voorstellen doen voor oplossingen voor de problemen die de informateur heeft geanalyseerd, met als doel om later te beginnen met onderhandelingen over een meerderheidscoalitie. D66 blijft inzetten op een kabinet dat Nederland op klimaatkoers brengt en de verdere verbetering van onderwijs centraal stelt. Dat vergt wat ons betreft een progressief akkoord en een zo stabiel, breed gedragen en progressief mogelijk kabinet.

Voorzitter, ik ben er bijna. Mensen verwachten dat politici en partijen recht doen aan hun stem. Dat is ook benoemd. Dat willen wij ook doen. Wij willen aan de slag. Wij willen verschillen overbruggen. Nu is de tijd om kansen te pakken die horen bij een duurzame economie en bij een oprecht gelijke en inclusieve samenleving. Daar moeten we snel mee aan de slag, ondanks de tijd die al is verstreken, net als met onze rechtsstaat, de aanpak van discriminatie en racisme én onze positie in Europa. Ik hoop op steun in deze Kamer voor het voorstel dat nu voorligt. Het is belangrijk dat we stappen zetten op de inhoud om een politieke doorbraak te bewerkstelligen. We doen dit voor het land en voor niemand anders.

De voorzitter:
Dank u wel. Er is een interruptie van de heer Azarkan van DENK.

De heer Azarkan (DENK):
Mooie woorden; ik sluit me er graag bij aan. Maar om te beoordelen of wij de motie die de heer Rutte mede namens mevrouw Kaag heeft ingediend kunnen steunen, is het ook van belang welke kant er uitgewerkt gaat worden. Mevrouw Kaag gaf aan dat er een aantal problemen zijn vastgesteld. Die moeten verder uitgewerkt worden. Daar moet verder op geschreven worden, zodat andere partijen blokkades kunnen opheffen en kunnen aansluiten. Over welke gesignaleerde problemen gaat mevrouw Kaag met Rutte in gesprek? Welke problemen gaat zij uitwerken, zodat dit leidt tot een stabiel kabinet?

Mevrouw Kaag (D66):
Er zitten volgens mij twee vragen in de vraag van de heer Azarkan, als ik het goed begrijp. We gebruiken natuurlijk het rapport, het verslag van mevrouw Hamer dat voorligt, met de zeven grote thema's. Verder wordt er nagedacht over hoe we van probleemanalyse richting oplossing kunnen denken en werken, maar het is geen formatie. Dit is geen onderhandeling over maatregelen. Het schetst een kader. Het is een aanzet, een document om te kunnen gebruiken aan een eventuele formatietafel.

De heer Azarkan (DENK):
Toch een half antwoord, en overigens maar op één vraag. Mevrouw Kaag zei dat de blokkades eigenlijk bij andere partijen zitten. Volgens mij zitten ze ook bij de partij van mevrouw Kaag. Die zijn gebaseerd op … En dat weet ik dus niet. Die zijn gebaseerd op iets. Die thema's zijn wel besproken. Zegt mevrouw Kaag nou dat er bij de uitwerking van die thema's ook blokkades zitten van andere partijen? Die behoeven dus uitwerking, want dan zien andere partijen hoe ze uitgewerkt zijn, en dan kunnen ze de blokkade opheffen. Klopt dat een beetje?

Mevrouw Kaag (D66):
Nou, weet u, u kunt in het verslag van mevrouw Hamer lezen wat ik heb gezegd over met welke partijen wij nooit en te nimmer in een kabinet zullen stappen. Mocht de heer Rutte daar wel voor kiezen, dan doen wij niet mee. Aan de andere kant heb ik om inhoudelijke redenen een partij genoemd waarmee de verschillen zo groot zijn dat ze onoverbrugbaar zijn. Over andere partijen, in dit geval bijvoorbeeld de ChristenUnie, hebben we gezegd dat ze zelf ook niet staan te trappelen om vooraan te staan. We hebben in de vorige kabinetsperiode meegemaakt dat het, geloof ik, de zevende ronde was. Wij hebben grote verschillen gezien op medisch-ethisch gebied en op het gebied van emancipatie, maar ik heb gezegd dat dat in deze fase niet wenselijk is. Elke partij, die van u misschien ook — ik heb uw verslag eerlijk gezegd niet meer nagelezen; dat zeg ik tegen de heer Azarkan, mevrouw de voorzitter — heeft haar redenen aangegeven waarom zij een bepaalde combinatie als niet-wenselijk ziet en waarom zij sommige casussen als onmogelijk ziet. Dan is het nu aan ons, uit nood en verantwoordelijkheid geboren — de heer Rutte heeft dat ook benoemd — om gezamenlijk deze opdracht toch een stap verder te brengen in 's lands belang. Dat doen we op basis van de inhoud die uit de vele gesprekken is aangeleverd, ook uit alle andere gesprekken die de informateur heeft gevoerd met belangenbehartigers en vertegenwoordigers uit het maatschappelijk middenveld. Zo kunnen we juist kijken wat er sowieso kan gebeuren om richting een aantal oplossingen te gaan voor de grote thema's die zijn voorgelegd.

De voorzitter:
Meneer Azarkan, laatste interruptie.

De heer Azarkan (DENK):
Maar dat veronderstelt toch dat je ook had kunnen doorpraten? Je had dan toch ook kunnen doorpraten met de partijen? Als de thema's voor alle partijen acceptabel zijn maar de uitwerking nog enige nadere energie vergt, dan had je kunnen doorpraten. Toch is daar niet voor gekozen. Ik maak daaruit op dat het dus niet zozeer gaat om de inhoudelijke thema's en de uitwerking daarvan, maar om het feit dat een aantal partijen zegt dat ze niet in die samenstelling willen samenwerken. Dan vraag ik me af hoe zich dat verhoudt tot een vrij rationele, koele benadering, namelijk dat als we lang genoeg op thema's gaan schrijven, partijen die elkaar niet om die inhoudelijke uitwerking hebben uitgesloten mekaar wel weer in de armen sluiten. Hoe ziet mevrouw Kaag dat proces voor zich?

Mevrouw Kaag (D66):
Ik zie het proces heel pragmatisch. We kunnen nog lang veel rondjes draaien. We hadden nog vele weken naar binnen en buiten kunnen lopen. Helaas had het land dan een herhaling van zetten gehoord, vrees ik, en was er dan een enorm tijdverlies geweest aan de kant van de inhoud. Ik denk dat het een goede oplossing is om, in een poging de impasse te doorbreken, de tijd te gebruiken om sowieso langs de grote lijnen van het verslag van de informateur richting oplossingen te kijken. Dan kan iedereen in augustus, als iedereen weer fris en vrolijk is — dat is inderdaad een suggestie uit de tekst van de informateur — weer aanschuiven.

Als dit uw echte vraag is, zien wij geen op inhoud gebaseerde verschillen met partijen als GroenLinks en PvdA waardoor zij niet kunnen aansluiten. Ik heb al vroeg en consistent de wens uitgesproken dat ik een voorkeur heb voor een zo breed mogelijk gedragen en een zo stabiel en progressief mogelijke formatie. Ik heb altijd letterlijk gezegd: daarbij denk ik aan ... En dan noem ik een aantal partijen. Maar wij zijn niet alleen aan zet. Wij zijn ook niet de grootste partij. Wij nemen verantwoordelijkheid. Wij zullen blijven kijken naar de inhoud. Ik ga wel uit van — u weet dat dat een verschil is tussen de heer Rutte en mij — een zo breed mogelijke coalitie en een meerderheidscoalitie. U ziet in de verslagen dat ik ook hecht aan een meerderheid in de Tweede en de Eerste Kamer. Juist in een tijd van politieke fragmentatie en grote verschillen is het goed dat we een ruimere meerderheid hebben. Daar hechten wij aan. Over het eindresultaat gaat iedereen met elkaar praten, mag ik hopen. Dat past ook in de politieke traditie.

De voorzitter:
Nog een korte vraag van de heer Azarkan, tot slot.

De heer Azarkan (DENK):
Het is een hele korte vraag, voorzitter. Is mevrouw Kaag van D66 bereid om in een kabinet te stappen waar GroenLinks of de PvdA geen onderdeel van uitmaakt?

Mevrouw Kaag (D66):
Ik ben bereid om op dit moment de verantwoordelijkheid op me te nemen om deze impasse te doorbreken en verder te praten over de inhoud. Ik denk dat we het de tijd moeten gunnen. Het is heel duidelijk waar wij voor staan en waar wij hopen uit te komen. U vraagt mij iets wat ik op dit moment niet hoef te beantwoorden. Mijn inzet is namens D66. U heeft mijn tekst gehoord. Wij zullen ons blijven inzetten voor een zo breed en progressief mogelijk kabinet.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Kaag. Dan geef ik het woord aan de heer Wilders. O, hij heeft toch eerst nog een interruptie. Gaat uw gang.

De heer Wilders (PVV):
Mevrouw Kaag heeft over het doorstarten van de huidige coalitie inclusief de ChristenUnie gezegd dat ze dat niet wilde, omdat dat zoiets is als doorrijden in een roestige auto. Dat begrijp ik wel van haar, want haar favoriete vervoermiddel is natuurlijk het vliegtuig. Van Niger tot Luxemburg: "Hoe meer CO2 je kan uitstoten, hoe beter" is het motto van mevrouw Kaag.

Maar los daarvan is het een harde uitspraak. U zegt over uw huidige coalitiepartner, de ChristenUnie, dat doorgaan met die partij is als rijden in een roestige auto. Mag ik er dan van uitgaan dat dat betekent dat u dus niet met de ChristenUnie in die roestige auto wilt gaan, of houdt u van rijden in roestige auto's?

Mevrouw Kaag (D66):
Ik ben hier heel blij mee! Ik ben niet altijd blij met de vragen of opmerkingen van de heer Wilders, zeker niet op Twitter, maar dit is wel een goeie. U heeft namelijk een fragment gemist. Dat is niet uitgezonden. De vraag aan mij was gericht op medisch-ethisch. De vraag was, weglopend van de Stadhouderskamer: het thema medisch-ethisch is in de huidige coalitie al vier jaar geparkeerd; kunt u het nog vier jaar langer geparkeerd laten? Mijn antwoord daarop was: "Het is net als een auto te lang parkeren: hij roest, en dan rijdt hij niet meer goed." Het ging dus expliciet over het thema medisch-ethisch, nooit over de partij en zeker niet over de collega's van de ChristenUnie, noch over het kabinet of over de heer Segers. We hebben namelijk juist een hele goede verstandhouding op heel veel thema's. We hebben er ook heel hard om gelachen. Zo ziet u maar hoe de uitzending soms niet helemaal volledig is en geen recht doet aan wat er echt gezegd is.

Maar belangrijker is nog, zoals ik al in antwoord op de heer Azarkan heb gezegd, dat het voor ons op dit moment niet wenselijk en niet logisch is. Wij zien een aantal grote verschillen. Wij zien andere opties, die recht doen aan de stem die wij hebben gekregen van de kiezer.

Dan uw andere opmerking. Ik weet niet of ik van de Kaagbaan ben vertrokken, maar de ministeries kijken altijd heel zorgvuldig naar de overvolle agenda, in dit geval van iemand die twee ministeriële banen doet, die partijleider is en die nu ook hier is. Soms is het logistiek de enige optie. Dan moet je om op tijd terug te zijn in de Kamer helaas noodgedwongen van een korte vlucht gebruikmaken. U zult in het schema van alle anderen zien dat ik helaas niet de enige gebruiker ben. We zullen er allemaal nog een tandje bij moeten doen. En voor fietsen naar Luxemburg ben ik niet fit genoeg.

De heer Wilders (PVV):
Nee, natuurlijk; blijf vooral lekker vliegen, zou ik zeggen. Het probleem is niet dat u vliegt, het probleem is dat u voor andere mensen hele hoge waarden stelt, zoals "vliegen mag niet", "extra belasting", "vliegbelasting" en noem maar op, en dat u zelf gewoon naar Luxemburg vliegt. U pakt niet de auto of de trein, maar u komt gewoon met allemaal smoesjes. U komt met allemaal smoesjes, mevrouw. Maar goed, daar gaat deze interruptie niet over.

Over het punt van de roestende auto. De heer Rutte schijnt er ook heel boos over geworden te zijn. "Roestige auto's, zo praat je niet over collega's", las ik in een krant. Dus u bent daarvoor op uw vingers getikt. Daarom zegt u nu: we hebben er hard om gelachen. Maar u heeft gezegd: een roestige auto. Dat ging natuurlijk over dat medisch-ethische punt, want dat is juist het punt waarom u de ChristenUnie niet wilt. Voor de rest is de ChristenUnie gewoon een linkse partij. Een echte linkse partij, zeg ik tegen de heer Rutte. Die willen meer immigratie, die willen meer klimaatgekkigheid, die staan helemaal aan uw kant. Behalve op het medisch-ethische vlak. En daarover heeft u gezegd: hét pijnpunt tussen D66 en de ChristenUnie is het medisch-ethische. En daarvan heeft u gezegd: een roestige auto. Mag ik dan nog een keer de vraag stellen? Gaat u op dat voor D66 belangrijke thema medisch-ethische kwesties door met die roestige auto of zegt u: nee, dat doe ik niet; iedere combinatie maar niet met die roestige auto van de ChristenUnie op het terrein van medisch-ethisch? Geef gewoon antwoord op de vraag!

Mevrouw Kaag (D66):
Het is een leuke vraag van de heer Wilders, maar eerlijk gezegd is mijn antwoord weer hetzelfde. Ik herhaal dat dus. Wij hebben gezegd dat het niet het gepaste moment is, dat het wat ons betreft niet wenselijk is. De heer Segers heeft zelf ook verscheidene malen aangegeven dat hij op dit moment niet per se een rol ziet. Maar u kunt hem dat zelf vragen. Ik heb ook net in mijn statement gezegd dat wij met zes partijen — en dat is natuurlijk inclusief de ChristenUnie — ook graag een proces hadden gezien op volwaardige basis, zodat daar deelname uit kan komen. Dus we zitten nu in een hele andere fase van het proces. Ik ga door met de heer Rutte, mits deze Kamer de motie steunt, om nog eens verder te gaan richting mogelijke oplossingen als een aanzet voor een formatie en een onderhandeling. En nogmaals, "parkeren" ging over het thema, nooit over partijen en personen. En dat weet u heel goed.

De voorzitter:
De heer Wilders, tot slot.

De heer Wilders (PVV):
Maar het thema is juist het probleem, mevrouw Kaag. Het heeft geen zin en ik vrees dat ik hier niet doorheen kom, maar ik denk dat we wel de conclusie kunnen trekken dat mevrouw Kaag echt zo'n politica is die veel dingen roept, maar het tegenovergestelde doet, dat zij haar woorden nooit echt waarmaakt. U roept dat we allemaal minder moeten vliegen en u stapt in het vliegtuig naar Luxemburg. En u bent al vierenhalf keer de wereld rondgevlogen terwijl u zo'n grote mond heeft als het gaat om klimaat. U roept — in de krant wordt dat althans opgetekend en u heeft dat ook niet ontkend — dat het werken met de ChristenUnie op het terrein van medisch-ethisch een roestige auto is en u krabbelt nu gewoon weer terug. U bent op uw vingers getikt. U heeft geen ruggengraat en u laat het gewoon allemaal gebeuren. En dat is gewoon ontzettend jammer, want ik denk dat u die formatie met de heer Rutte op zich gewonnen heeft. Weet u nog dat u een aantal maanden geleden hier die motie van afkeuring — niet van wantrouwen maar van afkeuring — indiende en daarmee Rutte vleugellam maakte? Waarom laat u zich dan nou op dit punt zo piepelen?

Mevrouw Kaag (D66):
Het is toch eigenlijk wel komisch om hier te staan en zo naar de heer Wilders te moeten luisteren. In eerste instantie heb ik natuurlijk taken in het landsbelang, waardoor ik mij noodgedwongen verplaats. En dat doen we met de middelen die we daartoe hebben. U zult helaas nooit in die positie zijn, want u zult, denk ik, nooit regeren, niet zolang D66 in deze Kamer zit en mensen op ons stemmen. Dat is ook omdat u een discriminerende politiek voert. En daarom bent u uitgesloten. Dus ik wens u de kans toe dat u ooit de mogelijkheid zult hebben om zich te verplaatsen in het ambt van minister, want dat betekent dat de PVV van koers is veranderd.

Het tweede is: wij gaan beginnen, wij nemen verantwoordelijkheid. Wij lopen niet weg van Catshuissessies, wij lopen niet te gillen op Twitter, wij beledigen geen mensen, wij discrimineren niet. Dat is fatsoen, dat is een rechte rug en dat is voor beleid staan, ook als het moeilijk is, meneer Wilders.

De voorzitter:
Mevrouw Ouwehand van de Partij voor de Dieren heeft ook nog een vraag.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ik moet de neiging onderdrukken om het gevoel te hebben dat ik hier eerst een grap moet vertellen, omdat het allemaal vrolijk moet zijn. Maar misschien lukt het ook wel met een gewone interruptie.

De discussie is erover gegaan dat een kabinet de rechtsstaat moet respecteren. Er moeten niet-onderhandelbare voorwaarden zijn. Daar hoort bij: klimaat, stikstof, toeslagenaffaire en noem alles maar op. Ik ben benieuwd hoe dat dan is gegaan. Ik heb niet aan die gesprekken deelgenomen, maar van een afstandje krijg ik toch een beetje de indruk dat goed klimaatbeleid als een optie wordt gezien, afhankelijk van de vraag of een bepaalde partij wel of niet meedoet. Ik vraag me af hoe mevrouw Kaag daarnaar kijkt? Kan er een garantie worden gegeven dat het te schrijven onderhandelingsdocument volledig uitgaat van die ondergrens dat het de rechtsstaat respecteert?

Mevrouw Kaag (D66):
Er is een Kamerbrede motie, maar het is natuurlijk ook de inzet van D66 geweest, ook in deze campagne. Dus er zijn een aantal thema's waarbij het voor ons — maar dat zal voor andere partijen ook gelden — heel belangrijk is dat we niet onder een bepaalde ondergrens komen en dat we die bereiken. Maar qua rechtsstaat denk ik dat deze héle Kamer zich daartoe verbonden moet voelen, of je nou oppositie bent of toekomstige coalitie. Er moeten belangrijke stappen gezet zijn. Daar is ook een motie over aangenomen. Dus het is een kwestie van urgentie en ik mag hopen dat alle partijen hierboven uitstijgen en zichzelf daarin vergeten. Want het gaat om álle mensen in dit land.

De voorzitter:
Mevrouw Ouwehand, tot slot.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Bij die woorden kan ik mij helemaal aansluiten, maar we zien er nog zo weinig van. Dus op basis waarvan kunnen we dit vertrouwen? Ik wijs mevrouw Kaag erop — dat is dan weer minder vrolijk — dat het toch ook het kabinet is geweest waar D66 in zat dat heeft veroorzaakt dat er opnieuw twee nieuwe rechtszaken dreigen: over klimaat en over stikstof. Dus kennelijk moet er iets fundamenteel anders en ik heb daar nog helemaal niks van gezien. Dus gaat dat dan ineens gebeuren als zij met de heer Rutte een document gaat schrijven, of hoe gaat dat?

Mevrouw Kaag (D66):
Er zijn een aantal thema's die sowieso ook door dit demissionaire kabinet — zo kort of zo lang als het duurt — móeten worden aangepakt. Dat zijn natuurlijk de rechterlijke uitspraken, de oplossing voor stikstof, ook als je wilt bouwen, en natuurlijk de klimaatcrisis. Er kan geen dag voorbijgaan dat we niet anders en beter moeten handelen. Het is ook de inzet van D66 en die verandert niet. Dat staat in al onze brieven aan de informateur. Dit zal ook in onze gesprekken naar voren komen. Wat het eindresultaat is — dat weet mevrouw Ouwehand ook — is óók een gevolg van onderhandelingen met wie je aan tafel zit. Maar onze inzet zal heel ambitieus zijn. Die wordt overigens breed gedeeld. Dit is geen linkse of rechtse hobby, of een D66-hobby. De meeste mensen in Nederland weten dat we heel veel stappen moeten zetten. De vraag is: gaat de burger dit meemaken, welke keuzes maken we en hoe gaan we dit financieren? De Klimaatwet en het Klimaatakkoord zijn natuurlijk al een goede basis. En internationaal, zoals we ook hebben gezien bij de Verenigde Staten, wordt er overal aan getrokken, op verschillende niveaus. De onderhandelingen zijn daarvan een belangrijk onderdeel.

De voorzitter:
Korte vraag nog tot slot van mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voorzitter, tot slot. Dit laatste antwoord verontrust mij toch wel. Ik wil geloven dat het de inzet is van D66, maar mevrouw Kaag houdt hier de optie open dat, afhankelijk van de partijen die meedoen, de uitkomst toch is dat we ónder die ondergrens gaan zitten waarin een volgend kabinet de rechtsstaat respecteert. Dat was waar het antwoord op neerkwam. Als dat rechtgezet moet worden, dan hoor ik dat graag.

Mevrouw Kaag (D66):
Nee. Ik weet niet of ik het moet rechtzetten. Het is uw begrip, maar ik denk dat niemand anders het zo begrepen heeft. Ik wil u geruststellen: natuurlijk gaan we niet onder een ondergrens, zeker niet; dat zeg ik net. Er is daarop ook een duidelijke inzet van D66. Het andere is natuurlijk dat wij nooit hebben gezegd dat meedenken en meeschrijven per definitie betekent dat wij meedoen. Wij zullen ook het eindresultaat beoordelen op wat er ligt, als dat u geruststelt, zeg ik via de voorzitter.

De heer Dassen (Volt):
Ik sluit mij aan bij de woorden dat het mooi zou zijn als er een zo progressief mogelijk kabinet zou komen. Ik hoorde mevrouw Kaag net zeggen dat het op medisch-ethisch gebied de afgelopen vier jaar heeft stilgestaan en de vergelijking maken met een roestende auto. Maar zo zijn er ook andere thema's, waaronder bijvoorbeeld migratie, wat de afgelopen jaren echt stil heeft gestaan en waarbij het steeds achteruit is gegaan. Met langere wachttijden bij azc's, kamp Moria dat we nog steeds hebben en de pushbacks die we zien. Hoe gaat mevrouw Kaag ervoor waken dat we juist op dit thema, waar we eigenlijk ook door die ondergrens zijn gezakt, weer vooruitgang gaan boeken, zeker als zij gaat schrijven met de VVD?

Mevrouw Kaag (D66):
Ik herken de zorg van de heer Dassen. Ik ben hem ook erkentelijk voor de vraag. Ik weet niet hoe ik dat ga waarborgen. We gaan samenwerken, samen denken. De inzet van de VVD is natuurlijk helder op dit thema, maar de onze ook. Wij willen graag een integrale benadering van een thema als migratie. Dan denk je ook aan kenniswerkers en seizoenarbeiders, die we in de toekomst nodig hebben in een vergrijzend Nederland. Hoe kunnen we integratie in Nederland versterken en verbeteren, maar ook een humaan asielbeleid voeren? Dat doen we met name op Europees niveau. Daar is dit demissionair kabinet ook al mee bezig. Alleen liggen de stappen op Europees niveau, aangezien het gaat om een keten, ook van secundaire migratie; niet alleen de asielzoekenden natuurlijk, maar met name ook irreguliere migranten. Die keten kunnen we alleen maar effectief oppakken op Europees niveau. Daar wil ik niet op vooruitlopen. Hopelijk komt er binnenkort wat voortgang in de onderhandelingen op dat punt. Ik kan niet doorverwijzen, maar er wordt over onderhandeld. Laat ik het zo stellen. Niet op nationaal niveau, maar op Europees niveau.

De heer Dassen (Volt):
Daar wil ik graag even op doorgaan. In het rapport van mevrouw Hamer komt het thema migratie eigenlijk vrij weinig terug. Het wordt in een klein zinnetje genoemd. Daar zit ook mijn zorg: gaan we ons dadelijk niet alleen verschuilen achter de Europese samenwerking die hiervoor nodig is, maar kunnen we ervoor zorgen dat we in Nederland stappen gaan zetten en dat dit thema prominent op de agenda komt?

Mevrouw Kaag (D66):
Het komt sowieso prominent op de agenda, want het leeft in het land en het is belangrijk voor eenieder, met verschillende invalshoeken en natuurlijk verwachtingen en conditionaliteit.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Kaag. Dan geef ik het woord aan de heer Wilders van de PVV. Er is eerst nog een vraag van mevrouw Marijnissen. Excuus, ik had u niet gezien. U zat in mijn dode hoek. Het is wat het is.

Mevrouw Marijnissen (SP):
Wat gaan we daar nou weer aan doen vandaag? Het was zo'n vrolijk debat.

Het lijkt een vrolijk debat, maar ik merk dat ik me er toch ook wel een beetje aan stoor. Daar gaat mijn vraag aan mevrouw Kaag over. Ik hoorde haar zeggen dat er een duidelijk rapport ligt, met zeven hoofdthema's, en dat er zo goed over de inhoud is gesproken. Maar kijk naar die hoofdthema's. Eén. Kansrijke en duurzame samenleving. Twee. Duurzame economie en versterking verdienvermogen. Drie. Digitalisering en innovatie. Vier. Gezondheid. Het spijt me zeer om het hier te moeten zeggen, maar dat zijn toch totale open deuren? Daar ging de hele verkiezingscampagne over. Er staat juist heel weinig over de inhoud in. Mijn vraag aan mevrouw Kaag zou dan ook de volgende zijn. Zij heeft hierop ingezet, en dat herhaalt zij hier vandaag ook weer: ik wil een zo progressief mogelijk kabinet. Kan mevrouw Kaag hier vandaag aangeven aan welke drie concrete dingen — dus geen vaagtaal, abstracte begrippen, intenties en ambities — zij toetst of het regeerakkoord dat er straks ligt voor haar progressief genoeg is?

Mevrouw Kaag (D66):
Het is misschien goed om even bij de taal van de informateur te blijven. Het wordt geen regeerakkoord, maar een document op hoofdlijnen, dat een aanzet is voor onderhandelingen in een formatie. Dat moet uitmonden in een regeerakkoord. Dit is de taal die voorligt. Als ik u een voorbeeld mag geven van "kansrijke inclusieve samenleving": ik kijk vanuit onderwijs. Dan willen we kijken naar de kansenongelijkheid, die structureel aan de basis van het onderwijs ligt. Hoe breng je kinderen op een gelijk leerniveau en hoe maak je ze klaar voor de toekomst? Daarbij pak je het lerarentekort aan. Wat is daarvoor nodig? Dan kijk je naar het type wijken waar de achterstanden worden opgelopen. Wat zijn de benaderingen, de remedies en de oplossingen die daarbij passen? Hoe richt je dat in? Uiteindelijk is het altijd ook een verdeling van schaarste. In dit geval gaat het om de beste oplossingen, of een aantal oplossingen, voor hetzelfde probleem.

Als het gaat om de klimaatcrisis: hoe kunnen we het land groener maken? Hoe kunnen we het overdragen aan de volgende generatie? Hoe richt je de energietransitie in? Moet dat sneller? Hoe gaan we dat financieren? Welke keuzes liggen er voor? Ik ga dat nu niet invullen, eerlijk gezegd. We gaan juist heel veel gesprekken starten. Die afspraken moeten nog gemaakt worden met de informateur. U vraagt mij nu daar enigszins op vooruit te lopen, maar wat mij betreft — en ik denk ook de "co-author", de heer Rutte — willen wij zo toekomstgericht mogelijk zijn. Er zijn grote uitdagingen en wij gaan te traag. We zijn te incrementeel. Het blijft vaak steken in maatregelen die elkaar soms tegenwerken, en dat is ontzettend jammer.

Mevrouw Marijnissen (SP):
Ik weet niet of ik mevrouw Kaag vraag om te ver vooruit te kijken. Bij mijn weten zijn we drie maanden na de verkiezingen en is het een heel legitieme vraag. Als er dan toch weer gezegd wordt "toekomstgerichte dingen, want er liggen grote ambities en grote uitdagingen" ... Ja, wat zegt u dan? Dat is echt een oprechte vraag. Dat vraag ik me echt af. Ik vraag u om drie dingen te noemen. U zegt elke keer: ik zet in op een zo progressief mogelijk kabinet. Wij maken ons daar grote zorgen om; dat weet u. Want wij denken dat een Rutte IV niet heel veel progressiever gaat zijn dan III, II, of I. Maar dat is onze afweging. Mevrouw Kaag maakt een andere afweging. Ik vraag haar vandaag aan welke drie concrete punten — en dan bedoel ik niet uitdagingen voor de toekomstige generatie, want dat kunnen we allemaal bedenken, met alle respect — ze het wil toetsen. Ik stel die vraag ook tegen de achtergrond van het debat vandaag waarbij de termen "links" en "rechts" door de Kamer vliegen. De PVV is voortaan links, de ChristenUnie is links, alles wordt hier links genoemd. De demissionaire premier zei laatst nog tegen mij "we leven in een diep-socialistisch land", maar nu zegt hij weer "we leven in een centrumrechts land." Schiet mij maar lek. Er hebben veel mensen op u gestemd, mevrouw Kaag, die een progressief kabinet willen. Wat betekent dat concreet voor u?

Mevrouw Kaag (D66):
Het kan aan de akoestiek liggen, het kan aan mijn woordenkeus liggen, maar ik heb net voorbeelden genoemd, zoals uitwerking van een klimaatuitdaging. Ik heb een voorbeeld genomen binnen de grote sector onderwijs, ik heb leerachterstanden genoemd. Onderdeel van de oplossing is kijken in welke wijken en waarom kinderen slechter leren. Ten dele is dat een gevolg van de opleiding en financiële omstandigheden van de ouders. Wat kunnen we daaraan doen? Ik heb een aantal voorbeelden genoemd. Mevrouw Marijnissen vindt die misschien niet leuk, maar ze zijn heel consistent met D66. Ze zijn praktisch en staan in ons verkiezingsprogramma. Ze staan in de brieven aan de informateur en ze horen echt bij een groot deel van uitwerking van de uitdagingen die we hebben. Ik kan het nog een keer herhalen, ik heb ook andere voorbeelden, maar dat doet er niet toe, want ik denk niet dat mevrouw Marijnissen ze wil horen.

Mevrouw Marijnissen (SP):
Uitwerkingen van uitdagingen die we hebben. Ja, dat begrijp ik. Maar goed, ik moet concluderen dat we vandaag een soort zomerslaapperiode gaan krijgen waarin mevrouw Kaag zich met meneer Rutte gaat opsluiten en iets gaat schrijven. Er wordt ook nog een vakantie achteraan geplakt, maar ik word hier vandaag niet heel veel wijzer van. Sorry.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Aan de minister, of aan de fractieleider …

Mevrouw Kaag (D66):
Fractieleider.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik haal het altijd door elkaar.

De voorzitter:
Iedereen staat hier nu als fractieleider.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik hoorde mevrouw Kaag zeggen "één van de opgaven is: hoe kunnen we Nederland groener maken?" Daar hebben wij simpele oplossingen voor in ons verkiezingsprogramma. Dat is in ieder geval landbouwgrond niet gelijk opofferen voor woningbouw en volplempen met megazonneparken, de windmolens op het IJsselmeer en de Noordzee daarmee volplempen. Daar zijn hele simpele oplossingen voor, alleen wil D66 graag woningen op landbouwgrond en megazonneparken hebben. Dus mijn aanbod staat om nog eens even met ons te praten en ons verkiezingsprogramma samen door te nemen. Daar staan hele praktische punten in en de vraag is: wil de minister, sorry, mevrouw Kaag daarnaar kijken?

Mevrouw Kaag (D66):
We staan altijd open voor goede ideeën en die kunnen altijd meegenomen worden. Dat vindt de VVD ook, denk ik, dus naar alles wat kan werken en past bij de ambitie wordt gekeken. Je zou dom zijn om tegen een goede oplossing te zijn.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dan de laatste vraag. Hoe kijkt D66 nu aan tegen het halveren van de veestapel? We weten dat als we hier dieren gaan weghalen, elders in de wereld daar meer dieren voor terugkomen. Het klimaat schiet daar wereldwijd niet zo veel mee op. Wat is het standpunt van D66 op dit moment op dit punt?

Mevrouw Kaag (D66):
Ik denk dat we het een beetje moeten verbreden. Halvering van de veestapel is een belangrijke stap die gezet moet worden. Of het halvering is of niet laat ik even in het midden, maar het is onderdeel van een bredere strategie om de klimaatambitie te kunnen behalen. De manier waarop we in Nederland landbouw bedrijven is een onderdeel van het probleem. Het kan ook een onderdeel in de verandering richting kringlooplandbouw zijn. Gebruik van technologie kan een groot onderdeel vormen. Dit laat ik echt even aan het volgende gesprek; ik wil hier geen boude uitspraken doen. Ik weet dat het een doorn in het oog is van mevrouw Van der Plas dat wij hechten aan de procentuele reductie van de veestapel. Het is wel een groot onderdeel van het probleem, maar het kan een nog groter onderdeel vormen van de oplossing. Daar hebben we nu gesprekken en onderhandelingen over, met inachtneming van de standpunten van alle belangen van eenieder. Wat ook belangrijk is in dit hele debat en wat onvoldoende benoemd wordt, is dat we een eerlijke prijs moeten betalen aan de boer. De keten moet verduurzamen, ook op het gebied van de CO2-beprijzing in de productie. Er zijn heel veel stappen die gezet moeten worden. De boeren zijn uiteraard niet alleen zelf verantwoordelijk voor de klimaatopgave. De overheid heeft een grote rol in het zetten van de stappen, in het begeleiden en ook in het financieren.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Het is niet alleen mij een doorn in het oog dat er een klimaatopgave is voor de agrarische sector. Ik denk dat het wel duidelijk is dat iedereen daar stappen in moet zetten. Maar u zegt net: een eerlijke prijs voor de boer. Kunnen wij dan verwachten dat dit echt expliciet in zo'n akkoord terechtkomt? U gaat het straks schrijven. Wordt het echt een van de punten en komt u dan met concrete voorstellen daarvoor?

Mevrouw Kaag (D66):
Mevrouw Van der Plas loopt vooruit op wat deze fase is. Dit is een aanzet voor een uitwerking van oplossingen voor de hoofdlijnen die gegeven zijn. Dit zijn nog geen onderhandelingen op maatregelniveau. We zitten nog niet aan een formatietafel. Dat is een groot verschil.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Kaag. Dan geef ik het woord de heer Wilders van de PVV voor zijn eerste termijn.

De heer Wilders (PVV):
Voorzitter, dank u wel. Bijna 100 dagen geleden ging Nederland naar de stembus. Zelden is er na de Tweede Kamerverkiezingen zo'n enorme puinhoop van gemaakt. Het resultaat van al dat informatieve geklets en die achterkamertjes is een hele grote nul. Er is geen enkel, maar dan ook geen enkel zicht op een mogelijke coalitie. De formatie is totaal mislukt!

Als je er goed over nadenkt en het politieke slagveld overziet, is dat eigenlijk helemaal niet zo verbazingwekkend. De leider van de grootste partij, de heer Rutte, is immers door zijn eigen leugens, bedrog en het willen wegwerken van een gekozen volksvertegenwoordiger — dat vergeten we niet, meneer Rutte — kort na de verkiezingen ernstig politiek verzwakt. Hij had natuurlijk direct moeten opstappen na de moties van afkeuring en wantrouwen. De man ontbeert inmiddels ieder moreel kompas en politiek gezag. Omdat hij partijen als de PVV al voor de verkiezingen uitsloot, heeft hij zichzelf in de handen van linksige partijen gedreven. Daar piept hij nu over, maar het is zijn eigen schuld.

En nu gaat de heer Rutte samen met mevrouw Kaag van D66 een schets van een regeerakkoord schrijven. Ze hebben samen afgesproken dat Kaag dicteert en Rutte notuleert, want zo liggen de verhoudingen. Als mevrouw Kaag daar tenminste tijd voor heeft en niet in haar favoriete vervoermiddel, het vliegtuig, op weg is naar Luxemburg of Niger, of bezig is met het naar Nederland halen van ISIS-terroristen, waarmee ze zo sympathiseert.

Waar mevrouw Kaag ook mee sympathiseert, zijn die extreem linkse partijen GroenLinks en Partij van de Arbeid, partijen die ons land met een opengrenzenbeleid en een klimaatwaanzin aan de rand van de afgrond zullen brengen. Hoewel de VVD en het CDA er voorlopig voor hebben gezorgd dat niet meteen met GroenLinks en de Partij van de Arbeid wordt onderhandeld, hebben ze die partijen evenmin uitgesloten. Dat moeten mensen zich goed realiseren. Een vicepremier Klaver is nog steeds mogelijk! Dat is natuurlijk een nachtmerrie.

En dan hebben nog het CDA, een partij die eigenlijk alleen nog op papier bestaat. In de peilingen is de partij inmiddels nog kleiner dan de Partij voor de Dieren. Dat heeft de heer Hoekstra toch knap gedaan, dat moet toegeven worden: zo'n groot electoraal effect in zo'n korte tijd van zijn leiderschap. Complimenten. Het CDA is inmiddels de meest instabiele partij van Nederland. Na het wegjagen van de heer Omtzigt en de christendemocratische zelfverrijking van Sywert van Lienden zijn ze eigenlijk bestaansloos. Gelukkig komt er nog zo'n fijn partijcongres na de zomer. Dat zijn echt prachtige bijeenkomsten, waar ook ik me sinds 2010 altijd erg op verheug.

Voorzitter. Al met al is het dus geen wonder dat het na 100 dagen niks is geworden met deze partijen. De VVD is geïmplodeerd en vleugellam. Het CDA verschrompelt. D66 wil met twee linkse dwergpartijen regeren, die dat zelf eigenlijk alleen maar willen om met negen zetels niet in de vergetelheid te raken, of om met acht zetels te voorkomen dat hun leider misschien zou moeten aftreden. Dat is allemaal natuurlijk geen basis voor een nieuw kabinet. Dat is ruzie, dat is wanorde en dat is instabiliteit.

Nederland verdient zo veel beter. Nederland stemde in meerderheid rechts en verdient dus geen links. Nieuwe verkiezingen zijn keihard nodig, en hopelijk zonder Rutte. Ik heb het de premier al eens eerder gezegd: neem een hobby, een vriendin of een hond, want we moeten verder met Nederland. Nederlanders moeten weer de baas worden in hun eigen land. De immigratie moet fors worden beperkt. De islamisering moet worden gestopt. De belastingen moeten worden verlaagd. De klimaatobsessie moet de prullenbak in. De zorg moet worden verbeterd. Het allerbeste herstelplan voor Nederland is snel nieuwe verkiezingen.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Wilders. Er is een interruptie van de heer Rutte, VVD.

De heer Rutte (VVD):
Wat zei de heer Wilders nou over mevrouw Kaag en haar sympathie voor IS-strijders? Kan hij dat nog even herhalen?

De heer Wilders (PVV):
Sympathie voor?

De heer Rutte (VVD):
Voor IS-strijders, dacht ik, of voor terroristen. Hij zei daar iets over.

De heer Wilders (PVV):
Ja. Diezelfde sympathie geldt voor u. Het feit dat zij ISIS-strijders naar Nederland halen, omdat ze zogenaamd zielig zijn en omdat het vrouwen zijn die daarnaartoe zijn gegaan, is een walgelijke actie. Dat kun je alleen maar doen als je daar sympathie voor hebt. Ik vind dat iets verschrikkelijks.

De heer Rutte (VVD):
Het leek alsof hij een specifieke opmerking maakte over een van onze Kamerleden in relatie tot terrorisme.

De heer Wilders (PVV):
Nee, dat was mevrouw Bouchallikh.

De heer Rutte (VVD):
Ik maak het even af. Ik begrijp dus dat zijn opmerking raakt aan het terughalen van één mevrouw en drie kinderen. Het debat daarover vindt nog plaats. Ik ben blij dat die precisie er nu is. Dat raakt dus niet aan mevrouw Kaag persoonlijk, maar aan het kabinetsbeleid. Dat verdedig ik hier vandaag niet. Dat gebeurt later in een debat. Ik ben blij dat dat is uitgeklaard.

De heer Wilders (PVV):
Nee, u bent denk ik in de war. Ik had het in een interruptie over mevrouw Bouchallikh. Toen was de heer Klaver zo boos op mij, maar ik sprak de waarheid. Dat ging over moslimextremisme. Wat voor mevrouw Kaag geldt, geldt ook voor u. Dat geldt niet voor het hele kabinetsbeleid. Maar het geldt ook voor u, meneer Rutte, en voor mevrouw Kaag en voor wat u doet.

Daarom is het zo verschrikkelijk als u dadelijk met mevrouw Kaag en met linkse partijen gaat regeren: dan gaan er meer van dit soort gekke dingen gebeuren. Dan gaat u, meneer Rutte, met uw vriendjes, mevrouw Kaag, misschien de heer Klaver of mevrouw Ploumen, of met anderen die dit hebben gesteund massaal ISIS-terroristen naar Nederland halen met de smoes dat ze hier een proces zullen krijgen. Daarvan weet iedereen dat ze na maximaal een jaar of twee weer op straat staan, en dat onze straten onveilig worden. Daarom is niet mijn partij, maar is de VVD van meneer Rutte de linkse partij. U haalt allemaal terroristen uit Syrië naar Nederland. U maakt de straten hier onveilig. Dat is walgelijk en onverantwoord beleid.

De heer Rutte (VVD):
Dat is allemaal lariekoek. Maar het is dus niet zo dat de heer Wilders in de richting van mevrouw Kaag zei dat zij een soort liefhebber, aanhanger of steunpilaar van terroristen is. Ik dacht dat ik hem dat hoorde zeggen. Hij doelt daarmee, begrijp ik — en het is goed dat dit is uitgeklaard — op het besluit van het kabinet om in heel specifieke situaties een specifieke actie te ondernemen. Daar komt nog een Kamerdebat over. Ik vind het belangrijk dat dit is uitgeklaard, want anders hadden wij een groter probleem gehad.

De heer Wilders (PVV):
Er is helemaal niks uitgeklaard. U geeft uw eigen interpretatie aan mijn woorden. Ik heb gezegd wat ik heb gezegd en ik klaar helemaal niets uit. Als ik vind dat zij daar sympathie voor heeft, dan heeft ze daar sympathie voor, of u dat nou leuk vindt of niet. Wat krijgen we nou? Gaat de heer Rutte hier nou mijn woorden interpreteren en zeggen dat hij blij is dat dit is uitgeklaard? Ga weg.

Mevrouw Kaag (D66):
Het heeft soms iets heel ongemakkelijks. Dat is niet altijd zo. Ik ben mijn collega de heer Rutte zeer erkentelijk. Ik zeg één ding. Het moet soms heel makkelijk zijn om Geert Wilders te zijn, want u gooit de meest verwerpelijke aantijgingen de lucht in. Die herhaalt u op Twitter. U neemt geen enkele verantwoordelijkheid en u weet niet wat u doet met de integriteit en levens van mensen. Ik veracht uw woorden en dat zeg ik met alle kracht die ik heb. Het is namelijk verachtelijk en niets anders. Daar is geen parlementair debat voor nodig. U weet precies wat ik denk en ik weet wie ik ben. Ik sta ook, in een andere rol, voor het kabinetsbeleid. Dat is zorgvuldig, met inachtneming van de veiligheid van Nederland en met inachtneming van de rechtsstaat. Ik vraag me wel af waar u staat, meneer Wilders, als het gaat om de rechtsstaat en de rechten van eenieder, inclusief de plicht om het moeilijke te doen. U zult het nooit meemaken en gelukkig zult u nog kelderen in de peilingen. U verdient het niet.

De voorzitter:
Dank u wel. Meneer Wilders, voordat u daar iets over zegt …

De heer Wilders (PVV):
Volgens mij mag ik hierop reageren.

De voorzitter:
Ja, maar ik wil daar … Zeker. Ik geef u straks alle kans, maar u heeft wel een aantal woorden gebruikt als het gaat over sympathiseren met ISIS. De heer Rutte heeft geprobeerd daar duidelijkheid in te brengen en u blijft zeggen dat u staat achter deze opmerking. Ik wil daar wel van zeggen dat ik dat verre van mij werp als voorzitter. Dat geldt ook voor de bewoordingen van een gekozen Kamerlid, mevrouw Bouchallikh. U gaat over uw eigen woorden, maar ik vind het wel belangrijk om dit kenbaar gemaakt te hebben. Het gaat ook over de waardigheid van ons als Tweede Kamer, het kabinet en onze Kamerleden. Meneer Wilders.

De heer Wilders (PVV):
Voorzitter, het maakt mij helemaal niets uit wat u ervan vindt.

Voorzitter, dan even over mevrouw Kaag, die nu een beetje lafjes is weggelopen volgens mij. Ze wil dus wel uitdelen, maar ze kan niet incasseren. Is dat nou de conclusie? Mevrouw Kaag scheldt mij uit en loopt dan weg en durft mijn antwoord niet te horen? Ik geef het antwoord toch. Ik zeg mevrouw Kaag, die nu dus lafhartig afwezig is: mevrouw Kaag zegt tegen mij dat ze mijn woorden veracht. Ik zeg tegen mevrouw Kaag dat ik haar daden veracht. Ik veracht haar daden ongelofelijk diep. Zij heeft niet alleen maar ISIS-terroristen naar Nederland gehaald, onverantwoord, die dadelijk vrij komen en onze straten vervuilen en mensen in gevaar brengen; gezinnen die naar winkelcentra gaan, in gevaar brengen. Er komen er nog honderden meer deze kant op. Dat is wat mevrouw Kaag doet.

Maar mevrouw Kaag heeft ook eerder Palestijnse organisaties gesubsidieerd die een Joods meisje, een Joods minderjarig meisje, met Nederlands geld, van mevrouw Kaag gekregen, hebben vermoord, met een autobomaanslag. Dat heeft mevrouw Kaag gedaan!

De voorzitter:
Meneer Wilders …

De heer Wilders (PVV):
Nee, ik maak mijn zin even af, want ik moet ook kunnen reageren op haar verwijt.

De voorzitter:
Dat mag.

De heer Wilders (PVV):
Ze zit er gelukkig weer. Mevrouw Kaag, ik veracht uw daden. U haalt terroristen uit Syrië hiernaartoe om onze straten onveilig te maken en u heeft ervoor gezorgd dat met Nederlands geld een terrorist van de Palestijnse gebieden met uw geld — dat geld heeft hij gekregen, hij is betaald — een Israëlisch meisje met een bom, met een autobom heeft vermoord. Als er iets verachtelijk is, dan is het uw daad, niet de mijne.

De voorzitter:
Dank u wel. Meneer Wilders, ik wil u wel vragen om bij de orde van het debat te blijven. Het gaat over de formatie. Er komen nog verschillende debatten, ook over ISIS. Ik doe gewoon een beroep op u daarin. Meneer Hoekstra van het CDA, gaat uw gang.

De heer Hoekstra (CDA):
De heer Rutte was mij voor, maar ik wil echt tegen de heer Wilders zeggen: je moet wel durven. Je moet wel durven met de kleine dingen, namelijk de minister van Buitenlandse Zaken verwijten dat die op reis gaat. Je moet wel durven met de grote dingen. Dit soort dingen, dit soort aantijgingen tegen een collega die hier zit, op deze manier. En dat van een partijleider die als enige van alle partijleiders hier een ondemocratische, antidemocratische partij leidt; er is namelijk maar één partijleider hier die geen leden heeft. Dus ik ben blij dat hij uitkijkt naar het CDA-congres, maar hij heeft geen leden.

Hij noemt dit huis, de hoogste vertegenwoordiging van de Nederlandse bevolking, een nepparlement. Er is maar één partijleider die dat doet. En in die week dat we met z'n allen weer hebben kunnen genieten van Hongarije is er één partijleider, die Orbán als zijn grote voorbeeld beschouwt, en dat is de heer Wilders. Dat is keer op keer de heer Wilders. Het is een schande. We weten inmiddels ook hoe het in de fractie zelf eraan toegaat. Ik heb daar één vraag over. Klopt het dat de heer Wilders op het moment dat er iemand die in de grootst mogelijke problemen zit, zich tot hem wendt als werkgever, en zegt "vertel dit niet verder", hij vervolgens een sms'je stuurt aan een van zijn fractiegenoten en zegt: "joh, dat maakt allemaal niet uit, ik ben jouw vriend, ik deel dat". Klopt dat of klopt dat niet?

De heer Wilders (PVV):
Ik ga niet in op die gekkigheid over onbewezen aantijgingen, maar als het over partijen gaat: u moet vooral zo doorgaan; het CDA is bijna een partij zonder leden. Ik heb er van begin af aan voor gekozen om inderdaad geen leden te hebben. Uw partij krijgt met de dag minder leden. En ik spreek hier de waarheid. Ik spreek hier de waarheid over uw kabinet, dat ook u steunt, want het was uw CDA-minister van Justitie die samen met mevrouw Kaag die terroristen naar Nederland heeft gehaald. Dan kunt u mij wel aanspreken over een interne zaak, waar ik niks over ga zeggen — dat is niet aan u, dat gaat u geen bal aan en daar ga ik mij ook niet bij u over verantwoorden — maar u moet zich wel verantwoorden voor het beleid van het kabinet. Misschien niet in die functie waarin u daar zit, maar in de functie in vak-K. In die functie laat u moslimterroristen naar Nederland komen. Uw collega mevrouw Kaag financiert met Nederlands geld mensen die aanslagen plegen. En dan leest u mij de les dat ik te ver ga. Jullie gaan met z'n allen te ver! Als er dadelijk nog linkse partijen bij komen in het kabinet, wordt dat alleen maar erger.

De voorzitter:
Dank u wel. De heer Hoekstra, tot slot.

De heer Hoekstra (CDA):
Wat een bang, bang, bang gedoe. Er is hier één partijleider die een ondemocratische, antidemocratische partij leidt. Ik ga het nog een keer zeggen.

De heer Wilders (PVV):
Antidemocratisch, zo.

De heer Hoekstra (CDA):
Er is één partijleider die dit parlement, de hoogste vertegenwoordiging van het Nederlandse volk, een nepparlement noemt. Er is hier één partijleider die een strafrechtelijke veroordeling van de Nederlandse strafrechter aan zijn broek heeft. Er is één partijleider die in zijn programma gehakt maakt van artikel 1 van de Grondwet. En er is ook één partijleider, elke keer dezelfde, die hier iedereen de maat neemt. Als u dat allemaal zou doen en u hier verder uw mond zou houden, dan zou het tot daaraan toe zijn. Maar u durft er niet op te reageren. U reageert niet op die sms. U reageert niet op het nepparlement. U reageert niet op dat ondemocratische gehalte van uw partij. Keer op keer bent u degene met de grootst mogelijke mond: van wat u zegt over het vliegen van de minister van Buitenlandse Zaken tot allerlei onheuse aantijgingen tegen iedereen hier in dit huis. Bij uzelf is het in democratisch opzicht, in menselijk opzicht en in rechtsstatelijk opzicht één grote puinhoop.

De heer Wilders (PVV):
Er is geen betere en meer heldere partij dan de Partij voor de Vrijheid. Het is sneu voor de heer Hoekstra van het CDA dat zijn partij onder ons is gezakt. Hij met zijn gescheld — over normen en waarden gesproken — binnen zijn partij tegen de heer Omtzigt.

De heer Hoekstra (CDA):
Voorzitter.

De voorzitter:
De heer Wilders is aan het woord.

De heer Wilders (PVV):
Het is heel vervelend voor u, maar volgens mij ben ik nu aan het woord. Ik ga dat even breed uitmeten. Weet u nog wat voor viezigheid uw partij, uw collega's en u waarschijnlijk zelf ook, meneer Hoekstra, de heer Omtzigt hebben aangedaan? Snapt u nou niet dat de heer Omtzigt is opgestapt bij uw partij? Hij kreeg de meest grove, onheuse en smerige woorden — ik ga de woorden niet eens herhalen, mevrouw de voorzitter — toebedeeld vanuit uw eigen fractie, waardoor hij op een gegeven moment zei: ik hoor niet meer bij die partij thuis. We hebben allemaal dat verslag van de heer Omtzigt kunnen lezen dat hij voor die commissie-Spies heeft ingeleverd. En u gaat mij nou de les lezen over een sms'je? Ga eens lekker terug naar uw stoel. Kijk eens wat u zelf heeft gedaan aan scheldkanonnades en vuiligheid richting de heer Omtzigt. En dan leest u mij nou de les? Uw partij is de meest … Nou ja, ik ga er niet overheen, maar uw partij is honderdduizend keer erger dan welke partij dan ook.

De voorzitter:
Tot slot, de heer Hoekstra.

De heer Hoekstra (CDA):
Het lukt de heer Wilders elke keer dat Rutte hier staat, dat Azarkan hier staat en dat Kaag hier staat niet om gewoon antwoord te geven op de vragen die hem gesteld worden. En dan hoeft hij het van mij deze keer niet te hebben over dat nepparlement. Dan hoeft hij het niet te hebben over waarom hij wel uitkijkt naar de partijcongressen met leden van andere partijen, maar daar zelf al een jaar of tien niet aan tegemoet durft te komen. Dan hoeft hij het niet te hebben over het gegeven dat hij de enige hier is die veroordeeld is door de Nederlandse strafrechter. Maar ik vraag hem nog een keer: klopt het dat hij is benaderd in zijn rol als werkgever door een wanhopige vrouw die zei "er is me iets verschrikkelijks overkomen", dat die vrouw ervan uitging dat ze erop mocht vertrouwen dat haar werkgever, de heer Wilders, daarnaar zou luisteren en dat voor zich zou houden, en dat de heer Wilders dat vervolgens via een sms allemaal doorspeelt? Klopt dat?

De heer Wilders (PVV):
Ik ga niet op die interne zaken in. Als u het dan over interne zaken wil hebben, reageert u dan eens op mijn punt. Het is makkelijk om mij de les te lezen over iets waar ik u absoluut geen antwoord op kan geven: met wie ik wat al dan niet app of sms. Daar zal ik u nooit een antwoord op geven. Maar wat heeft u gedaan? Wat heeft u gedaan richting de heer Omtzigt? U heeft hem, uw collega hier, vanuit de fractie voor rotte vis uitgemaakt. Er zijn fractiemedewerkers en fractieleden die hem de les lezen. En nu gaat u mij de les lezen over een sms'je over een collega? Ga toch weg.

De voorzitter:
Heel kort.

De heer Hoekstra (CDA):
Ja, voorzitter, heel kort. Het is elke keer hetzelfde liedje. Het is elke keer draaien, draaien, draaien, en een volgend verwijt aan iemand hier in dit huis. Dat zou allemaal niet zo erg zijn als u uw eigen zaak op orde had, of als de puinhoop gewoon zou zijn wat die is en u uw mond erover zou houden. Maar iedere keer hier mensen de les lezen, terwijl u zelf zo doet op al die terreinen, van de rechtsstaat tot de eigen medewerkers: het is een gotspe.

De heer Wilders (PVV):
De PVV is een partij die misschien als enige hier in dit huis opkomt voor de gewone Nederlanders, meneer Hoekstra. Wij zijn een partij die durven te zeggen in dit huis dat onze rechterlijke macht met hun straffen, hun foute straffen, en ook een groot deel van de journalistiek oneerlijk zijn en niet deugen. Ja, dat durven wij te zeggen. Wij durven ook te zeggen dat Nederland een eigen cultuur heeft, dat we daar trots op moeten zijn, dat we niet zoals u terroristen of nog meer mensen vanuit Afrika of het Midden-Oosten naar Nederland moeten halen. Dan kunt u mij daarover wel de les lezen, maar dat is meer uw eigen ongenoegen en uw eigen apathie om ook maar iets politiek voor te stellen. Want het is uw partij geweest die zelf een lid van uw eigen fractie voor rotte vis heeft uitgemaakt: de heer Pieter Omtzigt, die nu voor zichzelf is begonnen. Het is uw partij geweest die de terroristen uit Syrië naar Nederland heeft gehaald. Het is uw partij geweest die keer op keer ... Het CDA nota bene, mevrouw de voorzitter. U had het over de rechtsstaat en processen tegen mij. Het is uw partij geweest die onder andere ervoor heeft gezorgd dat ik volstrekt ten onrechte ben vervolgd. Dat is uw partij geweest, samen met de VVD. Uw minister.

De voorzitter:
Dank u wel.

De heer Wilders (PVV):
En u gaat mij nu de les lezen over de rechtsstaat? In Rutte I, mevrouw de voorzitter, is een rechter, lid van het CDA, gewraakt en ...

De voorzitter:
Meneer Wilders.

De heer Wilders (PVV):
... later ontslagen, omdat hij ten onrechte getuigen had beïnvloed. Dat is het CDA. En mij nu de les lezen over de rechtsstaat? U moest zich doodschamen.

De voorzitter:
Meneer Wilders. Ik heb bij het begin van dit debat gezegd waarover het zou moeten gaan. Het gaat nu over heel veel andere dingen behalve over de formatie. Ik sta dus ook geen interrupties meer toe. Ik wil u bedanken. Een punt van orde of een persoonlijk feit, meneer Hoekstra? Als u gaat reageren, gaat de heer Wilders ook weer reageren.

De heer Hoekstra (CDA):
En dat is dan zijn goed recht, maar ik ga dit wel doen.

De voorzitter:
Maar heel kort.

De heer Hoekstra (CDA):
Ik ga het toch doen, voorzitter, ik ga het toch doen. Je ziet, een kat in het nauw maakt steeds raardere sprongen en heeft steeds meer speelruimte, steeds meer dossiers nodig om nog een uitweg te vinden. Ik ga het hier niet opnemen voor het CDA, maar wel voor de rechterlijke macht. Want het is echt aperte onzin. Het is aperte onzin en het doet afbreuk aan al die mensen die daar werken en die er met elkaar elke dag voor zorgen dat de Nederlandse rechterlijke macht onafhankelijk is en er internationaal uitstekend voor staat. Om dat elke keer hier weer even makkelijk met één beweging bij het grofvuil te zetten, doet afbreuk aan het vertrouwen in alle instituties die we hebben. Het slaat nergens op. Het is inhoudelijk onjuist. Ik zou zeggen: hou daarmee op! Hou daarmee op en aanvaard dat je zelf wat verkeerd hebt gedaan. Zeg sorry voor die veroordeling. Stop dat partijprogramma in de shredder en ga over tot de orde van de dag.

De heer Wilders (PVV):
Integendeel. Ik hou er niet mee op. Wij gaan door en we zijn nog maar net begonnen. De rechterlijke macht is in Nederland niet onafhankelijk. De rechterlijke macht, meneer Hoekstra, is in Nederland niet onafhankelijk. Misschien wel op papier, maar het is niet zo, net zoals het gros van de journalistiek op papier onafhankelijk is, maar dat niet is. Het zijn vaak linksgeoriënteerde activisten, de rechters en de journalisten, die gehakt van je maken als je van de PVV bent, maar die het woord "recht" of het woord "onafhankelijkheid" nog niet eens kunnen spellen.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Wilders. Dan geef ik het woord aan de heer Hoekstra van het CDA.

De heer Hoekstra (CDA):
Voorzitter, dank u wel. Goed dat ik even mocht warmdraaien bij de interruptiemicrofoon. Laat ik beginnen met het hartelijk danken van mevrouw Hamer, in de eerste plaats voor haar engelengeduld en ook voor haar inlevingsvermogen. Daar heeft het de afgelopen weken in ieder geval allemaal niet aan gelegen en ook niet haar buitengewoon noeste arbeid. Als je het zou uitrekenen, geloof ik dat we in nog meer permutaties hadden kunnen langskomen, maar verder heeft ze zo ongeveer alle combinaties wel aan haar bureau zien verschijnen.

Voorzitter. Dan over wat er op tafel ligt. Het is er één in de categorie "zo moet het maar"; ik denk dat we daar eerlijk over moeten zijn. Als we eerlijk zijn, heeft het ergens het midden tussen een surplace en de snelheid van de slak. Tegelijkertijd denk ik dat het voor velen aanvaardbaar is. Ondanks de hele hoge verwachtingen die er aanvankelijk waren en ondanks het forse verlies — de heer Wilders kon het niet nalaten daar nog even fijntjes op te wijzen; dat is een van de weinige dingen in zijn betoog die wel klopten — hebben we als CDA steeds gezegd: we gaan ons constructief opstellen. Een groot aantal opties is voor ons dus potentieel bespreekbaar om daarmee een coalitie te vormen. Ik heb richting mevrouw Hamer volgens mij wel zes, zeven of acht verschillende varianten genoemd, overigens allemaal om ze te verkennen, want het voorbehoud dat daar dan ook voldoende te halen moet zijn, blijft natuurlijk bestaan. Ik heb ook aangegeven — dat was in de discussie over het eindverslag; mevrouw Hamer zal dat herkennen — dat er wat ons betreft meerdere vervolgstappen denkbaar zouden zijn, zoals verder praten met de zes, verder praten met vier, de heer Rutte eens een keer iets in z'n eentje laten doen, maar dat ook deze variant met de twee voor ons aanvaardbaar is, al blijft de grote vraag natuurlijk wel wat dit zo meteen precies oplevert. Dat zeg ik overigens zonder cynisme, maar het antwoord daarop ligt natuurlijk nog in de toekomst besloten.

Voorzitter. Ik heb één inhoudelijke vraag aan mevrouw Hamer. In haar verslag spreekt ze over een werkgroep van de Kamer die de agenda van het versterken van de democratische rechtsorde moet gaan uitwerken. Dat is een onderdeel van het stuk waar zij en ik ook vaak over hebben gepraat. Dat is voor het CDA een aangelegen punt. Er staan veel dingen in waarmee mijn fractie het zeer eens is, maar nu is inmiddels ook de heer Van der Staaij aan het werk gegaan. Hij was weliswaar al aan het werk, maar hij is ook aan het werk gegaan met een werkgroep van de Kamer, die ook gaat over de agenda van het versterken van de democratische rechtsorde. Mijn vraag aan haar is hoe ze het werk van de commissie ziet in relatie tot de voorstellen die zij zelf doet, want in mijn optiek is er een grote mate van overlap. Maar misschien zijn er ook wel dingen die elkaar aanvullen. Ik denk dat het goed is om dat, met een woord dat steeds meer opgang vindt, uit te klaren in dit debat.

Voorzitter. Wat de formatie ons ook nog brengen zal, wij zullen ons als CDA blijven inzetten voor een eerlijke en sterke economie en voor een veilige en inclusieve samenleving voor alle Nederlanders, waarbij we voorbij het systeemdenken gaan naar dienstbare instituties, met balans tussen leren, werken en zorgen en waarbij de menselijke maat vooropstaat, met bij dit alles indachtig in het bijzonder de volgende generatie, die vaak, ook in dit huis, vergeten wordt.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Ouwehand, dit is uw laatste interruptie.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Die besteed ik met liefde aan het CDA.

De heer Hoekstra (CDA):
Die is wederzijds, voorzitter.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Dat is mijn favoriete counterpart hier in de Kamer. Ja, want zoals gezegd, ik ben dus ook op zoek naar hoe ik mijn bijdrage kan leveren aan een stukje vrolijkheid. En toen dacht ik: nou, het was per slot van rekening het CDA dat het stikstofplan had bedacht dat door de rechter is afgeschoten, waardoor het hele land stil kwam te liggen en zo. En we hebben de heer Hoekstra allemaal moeilijke dingen horen zeggen de afgelopen weken. Maar mijn eenvoudige vraag is: voelt het CDA eigenlijk een verantwoordelijkheid om deze problemen uit de koker van het CDA ook gewoon op te gaan lossen?

De heer Hoekstra (CDA):
Eerst even over die vrolijkheid: ik meen mevrouw Hamer zo begrepen te hebben, dat zij dat als algemene opdracht heeft neergelegd. Dus als mevrouw Ouwehand daarvan zou zeggen dat dat voor haarzelf eigenlijk te hoog gegrepen is, zou ik dat kunnen begrijpen.

Wat betreft de stikstof: daar hebben wij al vaker van gezegd, ook in de dialoog met de informateur, dat dat natuurlijk een van de grote en ook urgente problemen is die we omwille van de natuur, maar ook omwille van wat we allemaal willen op het gebied van bouwen, op het gebied van wonen, zullen moeten aanpakken. Dus daar is het demissionaire kabinet over aan het nadenken. Daar ligt ook een belangrijke opdracht straks voor de formerende partijen. Dus als zij zegt of aan mij vraagt "staat dat hoog op het lijstje in de categorie én belangrijk én urgent?", dan ben ik dat met haar eens.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Ja, leuk, maar dat was natuurlijk de vraag niet. En ik sluit helemaal niet uit dat wij niet om hetzelfde kunnen lachen bij het CDA en bij de Partij voor de Dieren. Maar ik zou de heer Hoekstra toch willen voorhouden dat het toch ook zijn kabinet was. Ik noemde het al even: het was onder Balkenende IV dat het plan bedacht is. Hij heeft nu ook geregeerd en een zogenaamde aanpak voor die stikstofproblematiek gepresenteerd, waarbij nu alweer duidelijk is dat we weer voor de rechter gaan verschijnen. Dus ook als het kabinet heel erg lang demissionair doorgaat, waar het wel een beetje op lijkt, dan lijkt het toch de verantwoordelijkheid van het CDA te worden om dat probleem op te lossen, en dus én boeren én Nederlanders duidelijk te moeten maken dat we het aantal dieren in de veehouderij fors gaan laten krimpen. Kijk, en als het CDA dát gaat uitvoeren, dan wordt de Partij voor de Dieren heel vrolijk.

De heer Hoekstra (CDA):
Dat is geen beleidsdoel op zichzelf, dat laatste, en dat zal mevrouw Ouwehand mij vergeven. Kijk, ik wil natuurlijk graag alle goede werken van het CDA, maar ook van de drie voorlopers van het CDA, allemaal in dit debat naar me toe harken. En toch denk ik dat ik, als ik Balkenende IV "mijn kabinet" ga noemen, met onder anderen de heer Balkenende een ingewikkeld gesprek heb. Wat ik net gezegd heb, wil ik graag nog een keer herhalen: er ligt een levensgrote opgave op het gebied van klimaat; er ligt ook een levensgrote opgave op het gebied van stikstof. Ze zijn allebei belangrijk, ze zijn ook allebei urgent, maar in de Nederlandse context is die stikstofvraag zeer urgent. Waarom? Omdat er ook allerlei andere maatschappelijke vragen mee verknoopt zijn. Dat is een van de redenen geweest dat ik dat bij herhaling — mevrouw Hamer zal dat zo meteen voor de Partij voor de Dieren beamen — heb opgebracht. En dat is ook de reden dat ik samen met een paar collega's in het kabinet doende ben om te kijken hoe je wat kan klaarleggen voor een volgend kabinet, zou dat er ooit komen. Dus het belang is evident. Dat er allerlei lastige vragen aan vastzitten, dat ben ik ook met mevrouw Ouwehand eens. En zou zij besluiten aan te schuiven bij formerende partijen, dan kunnen we daar misschien nog een keer van gedachten over wisselen.

De voorzitter:
De heer Wilders, ook voor zijn laatste interruptie.

De heer Wilders (PVV):
Ja, voorzitter. Even over de heer Omtzigt. Vorige keer tijdens het debat heb ik het daar ook over gehad. Het is ook voor dit onderwerp relevant, want vanaf september heeft uw partij één zetel minder in dit huis, als de heer Omtzigt terugkomt van ziekteverlof. Ik vraag aan de collega van het CDA hoe het in hemelsnaam zo ver heeft kunnen komen dat door u, althans uw partij, binnen uw fractie, over een collega, zijnde de heer Omtzigt, toch breed gewaardeerd in dit land, wordt gesproken als ... Ik citeer, mevrouw de voorzitter, kort de Volkskrant, screenshots waarin over hem als die "fokking eikel met die naziposters" wordt geschreven. En in gesprekken wordt hij — ik citeer weer, voorzitter — "een ongelofelijke klootzak", een "teringhond" en "echt gestoord" genoemd. Binnen uw fractie, binnen uw partij.

De heer Hoekstra (CDA):
Nee, voorzitter ...

De voorzitter:
Uw vraag is helder. De heer Hoekstra.

De heer Wilders (PVV):
Partij, fractie. Er staat, geloof ik, "tussen fractiemedewerkers en partijleden". Nou, goed; iedereen. Hoe kan dat zo ontsporen, dat iemand als de heer Omtzigt — u staat hier toch namens het CDA vandaag, ik mag u erop aanspreken — dit soort dingen naar zijn hoofd krijgt?

De heer Hoekstra (CDA):
Het is waar dat er tussen leden van onze partij berichten zijn gewisseld. Dat zijn berichten die — dat heb ik bij herhaling gezegd — zeer ongelukkig zijn. Maar als je een partij met leden hebt, is die stijlfiguur wel mogelijk. Het zou goed zijn als de PVV-fractie, de heer Wilders, dat ten langen leste ook zou overwegen. Want zijn partij … Nee, hij hoeft niet te pruttelen bij de microfoon. Hij heeft net aan mij gevraagd …

De voorzitter:
De heer Hoekstra is aan het woord.

De heer Hoekstra (CDA):
Hij heeft net aan mij gevraagd of ik het kon opbrengen om hem te laten uitpraten. Toen heeft hij er alle tijd voor genomen. Ik vond dat zo'n goed voorbeeld; ik ga hem dat gewoon nadoen.

Dus, voorzitter, ik ga toch nog even beginnen bij het begin. Het is belangrijk om elk van die instituten die kwetsbaar zijn in de democratie hoog te houden, hoe moeilijk dat ook is en hoe moeilijk het soms is met leden. Ik zie de gemakkelijke variant van de heer Wilders ook wel. Je ziet ook wat er misgaat, ook in mijn eigen partij, zal ik ruiterlijk erkennen. Maar vanuit democratisch oogpunt is er toch heel veel voor te zeggen om ervoor te zorgen dat iedereen in zo'n partij dezelfde positie heeft, mag meepraten en mag stemmen. We hebben hier een partij en een partijleider, de heer Wilders — hij staat hier weer aan de interruptiemicrofoon iemand anders de maat te nemen — die in z'n eentje de baas is, alles bepaalt en het enige lid is van zijn partij. Hij noemt dit parlement het nepparlement. Hij heeft een veroordeling bij de Nederlandse strafrechter, de onafhankelijke Nederlandse strafrechter, aan zijn broek hangen. Hij vindt dat wij een premier als Orbán verdienen en zegt dat tegen de heer Rutte. Vervolgens komt hij hier spreker na spreker na spreker op de hoogst mogelijke toon de maat nemen.

De heer Wilders (PVV):
De heer Rutte lachte net heel vriendelijk. Als ik er sta, lacht hij niet, wel als zijn vriendje er staat. Met z'n tweeën één pot nat. Maar is dat, die heel lange tirade, nu uw antwoord op mijn vraag? Het mag hoor. Waarschijnlijk gaat u die dadelijk herhalen; ik luister met alle plezier. Maar is dat het antwoord op mijn vraag? Als u het niet voor mij doet, dan op zijn minst iets meer respect voor de heer Omtzigt. De heer Omtzigt is weggegaan, omdat er binnen uw partij over hem werd gesproken als een Hitler, een klootzak, een teringhond. Er werden hitlersnorretjes getekend. U mag van mijn partij vinden wat u wil. Al zegt u het nog tien keer, maar misschien …

De heer Hoekstra (CDA):
Dat ga ik doen. Dat is een goed voorstel.

De heer Wilders (PVV):
Ik ben nog aan het woord. Snapt u dat? Ik ben nog aan het woord. Misschien kunt u uit respect voor de heer Omtzigt iets meer zeggen over hoe dat zo is gekomen. Misschien kunt u zeggen dat u in ieder geval vindt dat dat niet kan en dat u er wat aan heeft gedaan. Dat is politiek relevant. Maar als u het over fatsoensnormen van mij en over het fatsoen van uw eigen partij heeft, dan is het antwoord niet: begin zelf ook een partij, dan kunt u ook dat soort dingen krijgen. Nee, er zijn smerige teksten naar Omtzigt gegaan en u loopt ervoor weg. U durft er niets over te zeggen. U bent gewoon een grote bangerik.

De voorzitter:
De heer Hoekstra, heel kort graag.

De heer Hoekstra (CDA):
Nee, voorzitter, we gaan dit hier helemaal uitklaren. Ik leer elke dag bij. Ik merk dat het de heer Wilders zo goed bevalt om zelf lang aan het woord te zijn. Hij is denk ik halverwege de cursus selectief luisteren, dus ik herhaal wat ik net aan het begin zei, namelijk dat ik het zeer ongelukkig vind dat partijleden — partijleden — van het CDA deze opmerkingen naar elkaar hebben gemaakt. Maar het grote voordeel is dat binnen het CDA, ook op het moment dat het niet goed gaat, iedereen bereid is om daar verantwoording over af te leggen. We gaan daar met elkaar over in gesprek. Uiteindelijk probeer je dat met elkaar in transparantie op te lossen. Mijn vraag aan de heer Wilders was, is en blijft: probeer dat ook eens! Probeer dat in al die gevallen, en probeer dat ook ten aanzien van het sms'je. Doe dat gewoon. Doe dat gewoon! Als Grapperhaus en Halsema een sms-conversatie hebben, bent u er als de kippen bij om hier aan de microfoon te vragen om "volstrekte openbaarheid, vanmiddag nog". Doet u dit ook, vanmiddag nog.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Hoekstra. Ik wil de leden het volgende vragen. Het gaat over heel veel andere onderwerpen, maar we hebben het echt over de formatie. Dus ik ga daar nu wat minder ruimte aan geven, want anders gaat het over van alles behalve over het formatiedebat.

Ik geef het woord aan mevrouw Marijnissen.

De heer Hoekstra (CDA):
U ging ervan uit dat ik klaar was, voorzitter? Dank u wel.

De voorzitter:
Daar ging ik eigenlijk van uit. Klopt dat ook? Dank u wel, meneer Hoekstra. Mevrouw Marijnissen van de SP. Gaat uw gang.

Mevrouw Marijnissen (SP):
Voorzitter, dankjewel. Dit zou vandaag inderdaad een debat over de formatie moeten zijn, maar waar we het afgelopen halfuur naar hebben gekeken, weet ik ook niet precies. Ik denk niet dat veel mensen wijzer zijn geworden over de formatie. Die formatie is al drie maanden onderweg sinds de verkiezingen. Als het aan de planning ligt die nu voorligt, dan zal het zo'n vijf maanden na de verkiezingen zijn voordat er pas echt serieus onderhandeld wordt. We hebben het debacle van verkenner Ollongren gezien. We hebben de discussie over "functie elders" gezien. We hebben de leugens van Mark Rutte daarna gehoord. We hebben hier een door de oppositie breed gesteunde motie van wantrouwen gezien. Nu hebben we de zoveelste mislukte formatiepoging, waarin informateur Hamer aangeeft dat partijen het op de inhoud eigenlijk wel eens zijn, maar dat er gekissebist wordt over wie met wie wil. Kan zij daar iets meer over vertellen, is mijn vraag aan haar.

Voorzitter. Het kost allemaal heel veel tijd. Ik weet eigenlijk wel in wiens belang die tijd is. Die tijd is niet in het belang van de mensen die op dit moment niet eens een fatsoenlijk, betaalbaar huis kunnen vinden, want er gebeurt geen zak met de woningcrisis. Die tijd is ook niet in het belang van alle zorgverleners die nog steeds wachten op hun salarisverhoging. De motie daarover van de SP is hier aangenomen. Er gebeurt geen zak. Die tijd is ook niet in het belang van alle mensen die een minimumloon hebben en die de hele verkiezingscampagne te horen hebben gekregen dat het minimumloon nu ook echt omhoog moet. Er gebeurt geen zak. Mensen kunnen nog steeds niet rondkomen. Die tijd is niet in hun belang, maar die tijd is wel in het belang van Mark Rutte. Mark Rutte, wiens kabinet is gevallen, maar die gewoon een nieuw kabinet wil formeren. Mark Rutte, waarvan de hele oppositie hier breed heeft gezegd "we hebben er geen vertrouwen meer in", maar die gewoon door wil. Nu hoorde ik de informateur zeggen dat de discussie over dat vertrouwen in Mark Rutte een beetje was weggeëbd. Dat was volgens mij het woord dat zij daarvoor gebruikte. Ik zou willen vragen of zij zou willen toelichten waar zij dat precies op baseert, ook omdat ik me kan voorstellen dat het bijvoorbeeld voor die getroffen gezinnen in het toeslagenschandaal heel pijnlijk is om te horen dat iets is "weggeëbd". Want voor die mensen is nog helemaal niks weggeëbd op dit moment.

Voorzitter. De SP heeft zeker ideeën voor Nederland en voor een nieuw regeerakkoord. Ik zal er hier een paar noemen.

Eén. Het stoppen met het vermarkten van wat van ons allemaal is. Wat we zo belangrijk vinden, moeten we samen organiseren en betalen: zorg, veiligheid, onderwijs, infrastructuur, kinderopvang.

Twee. Het organiseren van de solidariteit, ook tussen generaties. Dan heb ik het over AOW, maar ook over een goede studiebeurs. Dan heb ik het over geen roofbouw plegen op onze aarde.

Drie. Fundamentele hervormingen van onze economie; een economie die werkt voor iedereen. Gisteren was in het nieuws dat er het afgelopen jaar, tijdens de coronacrisis, 214.000 miljonairs bij zijn gekomen — 214.000 miljonairs! Tegelijkertijd stijgt het aantal mensen dat dakloos is en het aantal mensen dat naar de voedselbank moet. Die ongelijkheid moeten we aanpakken. In deze crisis zijn de kosten van de crisis gecollectiviseerd. Ons belastinggeld gaat op dit moment namelijk met miljarden naar bedrijven. Die bedrijven gaan straks weer winst maken. Wat gebeurt er met die winst? Wordt die winst ook verdeeld over de samenleving? Dat vermoed ik niet. Die winst zal verdeeld worden onder de aandeelhouders. Dus de kosten van de crisis zijn voor de gemeenschap en de winsten zijn voor de aandeelhouders. Dat moet veranderen.

We gaan een Rutte IV krijgen. Zoveel is duidelijk, want er zijn in deze Kamer kennelijk genoeg partijen die een Rutte IV mede mogelijk willen maken. De SP zal dat niet doen. Daar zijn we altijd helder over geweest. We krijgen nu ook — ik noemde het net al even — de zomerslaap. Zo komt het toch een beetje op mij over. Twee demissionaire ministers gaan iets schrijven. Dat zou moeten leiden tot nieuw leiderschap en een nieuwe bestuurscultuur. Ik vraag mij af hoe geloofwaardig dat is. Wij zijn niet cynisch, zeker niet, maar ik verwacht wel een stevige oppositietijd voor de SP.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik eerst het woord aan mevrouw Van der Plas en dan aan mevrouw Kaag.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Ik wil eigenlijk een punt van orde maken. Want D66 en VVD worden geacht straks te gaan schrijven, maar de fractieleider van de VVD is tijdens het hele betoog van mevrouw Marijnissen niet in de zaal. Ik vind dat eerlijk gezegd niet kunnen. Ik hoor zelfs heel hard lachen op de gang. Ik zou eigenlijk willen vragen of de heer Rutte en mevrouw Kaag gedurende dit debat, waarin gewoon elke partij een serieuze inbreng heeft, waarmee je het eens kunt zijn of niet, gewoon in de zaal willen blijven zitten, tenzij er natuurlijk een hele dringende boodschap is. Maar ik stoor me daar wel aan.

De voorzitter:
U heeft uw punt van orde gemaakt. Volgens mij wordt dat ook gehoord. Het is uiteindelijk aan de leden, maar het is inderdaad wel goed om daar even aandacht voor te vragen.

Mevrouw Kaag (D66):
Ik was hier gewoon, dus ik heb mevrouw Van der Plas gehoord. Ik wilde even zeggen dat de heer Rutte en ik — of "ik en de heer Rutte", maar het is "de heer Rutte en ik" — hier als partijleiders zijn, en niet als demissionair ministers.

Mevrouw Marijnissen (SP):
Ik wil daar kort op reageren. Ik zie dat de heer Rutte inmiddels ook weer aan boord is en meeluistert. Dat is fijn. Ik begrijp dat u vandaag in deze rol zit, mevrouw Kaag — vanzelfsprekend — maar u heeft natuurlijk ook een rol in het demissionaire kabinet. Daar mag ik u natuurlijk ook op aanspreken. Ik vraag u keer op keer op keer om eens concreet te worden. Er hebben veel mensen op D66 gestemd. Zeg nou eens: wat zijn voor u de ijkpunten voor dat progressieve regeerakkoord dat er uiteindelijk moet komen? Maar dat wordt mij niet duidelijk, want als ik dat vraag, dan komt er niks. Verwijt mij dan dus niet dat het beeld nu bestaat, en echt niet alleen bij de SP-fractie ... Het is misschien ook een beetje de kloof tussen Den Haag en de rest van het land, maar het beeld bij heel veel mensen op dit moment is dat er een zomerslaap komt, dat u met z'n tweeën gaat schrijven, dat eigenlijk niemand weet welke kant het opgaat, dat er ook nog een vakantie achteraan wordt geplakt en dat er dan half augustus — serieus? — vijf maanden na de verkiezingen, pas echt serieus onderhandeld gaat worden.

Mevrouw Kaag (D66):
Even heel praktisch. Ik heb een aantal goede voorbeelden genoemd, maar mevrouw Marijnissen wil het niet horen of wil het niet accepteren. Dat is fijn.

Er is een proces. Dat is uitvoerig besproken. We horen zo van de informateur wat er gaat spelen.

En uw eerste punt was een punt van orde. Wij zitten hier allemaal als collega-Kamerleden, dus het is niet gepast om die hoeden dan gemakshalve even te mengen. Degenen die demissionair minister zijn, zitten geen van allen in vak-K. We staan hier en kunnen gelukkig ook een keertje terugpraten wanneer er dingen worden gesuggereerd, laat staan wanneer er buiten kaders wordt getreden. Maar het is heel belangrijk dat ik wel weet waar wij voor staan. Dat weet de kiezer ook. En daar hebben we ook 24 zetels aan te danken. Een groot verschil met de SP!

Mevrouw Marijnissen (SP):
Het zit mevrouw Kaag nogal hoog, begrijp ik. Volgens mij kan zij ook in haar andere rol gewoon terugpraten, zoals ze dat noemt. Het gaat mij erom dat ik nog steeds geen duidelijk antwoord krijg als zij zich blijft verhullen achter vaag taalgebruik als "uitdagingen voor de toekomst" en "ambities voor de volgende generatie". Ik word daar niet wijzer van.

Mevrouw Hamer, ik heb de, volgens mij, 108 pagina's allemaal bestudeerd. Ik heb ze gisteren allemaal gelezen. Ik heb net een aantal hoofdpunten zoals die geformuleerd zijn, genoemd. Dan gaat het over een duurzame economie, dan gaat het over gezondheid. Dat is zo'n open deur, dat is zo niks zeggend, dat het volgens mij heel normaal en legitiem is dat ik hier aan u vraag waar u zo'n regeerakkoord op gaat toetsen, waar u op inzet. En het wordt keer op keer niet helder.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Marijnissen. Het is inderdaad goed om even aan te geven dat mensen hier niet zijn vanuit hun rol als lid van een demissionair kabinet maar als fractieleider. Ik wil even vijf minuten schorsen, om even de benen te strekken, zullen we maar zeggen. Dan wil ik mevrouw Ploumen en de heer Klaver vragen om hun inbreng te leveren. Daarna wil ik schorsen voor de lunch. Ik hoop dat dat kan rekenen op uw medewerking.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

De voorzitter:
Ik wil aan de leden vragen om hun plaats weer in te nemen, ook aan mevrouw Hermans en de heer Jetten. Dan kunnen we weer doorgaan naar de andere leden, die dan ook de aandacht kunnen krijgen, eerst mevrouw Ploumen van de PvdA. Een aantal leden hebben aangegeven dat ze iets langer willen doorgaan, dus we gaan even kijken hoever we komen. Maar ik zou toch wel rond 14.00 uur een lunchpauze willen houden. Het woord is eerst aan mevrouw Ploumen van de PvdA.

Mevrouw Ploumen (PvdA):
Voorzitter, dank u wel. Laat ik beginnen met de informateur te bedanken voor haar grondige werk en voor haar eindverslag. Een informateur heeft zoveel ruimte als de partijen haar geven. Dank voor haar inzet en dank ook voor de vastberadenheid waarmee ze haar opdracht tot een goed einde wil brengen.

Voorzitter. Nederland staat voor een grote opgave. De ongelijkheid tussen mensen neemt toe. Bestaanszekerheden, hele gewone dingen als een betaalbaar huis, zorg die beschikbaar is, een bevoegde leraar voor de klas, staan onder druk. Mensen voelen dat de overheid niet langer aan hún kant staat en dat móét veranderen. Er is snel een nieuw kabinet nodig, een kabinet dat wat ons betreft kan rekenen op een breed draagvlak in de samenleving en in het parlement.

Drie maanden na de verkiezingen is zo'n kabinet nog lang niet in zicht. Er wordt nu gemikt op het starten van gesprekken half augustus. Alsof er geen problemen zijn om op te lossen en alsof een demissionair kabinet, dat er nu zit en dat is afgetreden om het toeslagenschandaal, gewoon maar door kan regeren. Kiezers die op 17 maart kozen voor partijen die het toen nog hadden over het belang van een breed draagvlak, het belang van een snelle formatie, voelen zich denk ik wel een beetje bekocht. Want het zijn diezelfde partijen die nu niet willen praten over de vorming van een coalitie die kan rekenen op een meerderheid.

Voorzitter. Natuurlijk, het is het goede recht van het CDA en de VVD om elkaar vast te houden, zoals GroenLinks en de Partij van de Arbeid dat ook doen. Maar ik constateer wel dat waar twee linkse partijen bereid zijn gesprekken te starten over een meerderheidscoalitie, twee rechtse partijen dat niet willen.

Voorzitter. VVD en D66 gaan nu aan de slag; zij gaan schrijven. Zij zijn de grootsten geworden en dan is dat aan hen. Maar ik vind het toch een keuze uit zwakte, want Nederland — zo is onze geschiedenis eigenlijk steeds — komt verder als partijen bereid zijn om met elkaar in gesprek te gaan, om te kijken welke problemen we samen kunnen oplossen, wat daarvoor nodig is: kunnen we tot elkaar komen?

De voorkeur van mijn fractie gaat er daarom naar uit om daar gewoon mee te beginnen. Er zijn verschillende meerderheidscoalities denkbaar. Met linkse partijen voor een zo progressief mogelijk kabinet, maar wie naar de uitslag kijkt, ziet dat er ook andere opties zijn. Hoe dan ook, de mensen vragen zich af: worden onze problemen opgelost? Kom tot elkaar, praat met elkaar. Er is onverminderd haast geboden om tot oplossingen te komen waarmee we recht doen aan de mensen in Nederland.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. Een interruptie van de heer Hoekstra van het CDA.

De heer Hoekstra (CDA):
Het is het recht van iedere fractievoorzitter om toe te lichten hoe zijn eigen fractie hierin staat. Eén ding wat mevrouw Ploumen net zei over wat de positie van het CDA zou zijn, wil ik toch echt markeren als anders dan hoe ik het net heb gezegd en hoe ik het bij de informateur heb gezegd — die zal dat kunnen beamen — en hoe ik het ook met mevrouw Ploumen heb besproken. Ik vind het belangrijk om dat te herhalen. Dat is dat dat wij de hoge verwachtingen bij de verkiezingen niet hebben waargemaakt. Dat hebben we steeds gezegd. Het is gegeven de uitslag logisch om de oppositie in te gaan. Gegeven hoe ingewikkeld die uitslag is, zijn we toch bereid te praten over een meerderheidskabinet. Ik heb steeds aangegeven dat er een heel breed palet aan partijen is, van de SGP en JA21 tot Volt en de Partij van de Arbeid en GroenLinks. Dan vergeet ik er nog één of twee; de SP heb ik eerder ook genoemd. Wij zijn bereid om het in al die varianten te verkennen. Ik vind het belangrijk om dat te markeren, want het is fundamenteel anders dan mevrouw Ploumen net suggereerde richting het CDA.

Mevrouw Ploumen (PvdA):
Wat ik vooral onthouden heb, is dat de heer Hoekstra een rijtje partijen heeft opgenoemd die het CDA uitsluit: PVV, Forum voor Democratie, Partij van de Arbeid en GroenLinks. Voorzitter, dat vind ik volstrekt onbegrijpelijk.

De heer Hoekstra (CDA):
Nu ga ik het toch nog verder aankleden, want dit doet geen recht aan het gesprek dat mevrouw Ploumen en ik samen hebben gehad met de informateur, en wat ik hier ook zal herhalen. Ik heb steeds aangegeven, al voor de verkiezingen, dat het CDA er een principieel bezwaar tegen heeft om te regeren met de PVV en met Forum voor Democratie en dat we dat principiële bezwaar niet zullen laten varen. Ik heb daarnaast ook steeds aangegeven dat, hoewel de uitslag vanuit ons perspectief bedroevend is, we eventueel bereid zijn mee te praten met een heel scala aan partijen. Daar horen nadrukkelijk de PvdA en GroenLinks bij, ondanks de grote inhoudelijke verschillen. Het is belangrijk om dat keer op keer te markeren, want mevrouw Ploumen suggereert dat dat anders is. Nee. Ik had graag gewild dat die twee partijen niet een betonnen zwemvest hadden aangedaan en open zouden staan voor de discussie. Wij zouden graag met de PvdA en eventueel ook met GroenLinks willen verkennen. Maar ik vind het ook logisch om te kijken naar de kleinst mogelijke meerderheid in de Tweede Kamer. Wat mevrouw Ploumen zegt, is echt niet juist.

Mevrouw Ploumen (PvdA):
Ik doe niet meer dan de woorden van de heer Hoekstra herhalen. Ik had ook liever gehad dat hij die niet had uitgesproken, want het is het verkeerde rijtje. In voetbaltermen is het meen ik het linkerrijtje waar ik het liefst in zou staan. Het is prima dat de heer Hoekstra zegt te willen praten. De Partij van de Arbeid is ook bereid om te praten; dat delen we met elkaar. Wij hebben steeds gezegd dat we dat graag samen met GroenLinks doen. We wilden dat ook best doen met twee rechtse partijen die elkaar vasthouden; dat is hun goed recht. Maar het is het CDA dat een blokkade op die gesprekken opwerpt.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Klaver van GroenLinks.

De heer Klaver (GroenLinks):
Voorzitter. Ook ik wil beginnen met een groot woord van dank aan de informateur en haar team voor alle gesprekken die zij heeft gevoerd. Zij heeft de bijna onmogelijke opdracht die was gegeven tot een einde gebracht zodat er in ieder geval een vervolg komt in het formatieproces. Veel dank daarvoor.

Voorzitter. Ik moest gedurende het debat vaak denken aan de 70.000 kinderen die het slachtoffer zijn van het toeslagenschandaal, 70.000 kinderen die door toedoen van de overheid de afgelopen jaren in armoede zijn opgegroeid. En terecht is het kabinet daarom afgetreden. 70.000 kinderen. Ik heb het echt niet vaak dat ik hier in de zaal sta en me schaam voor wat hier gebeurt, maar mijn hemel, wat was dit voor vertoning? En meneer Wilders, met u voorop. Het is niet de grote Geert Wildersshow, het is niet de show wie het leukste kan debatteren, wie het meest spitsvondig is en het meest agressief kan zijn, wie leuk kan zeggen dat de leider van de VVD de trekpop is van D66. Daar gaat het niet om.

De heer Wilders (PVV):
Wel waar.

De heer Klaver (GroenLinks):
Leuk, nu doet u het weer: grappen maken. Ga cabaret doen, ga een eindejaarsconference maken. Waar het hier om gaat, is dat we problemen van mensen moeten proberen op te lossen. Van 70.000 kinderen — dat zijn net zo veel kinderen als dat er mensen in Gouda wonen, een hele stad — is de jeugd afgenomen. Dat zijn mensen die in armoede zijn opgegroeid. Dat zijn de mensen voor wie wij het moeten doen. We noemen in Den Haag de politiek vaak een spel, maar dat spel is gemakkelijk te spelen als je niets te verliezen hebt, als je een vast inkomen hebt, zoals wij als Kamerleden, en als de tijd geduldig is, zoals mevrouw Marijnissen zei. Maar de tijd is niet geduldig voor die 70.000 kinderen. Tijd is niet geduldig voor al die mensen die geen huis kunnen vinden. Tijd is niet geduldig als we klimaatverandering willen aanpakken.

Daarom is het van het grootste belang dat er snel weer een missionair kabinet komt, dat kan rekenen op breed draagvlak in de Tweede Kamer en wat mij betreft ook in de Eerste Kamer. Ik snap mevrouw Marijnissen als zij vraagt: moet je nou wel gaan regeren met de heer Rutte? Ik denk eerlijk gezegd niet dat de heer Rutte heel erg gaat veranderen. Maar om met elkaar verder te komen in dit land probeer je, ondanks allerlei tegenslagen die je tegenkomt en ondanks verkiezingsuitslagen, stappen verder te zetten. De Partij van de Arbeid en GroenLinks zetten de stap door te zeggen dat zij ondanks alles wat er is gebeurd, toch bereid zijn om te gaan praten. Ik weet niet of we eruit komen, maar laten we het eens proberen op de inhoud.

Sommigen zeggen: er ligt hier iets van de informateur wat weinig substantie heeft. Ik ben het er niet mee eens. Als je ziet hoe hierin wordt beschreven wat de grote uitdagingen zijn, dan is dat fors. Er wordt ronduit gesproken over de toegenomen ongelijkheid die moet worden aangepakt. Dat heb ik niet eerder zo gezien in een verslag van een informateur. Wat er wordt geschreven over klimaatverandering en welke extra stappen gezet moeten worden, heb ik niet eerder gezien. Er zijn zes partijen die zeggen dat dit een goed startpunt is om verder te gaan. Leg mij maar uit of, nog beter, leg Nederland maar uit waarom je dan niet zou kunnen onderhandelen over een meerderheidscoalitie. Het is niet uit te leggen. Je zult met elkaar dat gesprek aan moeten. En ja, dat willen wij met de Partij van de Arbeid doen, zoals de VVD en het CDA dat ook graag met elkaar willen doen. Ik weet niet of we eruit komen. Ik weet het echt niet, want de verschillen zijn nog steeds groot. Maar je moet het met elkaar in ieder geval proberen.

Ik vind het echt teleurstellend dat dat niet gebeurt en dat het CDA voorop zo stevig is in de afwijzing, in plaats van te kijken hoe je inhoudelijk met elkaar verder zou kunnen komen. Ik steun de stappen die de informateur nu schetst, want uiteindelijk is politiek veel te belangrijk voor politieke spelletjes of voor de vraag wie je wel of niet aardig vindt in dit vak, hoe het beeld is en hoe het er precies uitziet. Beeldvorming is in dit vak veel en veel te dominant. Dan staat er weer ergens een filmpje over hoe spitsvondig we zijn geweest, maar het gaat erom wat we kunnen betekenen voor de mensen in Nederland. 70.000 kinderen, een stad als Gouda, die door de overheid in de problemen zijn gekomen. Dat is waar we ons op moeten richten. De rest is allemaal bijzaak.

De voorzitter:
Dank u wel. Een interruptie van de heer Rutte van de VVD.

De heer Rutte (VVD):
Even voor de administratie. Ik denk dat er toch een verschil is. Vanuit de VVD geldt dat wij altijd graag werken met partijen als D66 en CDA, omdat die politiek dichtbij ons staan. Maar het is niet zo dat we kabinetten waar zij niet in zitten, uitsluiten. Feit is wel dat met deze verkiezingsuitslag het simpelweg bouwen van een stabiel meerderheidskabinet met, buiten de VVD, ook D66 en CDA niet mogelijk is. Dat vind ik wel een verschil in de samenwerking die u zoekt met mevrouw Ploumen. Die respecteer ik, maar het is wel een verschil. Ik hoorde het mevrouw Ploumen ook zeggen, maar ik wilde die precisie toch nog even aanbrengen.

De heer Klaver (GroenLinks):
Dat is uw opvatting, maar het is echt spijkers op laag water zoeken. We hebben met elkaar een debat gevoerd over een nieuwe bestuurscultuur. Ik zou het zelfs prima vinden om met zes partijen over een kabinet te onderhandelen. Waarom? Omdat we eens af moeten van het idee dat je de kleinst mogelijke meerderheid nodig hebt, zoals de heer Hoekstra zei, om met elkaar ergens toe te komen. Waarom? Dan beginnen we weer bij de vraag wie met wie, terwijl we dachten dat we iets briljants hadden gevonden met elkaar. Laten we het eens via de lijnen van de inhoud proberen.

Dan nog één ding. Als het gaat over stabiliteit, dan denk ik dat we er, juist in deze tijd, goed aan doen om te kijken naar heel breed draagvlak, juist als we kijken hoe het gaat bij bepaalde partijen. Ik vind het echt een zwaktebod en ongeloofwaardig om te zeggen dat het alleen met het CDA lukt om een stabiel kabinet te bouwen. Meneer Rutte, u weet dat het niet waar is. Er zijn ook combinaties denkbaar zonder het CDA. Ik push daar niet op. Ik snap dat dit voor u ook politiek belangrijk is. Er zijn combinaties denkbaar, maar die zijn voor u onbespreekbaar.

De voorzitter:
Dank u wel. Mevrouw Ouwehand van de Partij voor de Dieren voor haar eerste termijn.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voorzitter, dank u wel. Wie kan en wil met wie? Wie staan er politiek dicht bij elkaar? Heeft het land een kabinet nodig dat stabiel is en dat de uitdagingen van deze tijd gaat oplossen? Jazeker. Maar de belangrijkste vraag die eerst gesteld moet worden, is nog steeds niet geruststellend beantwoord.

Allereerst heeft Nederland namelijk een kabinet nodig dat de rechtsstaat respecteert, dat zich alles wat er in de toeslagenaffaire gebeurd is zwaar aantrekt en dat er alles aan doet om de ongelofelijke schending van onze rechtsstaat en datgene waar burgers op mogen rekenen in Nederland te herstellen. Dat schrikt van nieuwe dreigingen met rechtszaken op het gebied van klimaat en stikstof. Waarom? Omdat je je daar niet aan gehouden hebt. Dat zijn ook rechtsstatelijke zaken. Daar hebben we nog geen begin van gezien. Wat blijft hangen, is: alles moet anders, maar denk maar niet dat ik het anders ga doen.

Voorzitter. De Partij voor de Dieren begint dus graag bij de fundamentele vragen. Ook als het gaat om bijvoorbeeld het herstelplan hebben wij de vraag gemist wat er eigenlijk hersteld moet worden: een economie die in dienst staat van de burgers, die niet zorgt voor de verwoesting van onze leefomgeving, een klimaatcrisis, een biodiversiteitscrisis. Dat kinderen moeten opgroeien in een omgeving met zulke vuile lucht dat ze iedere week in het ziekenhuis zitten met hun astmaklachten. Als je niet weet dat dit je taak is als je mee wilt doen aan een regering, wat doe je dan aan de onderhandelingstafel?

Voorzitter. Volgens mij moeten juist partijen als de VVD en het CDA grote bewegingen maken. Dat zou niet moeten afhangen van de vraag of er een partij aan de onderhandelingen meedoet die zich toevallig profileert op het gebied van klimaat. Je moet zelf het klimaatakkoord van Parijs naleven. Je moet zelf de hogere regelgeving naleven die we hebben ondertekend als het gaat om de stikstofcrisis. Daar zien we nog geen begin van.

Nederland heeft een kabinet nodig waar de bevolking vertrouwen in kan hebben en dat de rechtsstaat op een zodanige manier respecteert dat ook de voor de VVD en het CDA pijnlijke onderwerpen klimaat en natuur ruimhartig en volmondig worden opgelost.

Voorzitter. Wij hebben de informateur verschillende brieven gestuurd, waarvan eentje nadat de Wet dieren was gewijzigd. Wij hebben de informateur erop gewezen dat het al twintig jaar lang op heel breed politiek draagvlak kan rekenen dat we dieren niet meer aanpassen aan het systeem, maar het systeem aan de dieren als het gaat om de veehouderij. Dat waren beloftes van een kabinet met VVD, D66 en de Partij van de Arbeid, gevolgd door — ja, let op — het CDA en de ChristenUnie, die in Balkenende IV zaten. Die plannen werden toen door de hele Kamer gesteund. Sommige partijen vonden dat het niet snel genoeg ging, maar 2022 was de deadline.

De informateur was naarstig op zoek naar onderwerpen waar overeenstemming over was. Hier is politieke overeenstemming over. We hebben dus een kabinet nodig dat een plan maakt om deze gewijzigde wet uit te voeren. Een kabinet dat daarmee begint en de rechtsstaat gaat respecteren, zou het vertrouwen van de bevolking weer kunnen terugverdienen. Dat lijkt me in deze tijden, met de crises die we moeten oplossen, van heel groot belang.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Ouwehand. Dan geef ik het woord aan de heer Segers van de ChristenUnie.

De heer Segers (ChristenUnie):
Dank u wel, mevrouw de voorzitter. Ik wil de informateur hartelijk danken voor haar werk. Ze heeft een flinke training achter de rug bij de SER om partijen bij elkaar te brengen, maar ik denk dat alle vaardigheden die ze daar heeft geleerd, nu echt ook van pas komen in dit proces. Ik wil haar ervoor danken dat ze daarin dienstbaar is aan ons.

We moeten een stap verder. Ik denk dat dat gelukt is en dat het goed is dat er een stap wordt gezet in een heel ingewikkeld proces. Tegelijkertijd voel ik ook ongemak en ik denk dat collega Klaver dat eigenlijk heel eloquent verwoordde. Ongemak over de tijd die nodig is, het politieke onvermogen om patstellingen te doorbreken. Daarin spelen wij natuurlijk ook zelf een rol. Ik vind nog steeds dat de ChristenUnie niet aan zet is om te praten over mogelijke coalitiedeelname. Dat heb ik ook in de gesprekken met de informateur aangegeven. We zijn getalsmatig niet nodig en bovendien moet ik constateren dat wij op dit moment niet door iedereen gewenst zijn.

We voelen ons tegelijkertijd wel verantwoordelijk om op het politieke kruispunt waar we nu staan, te doen wat goed is. We zullen ons de komende tijd zoals altijd, in welke rol dan ook, constructief opstellen. Het komende jaar moet geen verloren jaar worden. Dat kunnen we ons niet veroorloven. Allereerst moeten we werk maken van een overheid die er is voor burgers, een overheid met een gezicht, waar je terechtkan, een loket waar je met je verhaal terechtkan. Er moet recht worden gedaan aan slachtoffers van de toeslagenaffaire. De hersteloperatie in Groningen met een impuls krijgen. Er moet werk worden gemaakt van de nieuwe bestuurscultuur. De informateur doet daar zeer goede aanbevelingen voor. Daar moeten we mee aan de slag en die handschoen pakken we als ChristenUnie graag op.

De ChristenUniefractie is ook positief over de suggestie van informateur Hamer om het demissionaire kabinet aan het werk te zetten met het zogeheten herstelbeleid, nazorgbeleid en achterstallig onderhoud. Zo kan op korte termijn een inhaalslag gemaakt worden die nodig is. Dit kan leiden tot een op onderdelen beleidsrijke begroting. Daarnaast heeft de informateur een aantal urgente uitdagingen benoemd, waar geen tijd te verliezen is, maar waar ook geen eenvoudige oplossing voor de hand ligt. Wat mijn fractie betreft neemt ook hierin het demissionaire kabinet het initiatief om zo snel mogelijk tot breed gedragen en structurele oplossingen te komen.

Tegelijkertijd doet de informateur de suggestie om opdracht te geven aan de leiders van de twee grootste fracties om met een proeve van een regeerakkoord te komen. Of dat tot een doorbraak in de formatie zal leiden, weet ik niet, maar voor nu is het een inhoudelijke stap die wel gezet kan worden wat mij betreft. Het mag duidelijk zijn dat de partijen die dit document op hoofdlijnen gaan schrijven, over veel onderwerpen heel anders denken dan de ChristenUnie. De ChristenUnie zal straks het resultaat van dit proces op de inhoud beoordelen, zoals dat van alle partijen mag worden verwacht. Wij beoordelen uiteindelijke proeven op wat voor de ChristenUnie van belang is: betere zorg voor elkaar, betere zorg voor de schepping en een andere, dienstbare overheid.

Ik dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Segers. Dan zou ik het woord willen geven aan de heer Baudet van Forum voor Democratie, maar die zie ik niet zitten. Dus geef ik het woord aan de heer Dassen van Volt.

De heer Dassen (Volt):
Dank, voorzitter. Allereerst natuurlijk ook een dankwoord aan de informateur. Het was aan de informateur Herman Tjeenk Willink om de formatie in rustiger vaarwater te brengen, om na de debatten over dualisme en de noodzaak van een andere bestuurscultuur, reflectie en bezinning te brengen. Die tijd was nodig. Maar sindsdien lijkt de tijd stil te staan, en dat tegen de achtergrond van een klimaatcrisis, een pandemie, groeiende ongelijkheid en steeds onmenselijker asielbeleid, terwijl we eigenlijk helemaal geen tijd te verliezen hebben. We hoorden de heer Hoekstra na de verkiezingen meermaals zeggen dat het CDA bescheidenheid past en de demissionair premier was na de moties van wantrouwen en afkeuring ook al bescheiden. De inhoud zou leidend zijn.

Nu, een paar weken water, zie ik van zowel bescheidenheid als concrete inhoud nog weinig terug. Zeker, in het verslag van de informateur zie ik belangrijke, grote thema's passeren. Je zou denken dat daarmee de contouren van een regeerakkoord duidelijk zijn. Digitalisering wordt geagendeerd om de opkomst van kunstmatige intelligentie in goede banen te leiden. Europese samenwerking is belangrijk, en dat is mooi. Ik kijk dan ook uit naar de plannen voor het herstelfonds, dat ook meerdere malen wordt genoemd. Kansenongelijkheid moet worden tegengegaan, ons onderwijs verbeterd en de energietransitie in gang gezet. Ook al mooi, maar er staan nog weinig concrete plannen tussen.

Voor de komende periode is het de hoop van Volt dat ook een humanere omgang met vluchtelingen hier en elders in Europa prioriteit wordt. We lezen over illegale pushbacks, over muren met trumpiaanse allure en over asielzoekers die in onze centra jaren moeten wachten tot hun procedure überhaupt eens wordt opgestart. Mevrouw de voorzitter, via u wil ik mevrouw Hamer vragen of dit onderwerp in de gesprekken tot dusver voor veel verdeeldheid tussen de partijen zorgt. Was het een belangrijk thema voor deze partijen? In het verslag gaat het er nog nauwelijks over.

Voorzitter. Het heeft er alle schijn van dat ook oude Haagse rivaliteiten samenwerking in de weg staan. Het gaat niet om de inhoud, maar om het oude spel om de macht. Vier van de zes partijen zitten al in één kabinet. De VVD en D66 zitten ook nog in dezelfde Europese fractie. Wat, anders dan de machtsvraag, verhindert dan dat hier de laatste cruciale stappen kunnen worden gezet? Ik vraag het aan de informateur.

Voorzitter. In de voorbije periode heeft het vertrouwen in de politiek een flinke deuk opgelopen. Dat vertrouwen herstellen we op deze manier niet. Om de rivaliteit te vergeten, helpt het soms om een doel na te streven dat groter is dan het eigenbelang. We hebben de verantwoordelijkheid om kiezers in plaats van cynisme hoop te geven. Het is heel hard nodig om zowel Nederland als Europa klaar te maken voor een snel veranderende wereld.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Dassen. Dan geef ik het woord aan de heer Eerdmans van JA21.

De heer Eerdmans (JA21):
Voorzitter, merci. Het SCP, het CPB, MKB-Nederland, PBL, de Stichting van de Arbeid, de VNG, het IPO, de jongeren, vertegenwoordigers uit de kunst en cultuur, de SER, de Nationale ombudsman, nog een keer het SCP, Arcadis, de Koepel Gepensioneerden, het KBO-PCOB, de ANBO, NOOM, de Landelijke Cliëntenraad, de Raad van Ouderen, Alzheimer Nederland, de Patiëntenfederatie, de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur, dutch digital delta, NLdigital, TU Delft, Stichting Digitale Infrastructuur Nederland, Waag technology, de FME, stichting Natuur & Milieu, de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie, Natuurmonumenten, MVO Nederland, Deltares, Milieu Centraal en Urgenda. Dan zijn we er. Mevrouw Hamer kijkt nu heel boos naar mij. Niet? O, gelukkig, dan is dat een natuurlijke uitdrukking, prima. Het is de stoet van 37 partijen en instanties die langs konden komen bij de informateur, die op de koffie gingen bij mevrouw Hamer en haar voorganger.

We zijn 98 dagen verder en feitelijk zijn we geen millimeter opgeschoten. Waarom niet? Omdat het niet is gegaan over de kernvraag: hebben we vertrouwen en in wie? Is er gewerkt aan vertrouwen tussen elkaar? Wie heeft het lef om zijn nek uit te steken voor Nederland? Het is wel een beetje cynisch, maar twee maanden nadat de Tweede Kamer de opdracht gaf om uit te zoeken wie met wie wil, is het nog totaal onduidelijk wie met wie wil. Het zijn Rutte en Kaag, eenzaam maar samen op formation island. Ik dacht dat er ooit nog een hut beschikbaar was voor JA21, maar ook wij zijn van het eiland verdreven. Nog steeds is onduidelijk waarom precies.

Het had volgens mij in de afgelopen maanden veel meer moeten gaan over het herstel van vertrouwen in elkaar. Dat liever dan zo'n ongekozen lobbycircuit, zo'n circus te laten opdraven en herstelplannen op te stellen. Het had moeten gaan over de cultuur, over hoe we hier met elkaar omgaan en over de cultuur die we erop nahouden, zeker na de "functie elders"-gate en de aangenomen motie van afkeuring — ik herhaal het nog maar even — tegen de heer Rutte. Daar zijn we toch wat al te gemakkelijk overheen gestapt met z'n allen, denk ik, en u, mevrouw Hamer, ook.

Het eindverslag geeft aan met welke inhoud een nieuw kabinet verder moet. Dan zien wij een inclusieve samenleving, het Urgendavonnis, een duurzame economie, digitalisering en innovatie, meer globalisering en internationalisering. Kortom, de lobbycratie heeft haar werk prima gedaan. Maar is dat nou een goede vertaling van de verkiezingsuitslag, waarbij rechts sterker werd en links nog kleiner? Dan moet ik toch wat zeggen, en dat moet mij van het hart. Kijk naar die stoet van 37 partijen die langskomen, die met alle egards op de koffie gaan, en zie tegelijkertijd het gemak waarmee 25 zetels aan die kant, die van de PVV en FVD — dat zijn 1,6 miljoen kiezers — gewoon worden genegeerd. Die worden gewoon buitengesloten; er wordt niet mee gepraat. Ze worden gewoon aan de kant geschoven. Of je het ermee eens wordt, is vers twee, maar er wordt überhaupt niet eens een poging gedaan. Is dat dan de nieuwe cultuur? Is dat dan de nieuwe politiek? Volgens mij bouw je bruggen naar je opponenten en niet naar je vrienden. Hoe ziet u dat eigenlijk, mevrouw Hamer?

Voor JA21, voorzitter, geldt dat wij er heel veel zin in hebben de komende jaren in dit huis. Wij zullen niet het bijzettafeltje worden van D66 en de VVD en wij zullen niet intekenen, dus waarschijnlijk ziet u ons na de zomervakantie weer terug in de oppositie. Of bij de stembus, want ik denk dat het nog weleens een lange hete herfst kan worden.

Dank u wel, voorzitter, voor dit moment.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik het woord aan de heer Van der Staaij van de SGP.

De heer Van der Staaij (SGP):
Mevrouw de voorzitter. Lang, heel lang geleden, bij de verkiezingsformatie in 1956, schoot het niet erg op. Het verhaal gaat dat toenmalig Koningin Juliana wat bezorgd was over de voortgang en dat Willem Drees toen de geruststellende woorden gesproken zou hebben: "Ach Majesteit, weet u, uiteindelijk komt er altijd een kabinet." Misschien kan dat nog enige geruststelling bieden, ook bij degenen die zich nu afvragen of er ooit wel een kabinet komt.

Want het is waar, het snel doorhakken van knopen over de vraag wie met wie, zit er ook nu niet in. De informateur nam gister het woord "impasse" een paar keer in haar mond. Zeker, er is inhoudelijk veel besproken. Ik wil de informateur ook danken voor de grote inzet. Het levert ook inhoudelijke stukken op die zich enerzijds op het demissionaire kabinet richten — wat moet en kan er nu al gebeuren? — die anderzijds bouwstenen meegeven voor een toekomstig kabinet en die daarnaast ook huiswerk geven aan de Kamer. Ik doel op de agenda over herstel en versterking van de rechtsorde.

Ik wil over al deze agenderende stukken niet zuinigjes doen. Het kan ook zeker zijn voordelen hebben als ook andere partijen dan degene die uiteindelijk aan de formatietafel zitten op deze manier inbreng kunnen leveren en niet alles gelijk in de trechter van coalitiepartijen verdwijnt. Ik noem als voorbeeld de toekomst van het landelijk gebied, de versterking van veiligheid en defensie, waar de SGP ook om heeft gevraagd. Zo zijn er meer onderwerpen waarvan wij hopen dat die via deze weg inderdaad de aandacht krijgen die ze verdienen. Maar hoe waardevol ook, alle inhoudelijke gesprekken hierover hebben er niet toe geleid dat het zo is gaan vonken tussen de partijen die met elkaar in gesprek waren dat we nu weten welke partijen er gaan formeren. Er is uiteindelijk veel gesproken, maar niet gekozen. Ook de globale aanduiding van onderwerpen geeft lang niet altijd de richting aan. Neem alleen maar deze zin: "Op verschillende momenten in het leven kunnen medisch-ethische vraagstukken naar voren komen, van het ongeboren kind tot mensen die actief hun leven willen beëindigen." Dat is heel waar en heel belangrijk, maar welke kant het uitgaat, is daar op geen enkele manier uit op te maken.

Wat te doen bij een impasse in de kabinetsformatie? De informateur grijpt eigenlijk terug op een noodgreep die in zekere zin al eerder is beproefd. In de kabinetsformatie van 1994, toen de kar wat vast was gelopen, werd de leider van de grootste partij gevraagd de opdracht te vervullen om een inhoudelijk programma te schrijven en daarna te kijken wie er uiteindelijk zou kunnen meedoen. De spannende vraag blijft wel: als de gesprekken de vonk niet deden overspringen, gaat een nieuw geschrift dat dan wel doen? Moet er niet gewoon gekozen worden? En wat wordt precies de begeleidende rol van de informateur daarbij? Ik wil haar ook vragen of er net als in 1994 is overwogen degenen die het stuk gaan schrijven, dus de heer Rutte en mevrouw Kaag, tot informateurs te benoemen, zodat de verantwoordelijkheid bij hen wordt belegd en zodat ze na enkele weken kan vragen: "Zijn jullie eruit? Dan kunnen we kijken of we verder kunnen."

Mevrouw de voorzitter. De informatie is in een impasse beland, maar het land staat intussen niet stil. Dat is ook wel weer het goede nieuws, kijkend naar de economische ontwikkelingen en de vooruitzichten die zich ook aftekenen. Dat roept bij mijn fractie nog wel de vraag op hoe het eigenlijk zit met de financiële kaders voor de komende tijd, want daar las ik in de stukken nog weinig over. Omdat er gekozen moet worden, is het volgens mij ook heel belangrijk om te weten welke financiële kaders er gekozen worden. Zou het — tot slot, voorzitter — dus niet verstandig zijn als ook in dat te schrijven stuk juist aan die financiële kaders aandacht wordt besteed?

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van der Staaij. Dan geef ik het woord aan de heer Azarkan van DENK. De heer Baudet is er, maar die komt na de heer Van Haga. Dat hebben we met elkaar afgesproken.

De heer Azarkan (DENK):
Dank, voorzitter. Ook van mijn kant dank aan mevrouw Hamer voor het geleverde werk.

Voorzitter. 100 dagen geleden ging Nederland naar de stembus, midden in een crisis, een grote crisis. De kiezers gaven ons hun stem en Nederland hoopte dat we ons direct zouden concentreren op de grote opgaven: het economisch herstel, de klimaatcrisis, de kansencrisis in het onderwijs, de ongelijkheid in de maatschappij en de afbrokkeling van de rechtsstaat. Waar staan we 100 dagen later? 190 pagina's als verslag van 100 dagen informatie, vol met tot in detail opgeschreven inhoud — als dat een voorbode is voor een dun regeerakkoord, vrees ik het ergste — en met een herstelplan dat volgens de meeste economen overbodig is en gelijk de prullenbak in kan.

Voorzitter. Er zou een nieuwe bestuurscultuur komen, meer openheid, een dienstbare overheid en de mensen centraal. Ik hoorde het de heer Rutte net zeggen: de VVD staat voor de bescherming van burgers en verdedigt de rechtsstaat. Je zou bijna vergeten dat onder zijn leiding tienduizenden ouders en 70.000 kinderen ongekend onrecht is aangedaan. Onder leiding van Rutte zijn die levens verwoest, hebben mensen pogingen gedaan tot zelfmoord en zijn mensen het prachtige Nederland zelfs ontvlucht omdat ze bang waren en angst hadden.

Voorzitter. Op 1 april hadden we het debat over "positie Omtzigt, functie elders" met een premier die voor de zoveelste keer heeft gelogen. Of zoals collega Kaag het liefkozend kan vertellen: "Rutte heeft een patroon van vergeetachtigheid". Toen heeft mevrouw Kaag de regie gepakt. Ze zei tegen Rutte: "Hier scheiden onze wegen". Nou heb ik op mijn negende Nederlands geleerd en ik heb dat dus niet meteen goed begrepen. Het betekende niet "hier scheiden onze wegen", maar "hier kijken wij anders naar de wereld". En in de ogen van Kaag betekent dat: wij gaan lekker samenwerken, en ik zorg ervoor dat jij premier wordt van dit land, Mark.

En wat waren de beloftes? Een nieuwe bestuurscultuur. Een snelle formatie. Een kabinet met een fors progressieve inbreng. Afscheid van de Haagse achterkamertjespolitiek. Na 100 dagen zijn we nog nergens: geen zicht op formatie, geen nieuwe bestuurscultuur, geen progressieve inbreng, en we gaan weer terug naar de achterkamertjes. En nadat D66-minister Ollongren lekte uit de verkenningsdocumenten is de formatie in een neerwaartse spiraal beland.

En ik begrijp volkomen dat burgers naar dit theater kijken en zich afvragen of de politici nou op het schoolplein met elkaar aan het spelen zijn of dat het hier gaat om verantwoordelijkheid nemen om Nederland verder te brengen. Maar Sigrid wil graag met Mark, en Mark met Sigrid. Jesse en Lilianne willen wel graag met Sigrid en Mark. Wopke wil wel met Sigrid en Mark, maar hij wil niet met Jesse en Lilianne - tenminste, als ze samen komen. En Mark wil liever niet met Jesse, zeker niet samen met Lilianne. En Mark wil vooral heel graag door, maar om Wopke goed vast te houden, wil hij niet met Lilianne en Jesse. En vriendje Segers, tja, die wil dan weer wel, dan weer niet, dan weer wel, que sí, que no ... Nou ja, goed, hij heeft nee gezegd, maar het kan toch wel weer, als het landsbelang hem roept.

De formatie is in een impasse geraakt. De insteek van Hamer om langs de weg van de inhoud partijen bij elkaar te brengen is gewoon mislukt. En een aanvliegroute langs de inhoud heeft weinig zin als er geen vertrouwen is. Want we zouden bijna vergeten dat we ook een vertrouwenscrisis hebben: het vertrouwen in deze premier. En de liefde tussen Rutte en Kaag is geen liefdevolle, passievolle romantiek. Het zijn bepaald geen tortelduifjes; ze maken elkaar af en toe uit voor opportunist, noemen elkaar "hautain", en het is wel duidelijk dat de vonken er niet van afspringen.

Voorzitter, ik rond af. Bij het coronadebat sprak Rutte een keer over de hamer en de dans. Inmiddels hebben we ook bij de formatie een Hamer, en wordt er volop gedanst door de partijen, maar zonder resultaat. En wat is nu de oplossing? We gaan Kaag en Rutte de komende maanden laten dansen, en we hopen dat de anderen het schouwspel zo aantrekkelijk vinden dat ze willen aansluiten. Ik realiseer me dat op basis van de gortdroge inhoud de formatie nog weleens lang kan gaan duren.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Azarkan. Dan geef ik het woord aan mevrouw Den Haan van Fractie Den Haan.

Mevrouw Den Haan (Fractie Den Haan):
Dank u wel, voorzitter. Ik wil ook allereerst mevrouw Hamer bedanken voor haar inzet en al haar werk. We hebben nog geen nieuw kabinet, maar er is wel een heleboel werk verricht. En niet alleen door u, maar ook door alle collega's, en laten we ook de ambtenaren niet vergeten die het hele proces ondersteunen.

We praten vandaag over het verslag van de informateur, althans daar doen wij een poging toe, maar ik wil ook iets zeggen over het proces. Wat mij betreft is dat proces heel prettig verlopen en ging het vooral over de inhoud. En daar ben ik heel blij om. Want natuurlijk is de vraag wie met wie een kabinet wil en kan vormen, maar het inhoudelijke proces dat is doorlopen maakt het in ieder geval mogelijk voor VVD en D66 om te gaan beginnen aan een proeve van een regeerakkoord dat inhoudelijk draagvlak kan vinden.

Als ik naar het verslag kijk, dan ben ik op hoofdlijnen tevreden over dat wat er ligt. Daar staan in ieder geval een heleboel zaken in die belangrijk zijn voor Nederland: een inclusieve samenleving, gezondheid, wonen, onderwijs, klimaat, de digitalisering en innovatie, en natuurlijk de duurzame economie. Maar ik mis één heel belangrijk thema — en u voelt hem waarschijnlijk al aankomen — namelijk dat iedereen in Nederland echt goed ouder kan worden. Daar moeten we echt mee aan de slag. Een thema dat een hoop kansen biedt, maar dat ook een hoop uitdagingen geeft, want de helft van alle volwassenen in Nederland is 50 jaar of ouder, en dat gaat heel hard naar een hoger getal. Als we geen visie ontwikkelen op goed oud worden, en niet actief werken met de inzichten die er zijn met betrekking tot de demografische ontwikkelingen, kunnen we eigenlijk geen realistisch beleid maken voor de toekomst. Dan blijven we per regeringstermijn vier jaar vooruit modderen. Daarom wil ik, via de voorzitter, een oproep doen aan collega's Rutte en Kaag om hier aandacht voor te hebben bij het schrijven. En ik wil graag van mevrouw Hamer weten waarom zij dit niet als een integraal belangrijk thema heeft opgenomen in haar verslag. Vergrijzing is geen bedreiging, maar een kans op meer welzijn en welvaart. Maar dan moeten we de dingen wel anders gaan doen. Dan moeten we beginnen met verder te kijken dan die politieke scope van vier jaar. Generatiebeleid moeten we bezien op de komende 10 tot 30 jaar, ten minste.

Laten we eens kijken. Over tien jaar zijn we met zo'n 7,5 miljoen mensen die ouder zijn dan 50. Over twintig jaar leven er bijna 5 miljoen 65-plussers in Nederland. Dat zijn allemaal mensen met dromen, dromen voor zichzelf, dromen voor hun kinderen, voor hun kleinkinderen, maar het zijn ook mensen met zorgen, zorgen over hun woonplek voor later, hun oudedagsvoorziening, beschikbare zorg, veilige en leefbare wijken. Dat zijn zaken waar je je, als je jonger bent, nog niet zo druk over maakt, maar waar wij ons als politiek wel druk over moeten maken en waar wij op moeten anticiperen. Door de demografische ontwikkelingen staan wij voor uitdagingen die overduidelijk zijn. Er vindt geen doorstroom op de woningmarkt plaats. De arbeidsproductiviteit moet omhoog. De houdbaarheid van onze oudedagsvoorziening staat onder druk. Wijken vergrijzen. De toegankelijkheid en de betaalbaarheid van onze zorg zijn niet vanzelfsprekend. Het tekort op de arbeidsmarkt in sommige sectoren, zoals de zorg, geeft werkelijk een schrikbeeld voor de langere termijn. Eigenlijk is dit geen nieuws. We weten dit allemaal. Het is bijna dagelijks in de media.

Maar met praten komen we er niet. We moeten aan de slag met generatiebeleid, niet gefragmenteerd maar over de verschillende beleidsterreinen heen, want alleen dan werkt het. Daarom pleit ik er hier voor dat het generatiebeleid als een integraal thema in het regeerakkoord komt te staan, over de zeven genoemde thema's heen. Zoals het spreekwoord zegt: regeren is vooruitzien. Goed beleid beperkt zich niet alleen tot het heden of de nabije toekomst, maar strekt zich ook uit tot de tijd die verder weg ligt.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel. Dan geef ik het woord aan mevrouw Van der Plas van BBB.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dank u wel. Voorzitter. Beste burgers van Nederland. Vroeger hadden we op mijn basisschool een grote zandbak. Om daarin te komen en te spelen met de andere kinderen was niet altijd makkelijk. Er zaten jongetjes in met een grote mond en er zaten kattige meisjes in. Als je in de zandbak een kasteeltje wilde maken, kon je er zomaar uit gejaagd worden.

De afgelopen bijna 100 dagen heb ik hier regelmatig aan teruggedacht. Wie met wie? En vooral: wie niet met wie? Een aantal partijen werd voor de verkiezingen door de gevestigde orde al bij voorbaat uitgesloten van meespelen in de zandbak. Bij voorbaat uitgesloten, door partijen die de mond vol hebben van een inclusieve samenleving. "Wij sluiten niemand uit", werd geroepen in de campagne. Nou, "wij" sluiten wel mensen uit. Wij sluiten zelfs op voorhand mensen uit. Wij sluiten op voorhand 1,6 miljoen kiezers uit, want dat was het aantal stemmen dat Forum voor Democratie en de PVV haalden. Samen 100.000 kiezers meer dan heel D66 bij elkaar. Die kiezers worden nu uit de zandbak geduwd.

Het gaat mij niet zozeer alleen om het uitsluiten van partijen, het gaat mij erom dat 1,6 miljoen kiezers compleet worden genegeerd, bij voorbaat. Ik vind dat een gotspe. Natuurlijk hoef je niet per se een kabinet te formeren met deze partijen, maar je kunt op zijn minst kijken of je ergens tot elkaar kunt komen. Lukt dat niet, oké. Nee is ook een antwoord. Maar dan heb je wel recht gedaan aan de kiezers. Recht gedaan aan hun stem. Recht gedaan aan hun zorgen. Ik kan er met de pet niet bij dat het niet de mores zijn in Den Haag dat je in ieder geval elkaar een kans geeft en de kiezers in Nederland laat zien dat de inclusieve samenleving niet alleen campagnepraat is.

Denkend aan de zandbak denk ik ook aan mijn tante Wilma, waar ik overigens tijdens debatdagen in Den Haag heel vaak mag logeren. Zij was vroeger schooljuf en ook zij maakte precies die vergelijking met de zandbak. Als zij zag dat kinderen werden uitgesloten in de zandbak, greep zij in. Wie is in deze Kamer de tante Wilma van Nederland? Wie grijpt in en brengt partijen bij elkaar?

Nu hoef ik natuurlijk niet op te komen voor kiezers van andere partijen, maar ik doe dat wel. Ik doe dat, omdat het mijn democratische hart pijn doet dat nota bene de mensen die ons land moeten leiden, al beginnen met uitsluiten. Dat wilde ik gezegd hebben.

Voorzitter. Ik schaam me helemaal dood dat ik bij deze schertsvertoning hoor die hier vanmorgen is geweest. Verwijten, schelden, elkaar beledigen: wat is dit? Ons land wacht al sinds half januari op een nieuw kabinet, op een nieuwe regering. Vandaag zouden nieuwe stappen moeten worden gezet. Tien uur is voor dit debat uitgetrokken. De eerste twee uur ging het voornamelijk over "ja, maar jij dit" en "ja, maar jij dat". Maar goed, zoals gezegd schaam ik me kapot voor wat hier vanochtend is gebeurd en ik wil de mensen in Nederland in ieder geval namens BBB excuses maken voor de manier waarop er hier, zonder respect, over en weer met elkaar wordt omgegaan.

Voorzitter. We zitten hier zoals de demissionair minister-president, nu in de rol van fractieleider van de VVD, gisteravond zei tijdens het debat over de Eurotop: we gaan heel lang praten over iets waar geen voortgang in zit. Om voortgang te bereiken is mijn voorstel: formeer een minderheidskabinet en ga daarmee regeren. Een minderheidskabinet staat dichter bij elkaar, moet onderhandelen met de hele Kamer, wat leidt tot meer democratische verhoudingen en wat dus uitstekend is voor het dualisme. Met een minderheidskabinet wordt ook recht gedaan aan alle kiezers. Niet zo moeilijk doen. Ga voor dat minderheidskabinet en geef Nederland waar het recht op heeft, een bestuurbaar land waar oog en oor is voor iedereen.

Verder wil ik voorstellen om het doen zoals in Israël gebeurt: stel een deadline voor de formatie. Wordt de deadline niet gehaald, dan moeten er nieuwe verkiezingen komen.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Van der Plas. Dan geef ik het woord aan de heer Van Haga van de Groep Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Voorzitter.

Mevrouw Kaag (D66):
Ik heb nog een feitelijke aanvulling op wat mevrouw Van der Plas zei aan het einde. Het is zo dat er er in eerste instantie in Israël een kiesdrempel is. Ten tweede is er een tijdstermijn en het gaat dan om een volgende partij die een regering mag vormen. Zo heeft niet Likud maar de partij van de heer Lapid de regering gevormd en is er iemand van een kleine partij premier geworden. Het is dus iets complexer dan voorgesteld.

De voorzitter:
Oké. De heer Van Haga.

De heer Van Haga (Groep Van Haga):
Dank u wel, voorzitter. In de Haagse poppenkast zijn we nu al weer drie maanden verder. Dit demissionaire kabninet is niet alleen demissionair omdat er verkiezingen zijn geweest, nee, ze zijn ook in januari afgetreden omdat ze zulke grote en verwijtbare fouten hadden gemaakt in de toeslagenaffaire dat ze niet meer door konden. In het bedrijfsleven moet je dan je spullen pakken, je sleutel inleveren en het pand verlaten, maar in deze parallelle wereld blijft iedereen gewoon lekker zitten waar die zit, alsof er niets aan de hand is.

Voorzitter. We vragen ons wel af welk belang gediend wordt met deze politieke spelletjes. In elk geval staat het belang van Nederland niet op de eerste plaats. Persoonlijke belangen, politiek opportunisme en uitsluiting lijken de boventoon te voeren en dat is uitermate slecht voor Nederland.

De kiezer heeft een duidelijke voorkeur uitgesproken voor een rechts kabinet. Maar doordat zowel de VVD als D66 hebben gesteld dat ze de PVV en Forum voor Democratie uitsluiten, is er weinig kans meer op een coalitie die recht doet aan die verkiezingsuitslag. Ik ben benieuwd of de informateur dat met mij eens is. Bovendien hebben de PVV, FVD, JA21, BBB, de SGP en mijn eigen partij samen 32 zetels. En samen met de VVD, die 34 zetels heeft, en het CDA met 15 zetels, zijn er dus 81 rechtse zetels in dit parlement. De Nederlanders hebben dus in grote meerderheid gekozen voor een rechts beleid, voor een goede economie, voor veiligheid, voor minder immigratie en voor gezond verstand. Ik lees in het verslag een aantal grote ambities van de informateur, namelijk kansengelijkheid, duurzaamheid en digitalisering. Hoe valt dit in godsnaam te rijmen met de verkiezingsuitslag? Volgens mij staat dat haaks op wat die 81 zetels willen. Twee derde van de kiezers vindt dat partijen hun eigen problemen opzij moeten zetten en zo snel mogelijk een kabinet moeten vormen. En wij zijn het daarmee eens. Wat ons betreft is dat een minderheidskabinet waarbij de genoemde 81 zetels het belang van Nederland kunnen dienen.

Dank u wel.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Van Haga. Dan geef ik tot slot het woord aan de heer Baudet van Forum voor Democratie.

De heer Baudet (FVD):
Dank u wel voor uw flexibiliteit. Ik moest inderdaad precies op het moment dat ik zou spreken om privéredenen even de zaal verlaten, maar ik ben blij dat we dit zo konden doen.

Voorzitter. Beroemd is de uitspraak van Noam Chomsky dat je mensen het makkelijkst zoet kunt houden door bij voorbaat al zeer strikte, zeer smalle marges van wat acceptabel is vast te stellen en dan vervolgens een zeer druk en levendig debat te organiseren op minuscule detailpunten. Grote vragen, grote kwesties, die verklaar je bij voorbaat al buiten de orde. Die noem je "extreem" of "radicaal" of "onhaalbaar" of "strijdig met internationale conventies" of welk ander paraplubegrip je er ook maar voor verzint. Vervolgens ga je extreem druk doen over procentpuntjes, poppetjes, over Jantje niet met Pietje, Klaasje wel met Basje en ga je vliegen afvangen, puzzelen, Catshuisoverleggen houden enzovoorts. De hoop is dan dat mensen zich vanzelf toch maar weer laten meeslepen door al die oppervlakkige en onzinnige details en door al dat gehannes en geharrewar, dat ze het na verloop van tijd als het ware normaal gaan vinden dat de marges van het debat al in een eerder stadium zo smal zijn vastgesteld en dat ze ten slotte dus ook maar meegaan in de grote richting die men wil, zonder dat er nog grote vragen bij worden gesteld.

Dat is precies wat er nu in Nederland gebeurt. Het debat is allereerst afgekaderd met hermetische muren. Over alle grote onderwerpen zijn de ideologische tegenstemmen buiten de orde verklaard: van corona, mondkapjesplicht, lockdowns en semiverplichte vaccinaties tot immigratie, islamisering en open grenzen; van klimaatbeleid tot boertje pesten tot de plaatsing van windmolens en moderne architectuur; van het in stand houden van de euromunt en het onbeperkt bijdrukken van geld tot het voortgaan van het Europese eenmakingsproject en de Brusselse machtsvergroting; van de visie op Rusland en Turkije tot de visie op China en regime change in het Midden-Oosten. Over alle grote thema's is men het hier gewoon eens! VVD, CDA, Partij van de Arbeid, D66, GroenLinks en ChristenUnie: allemaal zijn ze op deze grote, ideologische kwesties dezelfde overtuiging toegedaan. Ze zijn dus feitelijk onderdeel van dezelfde partij. Natuurlijk heb je daarbinnen verschillende vleugeltjes en flankjes, verschillende accenten en verschillende persoonlijkheden en karakters. De een wil wat sneller gaan dan de ander. Er zijn weleens fitties of dingetjes die de mensen wat met elkaar doen botsen. Verder zou ik werkelijk niet weten op welke grote, ideologische meningsverschillen de formatie zou kunnen struikelen. Daarmee is dit hele schouwspel, dit hele formatiespel, van de afgelopen weken en maanden dus één groot theater. Rutte spéélt dat hij moeite heeft met Kaag. Kaag spéélt dat ze haar poot stijf houdt. Hoekstra spéélt dat hij wil herbronnen. Ploumen en Klaver spélen dat ze keihard op willen komen voor wat het ook maar is waarvoor ze een woordje of naampje hebben verzonnen.

Ondertussen is er overigens ook geen enkele tijdsdruk. Ze regeren namelijk gewoon door in ongeveer dezelfde samenstelling als waarin ze na deze formatie ook weer zullen regeren, net zoals ze voor de vorige verkiezingen ook al in ongeveer dezelfde samenstelling regeerden met ongeveer hetzelfde beleid en waarschijnlijk is dat na de volgende verkiezingen ook weer zo. "La plus belle des ruses du diable est de vous persuader qu'il n'existe pas", wist Baudelaire: het is de grootste truc van de duivel om ons te doen geloven dat hij niet bestaat. Zo is het ook met het kartel. Al dit onzinnig gekibbel heeft tot doel aan het zicht te onttrekken dat jullie een kartel vormen. Jullie vormen een kartel! Jullie spelen dat er meningsverschillen bestaan om verschillende groepen kiezers aan je te kunnen binden. Vervolgens gaan jullie gewoon weer samen verder. De uitkomst van dit hele circus staat dus al bij voorbaat vast. Het beleid dat we gaan krijgen, ligt allang vast. Ach, was het maar zo dat de bevolking dit ook begreep. Was het maar zo dat de media dit zouden exposen. Was het maar zo dat ik nog voor me zag hoe dit ooit gaat veranderen.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Baudet. Daarmee zijn we aan het einde gekomen van de eerste termijn van de Kamer. Ik schors de vergadering tot 14.30 uur, inclusief de lunchpauze. Dan gaan we door naar de informateur.

De vergadering wordt van 13.52 uur tot 14.30 uur geschorst.

De voorzitter:
Ik geef het woord aan de informateur, mevrouw Hamer, om de Kamer inlichtingen te geven. Er zijn een aantal vragen gesteld aan de informateur. Er is ook wat ruimte voor feitelijke vragen. Het woord is aan de informateur.

Mevrouw Hamer:
Voorzitter, dank u wel. Laat ik beginnen met degenen die mij vriendelijke woorden hebben toegesproken, daarvoor te bedanken.

Ik wil heel kort iets zeggen over de opdracht die u mij heeft gegeven, want anders kan er een misverstand ontstaan over hoe de weg van de afgelopen periode tot stand is gekomen. Ik hoorde een paar keer: de inhoud van Hamer. Maar het was de inhoud van de Kamer op basis van een motie die u met 102 leden — ik heb het nog even nagezocht — twee derde van de Kamer, heeft aangenomen. U heeft mij dus gevraagd om het op die manier in te richten. Zoals u weet, ben ik in een vorig leven zelf Kamerlid geweest. Ik heb altijd het adagium gehad dat als er een motie ligt van de Kamer, je die heel serieus moet nemen. Die moet je dus ook serieus uitvoeren. Omdat het zo'n bijzondere motie was, heb ik dat vrij minutieus proberen te doen. Dat eventjes vooraf.

Het was dus ook uw wens, zeg ik maar even, om dit te doen: deze inhoud. Ik zal zo heel kort iets zeggen over de verschillende onderdelen, maar u heeft mij gevraagd om dat te doen op basis van aanwezige kennis, zo staat in de motie, maar ook met betrokkenheid van externen. Ook dat is dus op uw verzoek gebeurd. Ik kan me voorstellen dat daar allerlei opmerkingen over worden gemaakt, maar ik kan u in ieder geval meedelen dat de moties zoals die hier in de Kamer lagen om de jongeren te betrekken en later ook de ouderen — dat was op verzoek van mevrouw Den Haan, geloof ik — in ieder geval door hen zeer werden gewaardeerd. Die waardering wil ik graag aan u overbrengen. Dat wat betreft dat gedeelte.

Ik ben natuurlijk ook begonnen om uw Kamer te betrekken bij de uitwerking van de motie, zeker van het inhoudelijke deel, omdat die behoorlijk complex was. Er werden mij nogal wat verschillende dingen gevraagd. Er werd mij gevraagd om herstel- en transitiebeleid voor de korte en de lange termijn op te stellen, er werd mij gevraagd een agenda voor de democratische rechtsorde op te stellen en er werd mij ook nog gevraagd om de overige thema's die van belang zijn bij de totstandkoming van een regeerakkoord in kaart te brengen en ook te voorzien van een analyse.

Ik heb gemeend dat in het kader van wat u met de heer Herman Tjeenk Willink heeft besproken en wat aan de motie ten grondslag lag als volgt te doen. Dat is ook in de eerste gesprekken met uw fractievoorzitters — ik meen dat het er toen achttien waren — en later ook in de gesprekken die we in clusters hebben gevoerd, aan de orde geweest. Ik heb gemeend om dat als volgt te doen: door te beginnen met het formuleren van gemeenschappelijke doelen en ambities en van daaruit terug te redeneren naar concrete maatregelen. In de loop van dat proces zijn we dat verder gaan uitwerken met de partijen die daartoe de wens hadden uitgesproken.

Ik snap dat het een heel dik pakket is geworden. Dat is omdat u ook heeft gevraagd om alle bijlagen. Maar als u de notities afzonderlijk beschouwt, dan ziet u dat het allemaal notities zijn geworden die afzonderlijk niet meer dan zo'n acht pagina's bevatten. Dus dat lijken mij, eerlijk gezegd, dan wel weer behapbare notities. En dat zijn er uiteindelijk drie geworden over de inhoud. Ik noem allereerst het transitiebeleid en de overige grotere thema's. Die heb ik uiteindelijk mede naar aanleiding van de gesprekken met u samengenomen. Die zijn inderdaad, ook naar aanleiding van de gesprekken die ik met alle fractievoorzitters heb gehad, zo opgesteld dat we de probleemanalyse, de opgave en het doel hebben opgeschreven. Dat lijkt me, eerlijk gezegd, iets meer dan kopjes. Vervolgens hebben we gekeken welke punten uitgewerkt zouden moeten worden in een regeerakkoord.

Dat ligt er nu. Daar kunnen formerende partijen hun voordeel mee doen. Maar ik zou ook tegen uw Kamer willen zeggen: ook u kunt daar uw voordeel mee doen. En u had dat eigenlijk vandaag misschien al kunnen doen door daar een debat over te voeren. Maar dat is uiteraard aan u.

Het tweede onderdeel gaat over het kortetermijnherstel- en nazorgbeleid. Daar hebben we natuurlijk wel iets zien gebeuren, want tijdens het proces is er iets heel moois gebeurd: de economie is zich namelijk gaan herstellen. Daardoor is dat herstel- en transitiebeleid zich meer gaan richten op nazorg, op die groepen die heel veel last hebben gehad van de crisis, maar ook op dingen die zijn blijven liggen tijdens de crisis. Dus ook in overleg met u hebben we daar een meer kortetermijnnotitie van gemaakt, die eigenlijk ook direct kan worden benut. Dan geef ik u ook maar eventjes mee dat het kortetermijnnazorgbeleid bijvoorbeeld gaat over de kinderen in armoede. Dat gaat bijvoorbeeld over het mentale welzijn van jongeren, maar ook van ouderen. Dat gaat over kwetsbaren, maar dat gaat natuurlijk ook over al die bedrijven en bedrijfjes die nog niet uit de ellende zijn. Dat gaat ook over het achterstallig onderhoud dat bij gemeentes is ontstaan, omdat zij hun prioriteit bij de coronacrisis hebben moeten leggen. U kunt dat allemaal lezen.

Wat ik u nu in ieder geval mee wil geven, is dat dat natuurlijk betrokken kan worden bij de begroting voor 2022, zodat daar snel aan kan worden gewerkt. Maar mij is ook opgevallen dat er nog veel geld op de plank ligt — ik zeg het maar eventjes onparlementair — dat eigenlijk vanaf morgen benut kan worden als uw Kamer daarmee aan de slag gaat. Dus ook die notities zou ik de Kamer willen aanbevelen.

Ten slotte hebben we in de gesprekken met de fractievoorzitters en natuurlijk ook de externen gekeken naar een aantal complexe urgente uitdagingen. Daarvan heb ik u een derde notitie gegeven. Dat is ook niet zo'n lange, maar wel met een zestal punten waarvan ik u wil aanbevelen die niet te laten liggen. Het zijn volgens mij punten die op wat voor manier dan ook door uw Kamer ter hand genomen kunnen worden. Ik heb daarbij de uitvoering van het stikstofvonnis genoemd, maar ook de uitvoering van Urgenda en de Klimaatwet, de kortetermijnbouwimpuls, het vergroten van leefbaarheid in duurzame steden, wijken en dorpen en de blijvende aanpak van de pandemie. Zoals we vandaag in de kranten lezen blijft het nog steeds nodig om daar aandacht aan te besteden. En natuurlijk ook het vereenvoudigen of afschaffen van het toeslagenstelsel. Dat is niet ongezien gebleven, zeg ik maar even. De Kamer kan daar haar rol in pakken.

Ten slotte, last but not least — en dan ben ik aan het einde van mijn inhoudelijke opdrachten — heb ik u een agenda meegegeven om de democratische rechtsorde te versterken. U heeft met uw Kamer aangegeven dat belangrijk te vinden, en ik denk dat het heel goed mogelijk is om die agenda op te pakken. Ik geloof dat het een vraag was van de heer Hoekstra hoe dat dan zou kunnen. Ik heb het voorstel gedaan om een werkgroep daarmee aan de slag te laten gaan die kan monitoren en uitwerken wat de Kamer moet doen, maar ook wat anderen moeten doen, en dan via het presidium te laten begeleiden hoe dat precies moet. Ik kan niet helemaal overzien — uw raming was al bezig — of dat past bij het werk dat de werkgroep-Van der Staaij doet. Volgens mij is dat aan u. U heeft met z'n allen dat document gemaakt en ik heb het voor u opgeschreven. Maar laat dat niet liggen, zou eigenlijk mijn enige oproep zijn.

De voorzitter:
Ik kijk even of u aan het einde bent.

Mevrouw Hamer:
Ja, wel van het inhoudelijke deel.

De voorzitter:
Misschien is het goed als de informateur eerst de vragen beantwoordt. Dan kijken we aan het einde welke vragen er nog zijn.

Mevrouw Hamer:
Dat is goed. Ik heb natuurlijk ook een politiek vraagstuk moeten beantwoorden, en daarvoor wil ik verwijzen naar het eindverslag. Ik heb zo precies mogelijk opgeschreven wat er allemaal is gebeurd en het lijkt me alleen maar voor meer verwarring gaan zorgen als ik dat nu ga samenvatten. U kunt dat allemaal heel precies volgen in dat verslag.

Dan had ik nog een aantal vragen. De heer Hoekstra heb ik net beantwoord. Mevrouw Marijnissen en de heer Haga vroegen mij nog hoe het is gekomen tot de uiteindelijke zes partijen, zeg ik maar even voor het gemak. Ook dat heb ik vrij precies in het eindverslag geschreven. Daar wil ik dan ook graag naar verwijzen.

Dan de vraag van mevrouw Marijnissen over wat ik bij de persconferentie heb gezegd. Dank voor de vraag, want dan kan ik dat toelichten. Ik heb geenszins gezegd dat de discussie over de toeslagenaffaire over is. Sterker nog, ik heb u net aangegeven dat ik het als een urgente kwestie nog steeds onder uw aandacht wil brengen. Mij werd gevraagd of aan de tafels de discussie is gegaan over de positie van de heer Rutte. Daarop heb ik gezegd dat het mij meer lijkt te zijn gegaan over de onderlinge verhoudingen tussen de partijen en niet zozeer over de heer Rutte. Dat kan ik zeggen over die gesprekken, maar dat heeft geen enkele relatie voor mij om iets over de urgentie van de toeslagenaffaire te zeggen.

Ten slotte heeft de heer Dassen een vraag gesteld over het Europese beleid inzake migratie en vluchtelingen. U kunt in de stukken bij mijn verslag zien dat dit onderwerp hierin is opgenomen, met name onder het hoofdstuk internationaal en op hoofdlijnen. Zo is het ook in de gesprekken aan de orde geweest: niet in meer details dan ik heb opgeschreven.

Dan heeft de heer Van der Staaij mij nog gevraagd naar de rol van de heer Rutte en mevrouw Kaag in de vervolgopdracht. U gaat over die opdracht, dus ik relateer het maar even aan mijn advies. Daarin heb ik aangegeven dat ik het belangrijk vind om de verantwoordelijkheid voor de totstandkoming van het document op hoofdlijnen en het aansluiten van partijen daarbij bij de heer Rutte en mevrouw Kaag te leggen. Ik ben echter bereid om dat proces te begeleiden. Dat is ook hoe ik het zie. Of daar een financieel kader aan de orde is, vind ik echt iets wat aan beide fractievoorzitters is.

Ten slotte de laatste vraag, voorzitter. Dat is de vraag van mevrouw Den Haan waarom de ouderen geen integraal onderdeel zijn. Ik dacht dat op veel onderdelen in de verschillende notities de positie van ouderen naar voren is gekomen, bij de woningmarkt, bij het onderdeel over gezondheid en bij de arbeidsmarkt. Dat geldt overigens ook voor de jongeren, zeg ik er dan maar bij, zodat daar geen discussie over kan ontstaan. Er zijn ook concrete voorbeelden genoemd, zoals bij het mentaal welzijn van ouderen, bij het leven lang leren, bij mantelzorg en bij de samenstelling van de woningvoorraad die moet passen bij de demografische ontwikkelingen. Tot slot heb ik een algemene opmerking opgenomen in het stuk over de democratische rechtsorde, waarin ik heb gesteld dat partijen hebben aangegeven het belangrijk te vinden dat in de toekomst ook bij nieuw beleid wordt gekeken naar generaties. Ik meen dat het behoorlijk integraal is, maar het is uiteraard aan u om dit ook nog aan de heer Rutte en mevrouw Kaag mee te geven.

Daarmee ben ik volgens mij door alle vragen heen, voorzitter.

De voorzitter:
Dank u wel. Er is nog behoefte om een aantal feitelijke vragen te stellen. Ik wil allereerst het woord geven aan mevrouw Ouwehand. Dan de heer Hoekstra, mevrouw Marijnissen, de heer Azarkan en de heer Eerdmans. Allereerst mevrouw Ouwehand.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Voorzitter, dank u wel. Ik realiseer me dat ik vergeten ben de informateur te bedanken voor haar werk. De Partij voor de Dieren had weliswaar niet de motie gesteund voor deze stap in het formatieproces, maar ze heeft haar taak gewoon opgepakt, zoals de meerderheid van de Kamer haar heeft gevraagd. Dank voor de inzet daarvoor.

Mijn vraag gaat over het benoemen van de grote thema's die aan de orde moeten komen, zoals de klimaatcrisis en de stikstofcrisis. Ik vraag me af of er in het proces enige reflectie is geweest. Het Urgendavonnis had natuurlijk door het zittende, demissionaire, kabinet gewoon uitgevoerd moeten worden. Voor stikstof hetzelfde verhaal. Er is een wet gepresenteerd en in principe zou het dan opgelost moeten zijn. Dat is allemaal niet aan de hand. De volgende stappen, waarin Rutte en Kaag een stuk gaan schrijven en dan weer verder onderhandelen, lijken redelijk zinloos als er geen reflectie heeft plaatsgevonden.

De voorzitter:
Uw vraag is of er een reflectie is geweest op die thema's.

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Precies.

De voorzitter:
Mevrouw Hamer.

Mevrouw Hamer:
Ik denk het wel. U ziet dat de thema's zijn benoemd in het stuk dat gaat over de zeven ambities. Daarin ziet u onderdelen terugkomen. U ziet het ook benoemd bij de urgente kwesties die ik u aanbeveel. Die reflectie heeft zeker plaatsgevonden. Het lijken mij logische onderwerpen, maar dat is uiteindelijk toch ook weer aan de Kamer. Ik zeg het nog maar weer eventjes, want anders ga ik een politiek debat met u voeren. Dat zou ik buitengewoon interessant vinden, maar dat is niet mijn rol als informateur. Ik moet dus toch doorverwijzen naar mevrouw Kaag en de heer Rutte.

De voorzitter:
Heeft u nog een feitelijke vraag, mevrouw Ouwehand?

Mevrouw Ouwehand (PvdD):
Dat begrijp ik wel. Ik probeer het via de informateur duidelijk te krijgen. Het zou de anderen gesierd hebben om het gewoon te zeggen, maar ik vraag het aan de informateur, omdat zij bij die gesprekken heeft gezeten. Benoemen dat die crisis er is, is nog geen reflectie. Ik ben benieuwd of er een reflectie heeft plaatsgevonden: wat hebben we fundamenteel niet goed gedaan? Erkennen we dat er nu een crisis is? Ik vraag me af of die reflectie heeft plaatsgevonden.

De voorzitter:
De informateur.

Mevrouw Hamer:
Ik denk altijd: in het feit dat je het wilt gaan oplossen, zit een soort reflectie dat het op dit moment nog niet gelukt is en dat het nog opgepakt moet worden. Ik zeg het maar even diplomatiek. Dat het bij de urgente kwesties staat — dat is besproken met de partijen — mag u als zodanig zien.

De voorzitter:
Meneer Hoekstra, CDA, voor zijn feitelijke vraag.

De heer Hoekstra (CDA):
Ik wil mevrouw Hamer bedanken voor haar antwoord over het punt van de democratische rechtsorde. Mijn suggestie is dat ik hier via de notulen en via u aan de commissie-Van der Staaij de suggestie doe om de opmerking en het stuk van mevrouw Hamer mee te nemen. Als ik mevrouw Hamer goed begrepen heb, is dat eigenlijk de meest elegante route om invulling te geven aan dit deel van haar rapport. Die suggestie wilde ik op deze manier doen.

De voorzitter:
Dank u wel. Dat is genoteerd. De commissie-Van der Staaij moet trouwens nog geïnstalleerd worden. Die heeft dus nog geen formele status. Dat gaan we wel doen, want daar is draagvlak voor. Ook het Presidium, het dagelijks bestuur van de Kamer, heeft dat geaccordeerd. Mevrouw Marijnissen, SP, voor haar feitelijke vraag.

Mevrouw Marijnissen (SP):
Dank aan mevrouw Hamer, zeker voor uw werk, maar ook voor het beantwoorden van de vragen die ik heb gesteld. Ik vroeg inderdaad naar het wegebben, omdat u dat in de persconferentie noemde. U heeft het uitgeklaard, of hoe dat hier vandaag in de zaal ook genoemd wordt. Wat mij betreft heet dat "opgehelderd". U heeft opgehelderd hoe dat zit. Ik denk dat het belangrijk is om dat te markeren, want het is nogal wat wat hier is gebeurd: de feitelijke politieke situatie waarin de complete oppositie het vertrouwen in de huidige demissionair premier en de huidige leider van de VVD opzegt. Als u zegt dat die discussie door u is ervaren als "weggeëbd", dan leg ik het denk ik goed uit.

Mevrouw Hamer:
Ik doe het even uit mijn hoofd. Het was een vraag op een persconferentie waar vele vragen werden gesteld. Ik heb de precieze woorden niet bij de hand. Het gaat erom of er nog veel discussie is geweest over de positie van de heer Rutte. Daarop heb ik gezegd: nee, de discussie tussen partijen ging over hun standpunten en over wie met wie mee zou doen. Zo heb ik dat ervaren, maar dat kan ook aan mij liggen.

Ik heb op het laatst natuurlijk met een aantal partijen gesproken. Ik kan me voorstellen dat als je met achttien partijen spreekt … Over die discussie gaat u. Ik heb het zo ervaren.

Mevrouw Marijnissen (SP):
Ik denk dat het heel waardevol is om kennis te kunnen nemen van uw observatie daarvan. De Kamerdebatten die we hier hebben gevoerd, waren heel anders van toon. Ik denk dat het goed is om te weten wat uw beleving was van het gesprek daarover, op het moment dat de deur dichtging.

De voorzitter:
En uw feitelijke vraag?

Mevrouw Marijnissen (SP):
Ik heb nog een vraag over het toeslagenschandaal. U refereert eraan dat dat zeker aan de orde is geweest. Gelukkig, zou ik willen zeggen. Daar is natuurlijk ook niet voor niks een heel kabinet over gevallen. Mijn vraag aan u: u heeft met belangrijke, grote partijen waarschijnlijk diepgravend geanalyseerd wat de kern is geweest van dat schandaal. Hoe zou u dat duiden? Wat is wat u betreft de kern van dat toeslagenschandaal, in uw analyse en op grond van alle gesprekken die u heeft gevoerd met de verschillende partijen?

Mevrouw Hamer:
Oeh, nou moet ik oppassen. Dit is een vraag aan een informateur. Ik weet niet of ik die op die manier moet en kan beantwoorden. Ik vind het in ieder geval belangrijk om aan uw Kamer mee te geven dat er in de complexiteit van de uitvoering nog heel veel werk te doen is. Dat is in ieder geval een van de oorzaken. Dat vindt u ook terug in het stuk over de democratische rechtsorde. Dat heb ik overigens ook gemerkt.

Mede op uw verzoek heb ik ook met uitvoerende organisaties gesproken. U heeft daar als Kamer geloof ik zelf ook nog een commissie voor gehad, als ik het goed zeg, onder leiding van de heer Bosman. Ik heb in die agenda opgeschreven dat ik van harte bij u aanbeveel om dat rapport nog hier in de Kamer te bespreken. Ik heb zelf in ieder geval geobserveerd dat daar een relatie mee bestaat.

De voorzitter:
Dank u wel. Nog een feitelijke vervolgvraag?

Mevrouw Marijnissen (SP):
Ja, in vervolg hierop. Dit was al een beetje onze zorg: dat het wat ons betreft te makkelijk wordt afgedaan als "complexiteit in de uitvoering". U geeft aan dat u ook met uitvoeringsorganisaties gesproken heeft. Ik denk dat dat heel goed is. U heeft met veel mensen gesproken, tot aan de directeur van de Efteling. Die is op bezoek geweest. Maar u sprak bijvoorbeeld niet met de gedupeerden van het toeslagenschandaal, met de getroffen ouders. Terwijl dat schandaal er niet alleen voor gezorgd heeft dat het kabinet is gevallen, maar ook dat onze hele rechtsstaat op zijn grondvesten trilt. Wat is daarin uw afweging geweest?

Mevrouw Hamer:
Mijn afweging is geweest dat u gevraagd heeft om in het kader van herstel- en nazorgbeleid met partijen te praten. Ik kan u verzekeren dat ik zelfs organisaties die mij in het dagelijks leven zeer lief zijn, heb moeten teleurstellen omdat natuurlijk iedereen graag langs wil komen. Maar ik heb goed gekeken en precies gedaan wat u mij in de motie vroeg. Die ging over dat herstel- en nazorgbeleid. Mij werd in de discussie daarover helder dat, als je aan herstel- en nazorgbeleid gaat doen, het heel belangrijk is dat er in de uitvoering daarvan stappen worden gezet. Dat is de reden dat het uitnodigingsbeleid is geweest zoals het is geweest. Daar zit verder voor mij geen enkele rangorde in, behalve dat ik uw motie heb uitgevoerd.

De voorzitter:
Tot slot.

Mevrouw Marijnissen (SP):
Tot slot, voorzitter. Dat zeg ik tegen mevrouw Hamer, mij volledig realiserende dat zij natuurlijk slechts — zeg ik tussen aanhalingstekens — de procesbegeleider is. Maar ik wil wel hier in de Kamer gezegd hebben dat de opdracht zeker … Wij hebben die motie overigens niet gesteund, maar de meerderheid van de Kamer wel. U bent daar dus terecht mee aan de slag gegaan. En ja, die motie ging over herstelbeleid, maar dan gaat het wel heel veel over corona en de economie. Als je toch ziet wat voor onrecht die mensen, maar ook onze rechtsstaat is aangedaan, dan had ik gehoopt en eigenlijk ook wel verwacht om meer in het verslag terug te lezen over herstelbeleid voor onze rechtsstaat, over het rechtzetten van het toeslagenschandaal.

Mevrouw Hamer:
Dan geef ik toch aan dat ik volgens mij met al uw fractievoorzitters in deze Kamer heb gesproken over de agenda van de democratische rechtsorde. Er ligt een volgens mij vrij complete agenda, waar dit ook onderdeel van is en ik kan u alleen maar aanbevelen om die ter hand te nemen. Dat is aan uw Kamer. Ik heb het nogmaals als urgente kwestie benoemd. Ook dat is aan uw Kamer. Dat is wat ik daar vanuit mijn rol als informateur aan kan doen, op basis van uw inbreng, zeg ik maar even.

De voorzitter:
Dank u wel. De heer Azarkan voor zijn feitelijke vragen.

De heer Azarkan (DENK):
Kan mevrouw Hamer zo specifiek mogelijk aangeven wat er nou nog ontbreekt, waardoor een meerderheid van partijen niet tot elkaar komt, en hoe zich dat verhoudt tot het advies om tegen de heer Rutte en mevrouw Kaag te zeggen: gaat u maar schrijven en ik ga u daarbij coachen?

Mevrouw Hamer:
Nou, "coachen" vind ik niet het goede woord. Dan doet u mij veel te veel eer aan. Ik kan het proces begeleiden. Kijk, wat ik heb geconstateerd — maar nogmaals, dat kunt u echt teruglezen; volgens mij heb ik het heel precies opgeschreven — dat er wel zes partijen zijn die bereid zijn met elkaar in een kabinet te treden. Alleen over de combinatie daarvan is een impasse ontstaan, zoals ik dat vorige week vrijdag heb gezegd. Die impasse is voor mijn gevoel over, omdat we ook met die zes partijen uiteindelijk hebben geconstateerd dat de enige weg — zo noem ik het maar even — toch is dat de twee grootste partijen, de winnaars van de verkiezingen, nu samen gaan schrijven en dat het hun verantwoordelijkheid wordt om de andere aan te sluiten.

De heer Azarkan (DENK):
Dat betekent dus dat de blokkades gestoeld zijn op verdere uitwerking op de thema's waar men het over eens is. Daar zit de blokkade.

Mevrouw Hamer:
Dat is moeilijk te zeggen. De blokkades zitten nu op de samenstelling. Maar omdat wij niet aan een echte verkenning zijn toegekomen op de inhoud — dat kan je niet doen als informateur zonder partijen — is het toch belangrijk om de diepte in te gaan. Dan heb je een document op hoofdlijnen liggen en dan kun je preciezer zien waar de verschillen zitten, denk ik. Dat is de reden dat ik dat geadviseerd heb.

De heer Azarkan (DENK):
Maar dat is een riskante operatie.

De voorzitter:
En uw feitelijke vraag is?

De heer Azarkan (DENK):
Nou ja, feitelijke vraag ... Voorzitter, we staan hier op een belangrijk kruispunt. Na honderd dagen hebben we geen zicht op een kabinet dat een meerderheid heeft. Er wordt een advies gegeven door de informateur die daartoe de opdracht heeft gekregen. Het is dus wel zaak dat wij met elkaar kijken of de weg die ingezet wordt, in enige mate kan leiden tot een succesvolle uitkomst. Ik heb daarover in mijn bijdrage twijfels uitgesproken, omdat ik denk dat het probleem daar niet zit. Ik realiseer me wel dat de tijd alle wonden heelt. Dat zagen we ook met Rutte een aantal maanden geleden …

De voorzitter:
Maar uw vraag aan de informateur is?

De heer Azarkan (DENK):
Mijn vraag aan de informateur is dat het gegeven advies dus in enige mate ertoe moet leiden ... Nogmaals, dat is iets anders dan dat er tijdwinst wordt behaald. Dat begrijp ik. Dan kan ik daar ook naar kijken. Het zit 'm dus ook echt in de uitwerking van een aantal thema's, waardoor partijen misschien straks tegen elkaar zeggen "ja, nu wel"? Want dat moet dan de verwachting zijn.

Mevrouw Hamer:
Laat ik het zo formuleren: ik heb niet kunnen ontdekken waar op basis van de inhoud de grote verschillen zitten. Wat je simpelweg normaal zou doen met partijen is dat je daar met elkaar diep over gaat praten. Zover zijn we niet gekomen. Dat constateren we. Dan moet je gaan kijken naar een manier waarop je toch daartoe kunt komen. Ik heb u ook aangegeven dat ik op basis van wat ik nu heb kunnen verkennen als informateur, in kleine samenstellingen, goede hoop heb dat er juist op die inhoud een oplossing te vinden is. Dat is ook een nieuwe manier, waarbij we natuurlijk deze keer geprobeerd hebben om dat op basis van de inhoud te doen. Dat was uw wens. Ik heb nog steeds goede hoop dat als je nu echt de verdieping zoekt, partijen tot elkaar kunnen komen.

De voorzitter:
De heer Eerdmans, JA21.

Mevrouw Hamer:
En anders had ik ... Mag ik daar nog één zin aan toevoegen?

De voorzitter:
Ja, natuurlijk.

Mevrouw Hamer:
Als ik in het advies dat dit zou kunnen, niet zou geloven ... Ik kan geen garantie geven, maar iedereen die mij een beetje kent, weet dat ik geen adviezen ga geven waar ik zelf niet in geloof.

De heer Eerdmans (JA21):
Ik had zelf de vraag gesteld aan mevrouw Hamer hoe het kan dat zij enerzijds die stoet van clubs die ik heb opgenoemd hier alle 37 ontvangt, terwijl 25 zetels aan de rechterzijde gewoon geblokkeerd worden van een gesprek. Dat is het schrijnende gevoel, bij mij in ieder geval, als je kijkt naar onze democratische waarden. Zij krijgen dus niet eens een gesprek. Ze worden niet eens uitgenodigd, maar dat wordt feitelijk gewoon gesaboteerd. Ze worden aan de kant geschoven. Ik vind dat heel ondemocratisch. Ik was niet de enige; anderen spraken zich daar ook over uit. Hoe ziet mevrouw Hamer dat in het licht van vooruitgang, dus dat we in Nederland nog steeds in staat zijn om 1,6 miljoen kiezers gewoon te boycotten? Even for the record, dat zijn niet mijn kiezers — misschien in de toekomst wel, trouwens — want wij staan daar los van. Maar het gaat wel om een heleboel kiezers, die dus gewoon totaal genegeerd worden. Hoe ziet u dat?

Mevrouw Hamer:
Ik vind het vervelend om te doen, maar ik moet u toch steeds wijzen op de rol die ik heb als informateur, als procesbegeleider van een situatie die overigens ontstond na een verkenning van de heer Herman Tjeenk Willink. Hij heeft met alle partijen gesproken en is al een keer het rijtje afgegaan wie wie uitsluit et cetera. Voor de goede volledigheid heb ik diezelfde gesprekken nog een keer gevoerd. Wij hebben ook samen dat gesprek gehad. Ik ben dus niet zomaar op een verslag afgegaan. Dan moet ik constateren waar meerderheden liggen om met elkaar verder te praten. Het past mij als informateur volgens mij niet om daar verder een oordeel over te geven.

De heer Eerdmans (JA21):
Nou, maar toch: wat vindt u daarvan?

Mevrouw Hamer:
Nee.

De heer Eerdmans (JA21):
Jawel. Ik voel mij hier heel ongemakkelijk bij. Het laat bij heel veel mensen in Nederland die nu ook kijken, dit debat volgen en de uitkomst zien, het gevoel voortbestaan: "Aha, nog steeds wordt er met een bepaalde groep gewoon niet gepraat. En waarom? Omdat anderen zeggen: dat doen we niet." U bent toch procesbegeleider? Laat ik het dan zo vragen. Heeft u een poging ondernomen om in elk geval ervoor te zorgen dat die deur opengaat?

Mevrouw Hamer:
Wat ik heb ondernomen is de poging om met u alle achttien te praten en te bekijken of dat wat er lag aan conclusies van de heer Herman Tjeenk Willink nog steeds in overeenstemming was met het moment dat ik begon. Verder heb ik op het inhoudelijke deel van de motie met alle partijen gesproken, zodat u daar uw inbreng in kon leveren. Voor het vervolg van het proces is een informateur uiteindelijk afhankelijk van de mening van partijen. De opdracht was om te komen tot een meerderheidscoalitie met elkaar. Dan moet je kijken naar "met elkaar". Ik kan daar als persoon van alles van vinden, maar het past mij als informateur niet om u daar een mening over te geven.

De voorzitter:
Mevrouw Van der Plas van BBB, ook weer voor een feitelijke vraag.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Mijn vraag is: hoelang vindt mevrouw Hamer het kies of normaal om nog langer door te formeren? En wanneer wordt het punt bereikt dat wordt gezegd: nu stoppen we ermee, nu gaan we nieuwe verkiezingen uitschrijven?

Mevrouw Hamer:
Heel simpel, dat punt wordt bereikt als een meerderheid van de Kamer vindt dat dat punt is bereikt.

Mevrouw Van der Plas (BBB):
Dank u wel.

De voorzitter:
Dan wil ik de informateur bedanken voor het geven van de inlichtingen. Ik kan me voorstellen dat dat soms ook best lastig is, kijkend naar de vragen, maar ze heeft de vragen denk ik zo goed mogelijk beantwoord. Ik kijk heel even naar de leden. Het is eerlijk gezegd te doen gebruikelijk om niet een tweede termijn te hebben, ook niet omdat de motie al in eerste termijn is ingediend. Maar ik kijk toch of er nog enige behoefte aan een tweede termijn is. Dat is in ieder geval bij de heer Wilders het geval. Bij de andere leden niet, zie ik. Dan geef ik het woord aan de heer Wilders.

De heer Wilders (PVV):
Voorzitter, dank u wel. Enige consistentie is mij niet vreemd, maar we komen hier volgens mij alleen maar uit door de Kamer te ontbinden en verkiezingen uit te schrijven, want dit wordt het absoluut niet. Vandaar één motie en dan ben ik ook meteen klaar.

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

verzoekt de regering de Kamer te ontbinden en nieuwe verkiezingen uit te schrijven,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:
Deze motie is voorgesteld door het lid Wilders.

Zij krijgt nr. 39 (35788).

De heer Wilders (PVV):
Ik hecht eraan om voor de stemming vanuit vak-K, of anders schriftelijk, hierover nog een formeel oordeel van het kabinet te krijgen. Ik bedoel dus niet via de plek van kabinetsleden hier, maar via het kabinet.

De voorzitter:
We zullen dit onderdeel doorgeleiden naar het kabinet. Dan geef ik ook nog het woord aan mevrouw Van der Plas? Niet? Nee.

Daarmee zijn we aan het einde gekomen van dit debat.

De beraadslaging wordt gesloten.

De voorzitter:
Ik wil onze informateur, mevrouw Hamer, van harte bedanken voor het geven van de inlichtingen. Ik wil de Kamerleden en de mensen op de publieke tribune bedanken. Ik schors de vergadering, ik denk voor een halfuur, maar er moet ook nog een reactie komen op een motie. Dan gaan we straks over tot een korte regeling van werkzaamheden en dan gaan we ook stemmen over de ingediende moties, ook over die met betrekking tot de Europese top. Ik schors de vergadering voor in ieder geval een halfuur.

De vergadering wordt van 15.04 uur tot 15.35 uur geschorst.

Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

Regeling van werkzaamheden

De voorzitter:
Voordat we gaan stemmen, is er een regeling van werkzaamheden. We zijn ook nog even in afwachting van de brief van het kabinet, maar ik dacht: ik begin alvast met de regeling.

Ik stel voor dinsdag 29 juni aanstaande ook te stemmen over de ingediende moties bij de wetgevingsoverleggen over de Raming voor de Tweede Kamer en Jaarverslag en slotwet 2020 van het ministerie van Justitie en Veiligheid en over twee brieven van het Presidium (35867, nr. 1 en 31293, nr. 582).

Ik stel voor toe te voegen aan de agenda de tweeminutendebatten over:

  • Ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting 2015 (32847, nrs. 741 en 755), met als eerste spreker het lid Koerhuis van de VVD;
  • Jeugdbeleid / Huiselijk geweld en kindermishandeling (CD d.d. 22/06), met als eerste spreker het lid Kwint van de SP;
  • Lopende en afgeronde zaken vuurwerkdossier (28684, nr. 660), met als eerste spreker het lid Madlener van de PVV.

Ik deel aan de Kamer mee dat bij de stemmingen op dinsdag 22 juni jongstleden:

  • de fractie van het CDA geacht wenst te worden tegen het Voorstel van wet van de leden Bisschop en Kwint inzake de afschaffing van het lerarenregister en het registervoorportaal (35145) te hebben gestemd;
  • de fractie Den Haan geacht wenst te worden vóór de motie-Jasper van Dijk (35663, nr. 19) te hebben gestemd;
  • de fractie van D66 geacht wenst te worden vóór de motie-Van Baarle (35830-VIII, nr. 11) en tegen de motie-Paul/Peters (35830-VIII, nr. 10) te hebben gestemd.

Op verzoek van het lid Kwint stel ik voor zijn motie op stuk 31765, nr. 554 opnieuw aan te houden.

Ik stel voor de volgende stukken van de stand van werkzaamheden af te voeren: 25295-908; 24804-172; 28844-229; 35570-VI-109.

Overeenkomstig de voorstellen van de voorzitter wordt besloten.

De voorzitter:
Ik schors de vergadering nog voor een enkel moment, omdat wij nog steeds in afwachting zijn van de brief van het kabinet. Maar die kan elk moment aankomen. Ik denk dus dat het niet heel lang hoeft te duren. Ik schors de vergadering voor een enkel moment.

De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.

Stemmingen

Stemmingen


Stemmingen moties Europese top van 24 en 25 juni 2021

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over de Europese top van 24 en 25 juni 2021,

te weten:

  • de motie-Jasper van Dijk over Hongarije voor het Hof van Justitie dagen (21501-20, nr. 1704);
  • de motie-Jasper van Dijk over geen officiële afvaardiging naar de EK-wedstrijd in Hongarije sturen (21501-20, nr. 1705);
  • de motie-Sjoerdsma over inzetten op meer mogelijkheden voor legale migratie (21501-20, nr. 1707);
  • de motie-Sjoerdsma over het stopzetten van de EU-gelden richting Hongarije (21501-20, nr. 1708);
  • de motie-Piri c.s. over het samenwerkingsverband met de UEFA tegen het licht houden (21501-20, nr. 1709);
  • de motie-Piri c.s. over illegale pushbacks veroordelen (21501-20, nr. 1710);
  • de motie-Van der Plas/Kuzu over de voedselkwaliteit en -kwantiteit voor vluchtelingen verbeteren (21501-20, nr. 1711);
  • de motie-Van der Plas/Kuzu over verbetering van de voedselvoorziening in regio's waarvandaan veel vluchtelingen vertrekken (21501-20, nr. 1712);
  • de motie-Van der Plas over de vlaggen van provincies en Caribische gebiedsdelen in de plenaire zaal ophangen (21501-20, nr. 1713);
  • de motie-Segers/Van der Lee over geen afvaardiging van de regering naar Bakoe als het Nederlands elftal daar komt te spelen (21501-20, nr. 1714);
  • de motie-Van Houwelingen over de EU-vlag van alle overheidsgebouwen laten verwijderen (21501-20, nr. 1715);
  • de motie-Van Houwelingen over de EU in officiële documenten voortaan alleen "Europese Unie" of "EU" noemen (21501-20, nr. 1716);
  • de motie-Kuzu over de-escalatie tussen Spanje en Marokko (21501-20, nr. 1717);
  • de motie-Kuzu over een extra bijdrage van Nederland aan COVAX (21501-20, nr. 1718).

(Zie vergadering van 22 juni 2021.)

De voorzitter:
De heer Wilders.

De heer Wilders (PVV):
Voorzitter. Staat u mij toe dat ik de collega's van de coalitie er even op wijs dat de motie van wantrouwen door het kabinet niet wordt ontraden, maar oordeel Kamer wordt gegeven.

De voorzitter:
Dank u wel, meneer Wilders.

Aan de orde zijn de stemmingen. We gaan straks ook stemmen over een motie van de heer Wilders, maar we gaan nu eerst stemmen over moties die zijn ingediend bij het debat over de Europese top van 24 en 25 juni 2021.

Mevrouw Piri verzoekt haar aangehouden motie op stuk nr. 1709 alsnog in stemming te brengen.

In stemming komt de motie-Jasper van Dijk (21501-20, nr. 1704).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, BBB en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Jasper van Dijk (21501-20, nr. 1705).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66 en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, de PVV, FVD en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Sjoerdsma (21501-20, nr. 1707).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, Fractie Den Haan en D66 voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, de PvdD, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Sjoerdsma (21501-20, nr. 1708).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66 en de ChristenUnie voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD, de SGP, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Piri c.s. (21501-20, nr. 1709).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie en de VVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SGP, het CDA, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Piri c.s. (21501-20, nr. 1710).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de SGP, het CDA en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de VVD, JA21, de PVV, FVD en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van der Plas/Kuzu (21501-20, nr. 1711).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, Fractie Den Haan, de SGP en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de PvdD, D66, de ChristenUnie, de VVD, het CDA, JA21, de PVV, FVD en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van der Plas/Kuzu (21501-20, nr. 1712).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, Fractie Den Haan, de SGP, JA21, BBB en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de PvdD, D66, de ChristenUnie, de VVD, het CDA, de PVV en FVD ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van der Plas (21501-20, nr. 1713).

De voorzitter:
Ik constateer dat de fractie van BBB voor deze motie heeft gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, de PVV, FVD en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Segers/Van der Lee (21501-20, nr. 1714).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de SGP, JA21, BBB, de PVV en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van DENK, de VVD, het CDA en FVD ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Van Houwelingen (21501-20, nr. 1715).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, de PvdD, de SGP, JA21, de PVV en FVD voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, het CDA, BBB en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Van Houwelingen (21501-20, nr. 1716).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SGP, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD en het CDA ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Kuzu (21501-20, nr. 1717).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van Volt, DENK, Fractie Den Haan, D66 en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, de PvdA, de PvdD, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, de PVV, FVD en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is verworpen.

In stemming komt de motie-Kuzu (21501-20, nr. 1718).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA en BBB voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van JA21, de PVV, FVD en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is aangenomen.


Stemmingen moties Eindverslag informateur

Aan de orde zijn de stemmingen over moties, ingediend bij het debat over het eindverslag van de informateur,

te weten:

  • de motie-Rutte/Kaag over aanwijzen van mw. M.I. Hamer tot informateur met de opdracht de fractievoorzitters van VVD en D66 een document op hoofdlijnen te laten schrijven opdat coalitieonderhandelingen gericht op het vormen van een meerderheidscoalitie kunnen worden gevoerd (35788, nr. 38);
  • de motie-Wilders over de Kamer ontbinden en nieuwe verkiezingen uitschrijven (35788, nr. 39).

(Zie vergadering van heden.)

In stemming komt de motie-Rutte/Kaag (35788, nr. 38).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van GroenLinks, Volt, de PvdA, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP en het CDA voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, DENK, de PvdD, JA21, BBB, de PVV, FVD en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is aangenomen.

In stemming komt de motie-Wilders (35788, nr. 39).

De voorzitter:
Ik constateer dat de leden van de fracties van BBB en de PVV voor deze motie hebben gestemd en de leden van de fracties van de SP, GroenLinks, Volt, DENK, de PvdA, de PvdD, Fractie Den Haan, D66, de ChristenUnie, de VVD, de SGP, het CDA, JA21, FVD en Groep Van Haga ertegen, zodat zij is verworpen.

Daarmee zijn we aan het einde gekomen van deze stemmingen. We zijn ook aan het einde gekomen van deze vergaderdag. Ik sluit de vergadering en ik wens u allen een fijne avond. Dank aan de bewindspersoon voor haar aanwezigheid bij de stemmingen.

Sluiting

Sluiting 15.58 uur.